SlideShare a Scribd company logo
1 of 32
Download to read offline
KONINKLIJK PALEIS
ASBESTSANERINGSWERKEN
Asbestcementplaten (Pical)
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN TOEGANG EN VERBLIJF OP DE WERF.
1. Alle arbeiders zijn verplicht langs de Brederodestraat 16 (1) binnen te komen.
2. De aannemer zal één week vooraf een volledige lijst indienen van het personeel dat zal
tewerkgesteld worden op de werf . De lijst dient volgende gegevens te bevatten :
naam,voornaam,geboortedatum ,geboorteplaats en nationaliteit van elk personeelslid . Naam van de
firma en de gegevens van de contactpersoon dient eveneens afzonderlijk vermeld te zijn. Deze kan
per fax of mail overgemaakt worden aan de vertegenwoordiger van de Regie der gebouwen.
3. Ingeval van leveringen in opdracht van de aannemer dient de werfverantwoordelijke dezelfde
gegevens zoals vermeld onder punt twee over te maken aan de postoverste van de federale politie.
Tijdens de levering dient de werfverantwoordelijk of een ander voorafgaandelijk aangeduid
personeelslid van de aannemer de leverancier te begeleiden van en naar de werf.
4. De werf kan opgestart worden vanaf 07.00 u en dient beëindigd te worden om 16.00u.
5. In het kader van de algemene veiligheid bestaat de mogelijkheid dat ook voertuigen voor het
binnen – of buitenrijden worden gecontroleerd.
6. De snelheid op de wegen in het park is beperkt tot max.30 km/u.
7. De voertuigen dienen na het lossen en laden gestationeerd te worden op de parking gelegen aan de
garage.
8. Het nemen van foto’s zonder toestemming van het bestuur is verboden. Indien er toch foto’s mogen
genomen worden moeten deze betrekking hebben met de in uitvoering zijnde werken.
9. Het personeel tewerkgesteld op de werf zal enkel toiletten aangeduid door het bestuur gebruiken.
10.De werfverantwoordelijke zal de eventuele instructies van het bestuur nauwgezet opvolgen en
laten uitvoeren.
11.De aannemer zal zich ten alle tijde schikken naar de mogelijke eisen van het Hof in verband met
organisatorische problemen van de werf, zoals daar zijn :
 officiële bezoeken of recepties die de onderbreking der werken noodzakelijk maken
 alle andere schikkingen van organisatorische aard of onderbrekingen ten behoeve van het
Hof.
Hiervoor zal door de aannemer geen enkele schadevergoeding of meerprijs kunnen gevraagd
worden.
12.Het openbaar domein wordt gedurende de werken in goede staat van onderhoud en netheid
gehouden op kosten en ten laste van de aannemer. Alle afbraakmateriaal wordt regelmatig
weggevoerd van het staatsdomein en van de bouwplaats op kosten van de aannemer. Etensresten en
lege drankverpakkingen worden dagelijks verwijderd uit de werfzone.
13.Indien de aannemer het nodig acht ,mag hij gebruik maken van hefwerktuigen en hijstoestellen.
 Alle nodige voorzorgsmaatregelen zullen genomen worden om de bewoners der gebouwen
en de voetgangers tegen val van materiaal, gruis, werktuigen en in het algemeen ieder
voorwerp dat schade kan veroorzaken,te vrijwaren.
14.Voorzorgs - en beschermingsmaatregelen.
 Alle nodige voorzorgsmaatregelen dienen getroffen te worden om ongelukken te
vermijden.Alle nodige waarschuwingstekens alsmede de nodige afsluitingen en
beschermingen van de doorgangen moeten geplaatst worden. De aannemer zal er tevens op
letten dat alle belendende lokalen ,gebouwen ,terreinen, enz… stofvrij en onbeschadigd
blijven.
 De aannemer stelt zich eveneens in regel met alle andere reglementen opgelegd door de
bezetter en de aanbestedende overheid. Er zal streng op gelet worden dat personen die op
de werken werkzaam zijn zich uitsluitend begeven op de daar toe voorziene plaatsen en
niet op andere eigendommen.
Meting: pro memorie : de prijs van de punten 1 tot en met 14 van voorafgaande algemene
voorschriften is inbegrepen in de totale prijs voor de uitvoering van de werken zoals hierna
beschreven.
REGIE DER GEBOUWEN
ALGEMENE DIENSTEN/DIENST ELEKTRICITEIT/DIENST HVAC. (1)
Vertegenwoordigers Cosyns B. gsm 0497/258759
Fax kasteel Laken 02/5513422
E - mailadres: Bart.Cosyns≅buildingsagency.be.
AANVRAAG TOEGANGSCONTROLE.
Aanvraag in opdracht van : Cosyns B. (1)
De werfverantwoordelijke. (1)
Omschrijving werf :
Tijdstip / duur van de werf :
Naam ,adres en telefoon firma:
Contactpersoon firma : GSM :
Werfverantwoordelijke : GSM :
Lijst personeelsleden tewerkgesteld op de werf.
Naam voornaam geboorteplaats geboortedatum nationaliteit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
ASBESTSANERINGSWERKEN
BEPALINGEN VOOR SPECIFIEK BESTEK
ALGEMENE BEPALINGEN.
1.1 Wettelijke voorschriften
Zie administratieve bepalingen.
1.2 Opmaak organisatieplan
De werken moeten minimum 14 dagen vóór de aanvang der werken worden gemeld aan de regionale
directie van de Administratie voor Arbeidshygiëne en -geneeskunde (Art. 148decies 2.5.9.3.5.).
Volgende informatie dient onder andere gemeld:
- Plaats van de bouwplaats;
- Datum en termijn van uitvoering;
- Verantwoordelijke op de bouwplaats;
- Erkend laboratorium dat de metingen verricht;
- Naam van de Interbedrijfsgeneeskundige Dienst;
- Beschrijving van de werken.
Een afschrift van deze kennisgeving wordt overgemaakt aan de arbeidsgeneesheer van de
onderneming waar de werkzaamheden worden uitgevoerd.
De exacte aanvangsdatum van de werken moet minstens 8 dagen vóór het begin van de werken
worden gemeld aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend.
De aannemer dient een akkoord te krijgen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor het
uitvoeren van de werken. Alle aanpassingen die eventueel bijkomend gevraagd worden, dient de
aannemer uit te voeren en zijn te zijner last. Hij kan bovendien hiervoor geen termijnverlenging
aanvragen.
De aannemer dient vóór de aanvang der werken volgende documenten voor te leggen aan de
afgevaardigde van de Regie (niet-limitatieve lijst):
- De planning van de werken
- Een plan van de bouwplaatsinrichting, alsook aanduiding welke lokalen in dienst blijven
door de bezetter tijdens de uitvoering der werken
- De nodige plaatsbeschrijvingen
- Het werkplan
- Een gedetailleerde lijst van het materieel dat de aannemer op de werf zal gebruiken
- Het noodplan
- Het veiligheidsplan
- Het document met vermelding van de werknemers die een medisch onderzoek ondergaan
hebben (deze controle moet door de Medische Inspectie uitgevoerd worden)
- De lijst van het tewerkgesteld personeel, ten behoeve van de identificatie van het personeel
- De procedures voor het testen van de ademhalingsapparatuur
- Het interventieplan indien een vervanging van de absoluutfilter van de extractor dient te
gebeuren
- Gedetailleerde plannen van de inrichting van de werkzone
- Gedetailleerde plannen van het personeels- en het materiaalsas en hun inplanting
- Het attest van de erkende asbestafvalophaler
- De attesten van erkenning van het behandelingsstation, de verglazingsfabriek en de
stortplaats van het asbestafval
- Het document ter goedkeuring van het gevolgde traject gevraagd door het B.I.M. (Brussels
Instituut voor Milieubeheer) en afgeleverd door de politie van de stad Brussel (enkel in
specifieke gevallen)
- De procedures betreffende het transport van niet-gebonden asbest
- De attesten van het fixatiemiddel
Volgende zaken dienen uitgevoerd vooraleer met de eigenlijke afbraakwerken te beginnen (niet-
limitatieve lijst):
- Controle op de stofdichtheid van de werkzone door middel van een visuele inspectie en een
rooktest in de opgebouwde werkzone in aanwezigheid van de deskundige;
- Simulatie van een defect aan de afzuiginstallatie;
- Meting van de achtergrondconcentratie aan asbestvezels in de lucht.
-
1.3 Inrichting van de bouwplaats
De aannemer mag voor de uitvoering van de werken beschikken over de plaatsen voorzien in de
aanbestedingsdocumenten en die aangeduid worden door de Regie.
De aannemer kan aldus in overleg met de Regie bestaande lokalen als “werflokalen” gebruiken.
Ingeval de bezetter niet de nodige lokalen ter beschikking van de aannemer kan stellen, zorgt deze
laatste zelf voor de nodige ruimte voor de volledige tijdsduur van de werken, waar de werknemers
zonder gevaar voor besmetting door asbeststof kunnen eten, drinken, rusten na elke werkperiode in de
werkzone, enz.
De aannemer zal signalisatieborden plaatsen conform het K.B. van 1986.08.28 op de plaatsen waar de
concentratie aan asbestvezels de toegelaten norm overschrijdt of wanneer een overschrijding verwacht
wordt. De signalisatieborden worden ook aan de ingang van de decontaminatieruimte geplaatst zodat
de personen nog over de mogelijkheid beschikken om de individuele beschermingsmiddelen te
gebruiken.
Op advies van de deskundige bepaalt de Regie van welke lokalen, zones en delen van de buitenruimte
een plaatsbeschrijving moet worden gemaakt. Deze plaatsbeschrijvingen worden opgemaakt door de
aannemer en tegensprekelijk ondertekend door de bezettende dienst en de Regie. De werken mogen
slechts aanvangen na overhandiging van de plaatsbeschrijvingen aan de Regie, eventueel aangevuld
met fotografische bewijzen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de plaatsbeschrijving van een ruimte en de
plaatsbeschrijving van oppervlakken. Deze laatste zal gemaakt worden indien geen duidelijk af te
bakenen zone in of buiten een gebouw te definiëren is, zoals bijvoorbeeld bij de plaatsbeschrijving
van een muur van een oprit, van een oprijlaan of een terrein.
De aannemer zal al het mogelijke doen om de hinder aan de bezetter te beperken.
De lokalen en doorgangen die mogen gebruikt worden, moeten door de aannemer op zijn kosten,
voortdurend zuiver gehouden worden.
Alle nooduitgangen dienen vrijgehouden te worden. Enkel indien er geen andere mogelijkheid bestaat,
kan deze worden afgesloten. Dit gebeurt in overleg met de Regie. De aannemer zal tevens in
samenspraak met de Regie een alternatieve nooduitgang uitstippelen.
Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met
vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen
bij de aanvang der werken.
De aannemer is verantwoordelijk voor elke beschadiging die hij toebrengt aan de bestaande installaties
en gebouwen en is er toe gehouden alles terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen of de schade te
vergoeden.
De aannemer zal op een gedetailleerd plan aanduiden welke lokalen en zones in dienst zullen blijven
door de bezetters van het gebouw gedurende de werkzaamheden.
Alle kosten voor het operationeel maken en onderhouden van de werfzone zijn ten koste van de
aannemer.
Een plan van de bouwplaatsinrichting en een gedetailleerd plan met aanduiding welke lokalen en
zones bezet blijven, wordt voor de aanvang van de bouwplaatsinrichting ter goedkeuring aan de Regie
voorgelegd.
1.4 Aanvraag vergunningen en toelatingen
Voor de activiteiten en installaties van de werf, die onderworpen zijn aan een milieuvergunning of
enige andere toelating af te leveren door de bevoegde overheid (of overheden), zullen deze vergunning
of toelatingen moeten gevraagd en bekomen worden door de aannemer op zijn kosten en onder zijn
verantwoordelijkheid en dit voorafgaandelijk aan de activiteiten en het ter plaatse opstellen van de
installaties waarop de milieuvergunning of de toelatingen betrekking hebben. Een afschrift van deze
vergunning en van de toelatingen wordt samen met het werkplan overgemaakt aan de Regie.
De kosten voortvloeiend uit de voorschriften en voorwaarden opgelegd door de bevoegde overheid (of
overheden) bij het afleveren van de voormelde milieuvergunning of toelatingen, zijn eveneens ten
laste van de aannemer.
1.5 Huurgeld voetpad
De aannemer betaalt de nodige vergoedingen die vastgesteld zijn door de gemeente.
1.6 Werkplan
Het werkplan, overeenkomstig het art. 148 decies 2.5.9.3.1. en 2.5.9.3.2. van het A.R.A.B., moet door
de aannemer opgesteld worden vooraleer met de werken van afbraak of verwijdering van asbest of
asbesthoudende materialen te beginnen. De Regie ontvangt hiervan een exemplaar ter goedkeuring.
In dit werkplan wordt o.a. een toelichting gegeven over de voorkomingsmaatregelen, de
bouwplaatsinstallatie, de maatregelen voor individuele en collectieve bescherming, de behandeling en
verwijdering van afval, de metingen van het stofgehalte, de aan te wenden droge en vochtige
technieken, de reiniging, de fijnreiniging en het toezicht op de bouwplaats.
Het werkplan geeft een duidelijke en stapsgewijze beschrijving van de gebruikte werkmethode.
Daarbij vermeldt het alle veiligheidsmaatregelen die nodig zijn voor zowel de beveiliging van de
werknemers als ter voorkoming van de verspreiding van asbestvezels in andere delen van het gebouw
en buiten het gebouw, en dit tijdens of als gevolg van de werken.
Indien de aannemer meerdere werkzones voorziet, dient hij in het werkplan per type werkzone een
schematisch overzicht der werken weer te geven.
Dit werkplan dient steeds aanwezig te zijn op de werf en wordt ter inzage gehouden van de betrokken
werknemers en de bevoegde arbeidsinspecteur.
Ondanks de goedkeuring van dit werkplan door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, blijft de
aannemer volledig verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de werken overeenkomstig de
geldende wetgeving en de voorschriften van huidig bestek.
1.7 Omheining en signalisatie werf overeenkomstig eisen gemeente en gewest
Een ondoorzichtige omheining met een minimum hoogte van 1,80 m (zie ook de eventueel geldende
plaatselijke bouwplaatsreglementering) dient voorzien ter afbakening van de werfzone indien deze
zich buiten het gebouw situeert. In de omheining worden deuren geplaatst voor personen en
voertuigen. De deuren zijn afsluitbaar met een sleutel. De Regie ontvangt een sleutel van ieder slot.
Op de omheining worden de nodige verlichting en waarschuwingsborden met “Verboden toegang” in
de taal (talen) van de desbetreffende regio geplaatst.
De aannemer zal signalisatieborden plaatsen conform het K.B. van 1986.08.28 op de plaatsen waar de
concentratie aan asbestvezels de toegelaten norm overschrijdt of waar een overschrijding verwacht
wordt. De signalisatieborden worden ook aan de ingang van het personeels- en het materiaalsas
geplaatst.
Alle kosten voor het plaatsen van deze omheining zijn volledig ten laste van de aannemer. De
aannemer mag dus geen bijkomende kosten aanrekenen voor aan te brengen signalisatieborden.
Ingeval de geldende plaatselijke bouwplaatsreglementering bijkomende voorwaarden stelt, zijn de
hieruit voortkomende kosten ook ten laste van de aannemer.
1.8 Toestand van reinheid van het werfmaterieel.
Het materieel dat de aannemer op de werf gebruikt, dient vooraf, d.w.z. voor het toekomen op de werf,
volledig gereinigd en ontsmet te worden of voorzien van de nodige hermetische bescherming.
De aannemer geeft aan de Regie een gedetailleerde lijst van het materieel dat hij op de werf zal
gebruiken.
1.9 Aansluiting nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, gas en telefoon)
In de werkzone waar de asbestsaneringswerken worden uitgevoerd, wordt het elektrisch net buiten
werking gesteld behalve bij uitzonderlijke, noodzakelijke instandhouding.
Indien nodig vraagt de aannemer voor de volledige duur der werken een voorlopige aansluiting op het
elektriciteitsnet aan en dit voor de elektrische stroomvoorziening van de volledige werfinstallaties.
Alle elektrische installaties moeten beantwoorden aan het Algemeen Reglement op de Elektrische
Installaties (A.R.E.I.) en het A.R.A.B.
De sanitaire installaties mogen in geen enkel geval gebruikt worden, indien ze zich binnen de
collectieve bescherming van een asbestafbraakzone bevinden.
Indien nodig wordt de bestaande verwarming buiten dienst gesteld. Echter in de zones die bezet
blijven tijdens de werken, moet de verwarming verzekerd zijn.
Het verbruik van water en elektriciteit is volledig ten laste van de aannemer.
Indien, na onderlinge afspraak, een aansluiting van de bezetter bekomen wordt, dient een teller tussen
geplaatst te worden, zodat bij het beëindigen van de werf de verbruikskosten door de aannemer
vereffend kunnen worden.
1.10 Stroomaggregaat
De Regie kan de aannemer opleggen om een stroomaggregaat te installeren. Hij moet de ventilatoren,
pompen en voorlopige elektrische installaties van alle werkzones waar asbestbehandelingswerken aan
de gang zijn, kunnen voeden.
Het stroomaggregaat zal buiten opgesteld worden in een veilige zone, die door de Regie goedgekeurd
moet worden. Indien de bestaande elektriciteitsvoorziening uitvalt, moet het stroomaggregaat kunnen
overnemen.
De capaciteit van het aggregaat moet zodanig zijn dat de zone in onderdruk gehouden kan worden en
dat het personeel de zone veilig kan verlaten. De aannemer moet het onderhoud van het
stroomaggregaat voorzien zodat een goede werking van zijn materiaal gegarandeerd is.
De kostprijs voor de installatie en de verwijdering van het stroomaggregaat evenals het verbruik, is
volledig ten laste van de aannemer.
1.11 Algemene veiligheidsmaatregelen
1.11.1 Werfregister
De aannemer moet op de werf een werfregister bijhouden waarin alle gegevens worden opgetekend,
vermeld in artikel 148 decies 2.5.9.3.6.
Verder vermeldt art. 148 decies 2.5.12. dat in het register o.a. volgende gegevens door de aannemer
dienen ingeschreven te worden:
- De namen van de betrokken werknemers
- De aard en de duur van de werkzaamheden
- De aard en de concentratie van de vezels
- De namen van de bezoekers en hun hoedanigheid
- Vermelding van de uren waarop werknemers en eventuele bezoekers op de bouwplaats
toekomen en deze verlaten
- Opmerkingen over eventueel vastgestelde onregelmatigheden
De arbeidsgeneesheer en de geneesheer-arbeidsinspecteur kunnen dit register inzien.
Elke betrokken werknemer dient de mogelijkheid te hebben om zijn persoonlijke resultaten die in het
register vermeld staan, in te zien.
De leden van het Comité voor Preventie en Bescherming hebben toegang tot de collectieve anonieme
gegevens van dit register.
Het werfregister bevat eveneens een “Verslag der incidenten” die tijdens de werkzaamheden zijn
voorgekomen. Het verslag wordt binnen 24 uur aan de deskundige overhandigd. In dit verslag dienen
o.a. volgende gegevens vermeld: de aard van de gebeurtenis, de betrokken personen, de ondernomen
acties door het personeel en de evaluatie van de resultaten van deze acties.
De aannemer dient het register ten minste 30 jaar na het einde van de blootstelling te bewaren.
1.11.2 Noodplan
De aannemer is ertoe verplicht een noodplan op te stellen dat door de Regie wordt goedgekeurd voor
de aanvang der werken. Dit noodplan voorziet o.a. noodsituaties zoals brand, ontploffing, ongeval, een
defect aan het onderdruksysteem, elektrische stroomonderbreking, elektrocutiegevaar enz. Ingeval een
bestaande nooduitgang wordt afgesloten, voorziet de aannemer een alternatieve evacuatieweg die ter
goedkeuring aan de Regie wordt voorgelegd.
In het noodplan worden de gegevens van de hulpdiensten (medisch urgentieteam, politie, brandweer,
…), het algemeen noodnummer en de evacuatiewegen van het betreffende gebouw vermeld.
De werknemers dienen een informatiesessie over dit noodplan en de bijbehorende evacuatieprocedures
te volgen.
Ingeval een werknemer in de werkzone geblesseerd geraakt, dient hij de gebruikelijke procedures van
de decontaminatie-eenheid te volgen, eventueel met de hulp van zijn collega’s, tenzij zijn/hun leven in
gevaar wordt gebracht.
De noodprocedures zullen in het zuiver compartiment en het uitrustingscompartiment van de
personeelsdecontaminatie-eenheid en in het zuiver compartiment van de materiaalsluis geafficheerd
worden. In de onmiddellijke nabijheid van de geafficheerde noodprocedures wordt een noodtelefoon
voorzien. Iedere persoon dient voor het betreden van de werkzone de procedures te lezen en te
ondertekenen voor de kennisname en het begrijpen van het evacuatieplan en de bijbehorende
noodprocedures.
1.11.3 Veiligheidsplan
De aannemer staat in voor de installatie en het onderhoud van het geheel der hygiëne- en
veiligheidsvoorzieningen, voorgeschreven door het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming
(A.R.A.B.).
De aannemer dient ook de nodige maatregelen te nemen om de bouwplaats in een zindelijke staat te
houden; daartoe voert hij het afval regelmatig af en voorziet hij voor de tijdelijke opslag ervan
voldoende gesloten containers voor het asbestafval zelf.
Het afvalwater dat in de riool wordt geloosd, wordt vooraf behandeld zodat het vrij is van schadelijke
stoffen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 29 december 1988.
In het kader van het K.B. Werken met derden meldt de inschrijver alle risico’s en de genomen
veiligheidsmaatregelen teneinde deze uit te schakelen of te reduceren. Anderzijds verbindt de
inschrijver er zich toe de door de opdrachtgever aangegeven richtlijnen te volgen.
Een veiligheids- en zekerheidsstudie zal alle gebeurtenissen en situaties identificeren verbonden aan
volgende risico's:
- Mechanisch risico (manipulatie, kabelbreuk, stellingbreuk,...);
- Elektrisch risico (elektrocutie, panne van het elektrisch net, ...);
- Brandrisico;
- Ontploffingsrisico;
- Chemisch risico;
