4. Inhoudsopgave
Woord vooraf
6
1
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
Handig om te weten ... 7
Beknopte grammatica 7
Uitspraak 12
Handige rijtjes 13
Datum, tijd en getallen 20
Persoonlijke gegevens 27
Praktische zaken 28
2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
Ontmoetingen 34
Plichtplegingen 34
Iemand aanspreken 37
Zich voorstellen 37
Een gesprek 42
Wat vindt u ervan? 44
Een compliment geven 45
Iemand versieren 46
Afscheid nemen 47
3
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
3.13
3.14
3.15
Onderweg 50
De weg vragen 50
Douane 51
Bagage 53
De auto 54
Het benzinestation 54
Pech en reparaties 55
De (brom)fiets 60
Vervoermiddel huren 61
Liften 64
Algemeen 65
Inlichtingen 68
Kaartjes 71
Vliegtuig 73
Trein 74
Taxi 75
5. 4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
Logeren en kamperen 77
Algemeen 77
Kamperen 79
Hotel/pension/appartement/huisje 83
Klachten 86
Vertrek 87
5
5.1
5.2
5.3
5.4
5.5
5.6
5.7
5.8
5.9
5.10
5.11
5.12
5.13
5.14
5.15
5.16
5.17
5.18
5.19
In de stad 89
Bezienswaardigheden 89
Bank 92
Afrekenen 93
Post 95
Telecommunicatie 97
Algemeen 103
Levensmiddelen 105
Kleding en schoeisel 106
Foto en video 108
Kapper 111
In het restaurant 114
Bestellen 115
Iets aanbieden 125
De rekening 125
Klagen 126
Uitnodigen 127
Iets afspreken 128
Uitgaan 129
Kaartjes reserveren 132
6
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
Naar buiten 134
Het weer 134
Algemeen 136
Aan het water 137
In de sneeuw 139
Wandelen en bergbeklimmen
7
7.1
7.2
7.3
7.4
7.5
Gezondheid 143
De dokter roepen 143
Klachten van de patiënt 143
Het consult 147
Recept en voorschriften 151
De tandarts 152
141
6. 8
8.1
8.2
8.3
8.4
8.5
In moeilijkheden 154
Om hulp vragen 154
Ongelukken 155
Er is iemand vermist 156
Verlies en diefstal 157
De politie 158
Woordenlijst 161
Nederlands – Portugees
161
7. Woord vooraf
Deze nieuwe editie van de vertrouwde Wat & Hoe Portugees is in
samenwerking met Van Dale Lexicografie weer flink verbeterd. De hele
tekst is ingrijpend gewijzigd en aangepast aan de moderne toerist. U kunt
nu bijvoorbeeld naar een internetcafé vragen, met iemand e-mailadressen
uitwisselen of informeren waar u een prepaidkaart kunt kopen. Net als in
de vorige druk is er aandacht besteed aan het reizen met kinderen. Verder zijn alle illustraties vernieuwd; om de communicatie met een Portugese arts te vergemakkelijken, zijn er plaatjes van het menselijk lichaam
toegevoegd.
Deze taalgids biedt u uitkomst in verschillende situaties. Met de gids in
de hand zult u er zeker in slagen om duidelijk te maken wat u bedoelt. In
veel gevallen echter zal uw gesprekspartner dan reageren met een vraag
of opmerking. En wat dan? U verstaat immers geen Portugees? In de
gids vindt u per situatie een groot aantal mogelijke antwoorden (met de
Nederlandse vertaling), die u aan uw gesprekspartner kunt voorleggen.
Bijvoorbeeld: u vraagt om een treinkaartje naar X en de lokettist reageert
met een wedervraag. Als u hem het boekje voorhoudt, zal hij aanwijzen
wat hij bedoelde, bijvoorbeeld Enkele reis of retour? of Met hoeveel personen
reist u?
Ook kunt u met deze gids eigen zinnen maken met behulp van de woordenlijst achterin.
Naast contacten met de lokale bevolking hebt u te maken met opschriften
of korte teksten die u wilt begrijpen. Denk aan een menukaart, verkeersborden of het weerbericht in de krant. In veel hoofdstukjes is daarom een
alfabetische lijst van termen opgenomen.
Bovendien kunt u, aan de hand van de beknopte grammatica, deze
gids ook gebruiken als een eerste hulpmiddel bij het leren van het Portugees. Ten slotte vindt u in en achter op deze Wat & Hoe-gids handige
lijstjes met dagelijkse uitdrukkingen die u uit het hoofd kunt leren.
Redactie van de Wat & Hoe-taalgidsen
6
Wat & Hoe-taalgidsen zijn er in de volgende talen:
Arabisch
Fins
Indonesisch Portugees
Braziliaans
Frans
Italiaans
Roemeens
Chinees
Fries
Japans
Russisch
Deens
Grieks
Kroatisch
Slowaaks
Duits
Hebreeuws
Noors
Spaans
Engels
Hongaars
Pools
Thai
Tsjechisch
Turks
Zweeds
8. 1
1.1
Handig om te weten ...
1
Beknopte grammatica
enkelvoud
o
a
um
uma
mannelijk
vrouwelijk
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
os
as
uns
umas
Bepaald
Onbepaald
bv.:
o senhor / os senhores (de meneer / de meneren)
a senhora / as senhoras (de mevrouw / de mevrouwen)
um homem / uns homens (een man, enige mannen)
uma mulher / umas mulheres (een vrouw, enige vrouwen)
Samentrekkingen van voorzetsels met lidwoorden
o/os
a/as
um/uns
a
ao/aos
à/às
--em
no/nos
na/nas
num/nuns
de
do/dos
da/das
dum/duns
por
pelo/pelos
pela/pelas
---
HANDIG OM TE WETEN ...
1 Het lidwoord
uma/umas
--numa/numas
duma/dumas
---
2 De vorming van het vrouwelijk
-o > -a
bv.:
-or > -ora
bv.:
-ês > -esa
bv.:
o menino / a menina (de jongen / het meisje)
o bonito / a bonita (de leuke jongen, het leuke
meisje)
o professor / a professora (de docent m/v)
o senhor / a senhora (de meneer / de mevrouw)
holandês / holandesa (Hollander / Hollandse)
português / portuguesa (Portugees / Portugese)
7
10. 4 De trappen van vergelijking
1. Vergrotend/verkleinend/vergelijkend
... menos alto do que ... (minder groot dan)
met bn. ... tão simpático como ... (even aardig als)
met zn. ... tanto dinheiro como ... (evenveel geld als)
... tantos amigos como ... (evenveel vrienden als)
... tanta fome como ... (evenveel honger als)
... tantas qualidades como ... (evenveel goede eigenschappen als)
2. Overtreffend
... o mais bonito / ... a mais bonita (de mooiste m/v)
... os mais bonitos / ... as mais bonitas (idem m mv/v mv)
... o maior / os maiores ... a maior / as maiores (de grootste ...)
... o melhor / os melhores ... a melhor / as melhores (de beste ...)
... o pior / os piores ... a pior / as piores (de slechtste ...)
... o menos alto / ... a menos alta (de minst grote m/v)
... os menos altos / ... as menos altas (idem m mv/v mv)
HANDIG OM TE WETEN ...
... mais bonito do que ... (mooier dan)
uitz.: maior (groter)
melhor (beter)
pior (slechter)
1
5 Persoonlijke voornaamwoorden
1. Als onderwerp
eu
tu
você
o senhor / a senhora
ele / ela
nós
vós
vocês
os senhores / as senhoras
eles / elas
ik
jij
u (informeel)
u (formeel)
hij / zij
wij
u
jullie
u
zij
9
11. HANDIG OM TE WETEN ...
1
2. Als lijdend voorwerp
me
te
o/a
nos
os / as
mij
je
hem / haar / u
ons
hen / u
3. Meewerkend voorwerp
De derde persoon is hier lhe / lhes (i.p.v. o/a – os/as)
6 Bezittelijke voornaamwoorden
o meu / a minha
mijn
os meus / as minhas
o teu / a tua
os teus / as tuas
o seu / a sua
je
uw
os seus / as suas
dele
dela
deles / delas
o nosso / a nossa
zijn
haar
hun
os nossos / as nossas onze
o vosso / a vossa
jullie
os vossos / as vossas uw
10
bv. o meu amigo (vriend) / a minha
amiga (vriendin)
os meus amigos (vrienden) / as minhas
amigas (vriendinnen)
bv. o teu irmão (broer) / a tua irmã (zus)
os teus irmãos / as tuas irmãs
bv. o seu marido (echtgenoot) / a sua
mulher (vrouw)
os seus filhos (zonen of: kinderen) / as
suas filhas (dochters)
bv. a casa (huis) dele / o carro (auto) dele
bv. a casa dela / o carro dela
bv. a casa deles / os carros delas
bv. o nosso cão (hond) / a nossa cadela
(teef)
os nossos gatos (katten) / as nossas gatas
(poezen)
bv. o vosso pai (vader) / a vossa mãe
(moeder)
os vossos tios (ooms) / as vossas tias
(tantes)
12. 7 Aanwijzende voornaamwoorden
deze / dit
die / dat (daar bij jou / u) (de aangesprokene)
die / dat (daarginder)
bv.: este livro (aqui = hier) é meu (dit boek is van mij)
esse livro (aí = daar bij jou/u) é meu (dat boek is van mij)
aquele livro (ali = daarginds) é meu (dat boek is van mij)
Zelfstandig
isto = dit
isso = die / dat
aquilo = die / dat
O que é isto? (Wat is dit?)
O que é isso? (Wat is dat?)
O que é aquilo? (Wat is dat daar?)
8 Het werkwoord
1. Tijden:
2. Personen:
1e
2e
3e
Presente
Pretérito
Futuro
– Tegenwoordige tijd
– Verleden tijd
– Toekomende tijd
enkelvoud
eu
tu
ele
ela
você
o senhor
a senhora
ik
jij
hij
zij
jij/u
u (m)
u (v)
3. Regelmatige werkwoorden:
FALAR
(spreken)
eu
falo
tu
falas
ele
fala
ela
fala
você
fala
o senhor
fala
meervoud
nós
(vós)
eles
elas
vocês
os senhores
as senhoras
BEBER
(drinken)
bebo
bebes
bebe
bebe
bebe
bebe
1
HANDIG OM TE WETEN ...
este / esta
esse / essa
aquele / aquela
wij
(gij)
zij
zij
jullie
u (m/v)
u (v)
PARTIR
(vertrekken)
parto
partes
parte
parte
parte
parte
11
13. HANDIG OM TE WETEN ...
1
12
a senhora
nós
vocês
os senhores
as senhoras
eles
elas
1.2
fala
falamos
falam
falam
falam
falam
falam
bebe
bebemos
bebem
bebem
bebem
bebem
bebem
parte
partimos
partem
partem
partem
partem
partem
Uitspraak
We hebben een eigen systeem ontwikkeld, dat in alle Wat & Hoe-taalgidsen wordt gebruikt. Het heeft de volgende kenmerken:
– Het is ondubbelzinnig. Daarmee bedoelen we dat één letter of combinatie van letters altijd één klank weergeeft. In een woord als kenteken
staat de e voor drie verschillende klanken. In het Wat & Hoe-systeem
zou dit woord worden weergegeven als kenteekən.
– Het sluit zo veel mogelijk aan bij het Nederlands, dus er komen zo min
mogelijk accenten en vreemde tekens in voor.
– De klemtoon van elk woord is aangegeven door onderstrepingen van
de klinker(s).
– Zogenaamde lange klinkers (aa, ee enzovoort) worden in de uitspraakweergave altijd geschreven als een dubbele klinker. Zogenaamde korte
klinkers worden altijd weergegeven met een enkele klinker, dat wil zeggen:
a
als in af
e
als in mes
o
als in op
De gebruikte letters en symbolen:
aa tussen u en aa; dit lijkt nog het meeste op een ‘Haagse’ aa
ei tussen ei en ee
ã
genasaleerd; als de a in het Franse jambon
ẽ
genasaleerd; als de i in het Franse lapin
õ
genasaleerd; als in o in het Franse jambon
oe als in boek
ə
als de stomme e in de
ĝ
als in goal
l
wordt in het Portugees altijd ‘dik’ uitgesproken; vgl. onze
‘Amsterdamse’ l
ng moet sterker worden genasaleerd dan in het Nederlands het
geval is
14. R
De overige letters klinken ongeveer zoals in het Nederlands.
De uitspraak van het Portugees dat in Brazilië gesproken wordt, wijkt
nogal af van de uitspraak die men in Portugal gewoon is. Ook binnen
Brazilië zijn er verschillen in uitspraak. Niettemin zal men de standaardPortugese uitspraak die in dit boekje vermeld wordt, daar zonder problemen kunnen gebruiken.
De belangrijkste verschillen tussen de Braziliaanse en de Portugese uitspraak zijn:
-e
De e als eindklank van lettergreep of woord krijgt vaak de
waarde van een ie; telefone wordt in Brazilië: telefoonie (in
Portugal: tələfõnə)
-te, -de op het einde van een woord krijgen de waarde van resp. tsjie
en dzjie; verdade wordt in Brazilië: verdaadzjie (in Portugal:
verdaadə)
-r
De -r op het eind van een woord wordt vaak niet uitgesproken; amar wordt in Brazilië: aamaa (in Portugal: aamaar)
-l
De -l op het eind van het woord krijgt vaak de waarde van
oe; Brazil wordt in Brazilië: braaziew (in Portugal: brasiel).
1.3
1
HANDIG OM TE WETEN ...
sj
zj
wordt achter in de keel uitgesproken, vergelijkbaar met de zgn.
Franse r
als in meisje
als in horloge.
Handige rijtjes
Hoe stel je een vraag?
Wie?
Wie is dat?
Wat?
Wat is hier te zien?
Wat voor soort hotel is
dat?
Waar?
• Quem?
keing?
• Quem é?
keing e
• O quê?
oe ke?
• O que é que se pode visitar aqui?
oe kə e kə sə podə viezietaar aakie?
• Que tipo de hotel é este?
kə tiepoe də ootel e esjtə?
• Onde?
õndə?
13
15. HANDIG OM TE WETEN ...
1
Waar is het toilet?
Waar gaat u naar toe?
Waar komt u vandaan?
Hoe?
Hoe ver is dat?
Hoelang duurt dat?
Hoelang duurt de reis?
Hoeveel?
Hoeveel kost dit?
Hoe laat is het?
Welk? Welke?
(enkelvoud/meervoud)
Welk glas is voor mij?
Wanneer?
Wanneer vertrekt u?
Waarom?
Kunt u me ...?
Kunt u me helpen
a.u.b.?
Kunt u me dat wijzen?
Kunt u met me meegaan a.u.b.?
Wilt u ...?
14
• Onde são os lavabos?
õndə saung oesj lavaaboesj?
• Para onde vai?
paara õndə vaai?
• De onde é?
dõndə e?
• Como?
koomoe?
• A que distância fica?
a kə diesjtãnsieja fieka?
• Quanto tempo dura (isso)?
kwãntoe tẽmpoe doera (iesoe)?
• Quanto tempo dura a viagem?
kwãntoe tẽmpoe doera a viejaazjeing?
• Quanto?
kwãntoe?
• Quanto custa isto?
kwãntoe koesjta iesjtoe?
• Que horas são?
kə orasj saung
• Qual? Quais?
kwaal? kwaaisj?
• Qual é o meu copo?
kwaal e oe meew kopoe?
• Quando?
kwãndoe
• Quando é que parte?
kwãndoe e kə partə?
• Porquê?
poerke?
• Poderia ...?
poedərieja ...?
• Poderia ajudar-me por favor?
poedərieja azjoedaarmə poer favoor?
