1. Coachavond
Zaalhockey
dinsdag 4 december 2012

2. Coachavond zaalhockey
Agenda
Organisatie Paula van Eijk
Techniek en tactiek Olaf Heskes

3. Zaalhockey organisatie.

4. Wedstrijdformulieren.
 Coaches hebben de wedstrijdformulieren
 De laatste (zaalleiding of) coach levert de roze formulieren van de hele
dag in.
 Geen zaalleiding, lever dan alle witte doordrukken dezelfde dag in.
 Alles naar wedstrijdsecretariaat Esther Schouten, Eikbosserweg 254
 Wedstrijdprogramma in de standenmotor is leidend: check voor
vertrek, www.knhb.nl of de site van HMHC.

5. Coaches
 Zorg voor een verzameladres en mail dit aan je team.
 Bel je scheidsrechters en zaalleiding. Zij staan meestal
ingedeeld per blok van 2 uur.
 Zorg voor alle wedstrijdformulieren als je team zaalleiding heeft.
Je krijgt ze van je coördinator.
 Haal de tas met spullen voor de zaalleiding.
 Kerkelanden: in kast 44, geen sleutel
 Dudok: in Li bovenkastje aan het eind van de kasten gang,
sleutel bij receptie.
 Fuik, grijze kast in kamertje.
 Lieberg , Bremlaan 1, 1213 SW Hilversum.
 Meld kaarten, onregelmatigheden en schades meteen bij
wsjun@hmhc.nu

6. Trainingen
 zalen: Dudok, Kerkelanden, De Meent, Eikenrode en de Blijk
 Check (wisselend) schema op de site.
 Stop 5 minuten voor eind om nog op te ruimen.
 Controleer de kleedkamers voor en na de training.
 Vraag ouders te helpen bij het uitleggen en opruimen van de
balken.
 Laat geen rommel achter in de zaal.
 Buiten trainen mogelijk, er zijn veldbalken

7. Aandachtspunten.
 Controleer op het dragen van schone schoenen, geen afgevende
zwarte zolen en het dragen van gebitsbeschermer en scheen
beschermers.
 IJzeren keepersgespen zijn verboden (afgeplakt mag dus ook niet)
 Maximaal 12 spelers per team, geen vriendjes en kleine broertjes of
zusjes op de bank.
 De scheidsrechter moet ook kunnen meerijden naar de Fuik en weten
waar er verzameld wordt.

8. Gele kaarten.
 2e gele kaart : eerste volgende wedstrijd geschorst, ook als het de
volgende blokwedstrijd is!!!
 3e gele kaart : eerste volgende wedstrijd geschorst.
 4e en verder: 2 volgende wedstrijden geschorst
 De speler en coach zijn zelf verantwoordelijk.
 De aanvoerder is verantwoordelijk voor invullen gegevens op
wedstrijdformulier
 De coach meldt elke kaart meteen bij wsjun@hmhc.nu

9. Rode kaart
 Elke rode kaart betekent schorsing van minimaal de eerst volgende
wedstrijd.
 Speler en coach zijn verantwoordelijk voor melding wsjun@hmhc.nu
en rapportage.

11. Wedstrijdbespreking
 Ga ruim voor de wedstrijd met je team bij elkaar zitten. Alle spelers
moeten dan al klaar zijn voor de wedstrijd. Dus tenue en
scheenbeschermers al aan!!
 De coach vraagt wat er op welke positie van de spelers wordt
verwacht !!!!
 De standaardsituaties worden doorgesproken, zoals de strafcorner
aanvallend en verdedigend, vrije slagen, etc.
 De opstelling wordt bekend gemaakt aan het team.
 Doornemen met het team hoe je wilt gaan wisselen. Geef
wisselspelers een taak op de bank of op de tribune !!!
 Er wordt in ieder geval regelmatig gewisseld!!!!! (iedereen speelt !!)

12. Wisselen
Wisselen tijdens de wedstrijd mag op elk moment van de wedstrijd,
behalve als een strafcorner is toegekend!!!
Altijd eerst een speler het veld uit dan de ander erin.
Er zijn 2 soorten manieren van wisselen:
Twee teams die in zijn geheel wisselen.
 Voordeel: iedereen weet wat zijn positie is.
 Nadeel: moeilijk om 2 even sterke groepen te maken.