- Risico verbonden aan het verlies van afdichting van de afgezonderde zones;
- Defect aan het onderdruksysteem;
- enz.
De bepaling van potentiële scenario's van toevallige gebeurtenissen of ongevallen, zal moeten toelaten
alle preventieve en corrigerende maatregelen te bepalen en toe te passen om de veiligheid van het
optredend personeel en de algemene veiligheid van de werf te waarborgen.
1.12 Personeel
1.12.1 Deskundige begeleiding
a. Een bekwaam projectleider met voldoende ervaring in asbestruimingswerken zal als
verantwoordelijke op de werf aangesteld worden. Hij zal van het begin tot het einde van het werk
toezicht houden. Hij staat onder andere in voor:
- De uitvoering van de werken in overeenstemming met het lastenboek;
- Het nemen van de nodige maatregelen zowel voor eigen personeel als derden;
- Het letten op het naleven van de nodige maatregelen.
- Het weghouden van onbevoegden van de werf.
- Het toezicht op de werkende arbeiders. In geval van nood dient hij onmiddellijk te kunnen
ingrijpen. Voor het begin van de werken moet de werfverantwoordelijke er zich met name
van vergewissen dat de personen waarover hij beschikt de passende bekwaamheden bezitten
en dat ze beschikken over het nodige beschermings- en veiligheidsmaterieel, alsook over het
nodige gereedschap.
b. Een verantwoordelijke veiligheidschef van de firma dient de werf regelmatig te bezoeken, om na te
gaan dat alle van toepassing zijnde bepalingen van het A.R.A.B. en A.R.E.I. worden nageleefd.
1.12.2 Arbeidspersoneel en Bekwaamheid
Tewerkgestelde arbeiders dienen ervaring te hebben in dit soort werk en volledig geïnformeerd te zijn
betreffende de gevaren verbonden aan blootstelling en werken in asbesthoudende omgeving. Zij zijn
medisch geschikt om dit werk uit te voeren.
De werknemers hebben onder meer een goede praktische kennis om de asbesthoudende materialen te
behandelen en te verwijderen, evenals om de verontreinigde zones te reinigen conform de wetgeving
die van toepassing is. Bovendien zijn de arbeiders volledig op de hoogte van de voorgeschreven
maatregelen en van de wijze waarop ze deze moeten toepassen:
Ieder personeelslid zal een specifieke opleiding volgen en instructies krijgen betreffende de uit
te voeren afbraakwerken alvorens deze te mogen beginnen.
Deze informatiesessie gebeurt op de plaats van de werkzaamheden en omhelst onder andere
specifieke procedures met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden, noodprocedures en
bijbehorende evacuatieoefening, toelichting van de procedures met betrekking tot het betreden
en verlaten van de werkzone, enz.
Daarnaast worden de werkzaamheden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen
uitvoerig uitgelegd. Dit omhelst onder meer de constructie en onderhoud van de werkzone, het
plaatsen van de decontaminatie-eenheid, de materiaalsluis, het ventilatiesysteem, het
afvalbeheer en de reiniging van het geheel.
Deze informatiesessie zal door gekwalificeerd en ervaren personeel worden gegeven.
Werknemers jonger dan 18 jaar worden niet toegelaten op de werf.
De Regie (en de deskundige) houden zich het recht voor de arbeiders van de werf te weren die
onvoldoende bekwaam zijn of de opgelegde voorschriften niet naleven en dit zonder recht op een of
andere schadevergoeding van de aannemer.
1.12.3 Medische controle en opvolging
Het in te zetten personeel voor deze werkzaamheden is opgenomen in een medisch controlesysteem.
Het personeel zal jaarlijks door een bedrijfsarts of arbeidsgeneeskundige dienst onderzocht worden.
Zowel de arts als de dienst dienen in België erkend te zijn.
De aannemer zal voor de aanvang der werken een document aan de deskundige overhandigen waarin
de namen van de werknemers vermeld staan welke een medisch onderzoek ondergaan hebben.
Eveneens zal de aannemer de geneeskundige attesten van elke betrokken werknemer en afkomstig van
de arts aan de deskundige voorleggen Dit attest omvat:
- De medische geschiktheid: de aanduiding van de huidige fysiologische conditie van de
werknemer en het dragen van ademhalingsmasker tijdens harde fysische arbeid
- Een verklaring waarin de werknemer bevestigt dat hij ingelicht werd over de resultaten van
het medisch onderzoek en over het geheel der medische aspecten verbonden aan de
blootstelling aan asbest.
De aannemer zal het medisch dossier en het verslag over de blootstelling aan asbest van iedere
werknemer minstens 30 jaar na het beëindigen van het contract bijhouden.
1.12.4 Identificatie van het personeel
Om de veiligheid van de gebouwen te verzekeren, en/of de wachtdienst toe te laten het personeel te
controleren dat in de gebouwen rondloopt, moet het personeel in het bezit zijn van een
identificatiekaart waarop vermeld staat:
- De naam van de firma;
- De naam en voornaam van de persoon + foto;
- De functiebeschrijving.
De aannemer moet aan de deskundige een lijst overmaken waarop de namen, voornamen en adressen
van het tewerkgesteld personeel voorkomen.
De Regie (en de deskundige) mogen ten allen tijde de toegang tot de lokalen aan deze personeelsleden
ontzeggen.
1.13 Individuele bescherming
1.13.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen
De aannemer stelt individuele beschermingsmiddelen ter beschikking overeenkomstig art. 148 decies
2.5.9.3.2.2° van het A.R.A.B. en overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 7
augustus 1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Alle werknemers die risico lopen aan asbestvezels blootgesteld te worden bv zij die asbesthoudend
materiaal wegnemen of behandelen, moeten in het bezit zijn van individuele beschermingskledij die
toelaat comfortabel te werken en die contact tussen het menselijk lichaam en de asbestvezels volledig
uitsluit.
De aannemer zal gepaste ademhalingstoestellen en andere individuele beschermingsmiddelen ter
beschikking stellen die aangepast zijn aan de aard van de werkzaamheden.
Adembescherming
Het inademen van asbestvezels moet worden verhinderd door een aangepaste en persoonlijke
ademhalingsbescherming.
De ademhalingsmaskers dienen, hetzij van het onafhankelijke type te zijn, hetzij met toevoer van lucht
te werken en moeten door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid erkend zijn. De gebruikte filter
is minimum van klasse P3 waarvan met attesten kan aangetoond worden dat ze geen schadelijke
asbestvezels doorlaat.
Enkel erkende of aanvaarde ademhalingsmaskers zullen worden gebruikt.
Indien gebruik gemaakt wordt van ademhalingsmaskers met individuele toevoer van verse lucht dient
de werknemer zich medisch te laten onderzoeken door de geneesheer teneinde te verifiëren of de
werknemer werken mag uitvoeren die het dragen van een dergelijk ademhalingsmasker vereisen.
Algemene vereisten:
- De maskers zullen na elk gebruik gereinigd en ontsmet worden.
- De maskers worden opgeslagen in een aangepaste zuivere en hygiënische plaats.
- De maskers zijn dagelijks voor het begin van het werk van een nieuwe filter te voorzien en
op hun deugdelijkheid te beproeven. De werknemers zullen de ademhalingsapparatuur op
positieve en negatieve druk testen. Zij krijgen hier gedetailleerde procedures voor. Een kopie
van deze procedures wordt ter goedkeuring aan de deskundige voorgelegd.
Het masker moet ten allen tijde gedragen worden, door eenieder die zich binnen de werkzone bevindt,
onafhankelijk van de uitgeoefende activiteit, gedurende de periode die start met elke handeling waarbij
vezels in de lucht kunnen vrijkomen en die eindigt wanneer de zone wordt vrijgegeven.
De aannemer zorgt dat er steeds enkele supplementaire maskers voorradig zijn ingeval een masker
gebreken vertoont of indien gemachtigde bezoekers de werkzone wensen te betreden.
Beschermkledij
Deze kledij dient aan volgende criteria te voldoen:
- Hetzij stofondoorlaatbaar (in dit geval wegwerpkledij);
- Hetzij stof- en waterondoorlaatbaar;
- Hetzij een combinatie van beide.
De gebruikte werkpakken bestaan uit één stuk, bij voorkeur zonder zakken en met elastische sluiting
aan polsen en enkels en een kap met trektouw.
Over de veiligheidsschoenen worden schoenbedekkers gedragen.
De werknemers zijn verplicht werkhandschoenen te dragen, die aangepast zijn aan de uit te voeren
werken.
De mouwen en pijpen van de werkpakken worden over de handschoenen en veiligheidsschoenen heen
gedragen en worden met kleefband afgedicht.
Ingeval van wegwerpkledij zal de beschermkledij slechts éénmaal gedragen worden. Daarna wordt
deze kledij als asbestafval behandeld.
‘Herbruikbare’ beschermkledij dient zorgvuldig gereinigd telkens het personeel de werkzone verlaat.
Ze wordt daartoe in hermetisch gesloten verpakking vervoerd en behandeld en gereinigd in daartoe
geschikte installaties.
Het is aanbevolen een verschillende kleur van overall te gebruiken binnen en buiten de werkzone.
De aannemer moet de bezoekers geschikte beschermingsmiddelen ter hand stellen, waarvan sommige
zoals kledij en schoenovertrekken voor éénmalig gebruik zullen zijn.
1.13.2 Hygiëne
De aannemer zorgt voor lokalen waar de werknemers zonder gevaar voor besmetting door asbeststof
kunnen eten, drinken, rusten na elke werkperiode in de werkzone, enz.
In de werkzone, inclusief de decontaminatie-eenheid, geldt een algemeen rookverbod. Er dienen
voldoende pauzes ingelast te worden ten einde toe te laten te rusten, te eten en te drinken.
Alle beschermingsuitrusting die door de werknemer in de werkruimte wordt gedragen, moet worden
geleverd en onderhouden door de aannemer. Privé-kledij mag gedurende de werktijd niet gedragen
worden.
De beschermingskledij en –apparatuur wordt na ieder gebruik nagezien en gereinigd. Defecte
uitrusting dient vervangen of hersteld vóór zij opnieuw wordt gebruikt. Het onderhoud zal derwijze
georganiseerd zijn dat de onderhoudslui niet blootgesteld worden aan vrije asbestvezels.
De beschermingsmiddelen worden op een vaste plaats bewaard. De beschermingskledij en de privé-
kledij worden afzonderlijk bewaard.
De aannemer stelt sanitaire installaties ter beschikking van de werknemers, gelegen buiten de
werkzones
De werkzones worden in goede staat van netheid gehouden.
Baarden en dergelijke die het aansluiten van het gezichtelement van het masker kunnen belemmeren,
zijn niet toegelaten bij werknemers die een nauw aansluitend gezichtsbedekkend masker dragen.
Wanneer de medische inspectie of de Regie vaststelt dat deze maatregelen niet opgevolgd worden,
worden de werken onderbroken totdat aan bovenvermelde maatregelen voldaan is. Ingeval een
werknemer de maatregelen negeert, heeft de Regie het recht deze werknemer de toegang tot de werf te
ontzeggen. In beide gevallen is de aannemer verantwoordelijk en heeft hij geen recht op
termijnverlenging.
2 ASBESTRUIMINGSWERKEN
De aannemer mag geen extra kosten aanrekenen voor de volgende elementen of posten:
- De aan te wenden PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen)
- De folies en zakken voor de verzameling van het asbestafval
- De stellingen nodig voor de uitvoering van de werken
- De te gebruiken werktuigen (handwerktuigen en mechanische werktuigen)
- e.d.
2.1 Decontaminatie inboedel
De aannemer zal al de objecten en apparatuur die zich in de desbetreffende werkzone bevinden vooraf
reinigen met behulp van een stofzuiger met absoluutfilter. Daarna worden al de objecten en apparatuur
met de nodige voorzichtigheid naar een niet-verontreinigde stockageplaats gebracht (goedgekeurd
door een afgevaardigde van de Regie) of beschermd met een dubbele laag stevige polyethyleenfolies
met elk een minimum dikte van 0,2 mm.
Objecten en apparatuur moeten zodanig verplaatst worden dat het opwaaien en vrijkomen van
asbestvezels minimaal zijn.
Tijdens de fase van het vooraf reinigen, is het verboden over te gaan tot het verwijderen van
asbesthoudende materialen.
2.2 Asbestbevattende werkzones
2.2.1 Afsluiten van de werkzone
De aannemer zal al de objecten en apparatuur die zich in de desbetreffende werkzone bevinden, vooraf
reinigen met behulp van een stofzuiger met absoluutfilter. Pas daarna worden de objecten naar een
niet-verontreinigde stockageplaats gebracht.
Tevens worden alle oppervlakken voorafgaandelijk gereinigd met behulp van een stofzuiger met
absoluutfilter of volgens een natte reinigingsmethode. Tijdens deze fase van reiniging is het ten
strengste verboden om reeds over te gaan tot het verwijderen van de asbesthoudende materialen.
Behalve bij uitzonderlijk noodzakelijke instandhouding wordt het elektrisch net in de werkzone
uitgeschakeld.
Alle nooduitgangen dienen vrijgehouden te worden. Enkel indien er geen andere mogelijkheid bestaat,
kan een nooduitgang worden afgesloten. Deze beslissing wordt genomen in overleg met de Regie. De
aannemer zal tevens in samenspraak met de Regie een alternatieve nooduitgang uitstippelen.
De werkzone wordt volledig afgescheiden van de ruimtes waar op dat ogenblik geen asbestwerken
plaatsvinden. Deze afscheiding omvat alle openingen naar de werkzone, dus ook ventilatieleidingen,
afvoeren, buizen, roosters, traliewerk, nooduitgangen, gangen, vensters, lichtkoepels, enz. Men maakt
hiervoor gebruik van een dubbele laag stevige polyethyleenfolies met elk een minimum dikte van 0,2
mm. De folies overlappen elkaar minstens 200 mm en worden aan elkaar vastgemaakt op dichte wijze.
De vloerbeschermlaag zal bestaan uit een bedekking in twee lagen, door middel van aan elkaar
gehechte polyethyleenfolies en zal minstens tot op een hoogte van 40 cm op de muur bevestigd
worden.
De polyethyleenfolies zullen zodanig aangebracht worden dat alle mogelijke verschuiving van de
folielagen wordt voorkomen. Een bijkomende vinylbedekking kan met dit doel aangewend worden.
Op delicate plaatsen (zoals tapijt) zal een versteviging met hardboard gerealiseerd worden.
De plafondbeschermlaag zal ten minste 40 cm op de muur bevestigd worden.
De naden en de hoeken worden dichtgeplakt door middel van een industriële kleefband, minimum 50
mm breed en bovendien geschikt om polyethyleenfolies vast te maken aan elkaar of aan andere
materialen (bvb. beton, metaal, hout, enz).
Indien nodig worden de folies voldoende gesteund door een draagstructuur en / of door platen. Deze
moeten waterbestendig zijn, glad en makkelijk te ontsmetten (gedetailleerde plannen voor te leggen
aan de Regie vóór uitvoering der werken).
Alle niet-verplaatsbare toestellen die zich in de ruimte bevinden moeten met dubbele polyethyleenfolie
worden afgeschermd en zorgvuldig met behulp van kleefband verzegeld. De objecten die in de
werkzone moeten blijven en die een speciale ventilatie of een bijzondere bescherming behoeven,
zullen worden vermeld, teneinde hun specifieke beschermingsmiddelen te voorzien.
Stellingen die de aannemer wenst te gebruiken, moeten zodanig opgesteld worden dat de steunen de
vloerbedekking niet beschadigen en dat het geheel (inclusief materiaal) beantwoordt aan de
voorschriften van het A.R.A.B.
De aannemer dient de inrichting van de werf voor te stellen, zodanig dat tijdens de werken het gebouw
in dienst kan blijven en met name de doorgangen vrij blijven voor personeelsverkeer. Ook de ingangen
en nooduitgangen voor het personeel dienen vrijgehouden te blijven.
De lokalen en doorgangen die mogen gebruikt worden, moeten door de aannemer op zijn kosten,
voortdurend zuiver gehouden worden.
Delen van het gebouw die in de afgezonderde werkruimtes liggen, worden eveneens beschermd met
polyethyleenfolie waarvan de naden dichtgeplakt worden.
De doorgangen van de leidingen of kanalisaties van de werkruimte naar andere lokalen moeten op
dezelfde manier luchtdicht worden afgesloten.
Tijdens de afbraakwerken wordt in elke werkzone een onderdruk gecreëerd door middel van afzuiging
van lucht. De afgezogen lucht wordt dan met daartoe geschikte zuiveringsinstallaties behandeld.
Vooraleer de eigenlijke afbraakwerken in de afgeschermde werkzone te beginnen, wordt aan de hand
van een rooktest (gekleurde rook met uitsluiting van wit en grijs) of een evenwaardige test,
gecontroleerd of de afscherming van de werkzone voldoende is. Deze test dient te gebeuren alvorens
de werkzone in onderdruk wordt gebracht.
De Regie wordt vooraf op de hoogte gebracht van het tijdstip waarop deze test zal uitgevoerd worden
zodat hij hierbij aanwezig kan zijn.
De compartimentering met polyethyleenfolies zal minstens 2x/dag geïnspecteerd dienen te worden,
bijvoorbeeld bij begin en einde der werken.
2.2.2 Extractoren
Gedurende de ganse periode dat asbest wordt verwijderd, worden de bestaande ventilatiesystemen in
de werkzone stilgelegd en vervangen door een ander ventilatiesysteem. De ventilatieroosters die zich
in de zone bevinden, worden afgesloten en stofdicht gemaakt.
De werkzone zal voortdurend in onderdruk gehouden worden door middel van één of meerdere
afzuiggroepen, voorzien van een absoluutfilter met een rendement van minimum 99,997 % (minstens
de filterklasse U15 volgens de norm NBN EN 1822). Ook het personeelssas en het materiaalsas
dienen permanent in onderdruk gehouden te worden.
De afzuiggroep is voorzien van een tweetrapsvoorfiltering die het gebruik van de laatste filter, type
absoluut, moet verlengen door de grootste deeltjes tegen te houden. De eerste filter zal de grote
deeltjes tegenhouden. De middelste filter zal de middelgrote deeltjes tegenhouden terwijl de
absoluutfilter de zeer kleine deeltjes zal tegenhouden zodanig dat de uitgeblazen lucht voldoet aan de
criteria bepaald in de wettelijke voorschriften.
De afzuiginstallatie wordt op een zodanige wijze opgesteld dat er voldoende luchtcirculatie in de
werkzone aanwezig is. Verder dient de aannemer bij de opstelling met volgende punten rekening te
houden:
- De luchttoevoer gebeurt enkel en alleen via de toegangssassen (personeels- en materiaalsas)
zodanig dat de besmetting van de lokalen in de buurt vermeden wordt.
- De luchtafvoer gebeurt langs de afzuiginstallatie die zo moet opgesteld worden dat elke
luchtstagnatie vermeden wordt. De gefilterde lucht, afkomstig van de afzuiggroep, moet
rechtstreeks naar de buitenlucht gestuwd worden.
- De afzuiging door de extractoren moet dermate zijn dat onder alle omstandigheden (dus ook
bij verzadigde filter) minstens 4 maal per uur een totale luchtverversing in de werkzone
verzekerd wordt.
- In de werkzone zal een constante onderdruk van tenminste 10 Pa gerealiseerd worden.
- De installatie is voorzien van een systeem dat de afgevaardigde van de Regie toelaat om de
onderdruk permanent en ogenblikkelijk vast te stellen en daarbij aanduidend wanneer de
filters verzadigd of gescheurd zijn.
- De afzuiggroep wordt door een onafhankelijke kring op het elektriciteitsbord van de werf
aangesloten.
Het systeem moet geïnstalleerd en operationeel zijn vooraleer met het verwijderen van asbest
begonnen wordt. De afzuiggroep zal continu functioneren om een constante onderdruk en
luchtcirculatie te behouden tot de volledige ontsmetting van de werkzone. De ventilatie mag niet
stoppen op het einde van de werktijd: de groep zal blijven draaien totdat de afgevaardigde van de
Regie zijn goedkeuring voor de vrijgave van de werkzone gegeven heeft. Enkel tijdens de metingen
zelf, uitgevoerd in het kader van vrijgave van de werkzone (zie punt 3.2. – Vrijgavemetingen), wordt
de afzuiginstallatie stilgelegd.
De apparatuur wordt minstens 1 maal per week geïnspecteerd en beproefd volgens art. 723 ter 6 par. 2
van het A.R.A.B. Het hermetisch karakter van de buizen en de ventilatiegroep(en) wordt twee keer per
dag gecontroleerd.
Indien er om een of andere reden een defect optreedt waardoor de afzuiginstallatie buiten gebruik
geraakt, zal een zichtbaar en hoorbaar alarm in werking treden. Indien de absoluutfilter verzadigd of
gescheurd is, wordt dit gesignaleerd aan de hand van een zichtbaar en een hoorbaar alarm. In die
gevallen worden alle werken in de afgesloten zone stilgelegd totdat de installatie opnieuw naar
behoren functioneert.
Vóór de aanvang van de werken legt de aannemer keuringsattesten aan de Regie voor van de in te
zetten extractoren. Een defect zal aan de afzuiginginstallatie gesimuleerd worden, zodat de goede
werking van de waarschuwingselementen (alarm en lamp) aangetoond kan worden.
2.2.3 Decontaminatie-eenheid voor personeel
2.2.3.1 Uitvoeringswijze
Bij de ingang van de werkzone zal door de aannemer een personeelssas opgezet worden. Via het
sassysteem moet de decontaminatie van het personeel toegelaten worden en moet verhinderd worden
dat het asbestrisico zich uitspreidt tot buiten de eigenlijke werkruimte.
Het personeelssas bestaat uit minimum 3 compartimenten die van elkaar afgesloten worden:
- Een zuiver compartiment: met ruimte voor de privé-kledij, de persoonlijke zaken en de
zuivere werkkledij. De aannemer dient ervoor te zorgen dat deze ruimte altijd droog en net
gehouden wordt.
- Een douchecompartiment: de doucheruimte is uitgerust met een antislipvloerbekleding en
voorzien van voldoende douchebakken met sproeikoppen. In iedere douche zal steeds warm
en koud water beschikbaar zijn. De afvoer en de douchebak dienen zo te zijn dat er geen
water naar de andere compartimenten kan overlopen. De aannemer zorgt voor zeep,