• Poderia indicar-mo?
poedərieja iendiekaarmoe?
• Poderia ir comigo por favor?
poedərieja ier koemieĝoe poer favoor?
• Poderia ...?
poedərieja ...?
16. Wilt u voor mij kaartjes
reserveren a.u.b.?
Weet u misschien een
ander hotel?
Hebt u ...?
Hebt u voor mij een ...?
Hebt u misschien een
gerecht zonder vlees?
Ik wil graag ...
Ik wil graag een kilo
appels
Mag ik ...?
Mag ik dit meenemen?
Mag ik hier roken?
Mag ik wat vragen?
1
HANDIG OM TE WETEN ...
Weet u ...?
• Poderia reservar-me bilhetes, por favor?
poedərieja Rəzərvaarmə bieljetəsj poer
favoor?
• Sabe ...?
saabə ...?
• Conhece outro hotel?
koenjesə ootroe ootel?
• Tem ...?
teing ...?
• Podia dar-me ...?
poedieja daarmə?
• Tem por acaso um prato sem carne?
teing poer akaazoe oeng praatoe seing
kaarnə?
• Eu queria ...
eew kərieja ...
• Eu queria um quilo de maçãs
eew kərieja oeng kieloe də masaings
• Posso ...?
posoe ...?
• Posso levar isto?
posoe ləvaar iesjtoe?
• Posso fumar aqui?
posoe foemaar akie?
• Posso fazer-lhe uma pergunta?
posoe fazeer ljə oema pərĝoengta?
Hoe geef je antwoord?
Ja, natuurlijk
Nee, het spijt me
Ja, wat kan ik voor u
doen?
Een ogenblikje a.u.b.
Nee, ik heb nu geen tijd
Nee, dat is onmogelijk
• Sim, claro.
Sieng, klaaroe
• Não, desculpe
naung dəsjkoelpə
• Em que posso ser-lhe útil?
eing ke posoe seer ljə oetiel?
• Um momento se faz favor
oeng moemẽntoe sə fasj favoor
• Não, agora não tenho tempo.
naung, aĝora naung tẽnjoe tẽmpoe
• Não, isso é impossível
naung, iesoe e Imposievel
15
17. HANDIG OM TE WETEN ...
1
Ik geloof het wel
– denk het ook
– hoop het ook
Nee, helemaal niet
Nee, niemand
Nee, niets
Dat klopt (niet)
Dat ben ik (niet) met
u eens
Dat is goed
Akkoord
Misschien
Ik weet het niet
• Creio que sim
kreijoe kə sieng
• Eu também penso que sim
eew tãmbeing pẽnsoe kə sieng
• Também o espero
tãmbeing oe sjperoe
• Não, de modo nenhum
naung, də modoe nənjoeng
• Não, ninguém
naung, nienĝeing
• Não, nada
naung, naada
• Isso está certo (isso está errado)
iesoe sjtaa sertoe (iesoe sjtaa eeRaadoe)
• (Não) estou de acordo consigo
(naung) sjtoo də akoordoe kõnsieĝoe
• Está certo
sjtaa sertoe
• De acordo
də akoordoe
• Talvez
talveesj
• Não sei
naung sei
Waar?
Zie ook 3.1 De weg vragen.
hier/daar
ergens/nergens
overal
ver weg/dichtbij
naar rechts/links
16
• aqui/ali
akie/alie
• em algum/nenhum lugar
eing alĝoeng/nənjoeng loeĝaar
• em todo o lado
eing todoe oe laadoe
• longe/perto
lõnzjə/pertoe
• para a direita/esquerda
paaraa diereita/iesjkjerda
18. rechts/links van
rechtdoor
in
op
onder
tegen
tegenover
naast
bij
voor
in het midden
naar voren
(naar) beneden
(naar) boven
(naar) binnen
(naar) buiten
achter
vooraan
achteraan
1
HANDIG OM TE WETEN ...
via
• à direita/esquerda de
aa diereita/iesjkjerda
• em frente
eing frẽntə
• por
poer
• em
eing
• sobre
soobrə
• debaixo de
dəbaaisjoe də
• contra
kõntra
• em frente
eing frẽntə
• ao lado de
au laadoe də
• perto de
pertoe də
• à frente
aa frẽntə
• no meio (de)
noe meijoe (də)
• para diante
paaraa diejãntə
• (para) baixo
(paaraa) baaisjoe
• (para) cima
(paaraa) siema
• (para) dentro
(paaraa) dẽntroe
• (para) fora
(paaraa) fora
• para trás
paaraa traasj
• à frente
aa frẽntə
• atrás
atraasj
17
19. HANDIG OM TE WETEN ...
1
18
in het noorden
naar het zuiden
uit het westen
van het oosten
ten ... van
• no norte
noe nortə
• para o sul
paaraa oe soel
• do oeste
doewestə
• do leste
doe lestə
• a ... de
a ... də
Valse vrienden
In het Portugees komen woorden voor die op Nederlandse woorden
lijken, maar net iets anders betekenen. Deze woorden worden ’valse
vrienden’ genoemd. Let dus goed op!
Als u om een cigarro vraagt, zal u een sigaret worden aangeboden. Wilt
u een sigaar, dan informeer dan naar een charuto. Een verkouden Portugees heeft last van constipação, terwijl hij bij een moeilijke stoelgang
zal klagen over een prisão de ventre. Met een compasso tekent u cirkels, voor uw ontdekkingstochten gebruikt u een bússola. Als iemand u
wordt voorgesteld als débil, dan betekent dat niet meer dan dat hij/zij er
lichamelijk slecht aan toe is, pas als er sprake is van een débil mental kunt
u twijfelen aan zijn geestelijke vermogens. Bij een uitnodiging voor een
lanche wordt u rond vier uur ’s middags verwacht voor een kopje koffie en thee met een kleine versnapering, zoals een gebakje of een stukje
geroosterd brood. Een lunch is een almoço. Bestelt u een limonada dan
krijgt u een glas met een zure citroendrank die u zelf van suiker moet
voorzien. Wilt u gewoon een glaasje fris, vraag dan om een refresco.
In een restaurant vraagt u met conta om de rekening, niet met conto.
In het laatste geval zal de ober u verblijden met een verhaaltje. Wanneer u iets koopt ontvangt u een factura, de winkelier zal daarvoor van
u een nota (bankbiljet) verwachten. Als een door u aangeschaft kunstwerk raro blijkt te zijn, is zeldzaam. Als er iets vreemds aan de hand was
geweest had men het als estranho gekwalificeerd. Als u voor iets veel
betaalt, is het betreffende artikel niet noodzakelijkerwijs duro (hard),
maar wel caro (duur). Wilt u tanken, neem dan geen benzina, want dat
is wasbenzine, maar gasolina. Een normaal, alledaags verschijnsel wordt
in het Portugees als vulgar aangeduid. Pas als iets ordinário is, hoeft u
zich ervan te distantiëren.
20. Wat staat er op dat bordje?
1
Zie pagina 28 voor verkeersborden.
cruzamente perigoso
gevaarlijke kruising
cuidado com o cão!
pas op voor de hond
é favor não incomodar
niet storen a.u.b.
é gratis! pode levar!
gratis mee te nemen
entrada
ingang
escada de incêndio
brandtrap
escada rolante
roltrap
espere
wachten
estrada camarária
provinciale weg
extintor
brandblusser
fechado
gesloten
homens
heren (wc)
horário de abertura
openingstijden
hospital
ziekenhuis
informações
inlichtingen
liquidação total
opheffingsuitverkoop
metropolitano
metro
mudança de sentido
verandering van rijrichting
HANDIG OM TE WETEN ...
à direita
naar rechts
à esquerda
naar links
aberto
open (van bergpas)
aguardar na fila
wacht hier in de rij
alta tensão
hoogspanning
aluga-se
te huur
... andar
... verdieping
atenção ao degrau
let op het afstapje
atenção não bater com a
cabeça!
stoot uw hoofd niet
atendimento ao balcão
bediening aan de bar
atendimento no interior
binnen te bevragen
auto-estrada (com portagem)
autosnelweg (met tol)
avariado
defect
bifurcação
splitsing
caixa
kassa
completo
vol
consultório dentário
praktijk tandarts
consultório médico
praktijk huisarts
19
21. HANDIG OM TE WETEN ...
1
não devolve troco
geen teruggave van wisselgeld
não é permitida a entrada a
animais
huisdieren niet toegestaan
não mexer
niet aanraken
ocupado
bezet
paragem a pedido
halte op verzoek
passagem/entrada proibida
verboden toegang
perigo
gevaar
perigo de incêndio
brandgevaar
pintado de fresco
pas geverfd
portagem
tol
posto de turismo
VVV
(posto de) primeiros socorros
eerste hulp
1.4
proibido deixar lixo
verboden afval te laten liggen
proibido fazer lume
open vuur verboden
proibido fumar
verboden te roken
proibido pisar a relva
verboden op het gras te lopen
propriedade privada
privé-terrein
puxe/empurre
trekken/duwen
reservado
gereserveerd
saída
uitgang
saída de emergência
nooduitgang
saldos
opruiming, uitverkoop
senhoras
dames (wc)
sinal de alarme
noodrem
vende-se
te koop
Datum, tijd en getallen
Vandaag of morgen?
Welke dag is het vandaag?
Vandaag is het maandag
– dinsdag
20
• Que dia é hoje?
kə dieja e oozjə?
• Hoje é segunda-feira
oozje səĝoengda feira
• Hoje é terça-feira
oozje teersa feira
• Hoje é quarta-feira
oozje kwarta feira
– woensdag
22. – donderdag
– vrijdag
– zondag
in januari
sinds februari
in de lente
in de zomer
in de herfst
in de winter (’s winters)
2003
de 21e eeuw
De hoeveelste is het
vandaag?
Vandaag is het de 24e
maandag, 3 november
1992
donderdag, 20 februari
2003
’s morgens
’s middags
’s avonds
• em janeiro
eing zjaneiroe
• desde fevereiro
desjdə fəvreiroe
• na primavera
na priemavera
• no verão
noe vəraung
• no outono
noe ootonoe
• no inverno
noe iengvernoe
• dois mil e três
doisj miel ie treesj
• o século vinte e um
oe sekoeloe viengt ie oeng
• Que dia é hoje?
kə dieja e oozjə
• Hoje é dia vinte e quatro
oozje dieja viengt ie kwatroe
• segunda-feira, 3 de Novembro de 1992
səĝoengda feira, treesj də noevẽmbroe de
miel novəsẽntoesjie noevẽnta ie doisj
• quinta-feira, 20 de Fevereiro de 2003
kiengta-feira, viengtə də fəvreiroe də doisj
miel ie treesj
• de manhã
də mãnjaang
• de tarde
də taardə
• à noite
aa noitə
1
HANDIG OM TE WETEN ...
– zaterdag
• Hoje é quinta-feira
oozje kienta feira
• Hoje é sexta-feira
oozje seisjta feira
• Hoje é sábado
oozje saabadoe
• Hoje é domingo
oozje doemiengĝoe
21
23. HANDIG OM TE WETEN ...
1
’s nachts
vanmorgen
vanmiddag
vanavond
vannacht (komende
nacht)
vannacht (afgelopen
nacht)
deze week
volgende maand
vorig jaar
aanstaande ...
over ... dagen/weken/
maanden/jaar
... weken geleden
vrije dag
• de noite
də noitə
• hoje de manhã
oozjə də mãnjaang
• hoje à tarde
oozjaa taardə
• hoje à noite
oozjaa noitə
• esta noite
esjta noitə
• na noite passada
na noitə pasaada
• esta semana
esjta səmaana
• no próximo mês
noe prosiemoe meesj
• no ano passado
noe anoe pasaadoe
• no próximo ...
noe prosiemoe ...
• daqui a ... dias/semanas/meses/anos
dakie a ... diejasj/səmaanasj/meezəsj/anoesj
• há ... semanas
aa ... səmaanasj
• feriado
fəriejaadoe
Hoe laat is het?
Hoe laat is het?
• Que horas são?
kə orasj saung
Het is 9.00 uur
• São nove horas
saung novə orasj
• São dez e cinco
saung dezie sienkoe
• São onze e um quarto
saung õnzə ie oeng kwartoe
• É meio-dia e vinte
e meijoe dieja ie viengt
– 10.05
– 11.15
– 12.20
22
24. – 13.30
– 14.35
– 16.50
– 12.00 ’s middags
– 12.00 ’s nachts
een half uur
Om hoe laat?
Hoe laat kan ik langskomen?
Om ...
Na ...
Voor ...
Tussen ... en ...
Van ... tot ...
Over ... minuten
– ... uur
– een kwartier
– drie kwartier
te vroeg/laat
• uma meia hora
oema meija oora
• A que horas?
a kə orasj
• A que horas é que posso ir/vir?
a kə orasj e kə posoe ier/vier
• Às ...
aasj ..
• Depois das ...
dəpoisj dasj ...
• Antes das ...
ãntəsj dasj ...
• Entre as ... e as ...
ẽntrasj ... ie asj ...
• Das ... às ...
dasj ... aasj ...
1
HANDIG OM TE WETEN ...
– 15.45
• É uma e meia
e oema ie meija
• São três menos vinte e cinco
saung treesj meenoesj viengtie sienkoe
• São quatro menos um quarto
saung kwatroe meenoesj oeng kwartoe
• São cinco menos dez
saung sienkoe meenoesj desj
• É meio-dia
e meijoe dieja
• É meia-noite
e meija noitə
• Daqui a ... minutos
dakie a ... mienoetoesj
• Daqui a ... horas
dakie a ... orasj
• Daqui a um quarto de hora
dakie a oeng kwartoe dora
• Daqui a três quartos de hora
dakie a treesj kwartoesj dora
• muito cedo/tarde
moeingtoe seedoe/taardə
23
25. HANDIG OM TE WETEN ...
1
24
op tijd
zomertijd
wintertijd
• a horas
a orasj
• horário de Verão
ooraariejoe də vəraung
• horário de Inverno
oraariejoe də iengvernoe
Een, twee, drie ...
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
30
31
32
40
50
60
70
80
90
zero
(m/v) um/uma
(m/v) dois/duas
três
quatro
cinco
seis
sete
oito
nove
dez
onze
doze
treze
catorze
quinze
dezasseis
dezassete
dezoito
dezanove
vinte
vinte e um
vinte e dois
trinta
trinta e um
trinta e dois
quarenta
cinquenta
sessenta
setenta
oitenta
noventa
zeroe
oeng/oema
doisj/doewasj
treesj
kwatroe
sienkoe
seisj
setə
oitoe
novə
desj
õnzə
dozə
treezə
kaatorzə
kiengzə
dəzaseisj
dəzasetə
dəzoitoe
dəzanovə
viengt
viengtie-oeng
viengtie-doisj
trienta
trienta ie oeng
trienta ie doisj
kwarẽnta
sienkwẽnta
səsẽnta
sətẽnta
oitẽnta
noevẽnta
26. cem
cento e um
cento e dez
cento e vinte
duzentos
trezentos
quatrocentos
quinhentos
seiscentos
setecentos
oitocentos
novecentos
mil
mil e cem
dois/duas mil
dez mil
cem mil
milhão
primeiro
segundo
terceiro
quarto
quinto
sexto
sétimo
oitavo
nono
décimo
décimo primeiro
décimo segundo
décimo terceiro
décimo quarto
décimo quinto
décimo sexto
décimo sétimo
décimo oitavo
décimo nono
vigésimo
vigésimo primeiro
vigésimo segundo
seing
sẽntoe ie oeng
sẽntoe ie desj
sẽntoe ie viengt
doezẽntoesj
trəzẽntoesj
kwatroesẽntoesj
kiẽnjẽntoesj
seisjẽntoesj
setəsẽntoesj
ojtoesẽntoesj
novəsẽntoesj
miel
mielieseing
doisj/doe-aasj miel
desj miel
seing miel
mieljaung
priemeiroe
səĝoengdoe
tərseiroe
kwartoe
kientoe
seisjtoe
setiemoe
oitaavoe
nonoe
deesiemoe
deesiemoe priemeiroe
deesiemoe səĝoengdoe
deesiemoe tərseiroe
deesiemoe kwartoe
deesiemoe kientoe
deesiemoe seisjtoe
deesiemoe setiemoe
deesiemoe oitaavoe
deesiemoe nonoe
viezjeeziemoe
viezjeeziemoe priemeiroe
viezjeeziemoe
səĝoengdoe
1
HANDIG OM TE WETEN ...