13. Wisselen
Elke 6 a 10 minuten bijv. 2 wissels in brengen.
 Voordeel: door de sterke spelers of de meer ervaren spelers wat meer
te laten spelen is het resultaat vaak beter en leren de onervaren
spelers sneller bij. Daarnaast kan je doelgerichte individuele
aanwijzingen geven aan de gewisselde spelers.
Jongere spelers leren zo op veel verschillende posities spelen.
 Nadeel: dit kan onrustig worden als de spelers niet goed weten op
welke positie ze moeten gaan staan. Zeg dus niet alleen je valt in voor
Pietje maar laat ze ook aan Pietje vragen waar hij staat !!!

14. HMHC Zaalhockey ‘tip 10’
1. Zit laag bij bb van de tegenstander.
2. De balk is een extra medespeler.
3. Over rechts naar voren en links scoren.
4. Diagonaal naar links lopen is meestal balverlies.
5. Achterlijn bezetten.
6. De man met de bal is altijd voor de keeper.
7. De strafcorner aanvallend beslist de wedstrijd.
8. De verdedigende strafcorner kan de wedstrijd beslissen.
9. Weet van te voren wat je tactisch gaat doen.
10. Speel altijd met geloof in eigen kunnen, respect voor de tegenstander
en scheidsrechter, voor en met elkaar, en met heel erg veel plezier!!

15. Legenda
= tegenstander = weg die bal aflegt
= HMHC = loopweg speler zonder
bal
= loopweg van speler met
bal
K = keeper = bal
La = links achter
Ra = rechts achter
Lm = links midden bb = balbezit
Mm = midden midden nbb = niet balbezit
Rm = rechts midden
Sp = spits
Lv = links voor
Rv = rechts voor

16. Uitgangspositie balbezit
Basisposities dobbelsteen; K-2-1-2
• Er zijn vele mogelijkheden mogelijk, LV RV
maar wij kiezen in balbezit voor 2
verdedigers, 1 middenvelder en 2
diepe spitsen.
MM
• Alle posities kunnen door diverse
spelers worden ingevuld.
LA RA
K

17. techniek/tactiek balbezitter
Forehand ‘sterk’ lopen !!!
• De ideale oplossing voor een solide
opbouw.
• Forehand ‘sterk’ lopen over de
‘zwakkere’ backhand van de MM
tegenstander.
• Volledig overzicht over de
vervolgactie. RA
(rechts naar voren, links LA
scoren……..)
• ‘Geen’ gepriegel met de backhand.
Valkuil is een te kleine ‘bocht’ !!!

18. Uitverdedigen/opbouw over
RV
rechts
LV
2
1. Bal gaat van de RA via de balk naar
de RV 2A
MM
2. Bal gaat van de RA naar de MM en
1
direct naar de RV.
2A. Bal gaat van de RA naar de MM LA
en via de balk naar de RV
RA
K

19. Uitverdedigen/opbouw over links
RV
LV
1. Bal gaat van de LA naar de RA dan
weer zelfde vervolg als bij rechts
uitverdedigen (zie vorige dia)
MM
2. Bal gaat van de LA naar de MM met
hetzelfde vervolg als bij het rechts 2
uitverdedigen.
LA 1
RA
K

20. Uitgangspositie balbezit;
Aanvalsopbouw met 3 ‘verdedigers’ 5
RV
Boot LV
Aandacht voor de links-achter:
inspeel bal kan niet rechtstreeks of via 4
een balk.
MM
1. Loopactie van de la in de richting
v/d as. Let op vision voorwaarts
2. Mm laat zich zakken tot aan de 2
linkerbalk.
3. Ra zoekt de rechterbalk op.
3
4. RV laat zich zakken in de as.
5. LV zoekt diepte op de as v/h veld.
1 RA
LA
Let op: speel dit bij volledig press in vorige K
opbouw.
‘Kracht’ zit in de nieuwe ruimtes i.v.m. de
afwisseling!

21. Uitgangspositie balbezit;
Aanvalsopbouw met 3 ‘verdedigers’ LV
Boot
Opties voor MM & RA:
Andere speellijnen komen open!
1. Probeer de as in te spelen bij de
nieuwe MM. (De vorige RV) Daarna
diep !!
2. Probeer gelijk de diepe spits in te
spelen. Dit tussen de MM en de
R/LA van de tegenstander door.
RV
Let op: herkenning en ‘super’ voetenwerk zijn
van MM
RA
essentieel belang om tot een succesvolle
uitvoering te LA
komen!
K
MEESTAL VIA DE LINKERKANT !!!

