SlideShare a Scribd company logo
Hoe Deventer bouwt aan haar stad                                   Hoe Deventer bouwt aan haar stad
                                                                    Het grote stedenbouwdebat op 15 december 2009




Introductie     Wim Maas, architect en voorzitter programmaraad
                Architectuurcentrum Rondeel

Inleider 1      Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening
                Deventer
Inleider 2      Jan Nakken, senior adviseur stedenbouw Deventer

Commentator 1   Peter Ghijsen, architect en voorzitter bestuur
                Architectuurcentrum Rondeel
Commentator 2   Andries van den Berg, landschapsarchitect,
                directeur Bügel Hajema Adviseurs te Amersfoort
Commentator 3   Arie van Loon, projectontwikkelaar NS Vastgoed

Moderator       Hilde Blank, directeur van bureau BVR uit
                Rotterdam en atelierleider van Atelier Overijssel

Publiek         80 betrokken burgers van Deventer



Verslag         Tom de Vries, Architectuurcentrum Rondeel
                                                                    Architectuurcentrum Rondeel
Op 15 december organiseerde Architectuurcentrum Rondeel het
Hoe Deventer bouwt aan haar stad                               eerste debat in hun spiksplinternieuwe onderkomen aan de Stromarkt
                                                               in Deventer. Voor het debat ‘Hoe Deventer bouwt aan haar stad’
                                                               waren Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening en Jan
                                                               Nakken, senior adviseur stedenbouw, uitgenodigd om het publiek te
                                                               informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot de
                                                               stedenbouwkundige ontwikkelingen in de stad. Omdat zowel de
                                                               bestuurder als de stedenbouwer (die eigenlijk landschapsarchitect is)
                                                               nog geen jaar in Deventer werkzaam zijn, was een kennismaking
                                                               met hun opvattingen over de stad gepast. Ook sloot het debat over de
                                                               stedenbouwkundige toekomst van Deventer goed aan bij de lopende
                                                               tentoonstelling in het Rondeel. De daarin centraal staande
                                                               architectuur vanaf 1950 is onlosmakelijk gekoppeld aan de
                                                               stedenbouwkundige opvattingen van de afgelopen zestig jaar. Om in
                                                               dat licht een blik in de stedenbouwkundige toekomst te werpen is
                                                               dan ook voor de hand liggend. Maar meest directe aanleiding voor
                                                               de bijeenkomst was het verzoek van het Stimuleringsfonds voor
                                                               Architectuur. Het fonds is bezig om in opdracht van VROM een
                                                               programma te ontwikkelen om de stedenbouw als vakdiscipline weer
                                                               duidelijker op de kaart te zetten. In dat kader zijn de lokale
                                                               architectuurcentra gevraagd om een zogenoemde quickscan te
                                                               maken van de huidige stand van zaken in hun stad of regio. De
                                                               inleidingen van Swart en Nakken zijn daarvoor bedoeld. Om direct
                                                               een inhoudelijke reactie te kunnen geven op de inleidingen waren
                                                               drie commentatoren uitgenodigd. Peter Ghijsen, architect en
                                                               voorzitter van het bestuur van het Rondeel werd daarin bijgestaan
                                                               door landschapsarchitect Andries van den Berg van bureau Bügel
Kennismaken met de wethouder en de stedenbouwkundig adviseur   Hajema Adviseurs te Amersfoort en door Arie van Loon die
                                                               projectontwikkelaar is bij NS Vastgoed. Om het debat tussen
                                                               inleiders en commentatoren en de zaal in goede banen te leiden was
Kennismaken met de stedenbouwkundige plannen in Deventer       Hilde Blank gevraagd. Zij is stedenbouwer bij het Rotterdamse
                                                               bureau BVR en zij is sinds 2007 atelierleider van het Atelier
                                                               Overijssel, een door de provincie opgerichte werkplaats voor
Een vraag naar visie en samenhang                              ruimtelijke kwaliteit in Zwolle.