100
101
110
120
200
300
400
500
600
700
800
900
1000
1100
2000 (m/v)
10.000
100.000
miljoen
1e
2e
3e
4e
5e
6e
7e
8e
9e
10e
11e
12e
13e
14e
15e
16e
17e
18e
19e
20e
21e
22e
25
27. HANDIG OM TE WETEN ...
1
30e
100e
1000e
trigésimo
centésimo
milésimo
eenmaal
tweemaal
het dubbele
het driedubbele
de helft
een kwart
een derde
een paar, een aantal,
enkele
2+4=6
4–2=2
2x4=8
4:2=2
even/oneven
(in) totaal
We zijn met z’n tweeën
– drieën
– vieren
26
trieĝeeziemoe
sẽnteeziemoe
mieleeziemoe
• uma vez
oema veesj
• duas vezes
doewasj veezəsj
• o dobro
oe doobroe
• o triplo
oe trieploe
• a metade
a mətaadə
• um quarto
oeng kwartoe
• um terço
oeng teersoe
• uns/umas, alguns/algumas
oengsj/oemasj, alĝoengsj/alĝoemasj
• dois mais quatro são seis
doisj maisj kwatroe saung seisj
• quatro menos dois são dois
kwatroe meenoesj doisj saung doisj
• dois vezes quatro são oito
doisj veezəsj kwatroe saung oitoe
• quatro a dividir por dois são dois
kwatroe a dieviedier poer doisj saung doisj
• par/impar
paar/iempaar
• (no) total
(noe) toetal
• nós somos dois
noosj soomoesj doisj
• nós somos três
noosj soomoesj treesj
• festejar
festəzjaar
28. 1.5
Persoonlijke gegevens
achternaam
voornaam
voorletters
adres (straat/nummer)
postcode/woonplaats
geslacht (m/v)
nationaliteit
geboortedatum
geboorteplaats
beroep
gehuwd/ongehuwd/
samenwonend/
gescheiden
weduwe/weduwnaar
(aantal) kinderen
nummer identiteitsbewijs (paspoort/
rijbewijs)
• apelido
apəliedoe
• nome
noomə
• iniciais
ieniesjaisj
• morada (rua/número)
moeraada (Roewa/noeməroe)
• código postal/local de residência
kodiĝoe poesjtal/loekaal də Rezidẽnsiejaa
• sexo (masc./fem.)
seksoe
• nacionalidade
nasjoenaliedaadə
• data de nascimento
daata də nasjiemẽntoe
• local de nascimento
loekaal də nasjiemẽntoe
• profissão
proefiesaung
• casado/solteiro/vivendo junto/
divorciado
kazaadoe/solteiroe/vievẽndoe zjoengtoe/
divoersiejaadoe
• viúva/viúvo
viejoeva/viejoevoe
• (número de) filhos
noeməroe də fieljoesj
• número bilhete de identidade
(passaporte/carta de condução)
noeməroe bieljetə də iedẽntiedaadə
(pasaportə/karta də kõndoesaung
1
HANDIG OM TE WETEN ...
Portugese achternamen bestaan gewoonlijk uit twee delen, die elk uit
meerdere namen kunnen bestaan. Het eerste gedeelte wordt ontleend
aan de naam van de moeder, het tweede gedeelte aan die van de vader.
Bij gehuwde vrouwen kan de naam nog worden gevolgd door die van de
echtgenoot.
27
29. HANDIG OM TE WETEN ...
1
plaats en datum van
afgifte
(mobiele) telefoonnummer
e-mailadres
homepage
1.6
• local e data de emissão
loekaal ie daata diemiesaung
• número de telemóvel
noeməroe də telemoovəl
• endereço electrónico
ẽndəressoe elekrooniekoe
• página na net
paazjienaa naa net
Praktische zaken
Verkeersregels
Auto’s
Afwijkende verkeersregels:
–maximumsnelheid op auto-estradas (autosnelwegen)
120 km: personenauto’s – motoren
80 km: autobussen – vrachtwagens
60 km: auto’s met caravan
op estradas nacionais (autowegen)
90 km: personenauto’s – motor
80 km: autobussen
60 km: auto’s met caravan – vrachtwagens.
–voorrang: alle verkeer van rechts heeft voorrang, ook het langzame,
behalve op voorrangswegen en rotondes.
–motor: het dragen van een helm is verplicht.
–bergwegen: verplicht claxonneren bij onoverzichtelijke bochten.
–autogordels: verplicht buiten de bebouwde kom.
Verkeersborden
28
àrea de estacionamento
parkeerplaats (langs de
autoweg)
auto-estrada
snelweg
berma baixa
zachte berm
caminho sem saída
doodlopende weg
centro
centrum
ciclistas
fietsers
colocar-se na pista
correspondente
voorsorteren
conserve-se à direita
rechts houden
30. final de limite de velocidade
einde snelheidsbeperking
hospital
ziekenhuis
obras
werk in uitvoering
o que vem no sentido
contrário
tegenliggers
outras direcções
andere richtingen
paragem proíbida
wachtverbod
parque de estacionamneto
subterrâneo
ondergrondse parkeergarage
passagem de nível
overweg
passagem de pedestres
oversteekplaats voetgangers
peões
voetgangers
perigo
gevaar
pista escorregadia
slipgevaar
pista irregular
slecht wegdek
proíbida entrada
inrijden verboden
proibido estacionar
verboden te parkeren
proibido ultrapassar
verboden in te halen
proibido virar à direita
verboden rechtsaf te slaan
proibido virar à esquerda
verboden linksaf te slaan
projeção de cascalho
steenslag
1
HANDIG OM TE WETEN ...
conserve-se à esquerda
links houden
cruzamente perigoso
gevaarlijke kruising
cruzamento
kruising
curvas acentuadas
gevaarlijke bochten
dar prioridade
voorrang verlenen
declive
helling
declive acentuado
gevaarlijke helling, sterke daling
desligue os faróis
ontsteek uw lichten
desprendimentos/
desmoronamento
vallend gesteente
desvio
wegomlegging
devagar
langzaam
diminuir a velocidade
snelheid verminderen
dimuição develocidade
verminder snelheid
estrada com pista dupla
tweebaansweg met gescheiden
rijbanen
estrada com prioridade/dê a
preferência
voorrangsweg
estrada fechada
weg afgesloten
estreitamento de pista
wegversmalling
faixa exclusiva para ônibus
rijbaan voor bus
fechado ao trânsito automóvel
afgesloten voor alle rijverkeer
29
31. HANDIG OM TE WETEN ...
1
saída
uitrit (afrit), uitgang
saída de fábrica
fabrieksuitgang
saída de veículos
uitrit vrijlaten
sentido obrigatório
verplichte rijrichting
sentido único
eenrichtingsverkeer
siga por outra faixa
gebruik andere rijbaan
todas as direcções
doorgaand verkeer
todos os sentidos
alle richtingen
velocidade máxima permitida
maximum snelheid
vidrado/geada avelão
ijzel
zona de estacionamento com
cartão de estacionamento
parkeerzone (parkeerschijf
verplicht)
Fietsers
In Portugal wordt er over het algemeen weinig rekening gehouden met
fietsers op de weg; er zijn dan ook vrijwel geen fietspaden. Voor een
bromfiets geldt dat de maximumsnelheid 60 km/uur is. Binnen en buiten
de bebouwde kom is het dragen van een helm verplicht. Twee fietsers
dienen altijd achter elkaar te rijden.
Benzine
In Portugal zijn de in Nederland gangbare typen benzine en LPG overal
te koop.
Trein en taxi
30
Het spoorwegnet is in Portugal niet zo uitgebreid als bij ons, maar daar
staat tegenover dat de trein over het algemeen goedkoper is (althans per
kilometer) dan wij gewend zijn. De Portugese Spoorwegen (CP) zijn
verantwoordelijk voor het nationale treinverkeer. Tussen de grote steden
rijdt een luxe intercitytrein. Deze rijdt ook ’s nachts. Kaartjes zijn verkrijgbaar aan het loket.
Taxi’s zijn er in Portugal in overvloed en ze zijn goedkoper dan bij ons.
Als de taxi vrij is, brandt op het dak een groen licht en een bordje livre.
De gebruikelijke manier om een taxi te nemen is op straat wachten tot er
een langskomt en uw hand opsteken. De meeste taxi’s hebben een meter
en de ritprijs is afhankelijk van afstand en tijdsduur, maar u kunt ook
32. vooraf een vast bedrag afspreken. Toeslagen voor bagage, nachtritten en
voor ritten naar het vliegveld zijn gebruikelijk.
Hotelaccommodatie:
Hotels zijn er in vijf categorieën, aangeduid met sterren.
Het Pensão (P) is een eenvoudig pension. Hierin worden vier categorieën
onderscheiden, waarvan de laagste (één ster) maar weinig comfort biedt.
De luxere vorm wordt Residência (R) genoemd.
De Estalagens bevinden zich vaak bij de invalswegen van de steden. Ook
zij worden onderscheiden in vijf klassen (1-5 sterren).
De Motels (3 of 4 sterren) bevinden zich, net als bij ons, in de onmiddellijke omgeving van de autowegen en de stranden.
Pousadas worden aangeduid met de afkortingen CH, C en B. Dit zijn
luxueuze hotels die vaak zijn gevestigd in historische gebouwen (kastelen, paleizen, etc.). De gewoonlijk schitterende ligging en de uitstekende
service worden echter wel weerspiegeld in de verblijfskosten.
Aldeamentos zijn te vergelijken met vakantiedorpen en zijn vooral gevestigd langs de kust (Algarve).
Jeugdherbergen zijn overal in het land verspreid te vinden. Zij zijn bedoeld
voor mensen in de leeftijd van 12-45 jaar.
Campings zijn er in Portugal in overvloed, vaak prachtig gelegen in een
bosrijke omgeving of op een steenworp afstand van het strand.
HANDIG OM TE WETEN ...
Overnachten
1
Uitgaan en eten
In Portugal houdt men meestal drie maaltijden aan:
1 pequeno-almoço (ontbijt) tussen 8.00 en 10.00 uur. Hierbij wordt
meestal niet meer dan een kopje koffie met melk gedronken, met een
torrada (sneetje geroosterd brood), een caracol (soort koffiebroodje), een
croissant of een pãozinho de leite (klein melkbroodje).
2 almoço (lunch) tussen 12.00 en 15.00 uur. Dit is een warme maaltijd
en bestaat uit soep, hoofd- en nagerecht. Veel restaurants hebben een
zogenaamde prato do dia (menu van de dag), vaak met de keus uit een
vlees- en visgerecht. Het voordeel van deze schotel is dat ze reeds is bereid en dus vrijwel direct kan worden geserveerd.
3 jantar (avondeten) tussen 19.00 en 21.30 uur. Er is weinig verschil tussen de samenstelling van de lunch en van het avondeten. In de toeristische centra hebben veel restaurants een menu turístico, waarbij u zelf een
31
33. HANDIG OM TE WETEN ...
1
combinatie kunt maken uit een lijst van voor-, hoofd- en nagerechten
voor een vaste prijs.
In de Portugese theaters wordt u meestal naar uw stoel begeleid door een
ouvreuse. Een fooi is in dat geval gebruikelijk.
Buitenlandstalige films worden, net als bij ons, ondertiteld.
Banken, postkantoren en winkels
Banken zijn in de regel voor het publiek geopend van 8.30-15.00 uur.
Op zaterdag zijn, behalve in sommige toeristische centra, de banken gesloten.
Openingstijden postkantoren: 9.00-18.00 uur. In grotere steden op zaterdag tot 12.30. In de grote steden zijn de postkantoren de hele dag
open.
Selos (postzegels) zijn ook verkrijgbaar in de tabacaria (tabakswinkel).
Aan de kust zijn er in het hoogseizoen vaak hulppostkantoren op het
strand.
De rode marco postal (brievenbus) op straat is bestemd voor alle post.
Vanuit alle telefooncellen kunt u rechtstreeks naar Nederland of België
bellen (00 – landennummer 31 (N) of 32 (B) – kengetal zonder nul
– abonneenummer) met euromunten. Op veel plekken treft u ook kaarttelefooncellen aan. U kunt ook bellen via een estação telefónica (telefoonkantoor), waar u eerst belt en daarna afrekent.
Een gesprek paga no destinatário (op kosten van de ontvanger) moet via
de telefoniste. Bij het opnemen van de telefoon noemt men in Portugal niet zijn naam, maar meldt men zich met sim? (ja?) of está? (wie is
daar?).
Openingstijden winkels: maandag t/m vrijdag 9.00-13.00 uur en 15.0019.00 uur, zaterdag meestal na 13.00 uur gesloten. Winkels in de z.g.
Centros Comerciais zijn vaak ook ’s avonds open (soms tot 24.00 uur!)
en op zondag.
Feestdagen
De belangrijkste nationale feestdagen in Portugal zijn de volgende:
32
1 jan.
mrt./april
25 april
1 mei
Ano Novo (nieuwjaar)
Semana Santa en Páscoa (Goede Week en Pasen)
Viering van de Portugese ‘Anjerrevolutie’
Dia de Trabalhador (dag van de arbeid)
34. 10 juni
Verder is er nog een aantal regionale feestdagen. De belangrijkste hiervan zijn:
13 juni
24 juni
Lissabon: Santo António (St. Antonius)
Porto, Braga: São João (St. Jan)
1
HANDIG OM TE WETEN ...
Dia de Portugal (herdenking van de dood van Luís de
Camões, de nationale dichter van Portugal)
15 aug.
Ascensão de Nossa Senhora (Maria-Hemelvaart)
1 nov.
Dia de Todos-os-Santos (Allerheiligen)
25 dec.
Dia de Natal (eerste kerstdag)
Tweede paasdag en tweede kerstdag zijn geen feestdagen.
33
35. 2
2
2.1
Ontmoetingen
Plichtplegingen
ONTMOETINGEN
Begroeten
Dag meneer Oliveira
Dag mevrouw
Alvarinho
Hallo, Peter
Hoi, Heleen
Goedemorgen mevrouw
Goedemiddag meneer
Goedenavond
Hoe gaat het ermee?
Goed, en met u?
Uitstekend
Niet zo goed
Gaat wel
Ik ga maar eens
Ik moet er vandoor. Er
wordt op mij gewacht.
Dag!
We bellen/mailen/
sms’en!
34
• Olá senhor Oliveira
olaa sənjoor oolieveiraa
• Olá dona Alvarinho!
olaa dona alvarienjoe
• Olá Peter
olaa peetər
• Viva, Heleen
vieva heeleen
• Bom dia minha senhora
bõm dieja mienja sənjoora
• Boa tarde senhor
boowa taardə sənjoor
• Boa noite
boowa noitə
• Como está?
koomoe sjtaa?
• Bem e o/a senhor/senhora?
being ie oe/aa sənjoor/sənjooraa?