shampoo en handdoeken, allen in voldoende hoeveelheden en aantallen, rekening houdend
met eventueel gemachtigde bezoekers.
- Een uitrustingscompartiment: de aannemer zorgt voor voldoende ruimte voor het permanent
personeel om de werkuitrusting op te bergen.
Het volledige personeelssas moet bestaan uit ondoorzichtige materialen. De gebruikte materialen voor
de constructie van het personeelssas zijn hard, stevig, waterbestendig en bovendien gemakkelijk te
reinigen. De compartimenten zijn voorzien van verlichting en verwarming.
Het water van de douches zal gefilterd worden door een systeem met een filtercapaciteit van 1 micron.
Om dit te bereiken is het aanbevolen gebruik te maken van een filtercascade, teneinde een snelle
opstopping van het afvalwater te voorkomen.
De drie compartimenten moeten permanent in een onderdruk gehouden worden ten opzichte van de
toegangszone buiten de sluis waarbij een constante luchtstroom van buiten naar binnen, doorheen het
personeelssas merkbaar is.
De aannemer zorgt ervoor dat deze compartimenten dagelijks of na elke werkperiode van 8 uur
gereinigd worden met een desinfecterende oplossing.
Gedetailleerde plannen van het personeelssas en van de inplanting moeten vóór de aanvang der
werken ter goedkeuring aan de Regie overhandigd worden.
2.2.3.2 Procedure betreden en verlaten van de werkzone
Enkel de werknemers en andere gemachtigde personen mogen de werkzone betreden.
De aannemer is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.
Het betreden van de werkzone
Iedereen dient zich in een register in te schrijven alvorens de werkzone te betreden. Hierbij wordt de
naam, de functie en het tijdstip van betreden en verlaten van de werkzone vermeld. Dit register zal aan
de ingang van het personeelssas ter beschikking zijn. Ingeval ongemachtigde bezoekers de werkzone
betreden, worden zij dadelijk uit de werkzone gezet en wordt dit onmiddellijk aan de deskundige
gemeld zodat de deskundige hierop gepast kan reageren.
Eenieder die de werkzone wil betreden, dient in het zuiver compartiment zijn privé-kleding uit te
trekken en op te bergen in de daarvoor bestemde opbergkasten. Men zet vervolgens zijn
ademhalingsmasker op en trekt zijn beschermkledij aan.
In het uitrustingscompartiment wordt de overige, persoonlijke beschermkledij aangetrokken, zoals
laarzen en handschoenen. Deze objecten zijn vooraf met water afgewassen.
Het verlaten van de werkzone
In de werkzone (juist voor het uitrustingscompartiment) dient men de beschermkledij te stofzuigen.
Handschoenen, laarzen, overall, beschermkap en ademhalingsmasker dienen vochtig afgesponst te
worden.
In het uitrustingscompartiment wordt alle wegwerpuitrusting uitgetrokken en wordt de herbruikbare
kledij bevochtigd, terwijl het ademhalingsmasker opgehouden blijft. De wegwerpkledij wordt verpakt
om afgevoerd te worden, de persoonlijke beschermingskledij, zoals handschoenen en laarzen, wordt
na de vochtige reiniging terug opgeborgen. Herbruikbare overalls worden in hermetisch gesloten
verpakking vervoerd. De behandeling en reiniging moet gebeuren in daartoe geschikte installaties.
In het douchecompartiment wordt de vooraf vochtig gereinigde herbruikbare kledij uitgetrokken.
Eenieder neemt vervolgens zorgvuldig een douche gebruik makend van zeep, aanvankelijk met
ademhalingsmasker op. Daarna wordt er verder gestortbaad en worden de haren, het hoofd en het
lichaam goed afgespoeld. Vervolgens wordt het masker afgezet en afgespoeld, de filter wordt
verwijderd en als asbestafval behandeld.
In het zuiver compartiment kan men de privé-kleding weer aantrekken. Het masker wordt na de
reiniging in de persoonlijke opbergkast opgeborgen.
Deze procedure dient strikt aangehouden te worden en toegepast door eender wie de werkzone
betreedt. Deze procedure moet iedere keer als iemand de werkplaats verlaat, dus in alle
omstandigheden, toegepast worden, dus ook bij de aanvang van rustperiode, sanitaire stop, maaltijden,
enz.
De aannemer dient voor voldoende speciale beschermkledij met toebehoren te zorgen ten behoeve van
de arbeidsgeneesheer, leden van het Comité voor Preventie en Arbeidsbescherming, leden van de
Medische Arbeidsinspectie, de Regie, de deskundige of andere met een controleopdracht gemachtigde
personen. Al deze personen dienen zich te allen tijde in de werkzone te kunnen begeven om er hun
opdracht uit te voeren.
2.2.4 Materiaalsluis
2.2.4.1 Uitvoeringswijze
Het afval wordt langs een andere toegangsweg verwijderd dan dewelke door het personeel gebruikt
wordt, namelijk langs het materiaalsas dat in geen enkel geval zal gebruikt worden om de werkzone te
betreden of te verlaten.
Het materiaalsas bestaat uit minimum 3 compartimenten die van elkaar worden afgesloten:
- Een zuiver compartiment
- Een douchecompartiment
- Een verontreinigd compartiment
De gebruikte materialen voor de constructie van het materiaalsas zijn hard, stevig, waterbestendig en
bovendien gemakkelijk te reinigen.
Het water van de douches zal gefilterd worden door een systeem met een filtercapaciteit van 1 micron.
Om dit te bereiken is het aanbevolen gebruik te maken van een filtercascade, teneinde een snelle
opstopping van het afvalwater te voorkomen.
De drie compartimenten moeten permanent in een onderdruk gehouden worden ten opzichte van de
toegangszone buiten de sluis.
De aannemer zorgt ervoor dat deze compartimenten dagelijks of na elke werkperiode van 8 uur
gereinigd worden met een desinfecterende oplossing.
Gedetailleerde plannen van het materiaalsas en van de inplanting moeten vóór de aanvang der werken
ter goedkeuring aan de Regie overhandigd worden.
2.2.4.2 Gebruiksprocedure
De hermetische afgesloten afvalzakken die het asbestafval (zie omschrijving in punt 2.4.6.) bevatten,
worden in het verontreinigde compartiment door middel van een stofzuiger met absoluutfilter ontstoft.
Daarna worden de zakken in de douchecel geplaatst en vochtig gereinigd met behulp van een doek of
een sproei-installatie. Dit gebeurt door de werknemers die zich binnen de werkzone bevinden en
bijgevolg ook alle persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. Niemand van deze interne
werknemersploeg zal de werkzone langs deze weg verlaten.
Een tweede ploeg werknemers, die zich buiten de werkzone bevinden, zullen het materiaalsas van
buiten uit betreden. Zij dragen eveneens beschermkledij en aangepaste ademhalingsbescherming.
In het zuiver compartiment plaatsen zij de gereinigde afvalzakken in een tweede zak die eveneens
hermetisch wordt afgesloten. De buitenste zak of verpakking wordt geëtiketteerd overeenkomstig
bijlage II van het Koninklijk Besluit van 3 februari 1998.
De zakken worden, na een laatste keuring, in het zuiver compartiment gezet in afwachting dat ze door
de buitenploeg werknemers naar de daarvoor bestemde container worden gebracht. Ook hier zal
niemand van de buitenploeg de werkzone langs deze weg betreden. Men voorziet uitrusting in
verschillende kleuren teneinde de werknemers die zich binnen en buiten de werkzone bevinden
duidelijk te onderscheiden.
De andere materialen en materieel dienen zorgvuldig met water gereinigd en ontsmet te worden.
Vervolgens worden zij afgevoerd.
2.2.5 Controle op de goede werking van het geheel
Stofdichtheid van de werkzone
Vooraleer de eigenlijke afbraakwerken in de afgeschermde werkzone te beginnen, moet de
stofdichtheid van de werkzone gecontroleerd worden. Dit gebeurt aan de hand van een visuele
inspectie en een rooktest en gebeurt in aanwezigheid van een afgevaardigde van de Regie.
Deze test verloopt in 2 fasen:
- Fase I: de afzuiginstallatie is nog niet in werking
In aanwezigheid van de afgevaardigde maakt de aannemer een visuele inspectie van de werkzone.
Vervolgens wordt een rookinstallatie in de werkzone geplaatst en wordt nagegaan of er eventueel
nog openingen zijn waarlangs de rook kan ontsnappen.
- Fase II: de afzuiginstallatie wordt in werking gesteld
Er ontstaat een lichte inwaartse beweging van de polyethyleenfolie. De rooktest moet een merkbare
luchtstroom van het zuiver compartiment naar het uitrustingscompartiment van het personeelssas
aantonen. Deze luchtstroom is ook merkbaar doorheen de zone waar de werken zullen uitgevoerd
worden en doorheen het materiaalsas.
Indien blijkt dat de ruimte niet volledig dicht is, moet onmiddellijk het nodige gedaan worden om
hieraan te verhelpen. In geval van twijfel moet de test herhaald worden. In beide gevallen worden de
asbestwerkzaamheden uitgesteld totdat de werkzone stofdicht is bevonden.
De afzuiginstallatie
De constante onderdruk van ten minste 10 Pa ten opzichte van buiten de werkzone, dient
gecontroleerd te worden.
Een defect aan de afzuiginstallatie wordt gesimuleerd (bvb elektrische stroomonderbreking of
gescheurde filter). Hierdoor dient een hoorbaar alarm in de ganse werkzone hoorbaar te zijn.
Bijkomend treedt een zichtbaar alarm in werking.
2.3 Controlemetingen van het stofgehalte
De metingen met de optische microscopie gebeuren overeenkomstig art. 148 decies 2.5.9.3.2.4° van
het A.R.A.B. en volgens de norm NBN T 96-102. De metingen met de transmissie-
elektronenmicroscopie gebeuren overeenkomstig art. 148 decies 2.5.9.3.2.4° van het A.R.A.B. en
volgens de directe methode (ISO 10312).
De luchtmonstername en bijhorende analyse gebeurt door een laboratorium erkend door het Ministerie
van Tewerkstelling en Arbeid.
De proeven en de eventuele daaruit voortvloeiende kosten zijn volledig ten laste van de aannemer. Het
eventueel stilleggen van de werken en eventuele bijkomende maatregelen geven de aannemer geen
recht op termijnverlenging of –uitstel of schadevergoedingen.
Metingen:
Vóór de aanvang der werken wordt de achtergrondconcentratie aan asbestvezels in de lucht bepaald in
de onmiddellijke omgeving van de werkzone.
Tijdens de werken moeten atmosfeeranalyses één maal per dag worden uitgevoerd:
- In het zuiver compartiment van het personeelssas
- Aan de uitgang van het materiaalsas
- Aan de uitgang(en) van de afzuiggroep(en)
De minimum monsternameduur bedraagt vier uur en het minimaal aangezogen volume bedraagt 0,48
kubieke meter.
De aannemer voert bijkomende metingen uit op kritieke plaatsen die, op advies van de deskundige,
door de Regie zullen aangeduid worden. Deze plaatsen kunnen wijzigen doorheen de doorlooptijd van
de werken.
De voortdurende aanwezigheid van een afgevaardigde van het laboratorium is noodzakelijk gedurende
al die metingen teneinde toezicht te houden op de monsterneming.
De meetfrequentie kan worden verminderd na akkoord van de bevoegde arbeidsinspecteur indien de
omstandigheden op de arbeidsplaats niet wezenlijk worden gewijzigd en de resultaten van de twee
vorige metingen op dezelfde meetpunten niet hoger lagen dan 0,01 vezel per cm3
.
De resultaten van al die metingen moeten in het werfregister worden bijgehouden.
Vanaf het ogenblik dat 1 meting hoger ligt dan de vooropgestelde norm bepaald in het A.R.A.B.,
moeten de werken stilgelegd worden. De nodige maatregelen worden getroffen om de situatie te
herstellen. De werken mogen pas hervat worden als de vezelconcentratie lager is dan of gelijk is aan
voorgemelde norm.
2.4 Asbestwerken, verpakking en afvoer van het asbestafval
2.4.1 Materieel
(niet-limitatieve lijst)
- Stofzuiger met absoluutfilter: de filter zal van het ‘absoluut’-type zijn met een rendement
van 99,997 %;
- Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid, schuurschijven en
hoekslijpmachines voor het bewerken of snijden van stukken is verboden. Ter vervanging
dient men spatels, borstels met stijve haren en ander klein handgereedschap te gebruiken.
2.4.2 Fixatie
De asbesthoudende materialen die niet verwijderd worden, moeten door de aannemer gefixeerd
worden, teneinde te vermijden dat asbestvezels vrij kunnen komen.
Een vloeibaar materiaal, de fixatievloeistof, wordt aangebracht op de te behandelen oppervlakken van
de asbesthoudende materialen om te voorkomen dat de asbestvezels los- of vrijkomen van deze
materialen door vorming van een ondoordringbaar membraan op hun oppervlakte (oppervlakte-
fixatievloeistof) ofwel door penetratie in deze materialen en zich te verbinden met hun samenstellende
delen (penetrerende of diepe fixatievloeistof).
Het gevormd membraan moet bestand zijn tegen aanstoten en temperatuursveranderingen. De
fixatievloeistof mag niet giftig zijn en geen oog- of huidirritaties veroorzaken.
De aannemer zal de kwaliteit van het gebruikte product vooraf controleren. Attesten waarin de
doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie voorgelegd vóór de
uitvoering der werken.
Zeer poreuze en / of zuigende oppervlakken kunnen de toepassing van 2 lagen vergen. De aannemer
zal erover waken een continue film te bekomen. De eerste laag moet droog zijn vooraleer de tweede
aan te brengen.
De aannemer zal de richtlijnen van de fabrikant volgen inzake de toepassing, het aantal lagen en de
droogtijd.
De reactie bij brand van het fixatieproduct zal van klasse A1 volgens NBN S 21-203 zijn.
De Regie bepaalt, rekening houdend met de ruimte en de toepassing, of er gebruik zal gemaakt worden
van een fixatievloeistof of een latexverf.
2.4.3 Inkapselen
De asbesthoudende materialen die niet verwijderd worden en die niet gefixeerd worden volgens de
werkwijze bedoeld onder punt 2.4.2. Fixatie, moeten door de aannemer hermetisch ingekapseld
worden, teneinde te vermijden dat asbestvezels vrij kunnen komen.
Aanbrengen synthetische bekleding
De asbesthoudende isolatie van de leidingen wordt afgewerkt met een harde synthetische bekleding
onder de vorm van een folie.
De bochten en aftakkingen worden bekleed met voorgevormde stukken of met op maat uitgesneden
segmenten. De bevestiging van de folie gebeurt met bevestigingsnietjes.
De lengte- en dwarsnaden worden afgewerkt met een zelfklevende band van minstens 30 mm breed, in
dezelfde kleur als de harde mantel. De uiteinden van de leidingisolatie worden afgewerkt met
aluminiummanchetten.
Aanbrengen gipskartonplaat
De keuze van de samenstelling van de panelen gebeurt op basis van de (eventueel reeds bekende
nieuwe) functie van de wand. De panelen worden opgebouwd volgens de klassieke wijze (met behulp
van regels en profielen op vloer, wanden en plafond) en worden naadloos afgewerkt.
Indien de wanden in natte ruimten toegepast moeten worden, wordt dit vooraf gemeld en moeten
daartoe bestemde platen gebruikt worden.
2.4.4 Werkwijze voor het wegnemen van asbest en asbesthoudende materialen
Na het aanbrengen van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen en de nodige werfinrichting kan
gestart worden met de eigenlijke verwijdering van asbest en asbesthoudende materialen.
De aannemer dient ervoor te zorgen dat de verwijdering van het asbest en asbesthoudende materialen
zodanig zal gebeuren dat het verspreiden van asbeststof tot een absoluut minimum wordt beperkt.
Schade toebrengen aan bestaande installaties of bouwonderdelen dient ten allen tijde vermeden. Indien
dit toch het geval zou zijn, is de aannemer hiervoor volledig verantwoordelijk en zullen bijgevolg alle
daaruit vloeiende kosten en gevolgen voor zijn rekening zijn.
Vanaf het ogenblik dat het asbest en de asbesthoudende materialen, evenals andere materialen of
technische installaties e.a., worden weggenomen, is de aannemer hiervoor volledig verantwoordelijk.
Hij garandeert hierbij dat de verpakking, het transport, de behandeling, het opslaan, het storten, enz.
volledig volgens de wetgeving en de bepalingen van dit bestek zullen verlopen.
Voor het verwijderen van het asbest en de asbesthoudende materialen wordt een onderscheid gemaakt
tussen verschillende wijzen van uitvoering:
a. verwijdering met compartimentering of verwijdering zonder compartimentering
b. verwijdering door afzuiging of verwijdering met de hand
c. de droge en de natte methode
Bij de verwijdering met compartimentering wordt de werkzone volledig afgescheiden van de andere
ruimtes waarop dat ogenblik geen asbestwerken plaatsvinden. Bij de verwijdering zonder
compartimentering wordt het asbesthoudend materiaal tijdens de behandeling door middel van een
"mini-compartiment" (de zogenaamde glovebag of couveusezak) geïsoleerd.
Bij de droge methode worden het asbest en de asbesthoudende materialen onbehandeld weggenomen.
Bij de natte methode daarentegen, wordt het asbest vóór zijn wegname bevochtigd door verstuiving
van een oplossing die via capillariteit het asbestmateriaal binnendringt. Deze vloeistof wordt gebruikt
om te voorkomen dat er teveel stof wordt gevormd tijdens de verwijdering van het asbest en de
asbesthoudende materialen.
Na de grove verwijdering worden de oppervlakken met een handborstel gereinigd en gestofzuigd met
behulp van een stofzuiger voorzien van een absoluutfilter.
Verwijdering door afzuiging
Het asbest en asbesthoudende materialen worden door middel van een speciale vacuüm-zuiginstallatie
en daaraan gekoppelde zuigslangen met zuigkoppen direct van de drager weggezogen.
Loskomende en afvallende asbeststukken worden over een tweede zuigleiding, van een grotere
diameter, aangesloten op een trechter die in de werkzone staat, onmiddellijk afgevoerd.
Verwijdering met de hand
Het asbest en de asbesthoudende materialen zullen verwijderd worden met handwerktuigen en
mechanische werktuigen met lage snelheid op zodanige wijze dat de emissie en de dispersie van de
asbestvezels minimaal zijn.
In alle gevallen zullen het asbest en de asbesthoudende materialen binnen de werkzone onmiddellijk
verpakt worden in stevige polyethyleenzakken. Zie ook verder in punt 2.4.5.
Tijdens de werkzaamheden wordt in de onmiddellijke omgeving van de werken een stofzuiger met
absoluutfilter gebruikt om de losgekomen en op de grond gevallen stofdeeltjes te verzamelen. Dit
afval wordt op dezelfde manier afgevoerd als hiervoor beschreven.
Verwijderen van buisisolatie d.m.v. de techniek genoemd "glovebag of couveusezak"
De methode is bestemd om kleine hoeveelheden bros asbest in de isolatiematerialen van HVAC-
buizen (heating, ventilation, airconditioning), buizen met korte omloop, kranen, voegen, bochtstukken
en andere niet vlakke oppervlakken in een niet-gecompartimenteerde werkzone te verwijderen.
Voorwaarde hierbij is dat het asbesthoudend materiaal in goede staat is. Indien het asbest in slechte
staat aanwezig is, is de methode niet toepasbaar, behalve in geval het materiaal eerst behandeld wordt.
De zak is vervaardigd uit doorschijnende polyethyleen- of polyvinylchloridefolie van minimum 0,2
mm dikte. De zak is voorzien van twee lange naar binnen klappende moffen en een intern zakje voor
gereedschap. De zak wordt zo aangebracht dat hij het object of het materiaal dat verwijderd moet
worden omsluit.
Indien gebruik gemaakt wordt van industriële kleefband moet deze zijn goede eigenschappen ook
behouden onder extreme temperaturen en bij hoge vochtigheidsgraad. De minimale breedte van de
tape is 50 mm.
Methode
De zak op het te reinigen element plaatsen en sluiten door middel van snelsluitingen of door middel
van industriële kleefband. Voor T-verbindingen wordt gebruik gemaakt van speciaal daarvoor
bestemde glovebags.
Erop letten dat de zak niet te strak rond het element zit, zodanig dat de slang erin kan worden gebracht
en met gemak op de te behandelen buis kan worden geschoven.
De mouwslangen sluiten door middel van snelsluitingen of industriële kleefband.
Het asbest wordt verwijderd.
De behandelde leiding flink spoelen, alsook de zak, na daaruit het asbest verwijderd te hebben en via
de waterinvoer een fixatievloeistof aanbrengen op het behandelde deel.
De aannemer zal de kwaliteit van de gebruikte fixatievloeistof vooraf controleren. Attesten waarin de
doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie voorgelegd vóór de
uitvoering van de werken.
De fixatievloeistof en de gevormde film moeten conform zijn aan de voorschriften van punt 3.3.
Alvorens de glovebag te verplaatsen, het afval in de zak goed bevochtigen, teneinde het vrijkomen van
vezels te vermijden.
Wanneer de glovebag gevuld is, de gebruikte werktuigen in een handschoen nemen en ze naar buiten
brengen door de handschoen binnenstebuiten te trekken. De handschoen afsluiten en ze van de
glovebag afsnijden. Het geheel naar de volgende glovebag overbrengen.
De gebruikte glovebag in een afvalzak steken ter verwijdering.
De tweede zak, welke rond de glovebag is aangebracht, wordt eveneens hermetisch afgesloten.
De buitenste zak wordt geëtiketteerd overeenkomstig bijlage II van het Koninklijk Besluit van 3
februari 1998. De zakken worden op een op voorhand daarvoor aangeduide plaats gezet in afwachting
van verwijdering.
Verwijderen van buisisolatie in gecompartimenteerde zone
In deze verwijderingsmethode van de isolatie is eveneens het fixeren (conform aan de voorschriften
van punt 3.3.) van de buisoppervlakten begrepen. De kostprijs wordt bepaald per lopende meter en is
afhankelijk van de buisdiameter (isolatie inbegrepen).
Het behandelen van bochten, aftakkingen, e.a., wordt niet afzonderlijk of per stuk aangerekend.
Verwijderen van asbestcement
Asbestcement zal de aannemer zodanig verwijderen dat het vrijkomen van asbestvezels uit het