22. 2.7 Uitgangspositie balbezit 1c RV
LV 1a
RV in bb rechts in de cirkel m.m.v RA 1c
Opties rechts in de cirkel: Nooit zelf 1b
MM
scoren !
1a. Zelf actie maken naar achterlijn en
bal ‘loodrecht’ terug naar de RA. (in
de cirkel) LV gaat naar 2e paal.
1b. Bal breed in de cirkel naar MM. RA
1c. Zelf scoren of voorzet naar éé n v/d
palen voor tip in. Altijd beide palen
bezetten!
Let op:
ga nooit stil staan in de hoek, want dat is
makkelijk te verdedigen door de tegenstander. LA
Altijd blijven lopen of bal terug spelen.
K
Alle posities kunnen uiteraard door
wisselende
spelers worden ingevuld!

23. Uitgangspositie balbezit
Vrije slagen rond de cirkel.
Belangrijk is hier om de tegenstanders in
beweging te krijgen !!!
Let op de nieuwe zelfpass regels !!! 3m
 Bal moet min 3m buiten de cirkel
genomen worden.
 Bal moet min 3 meter rollen voordat 1
deze de cirkel in mag.
2
Bal mag nog steeds niet in een blok van de
tegenstander gespeeld worden !!!
Veiligheid !!!
Leuk is het om teams hun eigen varianten te
laten
bedenken !!! Maak vaste afspraken !!!

24. Uitgangspositie balbezit
Strafcorner aanvallend rechtstreeks 1
• Voluit aangeven. Niet inhouden !!!
• Stop buiten de cirkel.
• Op ‘kop’ van de cirkel directe push
op doel van binnen de cirkel.
• Zorg voor dreiging d.m.v. een
afschuif pos.

25. Uitgangspositie balbezit
Strafcorner aanvallend afschuif 2
• Voluit aangeven. Niet inhouden !!!
• Stop buiten de cirkel.
• Op ‘kop’ van de cirkel dreiging van
een directe push op doel van binnen
de cirkel.
• Afschuif naar links in de cirkel.
• Push direct op doel. (laag)
• Terug naar de aangever.
• Tip bij 2 e paal.

26. Uitgangspositie balbezit;
Strafcorner aanvallend variatie 3 & 4. 4
3
3 ‘Kort’ aangeven van links.
• Direct push op goal.
• Terug naar de aangever.
OF
4 ‘Kort’ aangeven van rechts.
• Direct op doel.
• Door naar kop v/d cirkel
• Terug naar de 1 e paal /
aangever.

27. Uitgangspositie nbb / press K
positie v/d bal bij rechtsachter
Dobbelsteen 5
 Geen mandekking maar zonedekking !!!
 Stick plat op de grond. (taartpunt RV
effect)
 Handschoen v/d LV op de grond MM
tegenover de bal.
 De as van het veld dichtzetten.
 LA zet de balk dicht. (staat vaak te RA
‘laag’)
K

28. Uitgangspositie nbb / press K
positie v/d bal bij linksachter
Dobbelsteen 5
 Geen mandekking maar
zonedekking !!!
 RV stick plat op de grond. RV
L
(taartpunt effect) V
 Krul van de stick v/d RV op de MM
grond tegenover de bal.
 De as van het veld dichtzetten. RA
LA
 RA zet de balk dicht. (staat vaak te
‘laag’)
Geduld is altijd een goede raadgever !!!
Wacht op de verkeerde pass, dan in één
K
keer
allemaal volle druk zetten !!!

29. Uitgangspositie nbb/ press K
Spelen tegen ‘Boot’.
Kerstboom
 Speler op de as, de MM, geeft druk op MM
de opbouwspeler! Stick op de grond!
 De LV & RV komen zodanig naar de as
toe totdat alle passes langs de MM L
V RV
gedekt zijn.
 De LA & RA doen idem bij LV & RV.
LA RA
 Positie v/d keeper is meer richting kop
v/d cirkel!
 LET OP: DE AS MOET DICHT ZIJN !!!
K

30. Uitgangspositie nbb;
Vrije slag verdedigend.
• Er is een tweemansblok van MM & RV.
• Bij een spelverplaatsing zal de LV meteen
druk zetten op de bal, of indien mogelijk
op de interceptie spelen.
• Bij de palen wordt er mandekking
gespeeld door LA & RA. RV
MM
• Indien de speler achter het blok gaat LV
lopen, stapt een van de spelers uit het
blok om druk op hem te zetten.
K

31. Uitgangspositie nbb;
Vrije slag verdedigend.
• Er is een driemansblok.
• Bij een spelverplaatsing zal de RV meteen
druk zetten op de bal, of indien mogelijk
op de interceptie spelen.
• De MM zal zich laten zakken om de
diagonaal dicht te zetten. LV sluit bij naar
BK.
LV MM RV
• Bij de palen wordt er mandekking
gespeeld door LA & RA.
• Indien de speler achter het blok gaat
lopen, stapt een van de spelers uit het K
blok om druk op hem te zetten.