De wethouder is geen regisseur maar voorzitter                                                          –            Marco Swart
Hij is geen stedenbouwkundige en hij beheert als wethouder nog geen      stempel.’ Swart is van een andere traditie; hij is liberaal en voelt zich
jaar de portefeuille Ruimtelijke Ordening. Het is misschien wel          meer verwant met het informatie tijdperk waarin we volgens hem nu
daarom dat Marco Swart (VVD) met een verfrissende opvatting kan          vertoeven. Swart: ‘In de huidige informatiesamenleving passen niet
komen over de te voeren stedenbouwpolitiek in Deventer. ‘Als niet        meer dezelfde stedenbouwkundige opvattingen zoals die in de
professional zal ik meer vanaf de zijkant tegen de problematiek          industriële samenleving golden met bijvoorbeeld het principe van
aankijken en is het ook beter om niet mijn eigen voorkeur te             functiescheidingen en het uitleggen van de stad om bevolkingsgroei
presenteren. Ik noem mijzelf dan ook liever voorzitter van het proces    op te kunnen vangen. Vinex willen we niet meer en het is zelfs de
dan regisseur van een te realiseren product.’ Daarmee is de toon gezet   vraag of we de stad nog wel groter willen maken. En áls we dat dan
van de toekomstige stedenbouwpolitiek. Swart prefereert, zo zegt hij,    willen, dan is dat in een veel grotere samenhang met de natuur dan
het ontwikkelen van een stedenbouwkundige visie door samenwerking        voorheen het geval was. In feite is (stads)uitleg voorbij en is
en door iedereen mee te laten doen om vervolgens vanuit dat gedeelde     herstructurering nu de alledaagse en voortdurende praktijk.’
gedachtegoed iets te laten groeien. ‘Als voorzitter moet je overigens    Swart vraagt zich af of bij die veranderende opvattingen ook niet een
wel zorgen dat er dingen voor elkaar komen. De betrokkenheid moet        andere rol van de overheid past. ‘Daar zijn we nog niet goed uit. Als
wel tot uitvoering leiden. Daarvoor is daadkracht nodig én het is een    liberaal wil ik overigens wél een sterke rol van de overheid. Want
kwestie van volhouden want stedelijke processen duren lang.’ Het         marktwerking past niet bij stedenbouw; dat leidt tot korte termijn
typerende motto dat Swart het publiek dan ook wil meegeven is:           oplossingen en tot opportunisme en dat veronachtzaamt de rol van
“Festina Lente”, ofwel “Haast je langzaam!”.’                            de overheid. Het is aan de gemeente om te zorgen dat alle
De stedenbouwkundige visie van Swart – of misschien beter gezegd:        beschikbare en aanwezige betrokkenheid gebruikt wordt. Deventer is
het door de samenwerkende derden laten ontwikkelen van een visie -       hier traditioneel royaal mee gezegend en is daar ook zeer krachtig
komt voort uit zijn opvatting over de mondiaal waar te nemen             in.’ Swart geeft als voorbeeld van deze nieuwe inzet van
verschuiving van een industriële samenleving naar een informatie         betrokkenheid de ontwikkeling van de herstructurering van de wijk
samenleving. Ook voor de stedenbouw heeft dit consequenties. Swart:      Voorstad. Hij vervolgt: ‘Ik opteer niet voor de weg van het lobbyen
‘De stedenbouw was gebaseerd op tradities en individueel                 want dat leidt te vaak tot beslissingen op basis van een krappe
vakmanschap die van generatie op generatie overging. In Deventer         meerderheid. Wat ik wil is het debat en naar elkaar luisteren.
resulteerde dat in de eenheid van een gegroeide stad. Dat was de gang    “Ontwerpen met de stad” betekent voor mij ook een nieuwe
van zaken tot aan de industriële samenleving waarna de enorme            opvatting over de rol van de stedenbouw. Die moet gepassioneerd
bevolkingsgroei om een stelselmatige stedenbouw vroeg. Dat leidde        zijn en die moet enthousiasme overdragen. Als voorzitter meen ik
tot industrialisatie en uniformering van de stedenbouw met               dat het je taak is om dat voor elkaar te krijgen, en te zorgen dat er
bijbehorende stromingen. Dit proces ging samen met de ontwikkeling       iets tot stand komt. Dat betekent volhouden, want stedelijke
van de sociaal democratie dat gekenmerkt wordt door een centraal         processen duren lang.
gezag, een sterke overheid en wethouderschap met een persoonlijk         Dus: Haast je langzaam!; Festina Lente!’
Een stedenbouw van structuurplan naar uitvoering - Jan Nakken
De positie van Jan Nakken als senior adviseur stedenbouw is niet
eenvoudig. Hij is krap een jaar in dienst bij de gemeente Deventer en
hij heeft gemerkt dat deze periode nauwelijks voldoende is om zich
alle stedenbouwkundige opgaven van de stad eigen te maken. Veel
projecten zijn al ‘afgetikt’ zoals hij dat noemt en van de projecten die
nog niet in uitvoering zijn maar wel door de politiek zijn goedgekeurd,
kan hij niet meer doen dan in de marge enigszins bijsturen. Voor
nieuwe ontwikkelingen heeft hij daarentegen wel meer mogelijkheden
om te zorgen dat die in een grotere mate van samenhang tot uitvoering
kunnen worden gebracht. Vanuit deze positie schetst Nakken de
stedenbouwkundige situatie in Deventer. Hij heeft daarbij de projecten
ingedeeld naar de uitlegprojecten en de inbreidings-, de herinrichting-
en de herstructureringsprojecten die zich binnen de bestaande
stedelijke contouren afspelen. Tenslotte geeft hij enkele agenda’s en
visies over studieprojecten in bepaalde gebieden van de stad.              INBREIDING, HERINRICHTING, HERSTRUCTURERING