asbestcement minimaal is. Hiertoe zal hij tijdens de werkzaamheden het asbestcement vochtig houden
en geschikte werktuigen gebruiken (d.w.z. handwerktuigen en mechanische werktuigen met lage
snelheden).
Het verwekte stof wordt afgezogen bij de bron.
De asbestcementmaterialen moeten in hun geheel verwijderd worden, het breken van de materialen
moet vermeden worden en de materialen mogen niet gegooid worden.
Het verwijderen van het asbestcement houdt in dat alle onderdelen, behorende tot het element of zijn
constructie (platen, profielen, spijkers, andere bevestigingselementen, …) verwijderd moeten worden.
Het werk omvat altijd het demonteren en de evacuatie van de elementen en van de materialen in hun
totaliteit met inbegrip van de ophangingen, de steunen, de bevestigingen en alle accessoires.
Ingeval van dakbedekking (bvb golfplaten) moeten naast de dakbedekking ook de bijhorende
elementen, zoals ventilatieroosters, nokelementen, hoekkepers, kilgoten, randplaten, dakvensters,
lichtdoorlatende platen, spijkers, schroeven, bouten e.d. verwijderd worden.
Ingeval de dakbedekking uit leien bestaat, worden samen met de leien ook de bevestigingsmiddelen
(haken, nagels en stormkrammen) en andere toebehoren (zoals nokken, randafwerking, slabben, …)
verwijderd.
Voor het verwijderen van tegels worden beide lagen (grondlaag en slijtlaag) verwijderd. Dit houdt ook
in het schoon en effen maken van het mortelbed en de voegen.
Verwijderen van asbestplaten type Pical
Het verwijderen van de asbestplaten houdt in dat alle onderdelen, behorende tot het element of zijn
constructie (profielen, spijkers, andere bevestigingselementen, …) verwijderd moeten worden.
Het werk omvat altijd het demonteren en de evacuatie van de elementen en van de materialen in hun
totaliteit met inbegrip van de ophangingen, de steunen, de bevestigingen en alle accessoires.
Ingeval de asbestplaten gelijmd werden, moet het geheel schoon gemaakt worden, d.w.z. alle
lijmresten moeten verwijderd worden.
Het verwijderen van asbestplaten, gebruikt als vloerbedekking, omvat ook het verwijderen van de
eventueel aanwezige afwerklaag.
Verwijderen van asbestvinyl – vloer-wandbekleding
Het verwijderen van de bestaande bedekkingen, ongeacht het type, de dikte, de bevestigingswijze, …
alsmede van de bestaande onderlagen.
Zorgvuldig zuiver maken van de alzo bekomen onderlaag (planken, houtvezelplaten, stenen vloeren,
beton, chape, …) teneinde alle lijmsporen of andere resten te verwijderen.
Hierbij inbegrepen is het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden
constructiedelen.
Verwijderen van raamtabletten / dorpels – type masal
Het verwijderen van het bouwelement houdt ook het schoon en / of effen maken van het mortelbed en
de voegen in.
2.4.5 Verpakking van het asbestafval
Het asbestafval (zie omschrijving in punt 2.4.6.) moet verpakt worden in dichtgelaste
polyethyleenzakken van voldoende sterkte, welke gedurende het ganse gebruik intact blijven.
Bij het vullen van de zakken moet het asbestafval worden bevochtigd om de emissie van asbestvezels
te beperken.
De zakken worden maximaal voor 2/3 gevuld. Vervolgens wordt de lucht uit de zak weggezogen en
wordt de zak hermetisch afgesloten.
Overal waar dat mogelijk is, zullen de materialen zo intact mogelijk verwijderd worden en met zorg
op de vloer neergelegd worden.
In de polyethyleen zakken mogen geen stukken metaal, aluminium, koper, zink, ijzer, … zitten, tenzij
duidelijk apart vermeld en verpakt. De grote onderdelen die intact zijn verwijderd, zullen in twee
polyethyleenfolies worden gewikkeld en zorgvuldig met kleefband gesloten worden ten behoeve van
het transport. Daarna worden zij op paletten geplaatst die verpakt en omringd worden voor het
transport.
Het afval dat scherpe onderdelen vertoont (bvb nagels, schroeven, metalen latten, kleine
gevelbekleding, enz.) die de zakken en de polyethyleenfolies mogelijk kunnen scheuren, dienen in
aparte stofdichte verpakkingen gewikkeld te worden en op paletten geplaatst die verpakt en omringd
worden voor het transport.
De persoonlijke beschermkledij zal op een zelfde manier verwijderd worden als het asbestafval.
Eventueel kan de wasbare kledij ontsmet worden met het oog op hergebruik.
De dubbele verpakking wordt hermetisch afgesloten en is voorzien van een etiket dat de aanwezigheid
van asbest aangeeft, zoals wettelijk voorgeschreven.
De afvoer van de zakken en van de andere dichte verpakkingen gebeurt doorheen het materiaalsas.
Deze afvoer zal tenminste één maal per dag gebeuren.
Tijdens de werkzaamheden wordt in de onmiddellijke omgeving van de werken een stofzuiger met
absoluutfilter gebruikt om de losgekomen en op de grond gevallen stofdeeltjes te verzamelen. Dit
afval wordt op dezelfde manier afgevoerd als hiervoor beschreven.
2.4.6 Beheer van het asbestafval
Worden beschouwd als asbestafval:
- De asbestvezels
- De asbesthoudende materialen
- De materialen die in contact zijn geweest met of besmet zijn door asbestvezels en die in de
werkzone niet kunnen ontsmet worden
- Het materieel dat in de werkzone gebruikt werd en niet kan ontsmet worden in de werkzone
De verpakking, het transport, de behandeling, het opslaan en het storten verlopen volledig volgens de
wetgeving en de bepalingen van dit bestek. De aannemer is hiervoor volledig verantwoordelijk. Hij
staat in voor het onberispelijk, correct beheer van het werfafval, de asbestmassa, het puin, de folies, de
filters, de arbeidskledij, enz. van de werf tot de stortplaats, inbegrepen de voorgeschreven
behandeling.
De aannemer zal de attesten afgeleverd door de erkende afvalophaler, het behandelingsstation en de
uitbater van de stortplaats overmaken aan de Regie.
Tijdelijke opslag op de werf in containers
De tijdelijke opslag op de werf gebeurt in hermetische afsluitbare stalen containers, die opgesteld
worden binnen de werfzone en moet tot het strikte minimum worden beperkt. Het vervoer van het
verpakt afval van de materiaalsluis naar de containers gebeurt via een luchtdichte tunnel
Men maakt hiervoor gebruik van een dubbele laag stevige polyethyleenfolies met elk een minimum
dikte van 0,2 mm. De folies overlappen elkaar minstens 200 mm.
De folies worden voldoende gesteund door dragende structuren en platen. De materialen die men
hiervoor gebruikt mogen bestaan uit hout of waterbestendige houtfineerplaten, met dien verstande dat
ze glad en makkelijk te ontsmetten moeten zijn (gedetailleerde plannen voor te leggen aan de
deskundige voor uitvoering der werken).
Tijdens de voorlopige stockage van het asbestafval op de werf moet het afval vochtig gehouden
worden in de voornoemde containers.
De containers worden hermetisch afgesloten van zodra ze vol zijn en binnen de 24 uur van de werf
afgevoerd. Ze worden voorzien van een markering waarmee de aard, de samenstelling en de
hoeveelheid van het getransporteerde afval kan worden geïdentificeerd.
De containers dienen in goede staat te zijn: waterdicht, geen blutsen en met effen vloer. Ze moeten met
een klassiek systeem verplaatst kunnen worden.
Indien de ganse werkzone als "ontsmet" bevonden is, dient de aannemer er bij de definitieve
opruiming voor te zorgen dat zijn materiaal en benodigdheden, inclusief alle afval van het terrein
weggehaald worden binnen de contractuele termijn en uiterlijk binnen een termijn van 1 week. Hierbij
dienen alle sporen van asbest verwijderd te worden. Eventueel dient de aannemer het terrein extra te
reinigen indien de Regie asbestresten terugvindt.
Vervoer, behandelen en storten van het asbestafval
Het asbestafval wordt toevertrouwd aan een erkend ophaler van asbestafval. Het transport gebeurt
volgens de ADR-wetgeving.
Het asbestafval, de verpakte afvaleenheden en de container waarin het afval verzameld wordt, moeten
degelijk geëtiketteerd en gesignaleerd worden. Bij het verlaten van de werf worden de containers
verzegeld en gemerkt met een uniek nummer.
De attesten van weging en aflevering op de behandelingsplaats en op de stortplaats moeten dit
nummer vermelden. Elke overdracht van asbestafval aan een erkend ophaler van asbestafval gebeurt
tegen afgifte van een ontvangstbewijs dat op zijn minst volgende punten vermeldt:
- De datum van overdracht
- De afkomst van het asbestafval
- De aard en hoeveelheid van het asbestafval
- De eigenschappen en de samenstelling van het asbestafval
- De naam en het adres van de aannemer en de erkende ophaler van asbestafval
- De plaats van bestemming van het asbestafval
- De transportmodaliteiten
- De manier van verwerking en behandeling
Een kopij van het ontvangstbewijs alsook de toelating om het afval naar het land of de regio van
bestemming te exporteren wordt door de aannemer aan de Regie gezonden.
Bij internationaal transport van asbestafval moet voldaan worden aan alle voorschriften, wetten, e.a.
die vereist zijn voor de export uit, de transit door en de import in de betreffende landen
Het bedrijf dat het asbestafval zal opslaan, behandelen en/of verwerken dient vóór de ontvangst van
het afval de vereiste vergunningen aan de bevoegde overheid over te maken.
De aannemer blijft verantwoordelijk voor het afval. In afwachting van het aanleveringsbewijs dat na
behandeling geleverd wordt, vraagt de aannemer een acceptatiebewijs aan de behandelings- of
stortplaats aan. Een kopij hiervan wordt aan de Regie overgemaakt vóór de aanlevering van het
asbestafval. Deze attesten vermelden onder andere het nummer van de container waarin het
asbestafval zich bevond, het gewicht ervan voor en na de behandeling en het gestort gewicht.
Het asbestafval, met uitzondering van het asbestcement, wordt gestort op een erkende klasse 1
stortplaats nadat het asbestafval vooraf minstens de behandelingen heeft ondergaan die opgelegd
worden door de uitbater van deze erkende klasse 1 stortplaats.
Het asbestcement (platen, leien, …) wordt gestort op een daartoe erkende stortplaats volgens de
voorschriften die opgelegd worden door de uitbater van deze erkende stortplaats.
De brokstukken, puin, stof … van asbestcement moeten echter behandeld en gestort worden op een
erkende klasse 1 stortplaats.
De kosten zijn volledig ten koste van de aannemer. Dit houdt volgende kosten in:
- De tijdelijke opslag op de werf
- Het transport
- De ontvangst
- Het wegen
- Het verwerken
- Het behandelen
- De betonnerings- of verglazingskosten
- De stortkosten
- De milieuheffingen
- De eventuele dossierkosten voor de export van het afval
- e.a.
2.4.7 Reiniging van het afvalwater
De aannemer plaatst de nodige voorzieningen, in functie van het te verwachten waterverbruik, voor de
afvoer van het afvalwater (afkomstig van de douchecellen, van het materiaalsas en, indien toegepast,
van de vochtige reinigingsmethode).
Hij neemt voldoende maatregelen zodat de asbestconcentratie van het afvalwater lager is dan 30 gram
per m3
(K.B. van 1988.12.29). Hiervoor wordt het water onder andere gefilterd tot 1 micron.
Zolang aan deze voorwaarden niet voldaan is, mag het afvalwater niet geloosd worden. De aannemer
zal regelmatig controles doen (minstens 2x per week). De resultaten van de metingen worden aan de
Regie overgemaakt.
Het afvalwaterzuiveringssysteem wordt opgesteld buiten de werkzone. De filters worden beschouwd
als asbestafval.
3 VRIJGAVE VAN DE WERKZONE
3.1 Reiniging en fijnreiniging
Wanneer de asbestafbraak is uitgevoerd, voert de aannemer een reiniging en fijnreiniging uit met
aangepaste middelen zoals borstels natte doeken, enz., van de gehele werkzone, met name van al de
oppervlakken van de werkzone zoals van alle bouwdelen en technische uitrustingen die er zich
bevinden, van de polyethyleenfolies, van het gereedschap, van andere objecten …
Tijdens de fijnreiniging dient men een stofzuiger met absoluutfilter te gebruiken. Vervolgens worden
alle oppervlakken van de werkzone op vochtige wijze fijngereinigd.
Het fijnreinigen wordt voortgezet totdat er geen enkel spoor van zichtbaar stof, puin of resten meer
aanwezig is in de werkzone.
De elektrische dozen, lichttoestellen, ventilatiekokers, roosters, … zullen geopend worden en ontsmet
van asbest. Eventuele stroomonderbrekingen dienen te gebeuren in samenspraak met de bezetter van
het gebouw en met de Regie.
Na de fijnreiniging van de werkzone dient 24 uur gewacht teneinde de vezels in suspensie toe te laten
opnieuw te bezinken. Alle oppervlakken van de werkzone zullen daarna opnieuw worden fijngereinigd
op vochtige wijze en met een stofzuiger met absoluutfilter
De aannemer zal een volledige inspectie van de gehele werkzone met inbegrip van de volledige
decontaminatie-eenheid uitvoeren. Indien nog resten of puin van asbest gevonden worden, zal de
aannemer alle verrichtingen hiervoor vermeld moeten herbeginnen.
De absoluutfilters van het luchtafvoersysteem en van de stofzuiger worden verwijderd en afgevoerd
als asbesthoudend materiaal. In beide toestellen wordt een nieuwe absoluutfilter geplaatst.
In aanwezigheid van de afgevaardigde van de Regie worden alle oppervlakken visueel gecontroleerd.
Indien er nog stof, puin of andere resten van asbest worden gevonden, zullen alle verrichtingen
hiervoor vermeld moeten herbegonnen worden.
Indien meerdere werkzones in elkaars omgeving zijn opgebouwd, dient men al het nodige te doen om
herbesmetting van de reeds gereinigde zones te voorkomen.
Bij de visuele inspectie zullen daarom de reeds gereinigde en gecontroleerde zones eveneens
geïnspecteerd worden.
Indien geen puin of stof meer wordt aangetroffen, zal de leidende ambtenaar de toelating geven voor
de uitvoering van de vrijgavemetingen.
3.2 Vrijgavemetingen
De aannemer zal de metingen opgelegd door artikel 148 decies 2.5.9.3.2.4°.c van het A.R.A.B. en
overeenkomstig de norm NBN T96-102 door een erkend labo laten uitvoeren, ten einde na te gaan of
de resterende concentratie aan asbestvezels gelijk is aan of lager dan 0,01 vezel per cm3
(10.000 vezels
per m3
).
Ingeval van meerdere werkzones, kan de Regie eveneens een meting laten uitvoeren in een andere,
reeds gereinigde werkzone, teneinde eventuele herbesmetting vast te kunnen stellen.
Tijdens de metingen moet de afzuiginstallatie afstaan en moet de lucht verstoord worden ter simulatie
van de latere werkomstandigheden.
Een bevoegd persoon van het laboratorium zal gedurende de ganse meettijd op de werf aanwezig zijn
teneinde toezicht te kunnen houden op de monsterneming.
Als de resterende concentratie aan asbestvezels de voornoemde norm niet overschrijdt, geeft de
afgevaardigde van de Regie de toestemming op de oppervlakken te fixeren.
Ingeval de voornoemde norm wordt overschreden, dient de aannemer de fijnreinigingswerken te
herbeginnen tot de nieuwe vrijgavemetingen aantonen dat de norm niet meer wordt overschreden.
De kosten en termijnen tengevolge van al deze verrichtingen zijn ten laste van de aannemer.
3.3 Fixatie der oppervlakken
Om ervan verzekerd te zijn dat geen asbestvezels achterblijven, welke in de loop der jaren zouden
kunnen vrijkomen, zal de aannemer alle oppervlakken van de werkzone behandelen met een speciaal
voor dit doel ontwikkelde fixatievloeistof, die zal toelaten de eventueel ter plaatse gebleven vezels te
fixeren.
Bij gebruik van de fixatievloeistof op metalen oppervlakken verhindert dit product tevens het roesten
van het metaal.
De aannemer zal de kwaliteit van het gebruikte product vooraf controleren.
Attesten waarin de doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie
voorgelegd vóór de uitvoering der werken.
Zeer poreuze en / of zuigende oppervlakken kunnen de toepassing van 2 lagen vergen. De aannemer
zal erover waken een continue film te bekomen. De eerste laag moet droog zijn vooraleer de tweede
aan te brengen.
De gevormde film moet bestand zijn tegen aanstoten en temperatuursveranderingen. De
fixatievloeistof mag niet giftig zijn en geen oog- of huidirritaties veroorzaken.
De aannemer zal de richtlijnen van de fabrikant volgen inzake de toepassing, het aantal lagen en de
droogtijd.
De reactie bij brand van de fixatievloeistof zal van klasse A1 volgens NBN S 21-203 zijn.
Vooraleer met de definitieve opruiming te beginnen, worden alle folies en kleefband eveneens
volledig besproeid met de fixatievloeistof.
3.4 Einde van de werken
3.4.1 Afbraak compartimentering
Na de vrijgave van de werkzone en de fixatie van de oppervlakken, geeft de afgevaardigde van de
Regie de toestemming om de collectieve bescherming af te breken.
Alle werktuigen en uitrustingen worden gedecontamineerd en afgevoerd op het moment zoals
voorzien in de reinigingscyclus.
Bij de verwijdering van een extractor uit de werkzone, dient de buitenkant van het toestel die in
contact is met de zone, eerst gereinigd te worden. Vervolgens wordt de toevoeropening met
polyethyleenfolies volledig dichtgeplakt om verontreiniging van de aangrenzende zones te
voorkomen.
De beschermende polyethyleenfolies zullen eerst van de vloer en de muren worden verwijderd;
vervolgens worden de overige delen van de compartimentering, alsook de sluitingen aan deuren,
ramen, … weggenomen.
Vervolgens wordt alle afval (folies, kleefband, …), met als laatste het materiaalsas, in containers
verwijderd.
De ganse oppervlakte die vrijgekomen is na het verwijderen van de folielagen, dient hierna vochtig
gereinigd.
De aannemer dient metingen (= luchtbemonsteringen) te laten uitvoeren door een erkend
laboratorium, ten einde na te gaan of de eventuele aanwezigheid van asbestvezels in de lucht de
opgelegde norm niet overschrijden. Deze metingen gebeuren in aanwezigheid van de deskundige.
Pas als aan deze norm voldaan wordt, kan de zone als "ontsmet" worden aanvaard. In geval van een
hogere waarde dan deze norm, moeten alle verrichtingen vanaf punt 3.1. herbegonnen worden tot het
vereiste niveau wordt gehaald. Alle extra kosten hiervoor zijn ten laste van de aannemer.
Indien de ganse werkzone als "ontsmet" bevonden is, dient de aannemer ervoor te zorgen dat zijn
materiaal en benodigdheden, inclusief alle afval van het terrein weggehaald worden binnen de
contractuele termijn en uiterlijk binnen een termijn van 1 week. Hierbij dienen alle sporen van asbest
verwijderd te worden. Eventueel dient de aannemer de werfruimtes extra te reinigen indien de leidend
ambtenaar asbestresten terugvindt.
De aannemer is volledig verantwoordelijk voor deze opruiming en vrijgave en kan bijgevolg geen
aanspraak maken op bijkomende termijnen, noch op kosten.
3.4.2 Waarborg van goede uitvoering
De aannemer is verantwoordelijk voor de asbestverwijdering. Eveneens dient hij ervoor te zorgen dat
er zich geen herbesmetting van de reeds gereinigde werkzones kan voordoen. Hij dient de
aanvaardingscriteria voor het geheel van de werkzones te bekomen. Alle kosten en termijnen die
voortvloeien uit deze verrichtingen zijn te zijner laste.
Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met
vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen
bij de aanvang der werken.
De aannemer is verantwoordelijk voor elke beschadiging die hij toebrengt aan de bestaande installaties
en gebouwen en is er toe gehouden alles terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen of de schade te
vergoeden.
TECHNISCHE BEPALINGEN.
01.01.41 Aanvragen van vergunningen TP.
Omschrijving
Volgens artikel 1.4 van de algemene bepalingen
Toepassing :
Aanvragen van alle nodige vergunningen.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP)
01.01.61 Compartimentering TP
Omschrijving
Opbouw volgens artikel 2.2 van de algemene bepalingen.
Afbraak volgens artikel 3.4.1 van de algemene bepalingen.
De aanwezige losse elementen zullen worden verwijderd door de bezetter.
Toepassing :
Afsluiten van de volledige werfzone volgens de wettelijke voorschriften.
Één zone op te bouwen op de verdieping +1 rondom liftschacht.
Schacht mede af te sluiten.
Aard van de overeenkomst
Totale prijs (TP) één TP voor opbouw en afbouw van alle zones.
01.10.62 Verwijderen van een binnenwandbekleding uit asbestcementplaten FH m²
Omschrijving :
De lift is uit dienst genomen.
Wegnemen van de buitenbekleding liftschacht door het losschroeven van de panelen.
Uitnemen van een binnenwandbekleding bestaande uit asbestcementplaten.
Aan de platen gefixeerde onderdelen mogen worden afgekoppeld met mede afgevoerd.
Inbegrepen :
- Alle veiligheidsmaatregelen inherent aan dit soort van specifieke werken.
- De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de aannemer nauwgezet de wettelijke regels en
procedures op dit vlak moet naleven.
- Verwijderingsattest conform de geldende regels en wetten.
Toepassing :
Binnenwandbekleding lifschacht.
Aard van de overeenkomst :
Forfaitaire hoeveelheid (FH)
Meetwijze :
meeteenheid : m²
meetcode : uit te breken netto-oppervlakte asbestcementplaat.
De offerte dient ondertekend te worden ingediend opgesteld op officiële offerte
document aannemer met vermelding van adres, telefoonnummer, btw nr.
Bedrag zonder en met btw (21%).
Prijsopgave.
01.01.42 Aanvragen van vergunningen TP. 1
01.01.61 Compartimentering TP 1
01.10.62 Verwijderen van een binnenwandbekleding uit asbestcementplaten FH 3.85 m²
0.90 x 1.15 = 1.03
0.9 x 1.70 = 1.53
0.90 x (1.15+1.70)/2 = 1.28