32. Uitgangspositie nbb;
Strafcorner verdedigend links.
Keeper loopt 3 meter uit of loopt helemaal uit K
naar 3 4
de kop v/d cirkel (variatie is altijd leuk).
1. 2e Uitloper loopt achter de keeper langs
en zet druk op afschuif links. Zet pass
naar aangever dicht.
2. 1e Uitloper zet druk op (sleep)push op kop
cirkel.
3. Loopt naar linkerpaal.
4. Loopt achter keeper langs naar
rechterpaal.
5. Loopt op de rebound positie. (niet naar de
middenlijn !!!) 1
2
5
3 4

33. Uitgangspositie nbb;
Strafcorner verdedigend rechts.
Keeper loopt 3 meter uit of loopt helemaal uit K
naar 3 4
de kop v/d cirkel (variatie is altijd leuk).
1 1 e Uitloper loopt achter de keeper langs
en zet druk op (sleep)push. Zet pass dicht
naar aangever.
2 2 e Uitloper zet druk op afschuif in het
midden op de kop van de cirkel.
3 Loopt achter keeper langs naar linkerpaal.
4 Loopt naar rechterpaal.
5 Loopt op de rebound positie. (niet naar de 1 2
middenlijn !!!)
5

35. Regelwijzigingen
 Er zijn voor dit seizoen GEEN regelwijzigingen.
 Dus ook het “eigen doelpunt” kennen we niet in de zaal; de bal moet
dus nog steeds door een aanvaller in de cirkel gespeeld worden.

36. Regels (ter herinnering)
Verdediger
 Indien een verdediger bij een strafcorner te vroeg uitloopt, wordt de
strafcorner opnieuw genomen en moet deze verdediger achter de
middenlijn plaatsnemen. Indien de doelverdediger of de vliegende
keep te vroeg uitloopt wordt een andere verdediger achter de
middenlijn gestuurd. De verdedigende partij bepaalt zelf direct welke
verdediger dit moet zijn. In beide gevallen verdedigt het team de
strafcorner met een man minder. Verdedigde men met een aanvaller
achter de middenlijn, dan mag deze aanvaller niet alsnog gaan
verdedigen.

37. Regels (ter herinnering)
Aanvaller
 Indien een aanvaller te vroeg de cirkel inloopt moet hij ook achter de
middenlijn plaatsnemen. De aan-valler die de corner neemt mag niet
doen alsof hij de bal speelt. Maakt hij een duidelijke schijnbeweging
om een verdediger te vroeg te laten uitlopen, dan moet hij naar de
middenlijn en als aangever worden vervangen en dan hoeft de te
vroeg uitgelopen verdediger niet naar de middenlijn.

38. Regels (ter herinnering)
 Indien uit een strafcorner die nog niet beëindigd is direct een nieuwe
strafcorner volgt zullen de hierboven beschreven regels van kracht
blijven

39. Spelhervattingen
 Een spelhervatting (vrije push, inpush, uitpush en beginpush) mag met
een self-pass worden genomen. Dit geldt niet voor het nemen van een
strafcorner, strafbal en bully. De nemer moet duidelijk en zichtbaar een
poging doen de bal te stoppen voordat hij de spelhervatting mag
nemen. Het niet of onvoldoende controleren van de bal dient direct
bestraft te worden met een vrije push tegen.

40. Spelhervattingen
Krijgt een aanvaller dicht bij de cirkel een vrije push of inpush
dan moet de bal teruggelegd worden tot 3 meter buiten de cirkel.
Er staat geen “stippelcirkel” in de zaal.

41. Spelhervattingen
 Bij een spelhervatting voor de aanvallende partij op de helft van de
tegenpartij moet iedere ander dan degene die de spelhervatting neemt
op 3 meter afstand staan. De bal mag niet rechtstreeks de cirkel in
worden gespeeld. Dit mag via de balk, via of door een andere speler of
nadat de bal eerst minimaal drie meter is verplaatst. Bij dit laatste geldt
dat na het nemen de bal minimaal 3 meter moet hebben afgelegd
voordat degene die de spelhervatting heeft genomen zelf de bal de
cirkel in mag spelen.