UITLEG                                                                     VISIES, AGENDA’S
Uitlegprojecten
De uitlegprojecten zijn de nieuwbouwprojecten buiten het bestaande         Uitlegprojecten waar Deventer vandaag aan de dag druk doende mee
bebouwde gebied, waarbij de stad een deel van het buitengebied             is, zijn o.a. Bedrijvenpark A1, het laatste deel van de Vijfhoek
opsoupeert. Vanouds rolden de gemeentelijke ontwerpers bij dit soort       (Spikvoorderenk), Steenbrugge en de oostrand van Schalkhaar
projecten een tapijt uit van straten en verkavelingspatronen, dat dan in   (Douwelerleide).
de loop van de tijd werd ingevuld met woningen, bedrijven, winkels         Tegenwoordig gaat dat iets anders dan het uitrollen van een stukje
sportvelden etc. Een prachtig voorbeeld daarvan is het imposante           stedelijk tapijt. Aan de hand van de woningbouwlocatie Steenbrugge
ontwerp voor de dubbelstad Deventer dat voorzag in de groei van de         wordt de veranderde rol van de gemeentelijke ontwerpers in het
stad met 150.000 mensen (vijf keer de bevolking van Deventer op dat        planproces geïllustreerd. Deze wijk van circa 1100 woningen ligt
moment). Het plan was een toonbeeld van het denken in de jaren             aan de noordkant van de stad. Het VO stedenbouwkundig plan is
vijftig en zestig over (flinke) groei & vooruitgang en geloof in de        recent door de Raad vastgesteld.
maakbare stad.
De uitleggebieden
in Deventer

1 Platvoet west
  Randerwaarden

2 Steenbrugge

3 Hagenvoorde

4 Landeweert

5 Douwelerleide

6 Wijtenhorst

7 Spijkvoorderenk

8 Bedrijvenpark A1
Voorbeeld Steenbrugge (uitleggebied 2)




In 2006 werd het masterplan door gemeente opgesteld en door de raad
vastgesteld. Het plan geeft in woord en beeld een eerste
stedenbouwkundig beeld. In grote lijnen komt het neer op:

•   Steenbrugge ligt als vijfde kern (dorpse stadsuitbreiding) in de
    buitenste bebouwingsring van Deventer

•   Het gebied grenst aan de Zandwetering. Deze waterloop wordt
    opgewaardeerd tot beekpark en zal als stadspark met hoge
    ecologische kwaliteiten (natuur, waterberging) voor een geleding
    zorgen.
•   Gezoneerde opzet, die gebaseerd is op het onderliggende         •   De regie om het masterplan tot een VO te brengen is door een
    landschap en met een ‘open ruimte’ die als een satéprikker er       commerciële partij gevoerd (Steenenbrug Ontwikkeling BV). De
    dwars doorheen steekt en zo de verbinding tussen de bestaande       uitwerking is gedaan door Luc BOS Stedenbouwkundigen en
    stad en het noordelijke buitengebied vormt.                         Feddes/Olthof landschapsarchitecten.
                                                                    •   De gemeente heeft in het project met name een begeleidende en
                                                                        toetsende rol gespeeld.