More Related Content

Similar to Koninklijke lift bevat asbest

Extra zand voor Knokke-Heist
Extra zand voor Knokke-HeistExtra zand voor Knokke-Heist
Extra zand voor Knokke-HeistThierry Debels
 
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerd
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerdErekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerd
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerdThierry Debels
 
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerd
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerdKapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerd
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerdThierry Debels
 
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...Protect
 
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzetKurt Bouckenooghe
 

Similar to Koninklijke lift bevat asbest (6)

Extra zand voor Knokke-Heist
Extra zand voor Knokke-HeistExtra zand voor Knokke-Heist
Extra zand voor Knokke-Heist
 
Kerk wordt circus
Kerk wordt circusKerk wordt circus
Kerk wordt circus
 
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerd
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerdErekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerd
Erekoer koninklijk paleis wordt gerenoveerd
 
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerd
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerdKapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerd
Kapel van koninklijk kasteel wordt gerestaureerd
 
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...
Protect - Aansprakelijkheid en verzekeringsoplossingen voor aannemers in Belg...
 
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet
2017-09-21 Regeling en aandachtspunten bij grondverzet
 

More from Thierry Debels

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewThierry Debels
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezThierry Debels
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelThierry Debels
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelThierry Debels
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandatairesThierry Debels
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EUThierry Debels
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindThierry Debels
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenThierry Debels
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenThierry Debels
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21Thierry Debels
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Thierry Debels
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Thierry Debels
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...Thierry Debels
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...Thierry Debels
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesThierry Debels
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxThierry Debels
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EUThierry Debels
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELThierry Debels
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootThierry Debels
 

More from Thierry Debels (20)

Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins AndrewOprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
Oprichtingsakte firma Lincelles prins Andrew
 
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -MendezPro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
Pro Justitia 8/12/89 Jean Deprêtre over videocassette in zaak -Mendez
 
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van NijvelNotities Willy Acke over de Bende van Nijvel
Notities Willy Acke over de Bende van Nijvel
 
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy WezelRapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
Rapport Bende van Nijvel onderzoeksrechter Guy Wezel
 
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
AVROX -  Modification non statutaire de mandatairesAVROX -  Modification non statutaire de mandataires
AVROX - Modification non statutaire de mandataires
 
AstraZeneca - Transparency register EU
AstraZeneca - Transparency register  EUAstraZeneca - Transparency register  EU
AstraZeneca - Transparency register EU
 
Kamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay BehindKamerbrief erkenning Stay Behind
Kamerbrief erkenning Stay Behind
 
Financiering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in VlaanderenFinanciering moskeeën in Vlaanderen
Financiering moskeeën in Vlaanderen
 
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en MoslimdeskundigenVerslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
Verslag vzw Platform van Vlaamse Imams en Moslimdeskundigen
 
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
EudraVigilance - Moderna covid MRNA vaccine up to 13/2/21
 
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
Mogelijke bijwerkingen Pfizer-vaccin Europa tot 13/2/21
 
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
Afsprakennota LGU Academy vzw 2018
 
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
The number of individual cases identified in EudraVigilance for TOZINAMERAN i...
 
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
List of meetings Bill & Melinda Gates Foundation has held with Commissioners,...
 
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual casesEudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
EudraVigilance - Comirnaty - Individual cases
 
Démission administrateur Avrox
Démission administrateur AvroxDémission administrateur Avrox
Démission administrateur Avrox
 
So Sense SA
So Sense SASo Sense SA
So Sense SA
 
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EURegistratie BioNTech in lobbyregister EU
Registratie BioNTech in lobbyregister EU
 
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSELPOLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN - STAD BRUSSEL
 
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvlootProjectoproep delen Antwerpse stadsvloot
Projectoproep delen Antwerpse stadsvloot
 