42. Spelhervattingen
 De (drie meter) afstandregel bij spelhervattingen moet strikt worden
toegepast; dit geeft duidelijkheid en vermindert de kans op gevaar.
 Drie meter betekent drie échte meters.

43. Spelhervattingen
 Een vrije push wordt genomen “op of nabij” de plaats van de
overtreding. Wees alert en laat de bal op de juiste plaats leggen. Met
de self-pass heeft men snel extra voordeel als de bal niet op de juiste
plaats wordt genomen. Overnemen is geen optie: het is óf doorspelen
óf een vrije push tegen.

44. Spelhervattingen
 Indien een aanvallende vrije push is toegekend voor een overtreding
op de helft van de tegenpartij, moet de vrije push ook op die helft
worden genomen (omzeilen van de beperkingen op de aanvallende
helft is niet toegestaan: anders vrije push tegen).

45. Gebruik van lichaam en
stick
 De opvatting rond het bestraffen van het “door de man spelen” (“blok”)
is anders dan de afgelopen jaren. Er wordt te snel gefloten voor een
overtreding van de aanvaller. Het feit dat een tegenstander zijn stick
op de grond legt betekent niet dat elke pass in die richting is
geblokkeerd. Slechts een harde pass van dichtbij (minder dan 3 meter)
die bewust door een tegenstander heen wordt gespeeld die zijn stick al
op de grond heeft is verboden en moet worden afgefloten
(blessuregevaar!). Criteria zijn dus: gevaar, opzet en de afstand tot de
tegenstander. Omdat er dus duidelijk sprake moet zijn van opzet, hoort
er naast de spelstraf bij de eerste keer ook een groene kaart. Bij
herhaling volgt daarna direct geel.
 Wordt aan bovengenoemde criteria niet voldaan is er geen sprake van
een overtreding; dus niet elke bal richting een lage stick hoeft te
worden afgefloten, alleen de bewuste harde bal van dichtbij.

46. Gebruik van lichaam en
stick
 Duidelijk moet zijn dat de stick al op de grond ligt alvorens de bal wordt
gespeeld. Als de speler zijn stick pas op de grond legt nadat de bal is
gespeeld, kan dit nog steeds veel pijn doen maar is geen sprake van
een overtreding.
 Een verdediger die duidelijk met zijn stick en/of lichaam een pass of
looplijn bij de balk “dichtzet” moet worden beschermd als een aanvaller
de bal hier doorheen wil te spelen. De aanvaller zal een andere weg
moeten kiezen, want de weg langs de balk is door de verdediger
reglementair afgesloten.

47. Spelen van de bal
 Wanneer de speelbeweging wordt ingezet op meer dan 50 cm van de
bal, dan is er sprake van een slapshot en dat is een slag, dus
verboden.
 Wanneer in het normale spel de bal omhoog gaat, geldt een maximaal
toelaatbare hoogte van 10 cm. Ook als de bal minder dan 10 cm van
de grond gaat, kan de tegenstander hier in bepaalde gevallen hinder
van hebben. In die gevallen moet je ook voor hoog fluiten. Als bij het
stoppen de bal niet meer dan 30 cm opstuit en er geen tegenstander in
de buurt is die de bal kan spelen, kun je het spel door te laten gaan.

48. Spelen van de bal
 Onder liggend spelen wordt verstaan: echt liggen, of een knie, arm
of hand aan de grond hebben. De hand die de stick vasthoudt mag bij
het spelen van de bal met de stick wel op de grond komen. Als een
aanvaller in de cirkel naar de bal duikt en scoort, is het van belang
wanneer de bal wordt geraakt. ‘Zweeft’ hij als hij de bal speelt, dan is
er sprake van een geldig doelpunt. Ligt hij al op de grond voordat hij de
bal speelt, dan is het een overtreding.