• Óptimo
otiemoe
• Mais ou menos
maisj o meenoesj
• Vai-se andando
vaai-sə andãndoe
• Vou andando
voo ãndãndoe
• Tenho de ir. Estão à minha espera
tẽnjoe də ier. sjtaung aa mienja sjpera
• Adeus!
adeejoesj!
• Vamos telefonar/enviar email/sms
Vaamoesj telefoenaar/ẽnviejaar iemeel/esemmə-es
36. Tot ziens
– gauw
– straks
Welterusten
Goedenacht
Het beste
Veel plezier
Veel geluk
Prettige vakantie
Goede reis
Bedankt, insgelijks
De groeten aan ...
• Durma bem
doerma being
• Boa noite
boowa noitə
• Que tudo lhe corra bem
kə toedoe ljə koRa being
• Divirta-se
Dievierta sə
• Muita sorte
moeingta sortə
• Boas férias
boowasj feriejasj
• Boa viagem
boowa viejaazjeing
• Obrigado, igualmente
oobrieĝaadoe, ieĝwalmẽntə
• Dê cumprimentos a ...
dee kõmpriemẽntoesj a ...
2
ONTMOETINGEN
– zo
• Até logo!
ate loĝoe!
• Até breve!
ate brevə!
• Até logo!
ate loĝoe!
• Até já
ate zjaa
Dank u wel
Bedankt/dank u wel
Geen dank/graag gedaan
Heel hartelijk dank
Erg vriendelijk van u
’t Was me een waar
genoegen
• Obrigado/muito obrigado
oobrieĝaadoe/moeingtoe oobrieĝaadoe
• De nada/foi um prazer
də naada/foi oeng prazeer
• Muitíssimo obrigado
moeingtiesiemoe oobrieĝaadoe
• Muito amável da sua parte
moeingtoe amaavel da soewa partə
• Foi um verdadeiro prazer
foi oeng vərdaadeiroe prazeer
35
37. ONTMOETINGEN
2
Dank u voor de moeite
Dat had u niet moeten
doen
Dat zit wel goed hoor
• Agradeço-lhe o incómodo
aĝradesoe ljə oe ienkomoedoe
• Não precisava de se incomodar
naung prəsiesaava də sə ienkoemoedaar
• Não se incomode
naung sə ienkoemodə
Pardon
Pardon
Sorry!
Sorry, ik wist niet
dat ...
Neemt u me niet kwalijk
Het spijt me
Ik deed het niet expres,
het ging per ongeluk
Dat geeft niet, hoor
Laat maar zitten
Dat kan iedereen overkomen
• Perdão
pərdaung
• Desculpe!
dəsjkoelpə!
• Desculpe, eu não sabia que ...
dəskoelpə, eew naung sabieja kə ...
• Desculpe-me
dəskoelpə mə
• Lamento
lamẽntoe
• Não fiz de propósito, foi sem querer
naung fiesj də proepozietoe, foi seing kəreer
• Não faz mal
naung fasj mal
• Deixe lá
deisjə laa
• Pode acontecer com toda a gente
podə akõntəseer kõn toda a zjẽntə
Feliciteren en condoleren
Gefeliciteerd met uw
verjaardag/naamdag
Gecondoleerd
Ik vind het heel erg
voor u
36
• Parabéns pelos seus anos
paaraabeings peloesj seews anoesj
• Os meus pêsames
oesj meewsj peezaaməsj
• Sinto muito
siengtoe moeingtoe
38. 2.2
Iemand aanspreken
Mag ik u wat vragen?
Sorry, ik heb nu geen
tijd
Hebt u een vuurtje?
Mag ik bij u komen
zitten?
Wilt u een foto van
mij/ons maken? Dit
knopje indrukken.
Laat me met rust
Hoepel op
Als u niet weg gaat, ga
ik gillen
2.3
Zich voorstellen
Mag ik me even voorstellen?
Ik heet ...
Ik ben ...
Hoe heet u?
2
ONTMOETINGEN
Neemt u me niet kwalijk
Pardon, kunt u me
helpen?
Ja, wat is er aan de
hand?
Wat kan ik voor u doen?
• Posso fazer-lhe uma pergunta?
posoe fazeer ljə oema pərĝoengta?
• Desculpe-me
dəskoelpə mə
• Desculpe, podia ajudar-me?
dəsjkoelpə, poedieja azjoedaar mə?
• Sim, o que é?
sieng, oe kə e?
• O que deseja?
oe kə dəzeizja?
• Desculpe, agora não tenho tempo
dəsjkoelpə, aĝora naung tẽnjoe tẽmpoe
• Tem lume?
teing loemə?
• Posso sentar-me ao seu lado?
posoe sẽntaar mə au seew laadoe?
• Podia tirar-me/tirar-nos uma fotografia?
Carregue neste botão.
poedieja tieraar-mə/tieraar-noesj oema
fotoĝrafieja? kaReĝə nesjtə boetaung
• Deixe-me em paz
deisjə mə eing paasj
• Vá-se embora
vaa sə ẽmbora
• Se não se for embora, começo a gritar
sə naung sə foor ẽmbora, koemesoe a
ĝrietaar
• Posso apresentar-me?
posoe aprəzẽntaar-mə?
• Chamo-me ...
sjaamoe mə ...
• Sou ...
soo ...
• Como se chama?
koomoe sə sjaama?
37
39. ONTMOETINGEN
2
Mag ik u even voorstellen?
• Apresento-lhe ...
aprəzẽntoe-ljə ...
Dit is mijn vrouw/
dochter/moeder/
vriendin
– man/zoon/vader/
vriend
• A minha mulher/filha/mãe/amiga
a mienja moeljer/fielja/amieĝa
Hallo, leuk u te ontmoeten
Aangenaam (kennis te
maken)
Waar komt u vandaan?
• Muito prazer em conhecê-lo
moeingtoe prazeer eing koenjəse-loe
• Muito prazer (em conhecê-lo)
moeingtoe prazeer (eing koenjəse-loe)
• De onde é?
dõndə e?
• Sou holandês/belga/flamengo
soo olãndeesj/belĝa/flamẽnĝoe
• Em que cidade mora?
eing kə siedaadə mora
• Em ... É perto de ...
eing ... e pertoe də ...
• Como veio?
koomoe veijoe?
• Já está cá há muito tempo?
zjaa sjtaa kaa aa moeingtoe tẽmpoe?
• Há uns dias
aa oengs diejasj
• Quanto tempo fica cá?
kwãntoe tẽmpoe fieka kaa?
• Partimos (provavelmente) amanhã/
daqui a duas semanas
partiemoesj (proevavelmẽntə amãnjã/dakie
a doewasj səmaanasj
• Onde está hospedado?
õndə sjtaa osjpədaadoe?
• Num hotel/apartamento
noeng otel/apartamẽntoe
• Num parque de campismo
noeng parkə də kãmpiesjmoe
• Em casa de uns amigos/familiares
eing kaazaa də oengs amieĝoesj
Ik kom uit Nederland/
België/Vlaanderen
In welke stad woont u?
In ... Dat is dicht bij ...
Hoe bent u hier gekomen?
Bent u hier al lang?
Een paar dagen
Hoelang blijft u hier?
We vertrekken (waarschijnlijk) morgen/
over twee weken
Waar logeert u?
In een hotel/
appartement
Op een camping
38
In huis bij vrienden/
familie
• O meu marido/filho/pai/amigo
oe meew mariedoe/fieljoe/amieĝoe
40. Ik ben een vriend van ...
Bent u hier alleen/met
uw gezin?
Ik ben alleen
– met mijn gezin
– met familie
– met een vriend/een
vriendin/vrienden
Bent u getrouwd?
Heb je een vaste
vriend(in)?
Dat gaat u niets aan
Ik ben getrouwd
– vrijgezel
– gescheiden (van tafel
en bed)
– gescheiden (officieel)
• Estou sozinho
sjtoo sozienjoe
• Estou com a minha amiga/o meu
amigo/a minha mulher/o meu marido
sjtoo kõm a mienja amieĝa/oe meew
amieĝoe/a mienja moeljer/oe meew
mariedoe
• Estou com a minha família
sjtoo kõm a mienja famielja
• Estou com familiares
sjtoo kõm famieljaarəsj
• Estou com um amigo/uma amiga/
amigos
sjtoo kõm oeng anieĝoe/oema amieĝa/
amieĝoesj
2
ONTMOETINGEN
– met mijn partner/
vrouw/man
• sou amigo de...
soo amieĝoe də...
• Está cá sozinho/com a família?
sjtaa kaa sozienjoe/kõm a famielja?
• É casado/casada?
e kazaadoe/kazaada?
• Tens namorado/namorada?
teingsj namoeraadoe/namoeraada?
• Não tem nada com isso
naung teing naada kõm iesoe
• Sou casado/casada
soo kazaadoe/kazaada
• Sou solteiro/solteira
soo soelteiroe/soelteira
• Estou separado/separada (de pessoas e
bens)
sjtoo səparaadoe/səparaada (də pəsoowasj
ie beings)
• Estou divorciado/divorciada
(oficialmente)
sjtoo dievoersiejaadoe/dievoersiejaada
(ofiesiejalmẽntə)
39
41. ONTMOETINGEN
– weduwe/weduwnaar
• Sou viúva/viúvo
soo viejoeva/viejoevoe
Ik woon alleen/samen
2
• Vivo sozinho/com um companheiro
vievoe sozienjoe/kõm oeng kõmpanjeiroe
• Tem filhos/netos?
teing fieljoesj/netoesj?
• Para quando espera o bébé?
paaraa kwãndoe əsperaa oe beebee
• quantos filhos tem?
kwãntoesj fieljoesj teing?
• Que criança engraçada!
ke kriejãnsaa ẽnĝraasaadaa!
• É um menino ou uma menina?
e oeng menieno o oema menienaa?
• parece-se com o seu marido/a sua
mulher
paaresse-sə cõng oe seew mariedoe/aa
soewaa moeljer
• Como se chama o seu filho/a sua filha?
komoe sə sjaamaa oe seew fieljoe/aa
soewaa fielja?
Hebt u kinderen/
kleinkinderen?
Wanneer verwacht u de
baby?
Hoeveel kinderen hebt
u?
Wat een leuk kind!
Is het een jongen of een
meisje?
Zij/hij lijkt op u/uw
man/vrouw
Hoe heet uw zoon/
dochter?
Hoe oud bent u?
– is zij/hij?
Ik ben ... jaar oud
Zij/hij is ... jaar oud
Wat voor werk doet u?
Ik werk op een kantoor
Ik studeer/zit op school
40
• Que idade tem?
kə iedaadə teing?
• Que idade tem ela/ele?
kə iedaadə teing ela/elə?
• Tenho ... anos
tẽnjoe ... anoesj
• Ela/ele tem ... anos
ẽla/elə teing ... anoesj
• O que é que faz?
oe ke kə faasj?
• Trabalho num escritório
trabaljoe noeng sjkrietoriejoe
• Estudo/ando na escola
sjtoedoe/ãndoe na sjkola
42. • estou aqui a passar férias/a trabalhar/a
estudar
sjtoo akie aa pasaar feriejaas/aa
trabaljaar/aa sjtudaar
Ik ben werkloos
• Estou desempregado
sjtoo dəzẽmprəĝaadoe
• Estou reformado
sjtoo Rəfoermaadoe
• Estou reformado por invalidez
sjtoo Rəfoermaadoe poer kauza də
ienvaliedeesj
• Sou dona de casa/trato da casa
soo dona də kaazaa/tratoe daa kaazaa
– gepensioneerd
– afgekeurd, ik zit in de
WAO
– huisvrouw/huisman
Vindt u uw werk leuk?
Soms wel, soms niet
Wat voor geloof hebt u?
Ik ben boeddhist
– katholiek
– protestant
– hindoe
– joods
– moslim
Ik ben ... maar niet
praktiserend
Leuk u te hebben
ontmoet/met u te hebben gesproken
• Gosta do seu trabalho?
ĝosjta doe seew trabaljoe?
• As vezes sim, às vezes não
aasj veezəsj sieng, aasj veezəsj naung
• qual é a sua religião?
kwaal e a soewaa rəlizjaung?
2
ONTMOETINGEN
Ik ben hier op vakantie/
om te werken/
studeren
• sou budista
soo boediesjtaa
• católico
katooliekoe
• protestante
protəsjtãntə
• hindu
iendoe
• judeu
zjoedeew
• islamita
iesjlaamietaa
• Eu sou ... mas não pratico
eew soo ... maasj naung pratiekoe
• Foi um prazer tê-lo encontrado/ter
falado consigo
foi oeng prazeer teloe ẽnkõntraadoe/ter
falaadoe cõnsieĝoe
41
43. 2
Hoop u snel weer te
zien/te schrijven
ONTMOETINGEN
Ik bel/mail/sms u
2.4
Een gesprek
Ik spreek geen/een
beetje ...
• Não falo/falo um pouco ...
naung faaloe/faaloe oeng pookoe
Ik ben Nederlander/
Nederlandse
– Belg/Belgische
• Sou holandês/holandesa
soo olãndeesj/olãndeeza
• Sou belga/belga
soo belĝa/belĝa
• Sou flamengo/flamenga
soo flamẽnĝoe/flamẽnĝa
– Vlaming/Vlaamse
Spreekt u Engels/Frans/
Duits?
Is er iemand die ...
spreekt?
Wat zegt u?
Ik begrijp het (niet)
Begrijpt u mij?
Wilt u dat a.u.b. herhalen?
Kunt u wat langzamer
praten?
Wat betekent dat/dat
woord?
Is dat (ongeveer) hetzelfde als ...?
Kunt u dat voor me
opschrijven?
42
• espero voltar a vê-lo/la/escrever-lhe em
breve
sjperoe voltaar a veeloe/sjkreveer-lje eing
brevə
• Eu telefono, envio email/sms
eew telefonoe, ẽnviejoe iemeel/es-emmə-es
• Fala inglês/francês/alemão?
faala ienĝleesj/frãnseesj/aləmaung?
• Há alguém que fale ...?
a alĝeing kə faalə ...?
• O que é que diz?
oe ke kə diesj?
• (Não) compreendo
(naung) kõnpriejẽndoe
• Compreende-me?
kõnpriejẽndə mə?
• Podia repetir se faz favor?
poedieja rəpətier sə fasj favoor?
• Podia falar mais devagar?
poedieja falaar maisj dəvaĝaar?
• O que significa aquilo/aquela palavra?
oe kə sieĝniefieka akieloe/akela palaavra?
• É (quase) a mesma coisa que ...?
e (kwaazə) ə mesjma koiza kə ...?
• Podia escrever?
poedieja sjkrəveer?
44. Hobby’s
Hebt u hobby’s?
Ik hou van breien/lezen/
fotograferen/uitgaan/
stappen
Ik ben gek op ...
Ik hou van muziek
– gitaar/piano spelen
Ik ga graag naar de
film/het theater/een
concert
Ik reis/sport/vis/wandel
graag
• Tem algum passatempo?
teing algoeng pasaatẽmpoe?
• Gosto de fazer tricot/ler/fotografar/sair/
passear
ĝosjtoe də fazeer triekoo/leer/foetoeĝrafaar/
sa-ier/passejar
• Adoro ...
adooroe ...
2
ONTMOETINGEN
Kunt u dat voor me
• Podia soletrar?
spellen?
poedieja soelətraar?
(zie pagina 99 voor het telefoonalfabet)
Kunt u dat in deze taal- • Podia indicar aqui no guia?
gids aanwijzen?
poedieja iendiekaar noe ĝieja?