Koninklijke lift bevat asbest

  • 1. KONINKLIJK PALEIS ASBESTSANERINGSWERKEN Asbestcementplaten (Pical) ALGEMENE VOORSCHRIFTEN TOEGANG EN VERBLIJF OP DE WERF. 1. Alle arbeiders zijn verplicht langs de Brederodestraat 16 (1) binnen te komen. 2. De aannemer zal één week vooraf een volledige lijst indienen van het personeel dat zal tewerkgesteld worden op de werf . De lijst dient volgende gegevens te bevatten : naam,voornaam,geboortedatum ,geboorteplaats en nationaliteit van elk personeelslid . Naam van de firma en de gegevens van de contactpersoon dient eveneens afzonderlijk vermeld te zijn. Deze kan per fax of mail overgemaakt worden aan de vertegenwoordiger van de Regie der gebouwen. 3. Ingeval van leveringen in opdracht van de aannemer dient de werfverantwoordelijke dezelfde gegevens zoals vermeld onder punt twee over te maken aan de postoverste van de federale politie. Tijdens de levering dient de werfverantwoordelijk of een ander voorafgaandelijk aangeduid personeelslid van de aannemer de leverancier te begeleiden van en naar de werf. 4. De werf kan opgestart worden vanaf 07.00 u en dient beëindigd te worden om 16.00u. 5. In het kader van de algemene veiligheid bestaat de mogelijkheid dat ook voertuigen voor het binnen – of buitenrijden worden gecontroleerd. 6. De snelheid op de wegen in het park is beperkt tot max.30 km/u. 7. De voertuigen dienen na het lossen en laden gestationeerd te worden op de parking gelegen aan de garage. 8. Het nemen van foto’s zonder toestemming van het bestuur is verboden. Indien er toch foto’s mogen genomen worden moeten deze betrekking hebben met de in uitvoering zijnde werken. 9. Het personeel tewerkgesteld op de werf zal enkel toiletten aangeduid door het bestuur gebruiken. 10.De werfverantwoordelijke zal de eventuele instructies van het bestuur nauwgezet opvolgen en laten uitvoeren. 11.De aannemer zal zich ten alle tijde schikken naar de mogelijke eisen van het Hof in verband met organisatorische problemen van de werf, zoals daar zijn :  officiële bezoeken of recepties die de onderbreking der werken noodzakelijk maken  alle andere schikkingen van organisatorische aard of onderbrekingen ten behoeve van het Hof. Hiervoor zal door de aannemer geen enkele schadevergoeding of meerprijs kunnen gevraagd worden. 12.Het openbaar domein wordt gedurende de werken in goede staat van onderhoud en netheid gehouden op kosten en ten laste van de aannemer. Alle afbraakmateriaal wordt regelmatig weggevoerd van het staatsdomein en van de bouwplaats op kosten van de aannemer. Etensresten en lege drankverpakkingen worden dagelijks verwijderd uit de werfzone. 13.Indien de aannemer het nodig acht ,mag hij gebruik maken van hefwerktuigen en hijstoestellen.  Alle nodige voorzorgsmaatregelen zullen genomen worden om de bewoners der gebouwen en de voetgangers tegen val van materiaal, gruis, werktuigen en in het algemeen ieder voorwerp dat schade kan veroorzaken,te vrijwaren. 14.Voorzorgs - en beschermingsmaatregelen.  Alle nodige voorzorgsmaatregelen dienen getroffen te worden om ongelukken te vermijden.Alle nodige waarschuwingstekens alsmede de nodige afsluitingen en beschermingen van de doorgangen moeten geplaatst worden. De aannemer zal er tevens op letten dat alle belendende lokalen ,gebouwen ,terreinen, enz… stofvrij en onbeschadigd blijven.  De aannemer stelt zich eveneens in regel met alle andere reglementen opgelegd door de bezetter en de aanbestedende overheid. Er zal streng op gelet worden dat personen die op
  • 2. de werken werkzaam zijn zich uitsluitend begeven op de daar toe voorziene plaatsen en niet op andere eigendommen. Meting: pro memorie : de prijs van de punten 1 tot en met 14 van voorafgaande algemene voorschriften is inbegrepen in de totale prijs voor de uitvoering van de werken zoals hierna beschreven.
  • 3. REGIE DER GEBOUWEN ALGEMENE DIENSTEN/DIENST ELEKTRICITEIT/DIENST HVAC. (1) Vertegenwoordigers Cosyns B. gsm 0497/258759 Fax kasteel Laken 02/5513422 E - mailadres: Bart.Cosyns≅buildingsagency.be. AANVRAAG TOEGANGSCONTROLE. Aanvraag in opdracht van : Cosyns B. (1) De werfverantwoordelijke. (1) Omschrijving werf : Tijdstip / duur van de werf : Naam ,adres en telefoon firma: Contactpersoon firma : GSM : Werfverantwoordelijke : GSM : Lijst personeelsleden tewerkgesteld op de werf. Naam voornaam geboorteplaats geboortedatum nationaliteit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
  • 4. ASBESTSANERINGSWERKEN BEPALINGEN VOOR SPECIFIEK BESTEK ALGEMENE BEPALINGEN. 1.1 Wettelijke voorschriften Zie administratieve bepalingen. 1.2 Opmaak organisatieplan De werken moeten minimum 14 dagen vóór de aanvang der werken worden gemeld aan de regionale directie van de Administratie voor Arbeidshygiëne en -geneeskunde (Art. 148decies 2.5.9.3.5.). Volgende informatie dient onder andere gemeld: - Plaats van de bouwplaats; - Datum en termijn van uitvoering; - Verantwoordelijke op de bouwplaats; - Erkend laboratorium dat de metingen verricht; - Naam van de Interbedrijfsgeneeskundige Dienst; - Beschrijving van de werken. Een afschrift van deze kennisgeving wordt overgemaakt aan de arbeidsgeneesheer van de onderneming waar de werkzaamheden worden uitgevoerd. De exacte aanvangsdatum van de werken moet minstens 8 dagen vóór het begin van de werken worden gemeld aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend. De aannemer dient een akkoord te krijgen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid voor het uitvoeren van de werken. Alle aanpassingen die eventueel bijkomend gevraagd worden, dient de aannemer uit te voeren en zijn te zijner last. Hij kan bovendien hiervoor geen termijnverlenging aanvragen. De aannemer dient vóór de aanvang der werken volgende documenten voor te leggen aan de afgevaardigde van de Regie (niet-limitatieve lijst): - De planning van de werken - Een plan van de bouwplaatsinrichting, alsook aanduiding welke lokalen in dienst blijven door de bezetter tijdens de uitvoering der werken - De nodige plaatsbeschrijvingen - Het werkplan - Een gedetailleerde lijst van het materieel dat de aannemer op de werf zal gebruiken - Het noodplan - Het veiligheidsplan - Het document met vermelding van de werknemers die een medisch onderzoek ondergaan hebben (deze controle moet door de Medische Inspectie uitgevoerd worden) - De lijst van het tewerkgesteld personeel, ten behoeve van de identificatie van het personeel - De procedures voor het testen van de ademhalingsapparatuur - Het interventieplan indien een vervanging van de absoluutfilter van de extractor dient te gebeuren - Gedetailleerde plannen van de inrichting van de werkzone - Gedetailleerde plannen van het personeels- en het materiaalsas en hun inplanting - Het attest van de erkende asbestafvalophaler
  • 5. - De attesten van erkenning van het behandelingsstation, de verglazingsfabriek en de stortplaats van het asbestafval - Het document ter goedkeuring van het gevolgde traject gevraagd door het B.I.M. (Brussels Instituut voor Milieubeheer) en afgeleverd door de politie van de stad Brussel (enkel in specifieke gevallen) - De procedures betreffende het transport van niet-gebonden asbest - De attesten van het fixatiemiddel Volgende zaken dienen uitgevoerd vooraleer met de eigenlijke afbraakwerken te beginnen (niet- limitatieve lijst): - Controle op de stofdichtheid van de werkzone door middel van een visuele inspectie en een rooktest in de opgebouwde werkzone in aanwezigheid van de deskundige; - Simulatie van een defect aan de afzuiginstallatie; - Meting van de achtergrondconcentratie aan asbestvezels in de lucht. - 1.3 Inrichting van de bouwplaats De aannemer mag voor de uitvoering van de werken beschikken over de plaatsen voorzien in de aanbestedingsdocumenten en die aangeduid worden door de Regie. De aannemer kan aldus in overleg met de Regie bestaande lokalen als “werflokalen” gebruiken. Ingeval de bezetter niet de nodige lokalen ter beschikking van de aannemer kan stellen, zorgt deze laatste zelf voor de nodige ruimte voor de volledige tijdsduur van de werken, waar de werknemers zonder gevaar voor besmetting door asbeststof kunnen eten, drinken, rusten na elke werkperiode in de werkzone, enz. De aannemer zal signalisatieborden plaatsen conform het K.B. van 1986.08.28 op de plaatsen waar de concentratie aan asbestvezels de toegelaten norm overschrijdt of wanneer een overschrijding verwacht wordt. De signalisatieborden worden ook aan de ingang van de decontaminatieruimte geplaatst zodat de personen nog over de mogelijkheid beschikken om de individuele beschermingsmiddelen te gebruiken. Op advies van de deskundige bepaalt de Regie van welke lokalen, zones en delen van de buitenruimte een plaatsbeschrijving moet worden gemaakt. Deze plaatsbeschrijvingen worden opgemaakt door de aannemer en tegensprekelijk ondertekend door de bezettende dienst en de Regie. De werken mogen slechts aanvangen na overhandiging van de plaatsbeschrijvingen aan de Regie, eventueel aangevuld met fotografische bewijzen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de plaatsbeschrijving van een ruimte en de plaatsbeschrijving van oppervlakken. Deze laatste zal gemaakt worden indien geen duidelijk af te bakenen zone in of buiten een gebouw te definiëren is, zoals bijvoorbeeld bij de plaatsbeschrijving van een muur van een oprit, van een oprijlaan of een terrein. De aannemer zal al het mogelijke doen om de hinder aan de bezetter te beperken. De lokalen en doorgangen die mogen gebruikt worden, moeten door de aannemer op zijn kosten, voortdurend zuiver gehouden worden. Alle nooduitgangen dienen vrijgehouden te worden. Enkel indien er geen andere mogelijkheid bestaat, kan deze worden afgesloten. Dit gebeurt in overleg met de Regie. De aannemer zal tevens in samenspraak met de Regie een alternatieve nooduitgang uitstippelen. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang der werken.
  • 6. De aannemer is verantwoordelijk voor elke beschadiging die hij toebrengt aan de bestaande installaties en gebouwen en is er toe gehouden alles terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen of de schade te vergoeden. De aannemer zal op een gedetailleerd plan aanduiden welke lokalen en zones in dienst zullen blijven door de bezetters van het gebouw gedurende de werkzaamheden. Alle kosten voor het operationeel maken en onderhouden van de werfzone zijn ten koste van de aannemer. Een plan van de bouwplaatsinrichting en een gedetailleerd plan met aanduiding welke lokalen en zones bezet blijven, wordt voor de aanvang van de bouwplaatsinrichting ter goedkeuring aan de Regie voorgelegd. 1.4 Aanvraag vergunningen en toelatingen Voor de activiteiten en installaties van de werf, die onderworpen zijn aan een milieuvergunning of enige andere toelating af te leveren door de bevoegde overheid (of overheden), zullen deze vergunning of toelatingen moeten gevraagd en bekomen worden door de aannemer op zijn kosten en onder zijn verantwoordelijkheid en dit voorafgaandelijk aan de activiteiten en het ter plaatse opstellen van de installaties waarop de milieuvergunning of de toelatingen betrekking hebben. Een afschrift van deze vergunning en van de toelatingen wordt samen met het werkplan overgemaakt aan de Regie. De kosten voortvloeiend uit de voorschriften en voorwaarden opgelegd door de bevoegde overheid (of overheden) bij het afleveren van de voormelde milieuvergunning of toelatingen, zijn eveneens ten laste van de aannemer. 1.5 Huurgeld voetpad De aannemer betaalt de nodige vergoedingen die vastgesteld zijn door de gemeente. 1.6 Werkplan Het werkplan, overeenkomstig het art. 148 decies 2.5.9.3.1. en 2.5.9.3.2. van het A.R.A.B., moet door de aannemer opgesteld worden vooraleer met de werken van afbraak of verwijdering van asbest of asbesthoudende materialen te beginnen. De Regie ontvangt hiervan een exemplaar ter goedkeuring. In dit werkplan wordt o.a. een toelichting gegeven over de voorkomingsmaatregelen, de bouwplaatsinstallatie, de maatregelen voor individuele en collectieve bescherming, de behandeling en verwijdering van afval, de metingen van het stofgehalte, de aan te wenden droge en vochtige technieken, de reiniging, de fijnreiniging en het toezicht op de bouwplaats. Het werkplan geeft een duidelijke en stapsgewijze beschrijving van de gebruikte werkmethode. Daarbij vermeldt het alle veiligheidsmaatregelen die nodig zijn voor zowel de beveiliging van de werknemers als ter voorkoming van de verspreiding van asbestvezels in andere delen van het gebouw en buiten het gebouw, en dit tijdens of als gevolg van de werken. Indien de aannemer meerdere werkzones voorziet, dient hij in het werkplan per type werkzone een schematisch overzicht der werken weer te geven. Dit werkplan dient steeds aanwezig te zijn op de werf en wordt ter inzage gehouden van de betrokken werknemers en de bevoegde arbeidsinspecteur.
  • 7. Ondanks de goedkeuring van dit werkplan door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, blijft de aannemer volledig verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de werken overeenkomstig de geldende wetgeving en de voorschriften van huidig bestek. 1.7 Omheining en signalisatie werf overeenkomstig eisen gemeente en gewest Een ondoorzichtige omheining met een minimum hoogte van 1,80 m (zie ook de eventueel geldende plaatselijke bouwplaatsreglementering) dient voorzien ter afbakening van de werfzone indien deze zich buiten het gebouw situeert. In de omheining worden deuren geplaatst voor personen en voertuigen. De deuren zijn afsluitbaar met een sleutel. De Regie ontvangt een sleutel van ieder slot. Op de omheining worden de nodige verlichting en waarschuwingsborden met “Verboden toegang” in de taal (talen) van de desbetreffende regio geplaatst. De aannemer zal signalisatieborden plaatsen conform het K.B. van 1986.08.28 op de plaatsen waar de concentratie aan asbestvezels de toegelaten norm overschrijdt of waar een overschrijding verwacht wordt. De signalisatieborden worden ook aan de ingang van het personeels- en het materiaalsas geplaatst. Alle kosten voor het plaatsen van deze omheining zijn volledig ten laste van de aannemer. De aannemer mag dus geen bijkomende kosten aanrekenen voor aan te brengen signalisatieborden. Ingeval de geldende plaatselijke bouwplaatsreglementering bijkomende voorwaarden stelt, zijn de hieruit voortkomende kosten ook ten laste van de aannemer. 1.8 Toestand van reinheid van het werfmaterieel. Het materieel dat de aannemer op de werf gebruikt, dient vooraf, d.w.z. voor het toekomen op de werf, volledig gereinigd en ontsmet te worden of voorzien van de nodige hermetische bescherming. De aannemer geeft aan de Regie een gedetailleerde lijst van het materieel dat hij op de werf zal gebruiken. 1.9 Aansluiting nutsvoorzieningen (water, elektriciteit, gas en telefoon) In de werkzone waar de asbestsaneringswerken worden uitgevoerd, wordt het elektrisch net buiten werking gesteld behalve bij uitzonderlijke, noodzakelijke instandhouding. Indien nodig vraagt de aannemer voor de volledige duur der werken een voorlopige aansluiting op het elektriciteitsnet aan en dit voor de elektrische stroomvoorziening van de volledige werfinstallaties. Alle elektrische installaties moeten beantwoorden aan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) en het A.R.A.B. De sanitaire installaties mogen in geen enkel geval gebruikt worden, indien ze zich binnen de collectieve bescherming van een asbestafbraakzone bevinden. Indien nodig wordt de bestaande verwarming buiten dienst gesteld. Echter in de zones die bezet blijven tijdens de werken, moet de verwarming verzekerd zijn. Het verbruik van water en elektriciteit is volledig ten laste van de aannemer. Indien, na onderlinge afspraak, een aansluiting van de bezetter bekomen wordt, dient een teller tussen geplaatst te worden, zodat bij het beëindigen van de werf de verbruikskosten door de aannemer vereffend kunnen worden. 1.10 Stroomaggregaat
  • 8. De Regie kan de aannemer opleggen om een stroomaggregaat te installeren. Hij moet de ventilatoren, pompen en voorlopige elektrische installaties van alle werkzones waar asbestbehandelingswerken aan de gang zijn, kunnen voeden. Het stroomaggregaat zal buiten opgesteld worden in een veilige zone, die door de Regie goedgekeurd moet worden. Indien de bestaande elektriciteitsvoorziening uitvalt, moet het stroomaggregaat kunnen overnemen. De capaciteit van het aggregaat moet zodanig zijn dat de zone in onderdruk gehouden kan worden en dat het personeel de zone veilig kan verlaten. De aannemer moet het onderhoud van het stroomaggregaat voorzien zodat een goede werking van zijn materiaal gegarandeerd is. De kostprijs voor de installatie en de verwijdering van het stroomaggregaat evenals het verbruik, is volledig ten laste van de aannemer. 1.11 Algemene veiligheidsmaatregelen 1.11.1 Werfregister De aannemer moet op de werf een werfregister bijhouden waarin alle gegevens worden opgetekend, vermeld in artikel 148 decies 2.5.9.3.6. Verder vermeldt art. 148 decies 2.5.12. dat in het register o.a. volgende gegevens door de aannemer dienen ingeschreven te worden: - De namen van de betrokken werknemers - De aard en de duur van de werkzaamheden - De aard en de concentratie van de vezels - De namen van de bezoekers en hun hoedanigheid - Vermelding van de uren waarop werknemers en eventuele bezoekers op de bouwplaats toekomen en deze verlaten - Opmerkingen over eventueel vastgestelde onregelmatigheden De arbeidsgeneesheer en de geneesheer-arbeidsinspecteur kunnen dit register inzien. Elke betrokken werknemer dient de mogelijkheid te hebben om zijn persoonlijke resultaten die in het register vermeld staan, in te zien. De leden van het Comité voor Preventie en Bescherming hebben toegang tot de collectieve anonieme gegevens van dit register. Het werfregister bevat eveneens een “Verslag der incidenten” die tijdens de werkzaamheden zijn voorgekomen. Het verslag wordt binnen 24 uur aan de deskundige overhandigd. In dit verslag dienen o.a. volgende gegevens vermeld: de aard van de gebeurtenis, de betrokken personen, de ondernomen acties door het personeel en de evaluatie van de resultaten van deze acties. De aannemer dient het register ten minste 30 jaar na het einde van de blootstelling te bewaren. 1.11.2 Noodplan De aannemer is ertoe verplicht een noodplan op te stellen dat door de Regie wordt goedgekeurd voor de aanvang der werken. Dit noodplan voorziet o.a. noodsituaties zoals brand, ontploffing, ongeval, een defect aan het onderdruksysteem, elektrische stroomonderbreking, elektrocutiegevaar enz. Ingeval een bestaande nooduitgang wordt afgesloten, voorziet de aannemer een alternatieve evacuatieweg die ter goedkeuring aan de Regie wordt voorgelegd. In het noodplan worden de gegevens van de hulpdiensten (medisch urgentieteam, politie, brandweer, …), het algemeen noodnummer en de evacuatiewegen van het betreffende gebouw vermeld.
  • 9. De werknemers dienen een informatiesessie over dit noodplan en de bijbehorende evacuatieprocedures te volgen. Ingeval een werknemer in de werkzone geblesseerd geraakt, dient hij de gebruikelijke procedures van de decontaminatie-eenheid te volgen, eventueel met de hulp van zijn collega’s, tenzij zijn/hun leven in gevaar wordt gebracht. De noodprocedures zullen in het zuiver compartiment en het uitrustingscompartiment van de personeelsdecontaminatie-eenheid en in het zuiver compartiment van de materiaalsluis geafficheerd worden. In de onmiddellijke nabijheid van de geafficheerde noodprocedures wordt een noodtelefoon voorzien. Iedere persoon dient voor het betreden van de werkzone de procedures te lezen en te ondertekenen voor de kennisname en het begrijpen van het evacuatieplan en de bijbehorende noodprocedures. 1.11.3 Veiligheidsplan De aannemer staat in voor de installatie en het onderhoud van het geheel der hygiëne- en veiligheidsvoorzieningen, voorgeschreven door het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.). De aannemer dient ook de nodige maatregelen te nemen om de bouwplaats in een zindelijke staat te houden; daartoe voert hij het afval regelmatig af en voorziet hij voor de tijdelijke opslag ervan voldoende gesloten containers voor het asbestafval zelf. Het afvalwater dat in de riool wordt geloosd, wordt vooraf behandeld zodat het vrij is van schadelijke stoffen overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 29 december 1988. In het kader van het K.B. Werken met derden meldt de inschrijver alle risico’s en de genomen veiligheidsmaatregelen teneinde deze uit te schakelen of te reduceren. Anderzijds verbindt de inschrijver er zich toe de door de opdrachtgever aangegeven richtlijnen te volgen. Een veiligheids- en zekerheidsstudie zal alle gebeurtenissen en situaties identificeren verbonden aan volgende risico's: - Mechanisch risico (manipulatie, kabelbreuk, stellingbreuk,...); - Elektrisch risico (elektrocutie, panne van het elektrisch net, ...); - Brandrisico; - Ontploffingsrisico; - Chemisch risico; - Risico verbonden aan het verlies van afdichting van de afgezonderde zones; - Defect aan het onderdruksysteem; - enz. De bepaling van potentiële scenario's van toevallige gebeurtenissen of ongevallen, zal moeten toelaten alle preventieve en corrigerende maatregelen te bepalen en toe te passen om de veiligheid van het optredend personeel en de algemene veiligheid van de werf te waarborgen. 1.12 Personeel 1.12.1 Deskundige begeleiding a. Een bekwaam projectleider met voldoende ervaring in asbestruimingswerken zal als verantwoordelijke op de werf aangesteld worden. Hij zal van het begin tot het einde van het werk toezicht houden. Hij staat onder andere in voor:
  • 10. - De uitvoering van de werken in overeenstemming met het lastenboek; - Het nemen van de nodige maatregelen zowel voor eigen personeel als derden; - Het letten op het naleven van de nodige maatregelen. - Het weghouden van onbevoegden van de werf. - Het toezicht op de werkende arbeiders. In geval van nood dient hij onmiddellijk te kunnen ingrijpen. Voor het begin van de werken moet de werfverantwoordelijke er zich met name van vergewissen dat de personen waarover hij beschikt de passende bekwaamheden bezitten en dat ze beschikken over het nodige beschermings- en veiligheidsmaterieel, alsook over het nodige gereedschap. b. Een verantwoordelijke veiligheidschef van de firma dient de werf regelmatig te bezoeken, om na te gaan dat alle van toepassing zijnde bepalingen van het A.R.A.B. en A.R.E.I. worden nageleefd. 1.12.2 Arbeidspersoneel en Bekwaamheid Tewerkgestelde arbeiders dienen ervaring te hebben in dit soort werk en volledig geïnformeerd te zijn betreffende de gevaren verbonden aan blootstelling en werken in asbesthoudende omgeving. Zij zijn medisch geschikt om dit werk uit te voeren. De werknemers hebben onder meer een goede praktische kennis om de asbesthoudende materialen te behandelen en te verwijderen, evenals om de verontreinigde zones te reinigen conform de wetgeving die van toepassing is. Bovendien zijn de arbeiders volledig op de hoogte van de voorgeschreven maatregelen en van de wijze waarop ze deze moeten toepassen: Ieder personeelslid zal een specifieke opleiding volgen en instructies krijgen betreffende de uit te voeren afbraakwerken alvorens deze te mogen beginnen. Deze informatiesessie gebeurt op de plaats van de werkzaamheden en omhelst onder andere specifieke procedures met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden, noodprocedures en bijbehorende evacuatieoefening, toelichting van de procedures met betrekking tot het betreden en verlaten van de werkzone, enz. Daarnaast worden de werkzaamheden voor het verwijderen van asbesthoudende materialen uitvoerig uitgelegd. Dit omhelst onder meer de constructie en onderhoud van de werkzone, het plaatsen van de decontaminatie-eenheid, de materiaalsluis, het ventilatiesysteem, het afvalbeheer en de reiniging van het geheel. Deze informatiesessie zal door gekwalificeerd en ervaren personeel worden gegeven. Werknemers jonger dan 18 jaar worden niet toegelaten op de werf. De Regie (en de deskundige) houden zich het recht voor de arbeiders van de werf te weren die onvoldoende bekwaam zijn of de opgelegde voorschriften niet naleven en dit zonder recht op een of andere schadevergoeding van de aannemer. 1.12.3 Medische controle en opvolging Het in te zetten personeel voor deze werkzaamheden is opgenomen in een medisch controlesysteem. Het personeel zal jaarlijks door een bedrijfsarts of arbeidsgeneeskundige dienst onderzocht worden. Zowel de arts als de dienst dienen in België erkend te zijn. De aannemer zal voor de aanvang der werken een document aan de deskundige overhandigen waarin de namen van de werknemers vermeld staan welke een medisch onderzoek ondergaan hebben. Eveneens zal de aannemer de geneeskundige attesten van elke betrokken werknemer en afkomstig van de arts aan de deskundige voorleggen Dit attest omvat: - De medische geschiktheid: de aanduiding van de huidige fysiologische conditie van de werknemer en het dragen van ademhalingsmasker tijdens harde fysische arbeid
  • 11. - Een verklaring waarin de werknemer bevestigt dat hij ingelicht werd over de resultaten van het medisch onderzoek en over het geheel der medische aspecten verbonden aan de blootstelling aan asbest. De aannemer zal het medisch dossier en het verslag over de blootstelling aan asbest van iedere werknemer minstens 30 jaar na het beëindigen van het contract bijhouden. 1.12.4 Identificatie van het personeel Om de veiligheid van de gebouwen te verzekeren, en/of de wachtdienst toe te laten het personeel te controleren dat in de gebouwen rondloopt, moet het personeel in het bezit zijn van een identificatiekaart waarop vermeld staat: - De naam van de firma; - De naam en voornaam van de persoon + foto; - De functiebeschrijving. De aannemer moet aan de deskundige een lijst overmaken waarop de namen, voornamen en adressen van het tewerkgesteld personeel voorkomen. De Regie (en de deskundige) mogen ten allen tijde de toegang tot de lokalen aan deze personeelsleden ontzeggen. 1.13 Individuele bescherming 1.13.1 Persoonlijke beschermingsmiddelen De aannemer stelt individuele beschermingsmiddelen ter beschikking overeenkomstig art. 148 decies 2.5.9.3.2.2° van het A.R.A.B. en overeenkomstig de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 7 augustus 1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Alle werknemers die risico lopen aan asbestvezels blootgesteld te worden bv zij die asbesthoudend materiaal wegnemen of behandelen, moeten in het bezit zijn van individuele beschermingskledij die toelaat comfortabel te werken en die contact tussen het menselijk lichaam en de asbestvezels volledig uitsluit. De aannemer zal gepaste ademhalingstoestellen en andere individuele beschermingsmiddelen ter beschikking stellen die aangepast zijn aan de aard van de werkzaamheden. Adembescherming Het inademen van asbestvezels moet worden verhinderd door een aangepaste en persoonlijke ademhalingsbescherming. De ademhalingsmaskers dienen, hetzij van het onafhankelijke type te zijn, hetzij met toevoer van lucht te werken en moeten door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid erkend zijn. De gebruikte filter is minimum van klasse P3 waarvan met attesten kan aangetoond worden dat ze geen schadelijke asbestvezels doorlaat. Enkel erkende of aanvaarde ademhalingsmaskers zullen worden gebruikt. Indien gebruik gemaakt wordt van ademhalingsmaskers met individuele toevoer van verse lucht dient de werknemer zich medisch te laten onderzoeken door de geneesheer teneinde te verifiëren of de werknemer werken mag uitvoeren die het dragen van een dergelijk ademhalingsmasker vereisen. Algemene vereisten: - De maskers zullen na elk gebruik gereinigd en ontsmet worden. - De maskers worden opgeslagen in een aangepaste zuivere en hygiënische plaats.