49. Keeper
 De standaard keeper (dus met volledige uitrusting), moet zijn helm
ophouden. Dat moet om het risico van blessures tegen te gaan; de
keeper zal immers vaak met zijn lichaam zijn doel verdedigen. Deze
keeper mag alleen op zijn eigen helft spelen (behalve om – zonder
helm natuurlijk -een strafbal te nemen).
 Een vliegende keep is een veldspeler die zonder keeperuitrusting als
keeper optreedt. Hij is verplicht om een helm te dragen bij het
verdedigen van een strafcorner of strafbal, maar verder is hij vrij om
wel of niet een helm op te zetten. Spelen met de helm op mag, maar
alleen op eigen helft. De “vliegende keep” mag geen overige
beschermende uitrusting dragen, dus ook geen keeperhand-schoenen.

50. Keeper
 Alleen als én de keeper én de bal in de cirkel zijn, mag de keeper (in
zijn eigen cirkel) liggend spelen.
 De keeper mag een bal met zijn hand of arm voortbewegen indien er
sprake is van doelgevaar (dat is dus in vrijwel alle cirkelsituaties).
Indien de bal over de grond wordt gespeeld is er geen probleem. Een
bal in de lucht, mag wel door een keeper worden weggekaatst echter
niet actief worden weggeslagen.

51. Strafcorner

52. Strafcorner
 Het opzettelijk spelen van de bal over de eigen achterlijn moet ook bij
zaalhockey worden bestraft met een strafcorner. Opzettelijk houdt in
dit geval in dat de verdediger bewust en actief koos voor de optie van
het spelen over de achterlijn. In “lange corner situaties” geef je in de
zaal gewoon een uitpush.
 De keeper moet zich bij het verdedigen van de strafcorner in het doel
opstellen, achter de doellijn. De overige verdedigers kiezen om zich of
achter de achterlijn op te stellen (aan de andere kant van het doel
waarvan de strafcorner wordt genomen) of (net als bij veldhockey)
achter de middenlijn.

53. Strafcorner
 Na het geven van een strafcorner dient zowel de aanvallende als
verdedigende partij zich direct klaar te maken om de strafcorner te
nemen of te verdedigen. Maan zo nodig de partijen sneller klaar te
gaan staan (inclusief aantrekken van handschoenen en/of maskers).
 Bij het nemen van de strafcorner gebeurt er van alles in en om de
cirkel. Je hebt hier in veel gevallen de hulp van je collega nodig om te
kunnen waarnemen wat er allemaal gebeurt. Maak met je collega
voorafgaand aan de wedstrijd duidelijke afspraken over wie waar op let
en hoe er tussen beide scheids-rechters wordt gecommuniceerd .

54. Strafcorner
 Een verdediger mag tijdens de strafcorner een masker dragen. Met dit
masker op mag hij zijn verdedigende actie afmaken maar niet actief
mee gaan doen aan de spelopbouw. Als na de strafcorner het spel
wordt hervat met een uitpush of vrije push voor de verdedigers moet hij
eerst zijn masker afzetten voordat de spelhervatting genomen wordt.

55. Persoonlijke straffen
 De minimum tijdstraf voor een speler bij een gele kaart is twee
minuten. Deze minimale straf wordt toegepast bij verbale of minder
zware vergrijpen (geen afstand, bal wegtikken). Bij echt fysieke
overtredingen op het lichaam gericht is de tijdstraf vijf minuten.
 Bij alle tijdstraffen geldt dat de scheidsrechter duidelijk de duur van de
straf aangeeft, zodat de tijdwaarnemer weet wanneer hij de speler
weer het veld in kan laten gaan. Teambegeleiders die een gele kaart
krijgen moeten vijf minuten naar de tribune, waar ze zich niet met het
spel mogen bemoeien. Ze mogen gedurende de straftijd ook niet als
speler aan dezelfde wedstrijd meedoen.

56. Persoonlijke straffen
 In alle gevallen is twee keer groen geel en twee keer geel rood,
behalve bij een aanvoerder die één van die kaarten ‘in functie’ kreeg.
Bij een identieke overtreding schrijft u een gele en een rode kaart op;
bij twee verschillende overtredingen schrijft u twee gele kaarten op. In
de wedstrijd blijft het effect gelijk: na de tweede gele kaart komt de
speler niet meer terug het veld in.
 Het komt te veel voor dat een teambegeleider de scheidsrechter
gebruikt als middel om zijn team op te jutten. Dit soort acties leidt de
scheidsrechter af en wekt naar spelers en publiek de indruk alsof orde
en gezag ontbreekt. Waarschuw de begeleider, geef hem de grenzen
aan en bestraf hem als hij die grenzen over gaat. Laat je de begeleider
jou steeds maar weer afleiden, dan wordt het uiteindelijk jouw
probleem.

57. Heel veel plezier en succes.