Een ogenblik, ik moet
• Um momento, tenho de procurar
het even opzoeken
oeng moemẽntoe, tẽnjoe də prokoeraar
Ik kan het woord/de zin • Não encontro a palavra/a frase
niet vinden
naung ẽnkõntroe a palaavra/a fraazə
Hoe zeg je dat in het ...? • Como é que se diz em ...?
koomoe e kə sə diesj eing ...?
Hoe spreek je dat uit?
• Como é que se pronuncia?
koomoe e kə sə proenoengsieja?
• Gosto de música
gosjtoe də moeziekaa
• ... de tocar guitarra/piano
... də toekaar ĝietaRa/piejaanoe
• Gosto de ir ao cinema/ao teatro, a
concertos
ĝosjtoe də ier au sieneema/au tejaatroe/aa
kõnsertoesj
• Gosto de viajar/fazer desporto/pescar/
passear
ĝosjtoe də vjazjaar/fazeer dəsjportoe/
pəsjkaar/pasiejaar
43
45. 2
2.5
Wat vindt u ervan?
Wat hebt u liever?
ONTMOETINGEN
Wat vind je ervan?
Houd je niet van dansen?
Het maakt mij niets uit
Goed zo!
Niet slecht!
Uit de kunst!
Heerlijk!
Wat is het hier gezellig!
Wat leuk/mooi!
Wat fijn voor u!
Ik ben (niet) erg tevreden over ...
Ik ben blij dat ...
Ik amuseer me prima
Ik verheug me erop
Ik hoop dat het lukt
Wat waardeloos!
– afschuwelijk!
44
– jammer!
• O que prefere?
oe kə prəferə?
• Que lhe parece?
kə ljə paresə
• Não gosta de dançar?
naung ĝosjta də dãnsaar?
• É-me indiferente
e mə iendifərẽntə
• Muito bem!
moeingtoe being!
• Não está mal!
naung sjtaa mal!
• Optimo!
otiemoe!
• Que delícia!
kə dəliesieja!
• Que bem que se está aqui!
kə being kə sə sjtaa akie!
• Que giro/bonito!
kə zjieroe/boenietoe!
• Que bom para si!
kə bõm paara sie!
• (Não) estou muito contente com ...
(naung) sjtoo moeingtoe kõntẽntə kõn ...
• Alegra-me que ...
aleĝra mə kə ...
• Divirto-me muito
dieviertoe mə moeingtoe
• Regozijo-me com
Rəĝoeziezjoe mə kõm
• Espero que dê resultado
sjperoe kə dee Rəsoeltaadoe
• Que porcaria!
kə poerkarieja!
• Que horrível!
kə ooRievel!
• Que pena!
kə peena!
46. • Que sujo!
kə soezjoe!
Wat een onzin/
flauwekul!
Ik hou niet van ...
• Que disparate!
kə diesjparaatə!
• Não gosto de ...
naung ĝosjtoe də ...
• Aborreço-me terrivelmente
aboeResoe mə təRievəlmẽntə
• Estou farto/farta
sjtoo faartoe/faarta
• Assim não pode ser
asieng naung podə seer
• Esperava outra coisa
sjpəraava ootra koiza
Ik verveel me kapot
Ik heb er genoeg van
Dat kan zo niet
Ik had iets heel anders
verwacht
2.6
Een compliment geven
Wij hebben heerlijk
gegeten
Het heeft ons voortreffelijk gesmaakt
Vooral de ... was heel
bijzonder
Wat ziet u er goed uit!
Mooie auto!
Leuk skipak!
Je bent een lieve jongen/
meid
Wat een lief kindje!
U danst heel goed
2
ONTMOETINGEN
– vies!
• Comemos muito bem
koemeemoesj moeingtoe being
• Soube-nos muito bem
soobə-noesj moeingtoe being
• Principalmente o/a ... estava excelente
priensiepalmẽntə oe/a ... sjtaava eisəlẽntə
• Está com tão bom aspecto!
sjtaa kõm taung bõn asjpetoe!
• Que lindo carro!
kə liendoe kaRoe!
• Que lindo fato de esqui!
kə liendoe fatoe də sjkie
• És um rapaz amoroso/uma rapariga
amorosa
ẽsj oeng rapasj amoerozoe/oema raparieĝa
amoeroza
• Que criança amorosa!
kə kriejãnsa amoeroza!
• Dança muito bem
dãnsa moeingtoe being
45
47. ONTMOETINGEN
2
– kookt
• Cozinha muito bem
koezienja moeingtoe being
• Joga futebol muito bem
zjoĝa foetəbol moeingtoe being
– voetbalt
2.7
Iemand versieren
Ik vind het fijn om bij je
te zijn
Ik heb je zo gemist
Ik heb van je gedroomd
Ik moet de hele dag aan
je denken
Je lacht zo lief
Je hebt zulke mooie
ogen
Ik ben verliefd op je
Ik ook op jou
Ik hou van jou
Ik ook van jou
Ik heb niet zulke sterke
gevoelens voor jou
Ik heb al een vriend/
vriendin
Ik ben nog niet zo ver
Het gaat me veel te snel
Blijf van me af
Okay, geen probleem
46
• Gosto de estar contigo
ĝosjtoe də sjtaar kõntieĝoe
• Senti muito a tua falta
sẽntie moeingtoe a toewa falta
• Sonhei contigo
sõnjei kõntieĝoe
• Penso o dia inteiro em ti
pẽnsoe oe dieja ienteiroe eing tie
• Tens um sorriso lindo
tẽns oeng soeRiezoe liendoe
• Tens uns olhos tão lindos
Tẽns oengs oljoesj taung liendoesj
• Estou apaixonado/a por ti
sjtoo apaisjoenaadoe poer tie
• E eu por ti
ie eew poer tie
• Amo-te
aamoe tə
• Eu também te amo
eew tãmbeing tə aamoe
• Não sinto um grande amor por ti
Naung siengtoe oeng ĝrãndə amoor poer tie
• Já tenho um namorado/uma namorada
Zjaa tẽnjoe oeng namoeraadoe/oema
namoeraada
• Ainda não cheguei a esse ponto
ajienda naung sjəĝei a essə põntoe
• Eu preciso de mais tempo
eew prəsiezoe də maisj tẽmpoe
• Não te metas comigo
naung tə metasj koemieĝoe
• Está bem, não faz mal
Sjtaa being naung fasj mal
48. Kan/mag ik je schrijven/
bellen/e-mailen/
sms’en?
Ik bel je morgen
Dat zeggen ze allemaal
Laten we geen risico
nemen
Heb je een condoom?
Nee? Dan doen we het
niet
Kus me
Vind je dit lekker?
Dat vind ik niet prettig!
Doe je ... uit
Dat was lekker
2.8
2
ONTMOETINGEN
Blijf je vannacht bij
me?
Ik wil graag met je naar
bed
Alleen met een condoom
We moeten voorzichtig
zijn vanwege aids/soa
• Posso escrever-lhe/telefonar-lhe/enviar
uma email/um sms?
posoe sjkreveer-lje/telefonaar-lje/ẽnviejaar
oema iemeel/oeng es-emmə-es?
• Telefono-te amanhã
telefonoe-tə amãnjã
• Ficas esta noite comigo?
fiekasj esjta noitə koemieĝoe
• Quero ir contigo para a cama
keroe ier kõntieĝoe paaraa kaama
• Só com um preservativo
so kõm oeng prəzərvatievoe
• Temos de ser cautelosos por causa
da SIDA ou doenças sexulamente
transmitidas
teemoesj də seer kautəloozoesj kõm a sieda
o dowẽnsaasj seksoelamẽntə trãnsmietiedasj
• É o que todos dizem
e oe kə todoesj diezeing
• Não podemos correr riscos
naung poedeemoesj koeReer riesjkoesj
• Tens um preservativo?
teings oeng prəzərvatievoe?
• Não? Então não podemos
naung? ẽntaung naung poedeemoesj
• Beija-me
beizjaa-mə
• Gostas disto?
ĝosjtasj diesjtoe?
• Assim não não gosto!
assieng naung gosjtoe!
• Tira a/o ...
tieraa aa/oe ...
• Foi bom!
foi bõm!
Afscheid nemen
Mag ik u naar huis
brengen?
• Posso levá-lo/la a casa?
posoe ləvaa-loe/la a kaazaa?
47
49. ONTMOETINGEN
2
Mag ik u schrijven/
opbellen?
Schrijft/belt u mij?
Ik moet morgen naar
huis
Ik zal je missen
We houden toch wel
contact?
Hebt u pen en papier?
Mag ik uw
(e-mail)adres/
telefoonnummer?
Bedankt voor alles
Het was erg leuk
Doe de groeten aan ...
Ik wens je het allerbeste
Veel succes verder
Wanneer kom je weer?
Ik wacht op je
Ik zou je graag nog eens
terugzien
Ik hoop dat we elkaar
gauw weerzien
48
Ik stuur de foto’s naar
u toe
Ik geloof niet dat het
klikt tussen ons
• Posso escrever-lhe/telefonar-lhe?
posoe sjkrəveer-ljə/tələfoenaar-ljə?
• Escreve-me/telefona-me?
sjkrevə-mə/tələfõna-mə?
• Amanhã tenho de ir para casa
amãnjã tẽnjoe də ier paaraa kaazaa
• Vou sentir a tua falta
voo sẽntier aa toewaa faltaa
• Mantemo-nos em contacto?
mãnteemoe-noesj eing kõntaktoe?
• Tem uma caneta e papel?
teing oema kaneeta ie papel?
• Posso ficar com o seu endereço
electrónico/número de telefone?
posoe fikaar cõng oe seew ẽnderessoe
elektroonikoe/noemeroe də telefonoe?
• Obrigado por tudo
oobrieĝaadoe poer toedoe
• Gostei imenso
ĝoesjtei iemẽnsoe
• Cumprimentos a ...
koempriemẽntoesj a ...
• Desejo-te o melhor
dəzeizjoe-tə oe məljor
• Que tudo corra bem
kə toedoe koRa being
• Quando voltas?
kwãndoe voltasj?
• Espero por ti
sjperoe poer tie
• Gostava de voltar a ver-te
ĝoesjtaava də voltaar a veer-tə
• Espero que a gente se volte a ver
brevemente
sjperoe kə a zjẽntə sə voltə a veer
brevəmẽntə
• Envio-lhe as fotografias
ẽnviejoo-lje aasj footoografiejasj
• Não creio que nos demos bem
naung kreejoe ke noosj deemoesj being
50. U bent van harte welkom
• Quero acabar com a nossa relação
keroe aakaabaar cong nossaa Rəlaasaung
• Vamos ficar amigos?
vaamoesj fikaar aamieĝoesj?
• Eu envio-te um sms
eew ẽnviejoe-tə oem es-emmə-es
• Esta é a nossa morada. Se algum dia for
à Holanda/Bélgica ...
esjta e a nosa moeraada. sə algoeng dieja
foor aa olãnda/belzjieka ...
• É sempre bem-vindo
e sẽmprə being-viengdoe
2
ONTMOETINGEN
Ik wil onze relatie
beëindigen/het uitmaken
Zullen we vrienden
blijven?
Ik stuur je wel een
sms’je
Dit is ons adres. Als
u ooit in Nederland/
België bent ...
49
51. 3
Onderweg
3.1
3
De weg vragen
ONDERWEG
Pardon, mag ik u iets
vragen?
Ik ben de weg kwijt
Weet u een ... in de
buurt?
Is dit de weg naar ...?
Kunt u me zeggen hoe
ik naar ... moet rijden/
lopen/fietsen?
Hoe kom ik het snelst
in ...?
Hoeveel kilometer is
het nog naar ...?
Kunt u het op de kaart
aanwijzen?
• Desculpe, posso-lhe fazer uma
pergunta?
dəsjkoelpə, posoe-ljə fazeer oema
pərĝoengta?
• Perdi-me
pərdie-mə
• Conhece um ... perto?
kõnjesə oeng ... pertoe?
• É este o caminho para ...?
e esjtə oe kamienjoe paaraa ...?
• Poderia dizer-me como devo fazer para
ir para ...?
poedərieja diezeer-mə koomoe devoe fazeer
paaraa ier paaraa ...?
• Como é que chego o mais depressa
possível a ...?
koomoe e kə sjeeĝoe oe maisj dəpresa
poesievel a ...?
• Quantos quilómetros faltam ainda para
chegar a ...?
kwãntoesj kielomətroesj faltãm ajienda
paaraa sjəĝaar a ...?
• Poderia indicar-me aqui no mapa?
poederieja iendiekaar-mə akie noe maapa?
Não sei, não conheço isto
aqui.
Está enganado
Tem de voltar a...
Aí as placas indicam-lhe o
caminho a seguir
Aí deve perguntar de novo
50
em frente
à esquerda
à direita
cortar
Ik weet het niet, ik ben hier niet
bekend
U zit verkeerd
U moet terug naar ...
Daar wijzen de borden u verder
Daar moet u het opnieuw
vragen
rechtdoor
linksaf
rechtsaf
afslaan
52. 3.2
volgen
oversteken
de kruising
de straat
het verkeerslicht
de tunnel
het verkeersbord ‘voorrangskruising’
het gebouw
op de hoek
de rivier
het viaduct
de brug
de spoorwegovergang/de spoorbomen
het bord richting ...
de pijl
3
ONDERWEG
seguir
atravessar
o cruzamento
a estrada
o semáforo
o túnel
a placa de trânsito
‘cruzamento com
prioridade’
o edifício
à esquina
o rio
o viaduto
a ponte
a passagem de nível/as
cancelas
a placa com direcção
a seta
Douane
O seu passaporte se faz favor
A carta verde se faz favor
O livrete se faz favor
O seu visto se faz favor
Para onde vai?
Quanto tempo pensa ficar?
Tem alguma coisa a declarar?
Pode abrir isto?
Mijn kinderen zijn
bijgeschreven in dit
paspoort
Ik ben op doorreis
Uw paspoort a.u.b.
De groene kaart a.u.b.
Het kentekenbewijs a.u.b.
Uw visum a.u.b.
Waar gaat u naartoe?
Hoelang bent u van plan te
blijven?
Hebt u iets aan te geven?
Wilt u deze openmaken?
• Os meus filhos estão inscritos neste
passaporte
oesj meews fieljoesj sjtaung iensjkrietoesj
nesjtə pasaportə
• Estou de passagem
sjtoo də pasaazjeing
51
53. ONDERWEG
3
Ik ga op vakantie
naar ...
Ik ben op zakenreis
• Vou de férias para ...
voo də feriejasj paaraa ...
• Estou em viagem de negócios
sjtoo eing viejaazjeing də nəĝosiejoesj
Ik weet nog niet hoelang • Ainda não sei quanto tempo fico
ik blijf
ajienda naung sei kwãntoe tẽmpoe fiekoe
Ik blijf hier een weekend
– een paar dagen
– een week
– twee weken
• Fico aqui um fim-de-semana
fiekoe akie oeng fieng-də-səmaana
• Fico aqui uns dias
fiekoe akie oengs diejasj
• Fico aqui uma semana
fiekoe akie oema səmaana
• Fico aqui duas semanas
fiekoe akie doewasj səmaanasj
Ik heb niets aan te
geven
• Não tenho nada a declarar
naung tẽnjoe naada a dəklaraar
Ik heb – bij me
• Trago comigo ...
traĝoe koemieĝoe ...
• Trago comigo um pacote de cigarros
traĝoe koemieĝoe oeng pakotə də sieĝaRoesj
• Trago comigo uma garrafa de ...
traĝoe koemieĝoe oema ĝaRaafa de ...
• Trago comigo algumas lembranças
traĝoe koemieĝoe alĝoemasj lẽmbrãnsasj
– een slof sigaretten
– een fles ...