  • 12. - De maskers zijn dagelijks voor het begin van het werk van een nieuwe filter te voorzien en op hun deugdelijkheid te beproeven. De werknemers zullen de ademhalingsapparatuur op positieve en negatieve druk testen. Zij krijgen hier gedetailleerde procedures voor. Een kopie van deze procedures wordt ter goedkeuring aan de deskundige voorgelegd. Het masker moet ten allen tijde gedragen worden, door eenieder die zich binnen de werkzone bevindt, onafhankelijk van de uitgeoefende activiteit, gedurende de periode die start met elke handeling waarbij vezels in de lucht kunnen vrijkomen en die eindigt wanneer de zone wordt vrijgegeven. De aannemer zorgt dat er steeds enkele supplementaire maskers voorradig zijn ingeval een masker gebreken vertoont of indien gemachtigde bezoekers de werkzone wensen te betreden. Beschermkledij Deze kledij dient aan volgende criteria te voldoen: - Hetzij stofondoorlaatbaar (in dit geval wegwerpkledij); - Hetzij stof- en waterondoorlaatbaar; - Hetzij een combinatie van beide. De gebruikte werkpakken bestaan uit één stuk, bij voorkeur zonder zakken en met elastische sluiting aan polsen en enkels en een kap met trektouw. Over de veiligheidsschoenen worden schoenbedekkers gedragen. De werknemers zijn verplicht werkhandschoenen te dragen, die aangepast zijn aan de uit te voeren werken. De mouwen en pijpen van de werkpakken worden over de handschoenen en veiligheidsschoenen heen gedragen en worden met kleefband afgedicht. Ingeval van wegwerpkledij zal de beschermkledij slechts éénmaal gedragen worden. Daarna wordt deze kledij als asbestafval behandeld. ‘Herbruikbare’ beschermkledij dient zorgvuldig gereinigd telkens het personeel de werkzone verlaat. Ze wordt daartoe in hermetisch gesloten verpakking vervoerd en behandeld en gereinigd in daartoe geschikte installaties. Het is aanbevolen een verschillende kleur van overall te gebruiken binnen en buiten de werkzone. De aannemer moet de bezoekers geschikte beschermingsmiddelen ter hand stellen, waarvan sommige zoals kledij en schoenovertrekken voor éénmalig gebruik zullen zijn. 1.13.2 Hygiëne De aannemer zorgt voor lokalen waar de werknemers zonder gevaar voor besmetting door asbeststof kunnen eten, drinken, rusten na elke werkperiode in de werkzone, enz. In de werkzone, inclusief de decontaminatie-eenheid, geldt een algemeen rookverbod. Er dienen voldoende pauzes ingelast te worden ten einde toe te laten te rusten, te eten en te drinken. Alle beschermingsuitrusting die door de werknemer in de werkruimte wordt gedragen, moet worden geleverd en onderhouden door de aannemer. Privé-kledij mag gedurende de werktijd niet gedragen worden. De beschermingskledij en –apparatuur wordt na ieder gebruik nagezien en gereinigd. Defecte uitrusting dient vervangen of hersteld vóór zij opnieuw wordt gebruikt. Het onderhoud zal derwijze georganiseerd zijn dat de onderhoudslui niet blootgesteld worden aan vrije asbestvezels. De beschermingsmiddelen worden op een vaste plaats bewaard. De beschermingskledij en de privé- kledij worden afzonderlijk bewaard.
  • 13. De aannemer stelt sanitaire installaties ter beschikking van de werknemers, gelegen buiten de werkzones De werkzones worden in goede staat van netheid gehouden. Baarden en dergelijke die het aansluiten van het gezichtelement van het masker kunnen belemmeren, zijn niet toegelaten bij werknemers die een nauw aansluitend gezichtsbedekkend masker dragen. Wanneer de medische inspectie of de Regie vaststelt dat deze maatregelen niet opgevolgd worden, worden de werken onderbroken totdat aan bovenvermelde maatregelen voldaan is. Ingeval een werknemer de maatregelen negeert, heeft de Regie het recht deze werknemer de toegang tot de werf te ontzeggen. In beide gevallen is de aannemer verantwoordelijk en heeft hij geen recht op termijnverlenging. 2 ASBESTRUIMINGSWERKEN De aannemer mag geen extra kosten aanrekenen voor de volgende elementen of posten: - De aan te wenden PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) - De folies en zakken voor de verzameling van het asbestafval - De stellingen nodig voor de uitvoering van de werken - De te gebruiken werktuigen (handwerktuigen en mechanische werktuigen) - e.d. 2.1 Decontaminatie inboedel De aannemer zal al de objecten en apparatuur die zich in de desbetreffende werkzone bevinden vooraf reinigen met behulp van een stofzuiger met absoluutfilter. Daarna worden al de objecten en apparatuur met de nodige voorzichtigheid naar een niet-verontreinigde stockageplaats gebracht (goedgekeurd door een afgevaardigde van de Regie) of beschermd met een dubbele laag stevige polyethyleenfolies met elk een minimum dikte van 0,2 mm. Objecten en apparatuur moeten zodanig verplaatst worden dat het opwaaien en vrijkomen van asbestvezels minimaal zijn. Tijdens de fase van het vooraf reinigen, is het verboden over te gaan tot het verwijderen van asbesthoudende materialen. 2.2 Asbestbevattende werkzones 2.2.1 Afsluiten van de werkzone De aannemer zal al de objecten en apparatuur die zich in de desbetreffende werkzone bevinden, vooraf reinigen met behulp van een stofzuiger met absoluutfilter. Pas daarna worden de objecten naar een niet-verontreinigde stockageplaats gebracht. Tevens worden alle oppervlakken voorafgaandelijk gereinigd met behulp van een stofzuiger met absoluutfilter of volgens een natte reinigingsmethode. Tijdens deze fase van reiniging is het ten strengste verboden om reeds over te gaan tot het verwijderen van de asbesthoudende materialen. Behalve bij uitzonderlijk noodzakelijke instandhouding wordt het elektrisch net in de werkzone uitgeschakeld.
  • 14. Alle nooduitgangen dienen vrijgehouden te worden. Enkel indien er geen andere mogelijkheid bestaat, kan een nooduitgang worden afgesloten. Deze beslissing wordt genomen in overleg met de Regie. De aannemer zal tevens in samenspraak met de Regie een alternatieve nooduitgang uitstippelen. De werkzone wordt volledig afgescheiden van de ruimtes waar op dat ogenblik geen asbestwerken plaatsvinden. Deze afscheiding omvat alle openingen naar de werkzone, dus ook ventilatieleidingen, afvoeren, buizen, roosters, traliewerk, nooduitgangen, gangen, vensters, lichtkoepels, enz. Men maakt hiervoor gebruik van een dubbele laag stevige polyethyleenfolies met elk een minimum dikte van 0,2 mm. De folies overlappen elkaar minstens 200 mm en worden aan elkaar vastgemaakt op dichte wijze. De vloerbeschermlaag zal bestaan uit een bedekking in twee lagen, door middel van aan elkaar gehechte polyethyleenfolies en zal minstens tot op een hoogte van 40 cm op de muur bevestigd worden. De polyethyleenfolies zullen zodanig aangebracht worden dat alle mogelijke verschuiving van de folielagen wordt voorkomen. Een bijkomende vinylbedekking kan met dit doel aangewend worden. Op delicate plaatsen (zoals tapijt) zal een versteviging met hardboard gerealiseerd worden. De plafondbeschermlaag zal ten minste 40 cm op de muur bevestigd worden. De naden en de hoeken worden dichtgeplakt door middel van een industriële kleefband, minimum 50 mm breed en bovendien geschikt om polyethyleenfolies vast te maken aan elkaar of aan andere materialen (bvb. beton, metaal, hout, enz). Indien nodig worden de folies voldoende gesteund door een draagstructuur en / of door platen. Deze moeten waterbestendig zijn, glad en makkelijk te ontsmetten (gedetailleerde plannen voor te leggen aan de Regie vóór uitvoering der werken). Alle niet-verplaatsbare toestellen die zich in de ruimte bevinden moeten met dubbele polyethyleenfolie worden afgeschermd en zorgvuldig met behulp van kleefband verzegeld. De objecten die in de werkzone moeten blijven en die een speciale ventilatie of een bijzondere bescherming behoeven, zullen worden vermeld, teneinde hun specifieke beschermingsmiddelen te voorzien. Stellingen die de aannemer wenst te gebruiken, moeten zodanig opgesteld worden dat de steunen de vloerbedekking niet beschadigen en dat het geheel (inclusief materiaal) beantwoordt aan de voorschriften van het A.R.A.B. De aannemer dient de inrichting van de werf voor te stellen, zodanig dat tijdens de werken het gebouw in dienst kan blijven en met name de doorgangen vrij blijven voor personeelsverkeer. Ook de ingangen en nooduitgangen voor het personeel dienen vrijgehouden te blijven. De lokalen en doorgangen die mogen gebruikt worden, moeten door de aannemer op zijn kosten, voortdurend zuiver gehouden worden. Delen van het gebouw die in de afgezonderde werkruimtes liggen, worden eveneens beschermd met polyethyleenfolie waarvan de naden dichtgeplakt worden. De doorgangen van de leidingen of kanalisaties van de werkruimte naar andere lokalen moeten op dezelfde manier luchtdicht worden afgesloten. Tijdens de afbraakwerken wordt in elke werkzone een onderdruk gecreëerd door middel van afzuiging van lucht. De afgezogen lucht wordt dan met daartoe geschikte zuiveringsinstallaties behandeld. Vooraleer de eigenlijke afbraakwerken in de afgeschermde werkzone te beginnen, wordt aan de hand van een rooktest (gekleurde rook met uitsluiting van wit en grijs) of een evenwaardige test,
  • 15. gecontroleerd of de afscherming van de werkzone voldoende is. Deze test dient te gebeuren alvorens de werkzone in onderdruk wordt gebracht. De Regie wordt vooraf op de hoogte gebracht van het tijdstip waarop deze test zal uitgevoerd worden zodat hij hierbij aanwezig kan zijn. De compartimentering met polyethyleenfolies zal minstens 2x/dag geïnspecteerd dienen te worden, bijvoorbeeld bij begin en einde der werken. 2.2.2 Extractoren Gedurende de ganse periode dat asbest wordt verwijderd, worden de bestaande ventilatiesystemen in de werkzone stilgelegd en vervangen door een ander ventilatiesysteem. De ventilatieroosters die zich in de zone bevinden, worden afgesloten en stofdicht gemaakt. De werkzone zal voortdurend in onderdruk gehouden worden door middel van één of meerdere afzuiggroepen, voorzien van een absoluutfilter met een rendement van minimum 99,997 % (minstens de filterklasse U15 volgens de norm NBN EN 1822). Ook het personeelssas en het materiaalsas dienen permanent in onderdruk gehouden te worden. De afzuiggroep is voorzien van een tweetrapsvoorfiltering die het gebruik van de laatste filter, type absoluut, moet verlengen door de grootste deeltjes tegen te houden. De eerste filter zal de grote deeltjes tegenhouden. De middelste filter zal de middelgrote deeltjes tegenhouden terwijl de absoluutfilter de zeer kleine deeltjes zal tegenhouden zodanig dat de uitgeblazen lucht voldoet aan de criteria bepaald in de wettelijke voorschriften. De afzuiginstallatie wordt op een zodanige wijze opgesteld dat er voldoende luchtcirculatie in de werkzone aanwezig is. Verder dient de aannemer bij de opstelling met volgende punten rekening te houden: - De luchttoevoer gebeurt enkel en alleen via de toegangssassen (personeels- en materiaalsas) zodanig dat de besmetting van de lokalen in de buurt vermeden wordt. - De luchtafvoer gebeurt langs de afzuiginstallatie die zo moet opgesteld worden dat elke luchtstagnatie vermeden wordt. De gefilterde lucht, afkomstig van de afzuiggroep, moet rechtstreeks naar de buitenlucht gestuwd worden. - De afzuiging door de extractoren moet dermate zijn dat onder alle omstandigheden (dus ook bij verzadigde filter) minstens 4 maal per uur een totale luchtverversing in de werkzone verzekerd wordt. - In de werkzone zal een constante onderdruk van tenminste 10 Pa gerealiseerd worden. - De installatie is voorzien van een systeem dat de afgevaardigde van de Regie toelaat om de onderdruk permanent en ogenblikkelijk vast te stellen en daarbij aanduidend wanneer de filters verzadigd of gescheurd zijn. - De afzuiggroep wordt door een onafhankelijke kring op het elektriciteitsbord van de werf aangesloten. Het systeem moet geïnstalleerd en operationeel zijn vooraleer met het verwijderen van asbest begonnen wordt. De afzuiggroep zal continu functioneren om een constante onderdruk en luchtcirculatie te behouden tot de volledige ontsmetting van de werkzone. De ventilatie mag niet stoppen op het einde van de werktijd: de groep zal blijven draaien totdat de afgevaardigde van de Regie zijn goedkeuring voor de vrijgave van de werkzone gegeven heeft. Enkel tijdens de metingen zelf, uitgevoerd in het kader van vrijgave van de werkzone (zie punt 3.2. – Vrijgavemetingen), wordt de afzuiginstallatie stilgelegd. De apparatuur wordt minstens 1 maal per week geïnspecteerd en beproefd volgens art. 723 ter 6 par. 2 van het A.R.A.B. Het hermetisch karakter van de buizen en de ventilatiegroep(en) wordt twee keer per dag gecontroleerd.
  • 16. Indien er om een of andere reden een defect optreedt waardoor de afzuiginstallatie buiten gebruik geraakt, zal een zichtbaar en hoorbaar alarm in werking treden. Indien de absoluutfilter verzadigd of gescheurd is, wordt dit gesignaleerd aan de hand van een zichtbaar en een hoorbaar alarm. In die gevallen worden alle werken in de afgesloten zone stilgelegd totdat de installatie opnieuw naar behoren functioneert. Vóór de aanvang van de werken legt de aannemer keuringsattesten aan de Regie voor van de in te zetten extractoren. Een defect zal aan de afzuiginginstallatie gesimuleerd worden, zodat de goede werking van de waarschuwingselementen (alarm en lamp) aangetoond kan worden. 2.2.3 Decontaminatie-eenheid voor personeel 2.2.3.1 Uitvoeringswijze Bij de ingang van de werkzone zal door de aannemer een personeelssas opgezet worden. Via het sassysteem moet de decontaminatie van het personeel toegelaten worden en moet verhinderd worden dat het asbestrisico zich uitspreidt tot buiten de eigenlijke werkruimte. Het personeelssas bestaat uit minimum 3 compartimenten die van elkaar afgesloten worden: - Een zuiver compartiment: met ruimte voor de privé-kledij, de persoonlijke zaken en de zuivere werkkledij. De aannemer dient ervoor te zorgen dat deze ruimte altijd droog en net gehouden wordt. - Een douchecompartiment: de doucheruimte is uitgerust met een antislipvloerbekleding en voorzien van voldoende douchebakken met sproeikoppen. In iedere douche zal steeds warm en koud water beschikbaar zijn. De afvoer en de douchebak dienen zo te zijn dat er geen water naar de andere compartimenten kan overlopen. De aannemer zorgt voor zeep, shampoo en handdoeken, allen in voldoende hoeveelheden en aantallen, rekening houdend met eventueel gemachtigde bezoekers. - Een uitrustingscompartiment: de aannemer zorgt voor voldoende ruimte voor het permanent personeel om de werkuitrusting op te bergen. Het volledige personeelssas moet bestaan uit ondoorzichtige materialen. De gebruikte materialen voor de constructie van het personeelssas zijn hard, stevig, waterbestendig en bovendien gemakkelijk te reinigen. De compartimenten zijn voorzien van verlichting en verwarming. Het water van de douches zal gefilterd worden door een systeem met een filtercapaciteit van 1 micron. Om dit te bereiken is het aanbevolen gebruik te maken van een filtercascade, teneinde een snelle opstopping van het afvalwater te voorkomen. De drie compartimenten moeten permanent in een onderdruk gehouden worden ten opzichte van de toegangszone buiten de sluis waarbij een constante luchtstroom van buiten naar binnen, doorheen het personeelssas merkbaar is. De aannemer zorgt ervoor dat deze compartimenten dagelijks of na elke werkperiode van 8 uur gereinigd worden met een desinfecterende oplossing. Gedetailleerde plannen van het personeelssas en van de inplanting moeten vóór de aanvang der werken ter goedkeuring aan de Regie overhandigd worden. 2.2.3.2 Procedure betreden en verlaten van de werkzone Enkel de werknemers en andere gemachtigde personen mogen de werkzone betreden. De aannemer is verantwoordelijk voor het juiste gebruik van de persoonlijke beschermingsmiddelen.
  • 17. Het betreden van de werkzone Iedereen dient zich in een register in te schrijven alvorens de werkzone te betreden. Hierbij wordt de naam, de functie en het tijdstip van betreden en verlaten van de werkzone vermeld. Dit register zal aan de ingang van het personeelssas ter beschikking zijn. Ingeval ongemachtigde bezoekers de werkzone betreden, worden zij dadelijk uit de werkzone gezet en wordt dit onmiddellijk aan de deskundige gemeld zodat de deskundige hierop gepast kan reageren. Eenieder die de werkzone wil betreden, dient in het zuiver compartiment zijn privé-kleding uit te trekken en op te bergen in de daarvoor bestemde opbergkasten. Men zet vervolgens zijn ademhalingsmasker op en trekt zijn beschermkledij aan. In het uitrustingscompartiment wordt de overige, persoonlijke beschermkledij aangetrokken, zoals laarzen en handschoenen. Deze objecten zijn vooraf met water afgewassen. Het verlaten van de werkzone In de werkzone (juist voor het uitrustingscompartiment) dient men de beschermkledij te stofzuigen. Handschoenen, laarzen, overall, beschermkap en ademhalingsmasker dienen vochtig afgesponst te worden. In het uitrustingscompartiment wordt alle wegwerpuitrusting uitgetrokken en wordt de herbruikbare kledij bevochtigd, terwijl het ademhalingsmasker opgehouden blijft. De wegwerpkledij wordt verpakt om afgevoerd te worden, de persoonlijke beschermingskledij, zoals handschoenen en laarzen, wordt na de vochtige reiniging terug opgeborgen. Herbruikbare overalls worden in hermetisch gesloten verpakking vervoerd. De behandeling en reiniging moet gebeuren in daartoe geschikte installaties. In het douchecompartiment wordt de vooraf vochtig gereinigde herbruikbare kledij uitgetrokken. Eenieder neemt vervolgens zorgvuldig een douche gebruik makend van zeep, aanvankelijk met ademhalingsmasker op. Daarna wordt er verder gestortbaad en worden de haren, het hoofd en het lichaam goed afgespoeld. Vervolgens wordt het masker afgezet en afgespoeld, de filter wordt verwijderd en als asbestafval behandeld. In het zuiver compartiment kan men de privé-kleding weer aantrekken. Het masker wordt na de reiniging in de persoonlijke opbergkast opgeborgen. Deze procedure dient strikt aangehouden te worden en toegepast door eender wie de werkzone betreedt. Deze procedure moet iedere keer als iemand de werkplaats verlaat, dus in alle omstandigheden, toegepast worden, dus ook bij de aanvang van rustperiode, sanitaire stop, maaltijden, enz. De aannemer dient voor voldoende speciale beschermkledij met toebehoren te zorgen ten behoeve van de arbeidsgeneesheer, leden van het Comité voor Preventie en Arbeidsbescherming, leden van de Medische Arbeidsinspectie, de Regie, de deskundige of andere met een controleopdracht gemachtigde personen. Al deze personen dienen zich te allen tijde in de werkzone te kunnen begeven om er hun opdracht uit te voeren. 2.2.4 Materiaalsluis 2.2.4.1 Uitvoeringswijze Het afval wordt langs een andere toegangsweg verwijderd dan dewelke door het personeel gebruikt wordt, namelijk langs het materiaalsas dat in geen enkel geval zal gebruikt worden om de werkzone te betreden of te verlaten.
  • 18. Het materiaalsas bestaat uit minimum 3 compartimenten die van elkaar worden afgesloten: - Een zuiver compartiment - Een douchecompartiment - Een verontreinigd compartiment De gebruikte materialen voor de constructie van het materiaalsas zijn hard, stevig, waterbestendig en bovendien gemakkelijk te reinigen. Het water van de douches zal gefilterd worden door een systeem met een filtercapaciteit van 1 micron. Om dit te bereiken is het aanbevolen gebruik te maken van een filtercascade, teneinde een snelle opstopping van het afvalwater te voorkomen. De drie compartimenten moeten permanent in een onderdruk gehouden worden ten opzichte van de toegangszone buiten de sluis. De aannemer zorgt ervoor dat deze compartimenten dagelijks of na elke werkperiode van 8 uur gereinigd worden met een desinfecterende oplossing. Gedetailleerde plannen van het materiaalsas en van de inplanting moeten vóór de aanvang der werken ter goedkeuring aan de Regie overhandigd worden. 2.2.4.2 Gebruiksprocedure De hermetische afgesloten afvalzakken die het asbestafval (zie omschrijving in punt 2.4.6.) bevatten, worden in het verontreinigde compartiment door middel van een stofzuiger met absoluutfilter ontstoft. Daarna worden de zakken in de douchecel geplaatst en vochtig gereinigd met behulp van een doek of een sproei-installatie. Dit gebeurt door de werknemers die zich binnen de werkzone bevinden en bijgevolg ook alle persoonlijke beschermingsmiddelen dragen. Niemand van deze interne werknemersploeg zal de werkzone langs deze weg verlaten. Een tweede ploeg werknemers, die zich buiten de werkzone bevinden, zullen het materiaalsas van buiten uit betreden. Zij dragen eveneens beschermkledij en aangepaste ademhalingsbescherming. In het zuiver compartiment plaatsen zij de gereinigde afvalzakken in een tweede zak die eveneens hermetisch wordt afgesloten. De buitenste zak of verpakking wordt geëtiketteerd overeenkomstig bijlage II van het Koninklijk Besluit van 3 februari 1998. De zakken worden, na een laatste keuring, in het zuiver compartiment gezet in afwachting dat ze door de buitenploeg werknemers naar de daarvoor bestemde container worden gebracht. Ook hier zal niemand van de buitenploeg de werkzone langs deze weg betreden. Men voorziet uitrusting in verschillende kleuren teneinde de werknemers die zich binnen en buiten de werkzone bevinden duidelijk te onderscheiden. De andere materialen en materieel dienen zorgvuldig met water gereinigd en ontsmet te worden. Vervolgens worden zij afgevoerd. 2.2.5 Controle op de goede werking van het geheel Stofdichtheid van de werkzone Vooraleer de eigenlijke afbraakwerken in de afgeschermde werkzone te beginnen, moet de stofdichtheid van de werkzone gecontroleerd worden. Dit gebeurt aan de hand van een visuele inspectie en een rooktest en gebeurt in aanwezigheid van een afgevaardigde van de Regie.
  • 19. Deze test verloopt in 2 fasen: - Fase I: de afzuiginstallatie is nog niet in werking In aanwezigheid van de afgevaardigde maakt de aannemer een visuele inspectie van de werkzone. Vervolgens wordt een rookinstallatie in de werkzone geplaatst en wordt nagegaan of er eventueel nog openingen zijn waarlangs de rook kan ontsnappen. - Fase II: de afzuiginstallatie wordt in werking gesteld Er ontstaat een lichte inwaartse beweging van de polyethyleenfolie. De rooktest moet een merkbare luchtstroom van het zuiver compartiment naar het uitrustingscompartiment van het personeelssas aantonen. Deze luchtstroom is ook merkbaar doorheen de zone waar de werken zullen uitgevoerd worden en doorheen het materiaalsas. Indien blijkt dat de ruimte niet volledig dicht is, moet onmiddellijk het nodige gedaan worden om hieraan te verhelpen. In geval van twijfel moet de test herhaald worden. In beide gevallen worden de asbestwerkzaamheden uitgesteld totdat de werkzone stofdicht is bevonden. De afzuiginstallatie De constante onderdruk van ten minste 10 Pa ten opzichte van buiten de werkzone, dient gecontroleerd te worden. Een defect aan de afzuiginstallatie wordt gesimuleerd (bvb elektrische stroomonderbreking of gescheurde filter). Hierdoor dient een hoorbaar alarm in de ganse werkzone hoorbaar te zijn. Bijkomend treedt een zichtbaar alarm in werking. 2.3 Controlemetingen van het stofgehalte De metingen met de optische microscopie gebeuren overeenkomstig art. 148 decies 2.5.9.3.2.4° van het A.R.A.B. en volgens de norm NBN T 96-102. De metingen met de transmissie- elektronenmicroscopie gebeuren overeenkomstig art. 148 decies 2.5.9.3.2.4° van het A.R.A.B. en volgens de directe methode (ISO 10312). De luchtmonstername en bijhorende analyse gebeurt door een laboratorium erkend door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. De proeven en de eventuele daaruit voortvloeiende kosten zijn volledig ten laste van de aannemer. Het eventueel stilleggen van de werken en eventuele bijkomende maatregelen geven de aannemer geen recht op termijnverlenging of –uitstel of schadevergoedingen. Metingen: Vóór de aanvang der werken wordt de achtergrondconcentratie aan asbestvezels in de lucht bepaald in de onmiddellijke omgeving van de werkzone. Tijdens de werken moeten atmosfeeranalyses één maal per dag worden uitgevoerd: - In het zuiver compartiment van het personeelssas - Aan de uitgang van het materiaalsas - Aan de uitgang(en) van de afzuiggroep(en) De minimum monsternameduur bedraagt vier uur en het minimaal aangezogen volume bedraagt 0,48 kubieke meter. De aannemer voert bijkomende metingen uit op kritieke plaatsen die, op advies van de deskundige, door de Regie zullen aangeduid worden. Deze plaatsen kunnen wijzigen doorheen de doorlooptijd van de werken. De voortdurende aanwezigheid van een afgevaardigde van het laboratorium is noodzakelijk gedurende al die metingen teneinde toezicht te houden op de monsterneming.
  • 20. De meetfrequentie kan worden verminderd na akkoord van de bevoegde arbeidsinspecteur indien de omstandigheden op de arbeidsplaats niet wezenlijk worden gewijzigd en de resultaten van de twee vorige metingen op dezelfde meetpunten niet hoger lagen dan 0,01 vezel per cm3 . De resultaten van al die metingen moeten in het werfregister worden bijgehouden. Vanaf het ogenblik dat 1 meting hoger ligt dan de vooropgestelde norm bepaald in het A.R.A.B., moeten de werken stilgelegd worden. De nodige maatregelen worden getroffen om de situatie te herstellen. De werken mogen pas hervat worden als de vezelconcentratie lager is dan of gelijk is aan voorgemelde norm. 2.4 Asbestwerken, verpakking en afvoer van het asbestafval 2.4.1 Materieel (niet-limitatieve lijst) - Stofzuiger met absoluutfilter: de filter zal van het ‘absoluut’-type zijn met een rendement van 99,997 %; - Het gebruik van mechanische werktuigen met grote snelheid, schuurschijven en hoekslijpmachines voor het bewerken of snijden van stukken is verboden. Ter vervanging dient men spatels, borstels met stijve haren en ander klein handgereedschap te gebruiken. 2.4.2 Fixatie De asbesthoudende materialen die niet verwijderd worden, moeten door de aannemer gefixeerd worden, teneinde te vermijden dat asbestvezels vrij kunnen komen. Een vloeibaar materiaal, de fixatievloeistof, wordt aangebracht op de te behandelen oppervlakken van de asbesthoudende materialen om te voorkomen dat de asbestvezels los- of vrijkomen van deze materialen door vorming van een ondoordringbaar membraan op hun oppervlakte (oppervlakte- fixatievloeistof) ofwel door penetratie in deze materialen en zich te verbinden met hun samenstellende delen (penetrerende of diepe fixatievloeistof). Het gevormd membraan moet bestand zijn tegen aanstoten en temperatuursveranderingen. De fixatievloeistof mag niet giftig zijn en geen oog- of huidirritaties veroorzaken. De aannemer zal de kwaliteit van het gebruikte product vooraf controleren. Attesten waarin de doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie voorgelegd vóór de uitvoering der werken. Zeer poreuze en / of zuigende oppervlakken kunnen de toepassing van 2 lagen vergen. De aannemer zal erover waken een continue film te bekomen. De eerste laag moet droog zijn vooraleer de tweede aan te brengen. De aannemer zal de richtlijnen van de fabrikant volgen inzake de toepassing, het aantal lagen en de droogtijd. De reactie bij brand van het fixatieproduct zal van klasse A1 volgens NBN S 21-203 zijn. De Regie bepaalt, rekening houdend met de ruimte en de toepassing, of er gebruik zal gemaakt worden van een fixatievloeistof of een latexverf. 2.4.3 Inkapselen
