2. Helemaal niet, helemaal geen
De dienst marketing heeft helemaal geen goede
resultaten geboekt.
In Wallonië rijden de treinen helemaal niet.
De baas van Bert is helemaal niet tevreden over de
ATTENTIE!
resultaten.
1. dezelfde positie als niet of geen
Hij woont (helemaal) niet in het centrum van
Leuven.
Hij heeft (helemaal) geen cadeautje gekocht.
2. versterkt negatie
3. Meneer Banaan
1. Is dit een appel?
2. Is deze banaan blauw?
3. Spreekt deze banaan Nederlands?
4. Kost deze banaan €1000?
5. Komt deze banaan uit China?
6. Is deze banaan getrouwd?
7. Heeft deze banaan 2 voeten?
8. Heeft deze banaan kinderen?
9. Eet deze banaan graag frietjes?
10. Ontbijt deze banaan ’s morgens?