– enkele souvenirs
Dit zijn persoonlijke
spullen
Deze spullen zijn niet
nieuw
Hier is de bon
Dit is voor eigen gebruik
Hoeveel moet ik aan invoerrechten betalen?
52
• Isto são coisas pessoais
iesjtoe saung koizasj pəsowaisj
• Estas coisas não são novas
esjtasj koizasj naung saung novasj
• Aqui está o recibo
akie sjtaa oe Rəsieboe
• Isto é para uso pessoal
iesjtoe e paaraa oezoe pəsoewal
• Quanto tenho de pagar de direitos?
kwãntoe tẽnjoe də paĝaar də diereitoesj?
54. Mag ik nu gaan?
Ik wil graag mijn
ambassade/consulaat
bellen
Bagage
Kruier!
Wilt u deze bagage naar
... brengen a.u.b.?
Hoeveel krijgt u van
mij?
Waar kan ik een bagagewagentje vinden?
Kan ik deze bagage in
bewaring geven?
Waar zijn de bagagekluizen?
Ik krijg de kluis niet
open
Hoeveel kost het per
stuk per dag?
Dit is niet mijn tas/
koffer
Er ontbreekt nog een
stuk/tas/koffer
Mijn koffer is beschadigd
• Bagageiro!
Baĝazjeiroe
• Podia levar esta bagagem para ..., se faz
favor?
poedieja ləvaar esjta baĝaazjeing paaraa
..., sə fasj favoor?
• Quanto lhe devo?
kwãntoe ljə devoe?
• Onde estão os carrinhos para a
bagagem?
õndə sjtaung oesj kaRienjoesj paaraa a
baĝaazjeing?
• Posso dar esta bagagem a guardar no
depósito?
posoe daar esjta baĝaazjeing a ĝwardaar
noe dəpozietoe?
• Onde estão os cacifos para bagagem?
õndə sjtaung oesj kaasiefoesj paaraa
baĝaazjeing?
• Não consigo abrir este cacifo
naung kõnsieĝoe abrier esjtə kasiefoe
• Quanto custa um volume por dia?
kwãntoe koesjta oeng voeloemə poer dieja?
• Isto não é o meu saco/a minha mala
iesjtoe naung e oe meew sakoe/a mienja
maala
• Ainda falta um volume/um saco/uma
mala
ajienda falta oeng voeloemə/oeng sakoe/
oema maala
• A minha mala está estragada
a mienja maala sjtaa sjtraĝaada
3
ONDERWEG
3.3
• Posso ir agora?
posoe ier aĝora?
• Quero telefonar para a minha
embaixada/o meu consulado
keroe telefoenaar paaraa aa mienjaa
ẽmbaisjaadaa/oe meew kõnsoelaadoe
53
55. 3
Met eigen vervoer
3.4
De auto
ONDERWEG
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
Zie voor afbeelding pagina 56.
3.5
Het benzinestation
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
Hoeveel kilometer is
het naar het volgende
benzinestation?
• Quantos quilómetros faltam para a
próxima bomba de gasolina?
kwãntoesj kielomətroesj faltãm paaraa a
prosjiema bõmba də ĝazoeliena
Ik wil ... liter –
• Quero ... litros
keroe ... lietroesj
• Quero ... litros de gasolina super
keroe ... lietroesj də ĝazoeliena soepər
• Quero ... litros de gasolina normal
keroe ... lietroesj də ĝazoeliena normal
• Quero ... litros de gasóleo
keroe ... lietroesj də ĝazoliejoe
• Quero ... litros de gasolina sem chumbo
keroe ... lietroesj də ĝazoeliena seing
sjoengboe
– superbenzine
– normale benzine
– diesel
– loodvrije benzine
Ik wil voor ... euro LPG
Vol a.u.b.
Wilt u – controleren?
– het oliepeil
54
• Quero ... euros de ... GLP
keroe ... eewroosj də ... ĝee-el-pee
• Ateste por favor
atesjtə poer favoor
• Não se importava de controlar ...
naung sə iengpoertaava də kõntroelaar ...
• Não se importava de controlar o nível
do óleo?
naung sə iengpoertaava də kõntroelaar oe
nievel doe oliejoe?
56. • Não se importava de controlar a
pressão dos pneus?
naung sə iengpoertaava də kõntroelaar a
prəsaung doesj pneusj
Kunt u de olie verversen?
Kunt u de ruiten/de
voorruit schoonmaken?
Kunt u de auto een
wasbeurt geven?
• Podia mudar o óleo?
poedieja moedaar oe oliejoe?
• Podia limpar os vidros e/o párabrisas?
poedieja liempaar oesj viedroesj ie oe
paarabriezasj?
• Podia dar uma lavagem ao carro?
poedieja daar oema lavaazjeing au kaRoe?
3.6
Pech en reparaties
Ik heb pech. Kunt u me
even helpen?
Ik sta zonder benzine
Ik heb de sleuteltjes in
de auto laten zitten
De auto/motorfiets/
brommer start niet
Hebt u startkabels/een
sleepkabel?
Wilt u me helpen duwen?
Weet u een garage/
bezinestation in de
buurt?
Kunt u voor mij de
wegenwacht waarschuwen?
3
ONDERWEG
– de bandenspanning
• Tenho uma avaria. Poderia ajudar-me?
tẽnjoe oema avarieja. Poedərieja
azjoedaar-mə?
• Estou sem gasolina
sjtoo seing gazoeliena
• Deixei as chaves dentro do carro
deisjei as sjaavəsj dẽntroe doe kaRoe
• O carro/a mota/a motorizada não
arranca
oe kaRoe/a mota/a moetoeriezaada naung
aRãnka
• Tem cabos de arranque/cabo de
reboque?
teing oeng kaaboes də aRãnkə/kaaboe də
Rəbokə?
• Podia ajudar a empurrar?
poediejaa aazjoedaar aa ẽnpoeraar?
• Conhece uma garagem/bomba de
gasolina aqui perto?
kõnjesə oema ĝaaraazjeing/bõmbaa də
ĝazoliena aakie pertoe?
• Poderia avisar o pronto socorro?
poedərieja aviezaar oe prõntoe soekoRoe?
55
57. bateria
luz da rectaguarda
espelho retrovisor
batərieja
loesj da Retaĝwarda
sjpeljoe retroeviezoor
airbag
antenne
autoradio
benzinetank
farol de marcha
atrás
airbag
antena
rádio
depósito de gasolina
bougies
brandstoffilter
brandstofpomp
buitenspiegel
bumper
carburateur
carter
cilinder
claxon
contactpunten
controlelampje
dynamo
gaspedaal
handrem
klep
knalpot
koelwaterleiding
velas
filtro da gasolina
bomba da gasolina
espelho exterior
pára-choques
carburador
cárter
cilindro
buzina
platinados
luz de controle
dínamo
acelerador
travão de mão
válvula
cilindro
tubo do radiador
kofferbak
koplamp
krukas
luchtfilter
mistachterlicht
mala
farol da frente
cambota
filtro do ar
faróis de nevoeiro
da rectaguarda
motor
farol də marsja
atraasj
erbeĝə
antẽna
Raadiejoe
dəpozietoe də
ĝazoeliena
velasj
fieltroe da ĝazoeliena
bõmba da ĝazoeliena
sjpeljoe sjteriejor
paara-sjokəsj
karboeradoor
kartər
sieliendroe
boeziena
platienaadoesj
loesj də kõntrolə
dienamoe
asələradoor
travaung de maung
valvoela
sieliendroe
toeboe də raadiejaadoor
maala
farol da frẽntə
kãmbota
fieltroe do ar
faroisj də nəvoeweiroe
da retaĝwarda
moetoor
accu
achterlicht
achteruitkijkspiegel
achteruitrijlamp
4
5
7
8
9
10
11
12
13
motorblok
3
6
ONDERWEG
1
2
3
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
nokkenas
oliefilter
oliepomp
oliepeilstok
ontsteking
pedaal
portier
radiateur
remlicht
remschijf
reservewiel
richtingaanwijzer
ruit
ruitenwisser
schokbrekers
schuifdak
árvore de cames
filtro do óleo
bomba do óleo
vareta
ignição
pedal
porta
radiador
luz dos travões
disco do travão
roda subselente
pisca-pisca
vidro
limpa pára-brisas
amortecedores
janela do tejadilho
spoiler
startmotor
stuurhuis
uitlaatpijp
veiligheidsgordel
ventilator
verdelerkabels
versnellingshandel
waterpomp
wiel
wieldop
zuiger
spoiler
motor de aranque
caixa de comando
tubo de escape
cinto de segurança
ventoinha
cabos condutores
alavanca das
mudanças
bomba de água
pneu
tampa de roda
êmbolo
arvoerə də kaaməsj
fieltroe doe oliejoe
bõmba doe oliejoe
vareta
ieĝniesaung
pedal
porta
radiejadoor
loez doesj travoingsj
diesjkoe doe travaung
Roda soebsəlẽnte
piesjka-piesjka
viedroe
liempa paara-briezasj
amortəsədorəsj
zjanela doe
təzjadieljoe
spoilər
moetoor də aRãnkə
kaisja də koemãndoe
toeboe də sjkapə
sientoe də səĝoerãnsa
vəntoewienja
kaaboesj kõndoetorəsj
alavãnka dasj
moedãnsasj
bõmba də aaĝwa
pne-oe
tãmpa de Roda
ẽmboloe
56
Auto
59. ONDERWEG
3
Kunt u voor mij een
garage bellen?
• Poderia telefonar para uma garagem?
poedərieja tələfonaar paaraa oema
ĝaraazjeing?
Mag ik met u meerijden
naar –?
– een garage/de stad
• Posso ir consigo até a ...?
posoe ier kõnsieĝoe ate a ...?
• Posso ir consigo até uma garagem/à
cidade?
posoe ier kõnsieĝoe ate a oema ĝaraazjeing/
aa siedaadə?
• Posso ir consigo até uma cabine
telefónica?
posoe ier kõnsieĝoe ate a oema kabienə
tələfõnieka?
• Posso ir consigo até um telefone de
urgência?
posoe ier kõnsieĝoe ate a oeng tələfõnə də
oerzjẽnsieja?
– een telefooncel
– een praatpaal
Kan mijn (brom)fiets
ook mee?
Kunt u mij naar een
garage slepen?
Er is waarschijnlijk iets
mis met ... (Zie 56 en
62.)
Kunt u het repareren?
Kunt u mijn band plakken?
Kunt u dit wiel verwisselen?
Kunt u het zo repareren, dat ik ermee naar
... kan rijden?
58
Welke garage kan me
wel helpen?
• Posso levar também a minha bicicleta/
motorizada?
posoe ləvaar tãmbeing a mienja biesiekleta/
moetoeriezaada
• Poderia rebocar-me até uma garagem?
poedərieja Rəboekaar-mə ate a oema
ĝaraazjeing?
• Creio que há qualquer coisa com ...
kreijoe ke aa kwalker koiza kõm ...
• Poderia reparar isso?
poedərieja Rəparaar iesoe?
• Poderia arranjar-me o pneu?
poedərieja aRãnzjaar-mə oe pneu?
• Poderia mudar esta roda?
poedərieja moedaar esjta Roda?
• Poderia arranjar isto de maneira que
possa seguir até ...
poedərieja aRãnzjaar iesjtoe də maneira kə
posa səĝier ate ...
• Que garagem me poderá ajudar?
ke ĝaraazjeing mə poederaa azjoedaar?
60. Wanneer is mijn auto/
fiets klaar?
O carro aqui não está bem,
assim é perigoso!
Não pode deixar aqui o carro!
Não tenho peças para o seu
carro/a sua bicicleta
Tenho de ir buscar as peças a
outro sítio
Tenho de encomendar as
peças
Isto leva meio dia
Isto dura um dia
Isto dura uns dias
Isto dura uma semana
O seu carro vai para a sucata
Já não há nada a fazer
O carro/a mota/a motorizada/
a bicicleta está pronto/
pronta às ...
3
ONDERWEG
Kan ik er hier op wachten?
Hoeveel gaat het kosten?
Kunt u de rekening
specificeren?
Mag ik een kwitantie
voor de verzekering?
• Quando fica o meu carro/a minha
bicicleta pronto/pronta?
kwãndoe fieka oe meew kaRoe/a mienja
biesiekleta prõntoe/prõnta?
• Posso esperar aqui?
Posoe sjpəraar akie?
• Quanto é que me vai custar?
kwãntoe e kə mə vaai koesjtaar?
• Poderia especificar a factura?
poedərieja sjpəsiefiekaar a fatoera?
• Pode dar-me um recibo para a
companhia de seguros?
podə daar-mə oeng Rəsieboe paara a
kõmpãnjieja də səĝoeroesj?
De auto staat hier te gevaarlijk
U kunt uw auto hier niet achterlaten
Ik heb geen onderdelen voor
uw wagen/fiets
Ik moet de onderdelen ergens
anders gaan halen
Ik moet de onderdelen bestellen
Dat duurt een halve dag
Dat duurt een dag
Dat duurt een paar dagen
Dat duurt een week
Uw auto is total loss
Daar valt niets meer aan te
doen
De auto/motor/brommer/fiets is
om ... uur klaar
59
61. ONDERWEG
3
3.7
De (brom)fiets
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
Zie voor afbeelding pagina 62.
Kun je hier veilig fietsen?
Ik ga vandaag ... km
fietsen
Hoeveel km heb jij
gefietst vandaag?
Ik wil per dag zo’n ...
km fietsen
Ik heb vandaag ... km
gefietst
Mag mijn fiets vannacht binnenstaan?
Kan ik mijn fiets hier
achterlaten?
Mag ik hier even schuilen?
Kan ik een tweedehandsfiets kopen?
Waar kan ik mijn band
laten plakken/fiets
laten repareren
60
• Aqui pode-se andar com segurança de
bicicleta
aakie podə-sə ãndaar cõm səĝoerãnsaa də
biesiekletaa
• Hoje vou andar ... km de bicicleta
oozjə voo ãndaar ... kieloomeetroesj də
biesiekletaa
• Quantos kilómetros é que andou hoje
de bicicleta?
kwãntoesj kieloomeetroesj e-kə ãndoo oozjə
də biesiekletaa
• Eu quero andar cerca de ... km por dia
eew keroe ãndaar serkaa də ...
kieloomeetroesj poer diejaa
• Hoje fiz ... km de bicicleta
oozjə fiesj ... kieloomeetroesj də biesiekletaa
• Posso deixar a minha bicicleta cá
dentro esta noite?
posoe deisjaar aa mienjaa biesiekletaa kaa
dẽntroe esjtaa nojtə?
• Posso deixar aqui a minha bicicleta?
posoe deisjaar akie aa mienjaa
biesiekletaa?
• Posso- me abrigar aqui?
posoe-mə aabrieĝaar akie?
• Posso comprar uma bicicleta em
segunda mão?
posoe kõmpraar oemaa biesiekletaa eing
səĝoendaa maung?
• Onde é que posso mandar remendar o
pneu/reparar a bicicleta?
õndə e-kẽ posoe mãndaar rəmẽndaar oe
pneew/rəpaaraar aa biesiekletaa?
62. 3.8
Vervoermiddel huren
• Eu gostaria de alugar um ...
eew ĝoesjtarieja də aloeĝaar oeng ...
• Preciso de ter uma carta de condução
especial?
prəsiezoe də teer oema karta də
kõndoesaung sjpəsiejal?
Ik wil de ... huren
voor –
– een uur
• Gostaria de alugar o ... por –
ĝoesjtarieja də aloeĝaar oe ... poer –
• Gostaria de alugar o ... por uma hora
ĝoesjtarieja də aloeĝaar oe ... poer oema
ooraa
• Gostaria de alugar o ... por um dia
ĝoesjtarieja də aloeĝaar oe ... poer oeng
dieja
• Gostaria de alugar o ... por dois dias
ĝoesjtarieja də aloeĝaar oe ... poer doisj
diejasj
– een dag
– twee dagen
3
ONDERWEG
Ik wil graag een ...
huren
Heb ik daarvoor een
(bepaald) rijbewijs
nodig?