  • 21. De asbesthoudende materialen die niet verwijderd worden en die niet gefixeerd worden volgens de werkwijze bedoeld onder punt 2.4.2. Fixatie, moeten door de aannemer hermetisch ingekapseld worden, teneinde te vermijden dat asbestvezels vrij kunnen komen. Aanbrengen synthetische bekleding De asbesthoudende isolatie van de leidingen wordt afgewerkt met een harde synthetische bekleding onder de vorm van een folie. De bochten en aftakkingen worden bekleed met voorgevormde stukken of met op maat uitgesneden segmenten. De bevestiging van de folie gebeurt met bevestigingsnietjes. De lengte- en dwarsnaden worden afgewerkt met een zelfklevende band van minstens 30 mm breed, in dezelfde kleur als de harde mantel. De uiteinden van de leidingisolatie worden afgewerkt met aluminiummanchetten. Aanbrengen gipskartonplaat De keuze van de samenstelling van de panelen gebeurt op basis van de (eventueel reeds bekende nieuwe) functie van de wand. De panelen worden opgebouwd volgens de klassieke wijze (met behulp van regels en profielen op vloer, wanden en plafond) en worden naadloos afgewerkt. Indien de wanden in natte ruimten toegepast moeten worden, wordt dit vooraf gemeld en moeten daartoe bestemde platen gebruikt worden. 2.4.4 Werkwijze voor het wegnemen van asbest en asbesthoudende materialen Na het aanbrengen van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen en de nodige werfinrichting kan gestart worden met de eigenlijke verwijdering van asbest en asbesthoudende materialen. De aannemer dient ervoor te zorgen dat de verwijdering van het asbest en asbesthoudende materialen zodanig zal gebeuren dat het verspreiden van asbeststof tot een absoluut minimum wordt beperkt. Schade toebrengen aan bestaande installaties of bouwonderdelen dient ten allen tijde vermeden. Indien dit toch het geval zou zijn, is de aannemer hiervoor volledig verantwoordelijk en zullen bijgevolg alle daaruit vloeiende kosten en gevolgen voor zijn rekening zijn. Vanaf het ogenblik dat het asbest en de asbesthoudende materialen, evenals andere materialen of technische installaties e.a., worden weggenomen, is de aannemer hiervoor volledig verantwoordelijk. Hij garandeert hierbij dat de verpakking, het transport, de behandeling, het opslaan, het storten, enz. volledig volgens de wetgeving en de bepalingen van dit bestek zullen verlopen. Voor het verwijderen van het asbest en de asbesthoudende materialen wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende wijzen van uitvoering: a. verwijdering met compartimentering of verwijdering zonder compartimentering b. verwijdering door afzuiging of verwijdering met de hand c. de droge en de natte methode Bij de verwijdering met compartimentering wordt de werkzone volledig afgescheiden van de andere ruimtes waarop dat ogenblik geen asbestwerken plaatsvinden. Bij de verwijdering zonder compartimentering wordt het asbesthoudend materiaal tijdens de behandeling door middel van een "mini-compartiment" (de zogenaamde glovebag of couveusezak) geïsoleerd. Bij de droge methode worden het asbest en de asbesthoudende materialen onbehandeld weggenomen.
  • 22. Bij de natte methode daarentegen, wordt het asbest vóór zijn wegname bevochtigd door verstuiving van een oplossing die via capillariteit het asbestmateriaal binnendringt. Deze vloeistof wordt gebruikt om te voorkomen dat er teveel stof wordt gevormd tijdens de verwijdering van het asbest en de asbesthoudende materialen. Na de grove verwijdering worden de oppervlakken met een handborstel gereinigd en gestofzuigd met behulp van een stofzuiger voorzien van een absoluutfilter. Verwijdering door afzuiging Het asbest en asbesthoudende materialen worden door middel van een speciale vacuüm-zuiginstallatie en daaraan gekoppelde zuigslangen met zuigkoppen direct van de drager weggezogen. Loskomende en afvallende asbeststukken worden over een tweede zuigleiding, van een grotere diameter, aangesloten op een trechter die in de werkzone staat, onmiddellijk afgevoerd. Verwijdering met de hand Het asbest en de asbesthoudende materialen zullen verwijderd worden met handwerktuigen en mechanische werktuigen met lage snelheid op zodanige wijze dat de emissie en de dispersie van de asbestvezels minimaal zijn. In alle gevallen zullen het asbest en de asbesthoudende materialen binnen de werkzone onmiddellijk verpakt worden in stevige polyethyleenzakken. Zie ook verder in punt 2.4.5. Tijdens de werkzaamheden wordt in de onmiddellijke omgeving van de werken een stofzuiger met absoluutfilter gebruikt om de losgekomen en op de grond gevallen stofdeeltjes te verzamelen. Dit afval wordt op dezelfde manier afgevoerd als hiervoor beschreven. Verwijderen van buisisolatie d.m.v. de techniek genoemd "glovebag of couveusezak" De methode is bestemd om kleine hoeveelheden bros asbest in de isolatiematerialen van HVAC- buizen (heating, ventilation, airconditioning), buizen met korte omloop, kranen, voegen, bochtstukken en andere niet vlakke oppervlakken in een niet-gecompartimenteerde werkzone te verwijderen. Voorwaarde hierbij is dat het asbesthoudend materiaal in goede staat is. Indien het asbest in slechte staat aanwezig is, is de methode niet toepasbaar, behalve in geval het materiaal eerst behandeld wordt. De zak is vervaardigd uit doorschijnende polyethyleen- of polyvinylchloridefolie van minimum 0,2 mm dikte. De zak is voorzien van twee lange naar binnen klappende moffen en een intern zakje voor gereedschap. De zak wordt zo aangebracht dat hij het object of het materiaal dat verwijderd moet worden omsluit. Indien gebruik gemaakt wordt van industriële kleefband moet deze zijn goede eigenschappen ook behouden onder extreme temperaturen en bij hoge vochtigheidsgraad. De minimale breedte van de tape is 50 mm. Methode De zak op het te reinigen element plaatsen en sluiten door middel van snelsluitingen of door middel van industriële kleefband. Voor T-verbindingen wordt gebruik gemaakt van speciaal daarvoor bestemde glovebags. Erop letten dat de zak niet te strak rond het element zit, zodanig dat de slang erin kan worden gebracht en met gemak op de te behandelen buis kan worden geschoven.
  • 23. De mouwslangen sluiten door middel van snelsluitingen of industriële kleefband. Het asbest wordt verwijderd. De behandelde leiding flink spoelen, alsook de zak, na daaruit het asbest verwijderd te hebben en via de waterinvoer een fixatievloeistof aanbrengen op het behandelde deel. De aannemer zal de kwaliteit van de gebruikte fixatievloeistof vooraf controleren. Attesten waarin de doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie voorgelegd vóór de uitvoering van de werken. De fixatievloeistof en de gevormde film moeten conform zijn aan de voorschriften van punt 3.3. Alvorens de glovebag te verplaatsen, het afval in de zak goed bevochtigen, teneinde het vrijkomen van vezels te vermijden. Wanneer de glovebag gevuld is, de gebruikte werktuigen in een handschoen nemen en ze naar buiten brengen door de handschoen binnenstebuiten te trekken. De handschoen afsluiten en ze van de glovebag afsnijden. Het geheel naar de volgende glovebag overbrengen. De gebruikte glovebag in een afvalzak steken ter verwijdering. De tweede zak, welke rond de glovebag is aangebracht, wordt eveneens hermetisch afgesloten. De buitenste zak wordt geëtiketteerd overeenkomstig bijlage II van het Koninklijk Besluit van 3 februari 1998. De zakken worden op een op voorhand daarvoor aangeduide plaats gezet in afwachting van verwijdering. Verwijderen van buisisolatie in gecompartimenteerde zone In deze verwijderingsmethode van de isolatie is eveneens het fixeren (conform aan de voorschriften van punt 3.3.) van de buisoppervlakten begrepen. De kostprijs wordt bepaald per lopende meter en is afhankelijk van de buisdiameter (isolatie inbegrepen). Het behandelen van bochten, aftakkingen, e.a., wordt niet afzonderlijk of per stuk aangerekend. Verwijderen van asbestcement Asbestcement zal de aannemer zodanig verwijderen dat het vrijkomen van asbestvezels uit het asbestcement minimaal is. Hiertoe zal hij tijdens de werkzaamheden het asbestcement vochtig houden en geschikte werktuigen gebruiken (d.w.z. handwerktuigen en mechanische werktuigen met lage snelheden). Het verwekte stof wordt afgezogen bij de bron. De asbestcementmaterialen moeten in hun geheel verwijderd worden, het breken van de materialen moet vermeden worden en de materialen mogen niet gegooid worden. Het verwijderen van het asbestcement houdt in dat alle onderdelen, behorende tot het element of zijn constructie (platen, profielen, spijkers, andere bevestigingselementen, …) verwijderd moeten worden. Het werk omvat altijd het demonteren en de evacuatie van de elementen en van de materialen in hun totaliteit met inbegrip van de ophangingen, de steunen, de bevestigingen en alle accessoires.
  • 24. Ingeval van dakbedekking (bvb golfplaten) moeten naast de dakbedekking ook de bijhorende elementen, zoals ventilatieroosters, nokelementen, hoekkepers, kilgoten, randplaten, dakvensters, lichtdoorlatende platen, spijkers, schroeven, bouten e.d. verwijderd worden. Ingeval de dakbedekking uit leien bestaat, worden samen met de leien ook de bevestigingsmiddelen (haken, nagels en stormkrammen) en andere toebehoren (zoals nokken, randafwerking, slabben, …) verwijderd. Voor het verwijderen van tegels worden beide lagen (grondlaag en slijtlaag) verwijderd. Dit houdt ook in het schoon en effen maken van het mortelbed en de voegen. Verwijderen van asbestplaten type Pical Het verwijderen van de asbestplaten houdt in dat alle onderdelen, behorende tot het element of zijn constructie (profielen, spijkers, andere bevestigingselementen, …) verwijderd moeten worden. Het werk omvat altijd het demonteren en de evacuatie van de elementen en van de materialen in hun totaliteit met inbegrip van de ophangingen, de steunen, de bevestigingen en alle accessoires. Ingeval de asbestplaten gelijmd werden, moet het geheel schoon gemaakt worden, d.w.z. alle lijmresten moeten verwijderd worden. Het verwijderen van asbestplaten, gebruikt als vloerbedekking, omvat ook het verwijderen van de eventueel aanwezige afwerklaag. Verwijderen van asbestvinyl – vloer-wandbekleding Het verwijderen van de bestaande bedekkingen, ongeacht het type, de dikte, de bevestigingswijze, … alsmede van de bestaande onderlagen. Zorgvuldig zuiver maken van de alzo bekomen onderlaag (planken, houtvezelplaten, stenen vloeren, beton, chape, …) teneinde alle lijmsporen of andere resten te verwijderen. Hierbij inbegrepen is het herstellen van de door de aannemer beschadigde te behouden constructiedelen. Verwijderen van raamtabletten / dorpels – type masal Het verwijderen van het bouwelement houdt ook het schoon en / of effen maken van het mortelbed en de voegen in. 2.4.5 Verpakking van het asbestafval Het asbestafval (zie omschrijving in punt 2.4.6.) moet verpakt worden in dichtgelaste polyethyleenzakken van voldoende sterkte, welke gedurende het ganse gebruik intact blijven. Bij het vullen van de zakken moet het asbestafval worden bevochtigd om de emissie van asbestvezels te beperken. De zakken worden maximaal voor 2/3 gevuld. Vervolgens wordt de lucht uit de zak weggezogen en wordt de zak hermetisch afgesloten. Overal waar dat mogelijk is, zullen de materialen zo intact mogelijk verwijderd worden en met zorg op de vloer neergelegd worden.
  • 25. In de polyethyleen zakken mogen geen stukken metaal, aluminium, koper, zink, ijzer, … zitten, tenzij duidelijk apart vermeld en verpakt. De grote onderdelen die intact zijn verwijderd, zullen in twee polyethyleenfolies worden gewikkeld en zorgvuldig met kleefband gesloten worden ten behoeve van het transport. Daarna worden zij op paletten geplaatst die verpakt en omringd worden voor het transport. Het afval dat scherpe onderdelen vertoont (bvb nagels, schroeven, metalen latten, kleine gevelbekleding, enz.) die de zakken en de polyethyleenfolies mogelijk kunnen scheuren, dienen in aparte stofdichte verpakkingen gewikkeld te worden en op paletten geplaatst die verpakt en omringd worden voor het transport. De persoonlijke beschermkledij zal op een zelfde manier verwijderd worden als het asbestafval. Eventueel kan de wasbare kledij ontsmet worden met het oog op hergebruik. De dubbele verpakking wordt hermetisch afgesloten en is voorzien van een etiket dat de aanwezigheid van asbest aangeeft, zoals wettelijk voorgeschreven. De afvoer van de zakken en van de andere dichte verpakkingen gebeurt doorheen het materiaalsas. Deze afvoer zal tenminste één maal per dag gebeuren. Tijdens de werkzaamheden wordt in de onmiddellijke omgeving van de werken een stofzuiger met absoluutfilter gebruikt om de losgekomen en op de grond gevallen stofdeeltjes te verzamelen. Dit afval wordt op dezelfde manier afgevoerd als hiervoor beschreven. 2.4.6 Beheer van het asbestafval Worden beschouwd als asbestafval: - De asbestvezels - De asbesthoudende materialen - De materialen die in contact zijn geweest met of besmet zijn door asbestvezels en die in de werkzone niet kunnen ontsmet worden - Het materieel dat in de werkzone gebruikt werd en niet kan ontsmet worden in de werkzone De verpakking, het transport, de behandeling, het opslaan en het storten verlopen volledig volgens de wetgeving en de bepalingen van dit bestek. De aannemer is hiervoor volledig verantwoordelijk. Hij staat in voor het onberispelijk, correct beheer van het werfafval, de asbestmassa, het puin, de folies, de filters, de arbeidskledij, enz. van de werf tot de stortplaats, inbegrepen de voorgeschreven behandeling. De aannemer zal de attesten afgeleverd door de erkende afvalophaler, het behandelingsstation en de uitbater van de stortplaats overmaken aan de Regie. Tijdelijke opslag op de werf in containers De tijdelijke opslag op de werf gebeurt in hermetische afsluitbare stalen containers, die opgesteld worden binnen de werfzone en moet tot het strikte minimum worden beperkt. Het vervoer van het verpakt afval van de materiaalsluis naar de containers gebeurt via een luchtdichte tunnel Men maakt hiervoor gebruik van een dubbele laag stevige polyethyleenfolies met elk een minimum dikte van 0,2 mm. De folies overlappen elkaar minstens 200 mm. De folies worden voldoende gesteund door dragende structuren en platen. De materialen die men hiervoor gebruikt mogen bestaan uit hout of waterbestendige houtfineerplaten, met dien verstande dat ze glad en makkelijk te ontsmetten moeten zijn (gedetailleerde plannen voor te leggen aan de deskundige voor uitvoering der werken).
  • 26. Tijdens de voorlopige stockage van het asbestafval op de werf moet het afval vochtig gehouden worden in de voornoemde containers. De containers worden hermetisch afgesloten van zodra ze vol zijn en binnen de 24 uur van de werf afgevoerd. Ze worden voorzien van een markering waarmee de aard, de samenstelling en de hoeveelheid van het getransporteerde afval kan worden geïdentificeerd. De containers dienen in goede staat te zijn: waterdicht, geen blutsen en met effen vloer. Ze moeten met een klassiek systeem verplaatst kunnen worden. Indien de ganse werkzone als "ontsmet" bevonden is, dient de aannemer er bij de definitieve opruiming voor te zorgen dat zijn materiaal en benodigdheden, inclusief alle afval van het terrein weggehaald worden binnen de contractuele termijn en uiterlijk binnen een termijn van 1 week. Hierbij dienen alle sporen van asbest verwijderd te worden. Eventueel dient de aannemer het terrein extra te reinigen indien de Regie asbestresten terugvindt. Vervoer, behandelen en storten van het asbestafval Het asbestafval wordt toevertrouwd aan een erkend ophaler van asbestafval. Het transport gebeurt volgens de ADR-wetgeving. Het asbestafval, de verpakte afvaleenheden en de container waarin het afval verzameld wordt, moeten degelijk geëtiketteerd en gesignaleerd worden. Bij het verlaten van de werf worden de containers verzegeld en gemerkt met een uniek nummer. De attesten van weging en aflevering op de behandelingsplaats en op de stortplaats moeten dit nummer vermelden. Elke overdracht van asbestafval aan een erkend ophaler van asbestafval gebeurt tegen afgifte van een ontvangstbewijs dat op zijn minst volgende punten vermeldt: - De datum van overdracht - De afkomst van het asbestafval - De aard en hoeveelheid van het asbestafval - De eigenschappen en de samenstelling van het asbestafval - De naam en het adres van de aannemer en de erkende ophaler van asbestafval - De plaats van bestemming van het asbestafval - De transportmodaliteiten - De manier van verwerking en behandeling Een kopij van het ontvangstbewijs alsook de toelating om het afval naar het land of de regio van bestemming te exporteren wordt door de aannemer aan de Regie gezonden. Bij internationaal transport van asbestafval moet voldaan worden aan alle voorschriften, wetten, e.a. die vereist zijn voor de export uit, de transit door en de import in de betreffende landen Het bedrijf dat het asbestafval zal opslaan, behandelen en/of verwerken dient vóór de ontvangst van het afval de vereiste vergunningen aan de bevoegde overheid over te maken. De aannemer blijft verantwoordelijk voor het afval. In afwachting van het aanleveringsbewijs dat na behandeling geleverd wordt, vraagt de aannemer een acceptatiebewijs aan de behandelings- of stortplaats aan. Een kopij hiervan wordt aan de Regie overgemaakt vóór de aanlevering van het asbestafval. Deze attesten vermelden onder andere het nummer van de container waarin het asbestafval zich bevond, het gewicht ervan voor en na de behandeling en het gestort gewicht.
  • 27. Het asbestafval, met uitzondering van het asbestcement, wordt gestort op een erkende klasse 1 stortplaats nadat het asbestafval vooraf minstens de behandelingen heeft ondergaan die opgelegd worden door de uitbater van deze erkende klasse 1 stortplaats. Het asbestcement (platen, leien, …) wordt gestort op een daartoe erkende stortplaats volgens de voorschriften die opgelegd worden door de uitbater van deze erkende stortplaats. De brokstukken, puin, stof … van asbestcement moeten echter behandeld en gestort worden op een erkende klasse 1 stortplaats. De kosten zijn volledig ten koste van de aannemer. Dit houdt volgende kosten in: - De tijdelijke opslag op de werf - Het transport - De ontvangst - Het wegen - Het verwerken - Het behandelen - De betonnerings- of verglazingskosten - De stortkosten - De milieuheffingen - De eventuele dossierkosten voor de export van het afval - e.a. 2.4.7 Reiniging van het afvalwater De aannemer plaatst de nodige voorzieningen, in functie van het te verwachten waterverbruik, voor de afvoer van het afvalwater (afkomstig van de douchecellen, van het materiaalsas en, indien toegepast, van de vochtige reinigingsmethode). Hij neemt voldoende maatregelen zodat de asbestconcentratie van het afvalwater lager is dan 30 gram per m3 (K.B. van 1988.12.29). Hiervoor wordt het water onder andere gefilterd tot 1 micron. Zolang aan deze voorwaarden niet voldaan is, mag het afvalwater niet geloosd worden. De aannemer zal regelmatig controles doen (minstens 2x per week). De resultaten van de metingen worden aan de Regie overgemaakt. Het afvalwaterzuiveringssysteem wordt opgesteld buiten de werkzone. De filters worden beschouwd als asbestafval. 3 VRIJGAVE VAN DE WERKZONE 3.1 Reiniging en fijnreiniging Wanneer de asbestafbraak is uitgevoerd, voert de aannemer een reiniging en fijnreiniging uit met aangepaste middelen zoals borstels natte doeken, enz., van de gehele werkzone, met name van al de oppervlakken van de werkzone zoals van alle bouwdelen en technische uitrustingen die er zich bevinden, van de polyethyleenfolies, van het gereedschap, van andere objecten … Tijdens de fijnreiniging dient men een stofzuiger met absoluutfilter te gebruiken. Vervolgens worden alle oppervlakken van de werkzone op vochtige wijze fijngereinigd. Het fijnreinigen wordt voortgezet totdat er geen enkel spoor van zichtbaar stof, puin of resten meer aanwezig is in de werkzone. De elektrische dozen, lichttoestellen, ventilatiekokers, roosters, … zullen geopend worden en ontsmet van asbest. Eventuele stroomonderbrekingen dienen te gebeuren in samenspraak met de bezetter van het gebouw en met de Regie.
  • 28. Na de fijnreiniging van de werkzone dient 24 uur gewacht teneinde de vezels in suspensie toe te laten opnieuw te bezinken. Alle oppervlakken van de werkzone zullen daarna opnieuw worden fijngereinigd op vochtige wijze en met een stofzuiger met absoluutfilter De aannemer zal een volledige inspectie van de gehele werkzone met inbegrip van de volledige decontaminatie-eenheid uitvoeren. Indien nog resten of puin van asbest gevonden worden, zal de aannemer alle verrichtingen hiervoor vermeld moeten herbeginnen. De absoluutfilters van het luchtafvoersysteem en van de stofzuiger worden verwijderd en afgevoerd als asbesthoudend materiaal. In beide toestellen wordt een nieuwe absoluutfilter geplaatst. In aanwezigheid van de afgevaardigde van de Regie worden alle oppervlakken visueel gecontroleerd. Indien er nog stof, puin of andere resten van asbest worden gevonden, zullen alle verrichtingen hiervoor vermeld moeten herbegonnen worden. Indien meerdere werkzones in elkaars omgeving zijn opgebouwd, dient men al het nodige te doen om herbesmetting van de reeds gereinigde zones te voorkomen. Bij de visuele inspectie zullen daarom de reeds gereinigde en gecontroleerde zones eveneens geïnspecteerd worden. Indien geen puin of stof meer wordt aangetroffen, zal de leidende ambtenaar de toelating geven voor de uitvoering van de vrijgavemetingen. 3.2 Vrijgavemetingen De aannemer zal de metingen opgelegd door artikel 148 decies 2.5.9.3.2.4°.c van het A.R.A.B. en overeenkomstig de norm NBN T96-102 door een erkend labo laten uitvoeren, ten einde na te gaan of de resterende concentratie aan asbestvezels gelijk is aan of lager dan 0,01 vezel per cm3 (10.000 vezels per m3 ). Ingeval van meerdere werkzones, kan de Regie eveneens een meting laten uitvoeren in een andere, reeds gereinigde werkzone, teneinde eventuele herbesmetting vast te kunnen stellen. Tijdens de metingen moet de afzuiginstallatie afstaan en moet de lucht verstoord worden ter simulatie van de latere werkomstandigheden. Een bevoegd persoon van het laboratorium zal gedurende de ganse meettijd op de werf aanwezig zijn teneinde toezicht te kunnen houden op de monsterneming. Als de resterende concentratie aan asbestvezels de voornoemde norm niet overschrijdt, geeft de afgevaardigde van de Regie de toestemming op de oppervlakken te fixeren. Ingeval de voornoemde norm wordt overschreden, dient de aannemer de fijnreinigingswerken te herbeginnen tot de nieuwe vrijgavemetingen aantonen dat de norm niet meer wordt overschreden. De kosten en termijnen tengevolge van al deze verrichtingen zijn ten laste van de aannemer. 3.3 Fixatie der oppervlakken Om ervan verzekerd te zijn dat geen asbestvezels achterblijven, welke in de loop der jaren zouden kunnen vrijkomen, zal de aannemer alle oppervlakken van de werkzone behandelen met een speciaal voor dit doel ontwikkelde fixatievloeistof, die zal toelaten de eventueel ter plaatse gebleven vezels te fixeren.
  • 29. Bij gebruik van de fixatievloeistof op metalen oppervlakken verhindert dit product tevens het roesten van het metaal. De aannemer zal de kwaliteit van het gebruikte product vooraf controleren. Attesten waarin de doeltreffendheid van dit middel wordt gewaarborgd, dienen aan de Regie voorgelegd vóór de uitvoering der werken. Zeer poreuze en / of zuigende oppervlakken kunnen de toepassing van 2 lagen vergen. De aannemer zal erover waken een continue film te bekomen. De eerste laag moet droog zijn vooraleer de tweede aan te brengen. De gevormde film moet bestand zijn tegen aanstoten en temperatuursveranderingen. De fixatievloeistof mag niet giftig zijn en geen oog- of huidirritaties veroorzaken. De aannemer zal de richtlijnen van de fabrikant volgen inzake de toepassing, het aantal lagen en de droogtijd. De reactie bij brand van de fixatievloeistof zal van klasse A1 volgens NBN S 21-203 zijn. Vooraleer met de definitieve opruiming te beginnen, worden alle folies en kleefband eveneens volledig besproeid met de fixatievloeistof. 3.4 Einde van de werken 3.4.1 Afbraak compartimentering Na de vrijgave van de werkzone en de fixatie van de oppervlakken, geeft de afgevaardigde van de Regie de toestemming om de collectieve bescherming af te breken. Alle werktuigen en uitrustingen worden gedecontamineerd en afgevoerd op het moment zoals voorzien in de reinigingscyclus. Bij de verwijdering van een extractor uit de werkzone, dient de buitenkant van het toestel die in contact is met de zone, eerst gereinigd te worden. Vervolgens wordt de toevoeropening met polyethyleenfolies volledig dichtgeplakt om verontreiniging van de aangrenzende zones te voorkomen. De beschermende polyethyleenfolies zullen eerst van de vloer en de muren worden verwijderd; vervolgens worden de overige delen van de compartimentering, alsook de sluitingen aan deuren, ramen, … weggenomen. Vervolgens wordt alle afval (folies, kleefband, …), met als laatste het materiaalsas, in containers verwijderd. De ganse oppervlakte die vrijgekomen is na het verwijderen van de folielagen, dient hierna vochtig gereinigd. De aannemer dient metingen (= luchtbemonsteringen) te laten uitvoeren door een erkend laboratorium, ten einde na te gaan of de eventuele aanwezigheid van asbestvezels in de lucht de opgelegde norm niet overschrijden. Deze metingen gebeuren in aanwezigheid van de deskundige. Pas als aan deze norm voldaan wordt, kan de zone als "ontsmet" worden aanvaard. In geval van een hogere waarde dan deze norm, moeten alle verrichtingen vanaf punt 3.1. herbegonnen worden tot het vereiste niveau wordt gehaald. Alle extra kosten hiervoor zijn ten laste van de aannemer.
  • 30. Indien de ganse werkzone als "ontsmet" bevonden is, dient de aannemer ervoor te zorgen dat zijn materiaal en benodigdheden, inclusief alle afval van het terrein weggehaald worden binnen de contractuele termijn en uiterlijk binnen een termijn van 1 week. Hierbij dienen alle sporen van asbest verwijderd te worden. Eventueel dient de aannemer de werfruimtes extra te reinigen indien de leidend ambtenaar asbestresten terugvindt. De aannemer is volledig verantwoordelijk voor deze opruiming en vrijgave en kan bijgevolg geen aanspraak maken op bijkomende termijnen, noch op kosten. 3.4.2 Waarborg van goede uitvoering De aannemer is verantwoordelijk voor de asbestverwijdering. Eveneens dient hij ervoor te zorgen dat er zich geen herbesmetting van de reeds gereinigde werkzones kan voordoen. Hij dient de aanvaardingscriteria voor het geheel van de werkzones te bekomen. Alle kosten en termijnen die voortvloeien uit deze verrichtingen zijn te zijner laste. Bij het einde van de werken wordt een tegensprekelijke staat van vergelijking opgemaakt met vaststelling van de mogelijke schade ten opzichte van de toestand vermeld in de plaatsbeschrijvingen bij de aanvang der werken. De aannemer is verantwoordelijk voor elke beschadiging die hij toebrengt aan de bestaande installaties en gebouwen en is er toe gehouden alles terug in zijn oorspronkelijke staat te brengen of de schade te vergoeden.
  • 31. TECHNISCHE BEPALINGEN. 01.01.41 Aanvragen van vergunningen TP. Omschrijving Volgens artikel 1.4 van de algemene bepalingen Toepassing : Aanvragen van alle nodige vergunningen. Aard van de overeenkomst Totale prijs (TP) 01.01.61 Compartimentering TP Omschrijving Opbouw volgens artikel 2.2 van de algemene bepalingen. Afbraak volgens artikel 3.4.1 van de algemene bepalingen. De aanwezige losse elementen zullen worden verwijderd door de bezetter. Toepassing : Afsluiten van de volledige werfzone volgens de wettelijke voorschriften. Één zone op te bouwen op de verdieping +1 rondom liftschacht. Schacht mede af te sluiten. Aard van de overeenkomst Totale prijs (TP) één TP voor opbouw en afbouw van alle zones. 01.10.62 Verwijderen van een binnenwandbekleding uit asbestcementplaten FH m² Omschrijving : De lift is uit dienst genomen. Wegnemen van de buitenbekleding liftschacht door het losschroeven van de panelen. Uitnemen van een binnenwandbekleding bestaande uit asbestcementplaten. Aan de platen gefixeerde onderdelen mogen worden afgekoppeld met mede afgevoerd. Inbegrepen : - Alle veiligheidsmaatregelen inherent aan dit soort van specifieke werken. - De aandacht wordt gevestigd op het feit dat de aannemer nauwgezet de wettelijke regels en procedures op dit vlak moet naleven. - Verwijderingsattest conform de geldende regels en wetten. Toepassing : Binnenwandbekleding lifschacht. Aard van de overeenkomst : Forfaitaire hoeveelheid (FH) Meetwijze : meeteenheid : m² meetcode : uit te breken netto-oppervlakte asbestcementplaat.
  • 32. De offerte dient ondertekend te worden ingediend opgesteld op officiële offerte document aannemer met vermelding van adres, telefoonnummer, btw nr. Bedrag zonder en met btw (21%). Prijsopgave. 01.01.42 Aanvragen van vergunningen TP. 1 01.01.61 Compartimentering TP 1 01.10.62 Verwijderen van een binnenwandbekleding uit asbestcementplaten FH 3.85 m² 0.90 x 1.15 = 1.03 0.9 x 1.70 = 1.53 0.90 x (1.15+1.70)/2 = 1.28