Wat kost dat per dag/
week?
Hoeveel is de borgsom?
• Quanto custa por dia/por semana?
kwãntoe koesjta poer dieja/poer səmaana?
• Quanto é o depósito?
kwãntoe e oe dəpozietoe?
Mag ik een bewijs dat
• Pode dar-me um recibo do depósito?
ik de borgsom betaald
podə daar-mə oeng Rəsieboe doe
heb?
dəpozietoe?
Hoeveel toeslag komt er • Quanto tenho a pagar por cada
per kilometer bij?
quilómetro extra?
kwãntoe tẽnjoe a paĝaar poer kaada
kielomətroe eisjtra?
Is de benzine erbij inbe- • A gasolina está incluída?
grepen?
a ĝazoliena sjtaa ienkloewieda?
Is de verzekering erbij
• O seguro está incluído?
inbegrepen?
oe səĝoeroe sjtaa ienkloewiedoe?
Hoeveel kost het af• Quanto custa cobrir o risco inicial?
kopen van het eigen
kwãntoe koesjtaa koebrier oe riesjkoe
risico?
ieniesiejal?
61
63. Fiets
6
7
8
luz da rectaguarda
pneu de trás
eixo
porta bagagem
caixa de esferas
campainha
câmara de ar
pneu
crenque
mola
fio
dínamo
bomba da bicicleta
ketting
kettingkast
kilometerteller
kinderzitje
11
12
knijprem
koplamp
lampje
travão de mão
farol da frente
luz (luzinha)
ONDERWEG
3
9
10
quadro
protector (de
vestuário
corrente
caixa da corrente
conta quilómetros
cadeira para criança
loesj da Retaĝwarda
pne-oe de traasj
eisjoe
porta baĝaazjeing
kaisja de sferasj
kampa-ienja
kaamara də ar
pne-oe
krẽnkə
mola
fiejoe
dienamoe
bõmbaa daa biesiekletaa
kwaadroe
proetetoor (də
vəstoewaariejoe)
koeRẽntə
kaisja da koeRẽntə
kõnta kielomətroesj
kadeira paara
kriejãnsa
travaung də maung
farol da frẽntə
loesj (loezienja)
13
14
15
16
17
pedaal
reflector
remblokje
remkabel
slot
snelbinders
18
19
20
21
22
spaak
spatbord
stuur
tandwiel
trapas
trommelrem
velg
ventiel
ventielslangetje
versnellingskabel
pedal
reflector
bloco de travão
cabo de travão
cadeado
elásticos do porta
bagagem
raio
guarda-lamas
guiador
roda de dentes
eixo do pedal
travão de disco
jante
pipo
pipo de borracha
cabo de velocidades
voorvork
wiel
zadel
forqueta
pneu
selim
23
24
25
26
27
pedal
refletor
blokoe də travaung
kaaboe də travaung
kadiejaadoe
elasjtiekoesj doe porta
baĝaazjeing
raajoe
ĝwarda-laamasj
giejadoor
Roda də Dẽntəsj
eisjoe doe pədal
travaung də diesjkoe
zjãntə
piepoe
piepoe də boeRasja
kaaboe də
vəloesiedaadəsj
foerketa
pne-oe
səlieng
62
2
3
4
5
achterlicht
achterwiel
as
bagagedrager
balhoofd
bel
binnenband
buitenband
crank
derailleur
draadje
dynamo
fietspomp
frame
jasbeschermer
1
65. 3
Zijn de kilometers vrij?
ONDERWEG
Hoe laat kan ik de ...
morgen ophalen?
Wanneer moet ik de ...
terugbrengen?
Waar zit de tank?
Wat voor brandstof
moet erin?
Kunt u het zadel/het
stuur verhogen/
verlagen
Moet ik een helm
dragen?
3.9
Liften
Waar gaat u naar toe?
Mag ik zover mogelijk
met u meerijden?
Mag mijn vriend/man/
vriendin/vrouw ook
mee?
Mag mijn rugzak/
bagage in de kofferbak?
Ik moet naar ...
Ligt dat op de weg
naar ...?
Kunt u me – afzetten?
64
• Os quilómetros estão incluídos?
oesj kieloomeetroesj əsjtaung
iengkloewiedoesj?
• A que horas posso passar amanhã a vir
buscar o/a ...?
a kə oorasj posoe pasaar amãnjã a vier
boesjkaar oe/a ...?
• Quando tenho de vir entregar o/a ...?
kwãndoe tẽnjoe də vier ẽntrəĝaar oe/aa ...?
• Onde está o depósito?
õndə sjtaa oe dəpozietoe?
• Que tipo de combustível consome?
ke tiepoe de kõmboesjtievel kõnsomə?
• Podia levantar/baixar o selim/o guiador?
poediejaa ləvantaar/bajsjaar oe səlieng/oe
ĝiejadoor?
• Tenho de usar capacete?
teingjoe də oesaar kaapaasetə?
• Para onde vai?
paara õndə vaai?
• Posso ir também, até onde for possível?
posoe ier tãmbeing, ate õndə foor posievəl?
• O meu amigo/marido/a minha amiga/
mulher também pode ir?
oe meew amieĝoe/a mienja amieĝa/moeljer
tãmbeing podə ier?
• Posso pôr a minha mochila dentro da
mala do carro?
posoe por aa mienjaa moesjiela dẽntroe daa
maalaa doe kaRoe?
• Vou para ...
voo paaraa ...
• Fica no caminho para ...?
fieka eing kamienjoe də ...?
• Poderia deixar-me em –?
poedərieja deisjaar-mə eing –?
66. – hier
– bij de afrit naar ...
– in het centrum
Wilt u hier stoppen
a.u.b.?
Ik wil er hier uit
Dank u wel voor de lift
• Importa-se de parar aqui, se faz favor?
iengporta-sə də paraar akie, sə fasj favoor?
• Gostaria de descer aqui
ĝosjterieja də dəsjeer akie
• Muito obrigado pela boleia
moeingtoe oobrieĝaadoe peela boeleija
3
ONDERWEG
– bij de volgende
rotonde
• Poderia deixar-me aqui?
poedərieja deisjaar-mə akie?
• Poderia deixar-me quando se corta
para ...
poedərieja deisjaar-mə kwãndoe sə korta
paaraa ...
• Poderia deixar-me no centro?
poedərieja deisjaar-mə noe sẽntroe?
• Poderia deixar-me na próxima rotunda?
poedərieja deisjaar-mə na prosjiema
Roetoenda?
Met openbaar vervoer
3.10
Algemeen
Omroepberichten
O comboio de ..., das 10.40
horas tem um atraso de 15
minutos.
Na linha 5 vai chegar o
comboio das 10.40 para ...
Na linha 5 encontra-se o
comboio das 10.40, para ...
Os passageiros com destino
a.... devem mudar de
comboio em
Estamos a chegar à estação
de ...
De trein uit ... van 10.40 uur
heeft een vertraging van 15
minuten.
Op spoor 5 komt thans binnen
de trein van 10.40 uur naar ...
De trein van 10.40 uur naar ...
staat nog gereed op spoor 5
Reizigers in de richting ... dienen in ... over te stappen
We naderen thans station ...
65
67. ONDERWEG
3
Vragen van passagiers
Waar gaat deze trein
naartoe?
Gaat deze boot naar ...?
Kan ik deze bus nemen
om naar ... te gaan?
Stopt deze trein in ...?
Is er een bus naar/van
het vliegveld?
Is deze plaats bezet/vrij/
gereserveerd?
Ik heb ... gereserveerd
Wilt u hier zitten?
Zullen we van plaats
wisselen?
Mag het raam/
gordijntje/schuifje
open/dicht?
Wilt u me zeggen waar
ik moet uitstappen
voor ...?
Wilt u me waarschuwen
als we bij ... zijn?
Wilt u bij de volgende
halte stoppen a.u.b.?
66
• Para onde vai este comboio?
paaraa õndə vaai esjtə kõmbojoe?
• Este barco vai para ...?
esjtə barkoe vaai paaraa ...?
• Posso tomar este autocarro para ir
para ...?
posoe toemaar esjtə autokaRoe paaraa ier
paaraa ...?
• Este comboio pára em ...?
esjtə kõmbojoe paara eing ...?
• Há um autocarro para/a partir do
aeroporto?
aa oeng autoekaRoe paaraa/aa partier doe
airoeportoe?
• Este lugar está ocupado/livre/reservado?
esjtə loeĝaar sjtaa okoepaadoe/lievrə/
Rəzərvaadoe?
• Reservei ...
Rəzərvei ...
• Quer sentar-se aqui?
ker sẽntaar-sə aakie?
• Trocamos de lugar?
troekaamoesj də loeĝaar?
• Pode-se abrir/fechar a janela/a cortina/
portinhola?
podə-sə abrier/fesjaar aa zjaanelaa/aa
koertiena/poertienjoolaa?
• Pode dizer-me onde devo sair para ...?
podə diezeer-mə õndə devoe saa-ier
paaraa ...
• Podia avisar-me quando chegarmos
a ...?
poedieja aviezaar-mə kwãndoe sjəĝaamoesj
a ...?
• Podia parar na próxima paragem, se faz
favor?
poedieja paraar na prosjiema paraazjeing,
sə fasj favoor?
68. Waar zijn we hier?
Moet ik er hier uit?
Zijn we ... al voorbij?
Hoe lang is dit kaartje
geldig?
3
ONDERWEG
Hoelang heb ik geslapen?
Hoe lang blijft ... hier
staan?
Kan ik op dit kaartje
ook weer terug?
Kan ik met dit kaartje
overstappen?
• Onde estamos?
õndə sjtaamoesj?
• Tenho de sair aqui?
tẽnjoe də saa-ier akie?
• Já passámos por ...?
Zjaa pasaamoesj poer ...?
• Quando tempo é que dormi?
kwãndoe tẽmpoe e kə dormie?
• Quando tempo fica ... aqui parado?
kwãndoe tẽmpoe fieka ... akie paraadoe?
• Também posso voltar com este bilhete?
tãmbeing posoe voltaar kõm esjtə bieljetə?
• Posso mudar de transporte com este
bilhete?
posoe moedaar də trãnsportə kõm esjtə
bieljetə?
• Por quanto tempo é que este bilhete é
válido?
poer kwãntoe tẽmpoe e kə esjtə bieljetə e
vaaliedoe?
Vragen aan passagiers
Soort plaatsbewijs
Primeira ou segunda classe?
Só ida ou ida e volta?
Fumadores ou não?
Janela ou coxia?
À frente ou atrás?
Lugar sentado ou cama?
Em cima, no meio ou em
baixo?
Turística ou primeira classe?
Camarote ou cadeira?
Para pessoa só ou casal?
Quantas pessoas viajam?
Eerste klas of tweede klas?
Enkele reis of retour?
Roken of niet roken?
Aan het raam of aan het gangpad?
Voorin of achterin?
Zitplaats of couchette?
Boven, midden of onder?
Toeristenklasse of business
class?
Hut of stoel?
Eenpersoons of tweepersoons?
Met hoeveel personen reist u?
67
69. ONDERWEG
3
Bestemming
Para onde vai?
Quando é que parte?
O comboio para ... às ...
O senhor/a senhora tem de
mudar
Tem de sair em
Tem de seguir via
A ida é a ...
A viagem de regresso é a ...
Tem de estar a bordo sem
falta a ...
Waar gaat u naartoe?
Wanneer vertrekt u?
Uw ... vertrekt om ...
U moet overstappen
U moet uitstappen in ...
U moet via ... reizen
De heenreis is op ...
De terugreis is op ...
U moet uiterlijk ... aan boord
zijn
In het vervoermiddel
Posso ver o/s seu/s bilhete/s?
A sua reserva se faz favor!
O seu passaporte se faz favor
Este não é o seu lugar
Está enganado
Este lugar está reservado
Tem de pagar um suplemento
O .... tem um atraso de ...
minutos
3.11
Inlichtingen
Waar is –?
– het inlichtingenbureau
– een overzicht van
de vertrektijden/
aankomsttijden
– het busstation?
68
Uw plaatsbewijs a.u.b.
Uw reservering a.u.b.
Uw paspoort a.u.b.
U zit op de verkeerde plaats
U zit in de verkeerde ...
Deze plaats is gereserveerd
U moet toeslag betalen
De ... heeft een vertraging van
... minuten
• Onde –?
õndə –?
• Onde são as informações?
õndə saung as ienfoermasoings?
• Onde está o horário das partidas/
chegadas?
õndə sjtaa oe ooraariejoe dasj partiedasj/
sjəĝaadasj?
• A estação de autocarros?
aa əsjtaasaung də autoekaRoesj?
70. – het station?
– de metro?
– de bushalte?
– de tramhalte?
Hebt u een dienstregeling?
Moet ik reserveren?
Ik wil mijn reservering/
reis naar ...
(her)bevestigen/
annuleren/wijzigen
Krijg ik mijn geld
terug?
Ik moet naar ... Hoe
reis ik daar (het
snelst) naar toe?
Met welke lijn moet ik
naar ...
Kan ik dat lopen?
Is dat op fietsafstand?
• Onde posso alugar um carro?
õndə posoe aloeĝaar oeng kaRoe?
• Tem uma planta da cidade com a rede
dos autocarros/do metropolitano?
teing oema plãnta da siedaadə kõm
a Reedə doesj autoekaRoesj/doe
mətroepoelitaanoe?
• Tem um horário?
teing oeng ooraariejoe?
• Tenho de reservar?
teingjoe də rəsərvaar?
• Queria confirmar/anular/alterar a
marcação da minha viagem para ...
kərieja kõnfiermaar/anoelaar/altəraar a
markasaung/viejaazjeing paaraa ...
• É-me devolvido o dinheiro?
e-mə dəvolviedoe oe dienjeiroe?
• Tenho de ir para ... Como é que lá
chego o mais rapidamente possível?
Qual é a viagem (mais rápida) para lá?
tẽnjoe də ier paaraa ... Kwaal e a
viejaazjeing (maisj Raapieda) paaraa
laa?
• Qual é o número do autocarro que devo
tomar para ...?
kwaal e oe noemeroe doe autoekaRoe ke
devoe toomaar paaraa ...?
• Posso ir a pé?
posoe ier aa pe?
• Pode-se ir de bicicleta?
posoe ier də biesiekleta?
3
ONDERWEG
Waar kan ik een auto
huren?
Hebt u een plattegrond
van de stad met het
bus-/metronet?
• A estação?
aa əsjtaasaung?
• O metropolitano?
oe meetroepoelietaanoe?
• A paragem de autocarro?
aa paaraazjeing də autoekaRoe?
• A paragem de eléctrico?
aa paaraazjeing də elektriekoe?
69
71. ONDERWEG
3
Kan ik er ook op een
andere manier komen?
Hoeveel kost een enkele
reis/retour naar ...?
Moet ik toeslag betalen?
Gaat deze ... rechtstreeks?
Moet ik overstappen?
Waar?
Doet de boot onderweg
havens aan?
Stopt de trein/bus in ...?
Waar moet ik uitstappen?
Is er een aansluiting
naar ...?
Hoe lang moet ik wachten?
Wanneer vertrekt ...?
Hoe laat gaat de/het
eerste/volgende/
laatste ...?
Hoelang doet ... erover?
Hoe laat komt ... aan
in ...?
Waar vertrekt de/het ...
naar ...?
Is dit ... naar ...?
70
• Posso ir de outro modo?
posoe ier də ootroe moodoe?
• Quanto custa um bilhete de ida/ida e
volta para ...?
kwãntoe koesjta oeng bieljetə də ieda/ieda
ie volta paaraa ...?
• Tenho de pagar suplemento?
tẽnjoe də paĝaar soepləmẽntoe?
• Este ... é directo?
esjtə ... e dieretoe?
• Tenho de fazer transbordo? Onde?
tẽnjoe də fazeer trãnsbõrdoe? õndə?
• O navio pára em alguns portos?
oe naviejoe paara eing alĝoengsj portoesj?
• O comboio/camioneta pára em ...?
oe kõmbojoe/kamijoeneta paara eing ...?
• Onde é que devo sair?
õndə e kə devoe saa-ier?
• Há ligação para ...?
aa lieĝasaung paaraa ...?
• Quanto tempo tenho de esperar?
kwãntoe tẽmpoe tẽnjoe də sjperaar?
• Quando é que parte ...?
kwãndoe e kə partə ...?
• A que horas é o primeiro/próximo/
último ...?
a kə oorasj e oe priemeiroe/prosiemoe/
oeltiemoe ...?
• Quanto tempo leva ...?
kwãntoe tẽmpoe leva ...?
• A que horas chega ... a ...?
a kə oorasj sjeeĝa ... a ...?
• Donde parte o ... para ...?
dõndə partə oe ... paaraa ...?
• É este ... para ...?
e esjtə ... paaraa ...?
72. 3.12
Kaartjes
Waar kan ik –?
– een kaartje kopen
– een plaats reserveren
Mag ik – naar ...?
– een enkele reis
– een retour
eerste klasse
tweede klasse
toeristenklasse
business class
Is dit mijn instapkaart?
Ik wil graag een
koosjere/vegetarische
maaltijd
Ik wil mijn reservering –
– afzeggen
– (her)bevestigen
• Queria – para ...!
kərieja – paaraa ...!
• Queria um bilhete só de ida para ...!
kərieja oeng bieljetə so də ieda paaraa ...!
• Queria um bilhete de ida e volta
para ...!
kərieja oeng bieljetə də ieda ie volta
paaraa ...!
3
ONDERWEG
– een vlucht boeken
• Onde é que posso –?
õndə e kə posoe –?
• Onde é que posso comprar um bilhete?
õndə e kə posoe kõmpraar oeng bieljetə?
• Onde é que posso reservar um lugar?
õndə e kə posoe Rəzərvaar oeng loeĝaar?
• Onde é que posso marcar um vôo?
õndə e kə posoe markaar oeng voo?
• primeira classe
priemeira klasə
• segunda classe
səĝoengda klasə
• classe turística
klasə toeriestieka
• classe de negócios
klasə də nəĝosiejoesj
• Isto é o meu cartão de embarque?
iesjtoe e oe meew kartaung də ẽmbarkə?
• Eu queria uma refeição judaica/
vegetariana
eew kəriejaa oemaa rəfeisaung zjoedaaiekaa/veezjetaariejaanaa
• Eu quero ... a minha reserva
eew keroe ... aa mienjaa rəservaa
• cancelar
kãnselaar
• confirmar
kõnfiermaar
71
73. ONDERWEG
– wijzigen
• alterar
altəraar
Ik wil een zitplaats/
couchette/hut reserveren
3
• Queria reservar um lugar/uma cama/um
camarote
kərieja Rəzərvaar oeng loeĝaar/oema
kaama/oeng kamarotə
• Queria reservar um lugar na carruagemcama
kərieja Rəzərvaar oeng loeĝaar na
kaRoewaazjeing-kaama
• em cima/no meio/em baixo
eing siema/noe meijoe/eing baisjoe
• fumadores/não fumadores
foemadoorəsj/naung foemadoorəsj
• à janela/na coxia
aa zjanela/na cosjiejaa
• individual/duplo
iendieviedoewal/doeploe
• à frente/atrás
aa frẽntə/atraasj
• Somos ... pessoas
somoesj ... pəsoowasj
• um carro
oeng kaRoe
• uma roulotte
oema roelotə
• ... bicicletas
... biesiekletasj
• Já não há mesmo lugar?
zjaa naung aa meesjmoe loeĝaar?
• Podia pôr-me em lista de espera?
poediejaa por-mə eing liesjtaa də əsjperaa?
Ik wil een plaats in de
slaapwagen reserveren
boven/midden/onder
roken/niet roken
aan het raam/gangpad
eenpersoons/
tweepersoons
voorin/achterin
We zijn met ... personen
een auto
een caravan
... fietsen
Is er helemaal geen
plaats meer?
Kunt u me op een
wachtlijst plaatsen?
Hebt u ook een –?
– meerrittenkaart
72
• Também tem um/uma –?
tãmbeing teing oeng/oema –?
• Também tem um bilhete para várias
viagens?
tãmbeing teing oeng bieljetə paaraa
vaariejasj viejaazjeings?
74. – weekabonnement
– maandabonnement
Hebt u ook meerdaagse
voordeelkaarten?
• Também tem passes económicos para
vários dias?
tãmbeing teing pasəs ekoenoomiekoesj
paaraa vaariejoesj diejaasj?
Vliegtuig
Op grote internationale luchthavens zijn er meestal aparte ingangen voor
chegadas (aankomst) en partidas (vertrek).
chegada
aankomst
internacional
internationaal
Waar is de balie van ...?
Mag ik de reis met dit
ticket onderbreken?
Hoeveel bagage mag ik
meenemen?
Hoeveel kost extra
gewicht?
Maakt het vliegtuig tussenlandingen?
Waar zijn de tax-freewinkels?
Bij welke gate staat het
vliegtuig?
3
ONDERWEG
3.13
• Também tem passe semanal?
tãmbeing teing pasə səmanal?
• Também tem um passe mensal?
tãmbeing teing oeng pasə mẽnsal?
partida
vertrek
voos domésticos
binnenlandse vluchten
• Onde é o balcão de ...?
õndə e oe balkaung də ...?
• Com este bilhete, posso interromper a
viagem?
kõm esjtə bieljetə, posoe ienteRõmpeer a
viejaazjeing?
• Quantos quilos de bagagem posso
levar?
kwãntoesj kieloesj də baĝaazjeing posoe
ləvaar?
• Quanto custa o excesso de peso?
kwãntoe koesjtaa oe eksessoe də peezoe?
• O avião faz escalas?
oe aviejaung fasj sjkaalasj?
• Onde ficam as lojas tax-free?
õndə fiekãm aasj loozjaasj taksə-frie?
• Qual é a porta de saída do avião?
kwaal e aa portaa də saa-iedaa doe
avijaung?
73
75. ONDERWEG
3
Waar moet ik inchecken?
Tot hoe laat kan ik
inchecken?
Is het nodig om te herbevestigen?
Welk nummer moet ik
bellen om te herbevestigen?
Waar stoppen de bussen voor de huurauto’s?
Mag ik een koptelefoon?
Wilt u mij helpen met
de veiligheidsriemen?
Is dit een niet-roken
vlucht?
Waar kan ik mijn bagage ophalen?
Mijn bagage is niet
aangekomen
3.14
• Onde é que devo fazer o check-in?
õndə e kẽ deevoe fazeer oe sjeck-ieng?
• Até que horas posso fazer o check-in?
ate ke oorasj possoe fazeer oe sjeck-ieng?
• É necessário confirmar?
e nesessaariejoe kõnfiermaar?
• Para que número devo telefonar para
confirmar?
paaraa ke noemeroe deevoe telefoenaar?
• Onde é que param os autocarros que
levam para os carros de aluguer?
õndə e kə paarãm oesj autoekaRoesj kə
leevãm paaraa oesj kaRoesj də aloeĝer?
• Pode dar-me uns auscultadores?
podə daar-mə oengs auskoeltadoorəsj?
• Pode ajudar-me com o cinto de
segurança?
podə azjudaar-mə cong oe siengtoe də
səĝoerãnsaa?
• Este é um vôo não-fumadores?
esjtə e oeng voo naung foemaadoorəsj?
• Onde é que posso levantar a minha
bagagem?
õndə e ke posoe levantaar aa mienjaa
baĝaazjeing?
• A minha bagagem não chegou.
aa mienjaa baĝaazjeing naung sjeegaung
Trein
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
Is dit een –
– intercity?
– stoptrein?
74
• Isto é um ...?
iesjtoe e oeng ...?
• rápido/directo?
Rapiedoe/direktoe?
• comboio regional?
kõmboojoe rezjoenal?
76. Bij welk perron stopt de
trein naar/uit ...?
3.15
• Em que plataforma pára o comboio
para/de ...?
eing ke plaataaformaa paaraa oe kõmbojoe
paaraa/də ...?
3
Taxi
livre
vrij
ocupado
bezet
Taxi!
Kunt u een taxi voor me
bellen?
Waar kan ik hier in de
buurt een taxi nemen?
Waar is hier een taxistandplaats?
Bent u vrij?
Kunt u ... personen
meenemen?
Brengt u me naar
– a.u.b.
– dit adres
– hotel ...
– het centrum
praça de táxis
taxistandplaats
ONDERWEG
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
• Táxi!
taksie!
• Podia chamar um táxi?
poedieja sjamaar oeng taksie?
• Onde é que posso apanhar um táxi,
aqui perto?
õndə e kə posoe apãnjaar oeng taksie, akie
pertoe?
• Onde é aqui a praça de táxis?
õndə e akie aa praasaa də taksjiesj?
• Está livre?
sjtaa lievrə?
• Pode levar ... pessoas?
podə ləvaar ... pesowasj?
• Podia levar-me para – s.f.f.?
poedieja ləvaar-mə paaraa – sə fasj favoor?
• Podia levar-me para esta morada s.f.f?
poedieja ləvaar-mə paaraa esjta moeraada
sə fasj favoor?
• Podia levar-me para o hotel ... s.f.f.?
poedieja ləvaar-mə paaraa oe otel sə fasj
favoor?
• Podia levar-me para o centro s.f.f.?
poedieja ləvaar-mə paaraa oe sẽntroe sə
fasj favoor?
75
77. 3
– het station
ONDERWEG
– het vliegveld
Hoeveel kost een rit
naar ...?
Hoever is het naar ...?
Wilt u de meter aanzetten a.u.b.?
Ik heb haast
Kunt u iets harder/
langzamer rijden?
Kunt u een andere weg
nemen?
Laat u me er hier maar
uit
U moet hier –
– rechtdoor
– linksaf
– rechtsaf
Hier is het
Hoeveel is het?
76
Laat zo maar zitten/het
is goed zo
Kunt u een ogenblikje
op mij wachten?
• Podia levar-me para a estação s.f.f.?
poedieja ləvaar-mə paaraa a sjtasaung sə
fasj favoor?
• Podia levar-me para o aeroporto s.f.f.?
poedieja ləvaar-mə paaraa oe airoportoe sə
fasj favoor?
• Qual é o preço para ...?
kwaal e oe presoe paaraa ...?
• Qual é a distância até ...?
kwaal e a diesjtãnsieja ate ...?
• Pode ligar o taxímetro s.f.f?
podə lieĝaar oe taksiemətroe sə fasj favoor?
• Estou com pressa
sjtoo kõm presa
• Podia guiar mais depressa/mais
devagar?
poedieja ĝiejaar maisj dəpresa/maisj
dəvaĝaar?
• Podia ir por outro caminho?
poedieja ier poer ootroe kamienjoe?
• Deixe-me ficar aqui
deisjə-mə fiekaar akie
• Tem de ir aqui –
teing də ier akie –
• Tem de ir aqui em frente
teing də ier akie eing frẽntə
• Tem de ir aqui à esquerda
teing də ier akie aa sjkjerda
• Tem de ir aqui à direita
teing də ier akie aa direita
• É aqui
e akie
• Quanto é?
kwãntoe e?
• Deixe ficar/está bem assim
deisjə fikaar/əsjtaa being assieng
• Podia esperar um momento?
poedieja sjpəraar oeng moemẽntoe?
78. 4
4.1
Logeren en kamperen
4
Algemeen
Quanto tempo quer ficar?
Preencha esta ficha se faz
favor?
Posso ver o seu passaporte?
Tem de pagar um depósito
Tem de pagar adiantado
Ik zoek een (goedkoop/
schoon) – (in de
buurt)
– hotel
– camping
– jeugdherberg
Wat is het adres?
Kunt u het adres opschrijven a.u.b.?
Is er korting voor studenten?
Mijn naam is ... Ik heb
een plaats gereserveerd (telefonisch/
schriftelijk)
Wat kost het per nacht/
week/maand/persoon?
Kan ik een kamer/plaats
reserveren?
Hoelang wilt u blijven?
Wilt u dit formulier invullen
a.u.b.?
Mag ik uw paspoort?
U moet een borgsom betalen
U moet vooruit betalen
• Procuro um ... barato/limpo aqui perto
prokoeroe oeng ... baraatoe/liempoe akie
pertoe ...
• hotel
ootel
• parque de campismo
parkə də kampiesjmoe
• albergue de juventude
alberĝə də zjoevẽntoedə
• Qual é a morada?
kwaal e aa moraadaa?
• Podia escrever a morada, por favor?
podiejaa əsjkreveer aa moraadaa, poer
favoor?
• Há desconto para estudantes?
aa dəsjõntoe paaraa əsjtoedãntəsj?
• Chamo-me ... reservei um lugar/um
quarto (pelo telefone, por escrito)
sjaamoe-mə ... Rəzərvei oeng loeĝaar/oeng
kwartoe (peeloe tələfõnə, poer sjkrietoe)
• Quanto é que custar por noite/semana/
mês por pessoa?
kwãntoe e kə mə vaai koesjtaar?
• Posso reservar um quarto/lugar?
posoe rəsərvaar oeng kwartoe/loeĝaar?
LOGEREN EN KAMPEREN
Zie ook 1.6 Praktische zaken.
77
79. LOGEREN EN KAMPEREN
4
Hebt u kamers voor
niet-rokers?
Het is voor ... nachten
Kan ik met creditcard
betalen?
Kan ik pinnen?
Ik zal om ... uur arriveren
We blijven minstens ...
nachten/weken
We weten het nog niet
precies
Ik weet nog niet hoe
lang ik zal blijven
Zijn huisdieren
(honden/katten) toegestaan?
Hoe laat gaat het hek/de
deur open/dicht?
Wilt u een taxi voor me
bellen?
Is er post voor mij?
78
• Tem quartos para não fumadores?
teing kwartoesj paaraa naung
foemadoerəsj?
• É para ... noites
e paaraa ... noitəsj
• Posso pagar com cartão de crédito?
posoe paĝaar kõm kartaung də credietoe?
• Posso pagar com cartão multibanco?
posoe paĝaar kõm kartaung də
moeltibãnkoe?
• Vou chegar à/às
voo sjeĝaar aa/aasj ...
• Ficamos pelo menos ... noites/semanas
fiekaamoesj peeloe meenoesj ... noitəs/
səmaanasj
• Ainda não sabemos precisamente
ajienda naung sabeemoesj prəziezamẽntə
• Ainda não sei quanto tempo vou ficar
ajienda naung kwãntoe tẽmpoe voo fikaar
• É permitido trazer animais domésticos
(cães/gatos)?
ẽ pərmietiedoe trazeer aniemaisj
doemesjtiekoesj (kaaings/ĝaatoesj)?
• A que horas abrem/fecham a cancela/a
porta?
a ke oorasj aabrẽm/fesjãm a kansela/a
porta?
• Poderia mandar vir um táxi?
poederieja mãndaar vier oeng taksie?
• Há correio para mim?
aa koeReijoe paaraa mieng?