                                                                    Het resultaat is een plan waarbij de samenhang tussen landschap en
                                                                    stedenbouwkundige kwaliteit een vertaling heeft gekregen in het
                                                                    begrip ‘Sallands wonen’ met daarin vijf verschillende woonmilieus
                                                                    die refereren aan Sallands brinkdorp, buurtschappen, boswonen,
                                                                    zwermdorp en Zandwetering.
Inbreiding / herstructurering / herinrichting
Deventer kent zeer veel plekken, gebieden, wijken waar inbreiding, herstructurering en
herinrichting aan de orde is. Samen beslaan ze een breed scala van uiteenlopende
projecten van groot tot klein met aan de ene kant stedenbouwkundige acupunctuur
midden in het stedelijk gebied en aan de andere kant grootschalige herinrichting van de
uiterwaarden in het kader van Ruimte voor de Rivier.
                                                                                          1 Park Zandweerd
                                                                                          2 Ruimte voor de rivier
                                                                                          3 Borgele
                                                                                          4 Centrumplan Keizerslanden
                                                                                          5 Wijkvoorzieningencentrum Keizerslanden
                                                                                          6 Smyrnastraat
                                                                                          7 Larenstein
                                                                                          8 Geertruidenlocatie
                                                                                          9 Studie Noord-Oost
                                                                                          10 Sluiskwartier
                                                                                          11 Boreel/Houtmarkt
                                                                                          12 Saxion Hogeschool
                                                                                          13 Hoornwerk
                                                                                          14 Thomassen & Drijver terrein
                                                                                          15 Shitaflat
                                                                                          16 Rivierenwijk
                                                                                          17 Snippelingsdijk
                                                                                          18 Havenkwartier
                                                                                          19 Tedeco terrein
                                                                                          20 Kieftenbeltskolk
                                                                                          21 Bergweidedijk
                                                                                          22 Demping dode havenarm
                                                                                          23 Vuilstortplaats Westfalenstraat
                                                                                          24 Driehoek Blauwenoord
                                                                                          25 Rondom De Scheg
                                                                                          26 Winkelcentrum Colmschate
                                                                                          27 Holterweg Colmschate
Voorbeeld Ruimte voor de Rivier (gebied 2)                        Het systeem van nevengeulen is circa
                                                                  10 km lang en ligt vrijwel geheel op
Hoewel het plan ‘Ruimte voor de Rivier’ niet direct het           Deventer grondgebied. Het meest
bebouwde gebied betreft, is het wel een belangwekkend             gevoelige deel bevindt zich tussen de
project omdat het voor de voordeur van de stad ligt.              Wilhelminabrug en de spoorbrug met
Bovendien biedt het plan volop kansen voor recreatief             op de oostoever de historische
gebruik en beleving van natuur en landschap vanuit de             binnenstad en daar tegenover het
aanliggende wijken.                                               stadspark De Worp en het IJsselhotel,
                                                                  daar waar vroeger de oude schipbrug
                                                                  lag en nu een voetveer dienst doet.

                                                                  Een studie naar de herinrichting van
                                                                  de noordelijk gelegen Rembrandt-
                                                                  kade, gecombineerd met recreatieve
                                                                  functies zoals een wandelpad, de strip
                                                                  met de roeivereniging en de
                                                                  jachthaven, zal binnenkort opstarten.
                                                                  Daarin zal ook de relatie met het
Recent ondervond Deventer in 1993 en 1995 de gevolgen             achterliggende stedelijke gebied
van hoogwaterstanden. In 2006 heeft het Rijk de                   (Zandweerd) een rol kunt spelen.
Planologische Kern Beslissing (PKB) landelijk vastgesteld
(Ruimte voor de Rivier). Dit behelst onder meer de
uiterwaardvergravingen van de IJssel bij Deventer. Met het
graven van nevengeulen – die alleen bij bepaalde
waterstanden meestroomt - wordt de flessenhals bij Deventer
ontlast en zo kunnen overstromingen in de toekomst worden
voorkomen. De uitvoering gebeurt in samenwerking met
regionale partijen waarbij de gemeente en provincie
initiatiefnemers zijn.
In een aantal stappen is een inrichtingsplan ontwikkeld. Het is
opgesteld door een aantal externe bureaus met voornamelijk
toetsende rol voor de gemeentelijke ontwerpers.
Een kentering                                                    ‘Het naar zich toetrekken van deze voorzittersrol door de
                                                                 gemeente betekent voor het werk van de gemeentelijke
‘Vanaf de jaren negentig zijn om allerlei redenen, zoals een     stedenbouwers dat het accent vooral aan de voorkant van het
terugtrekkende overheid en door de markt ingenomen               planproces komt te liggen. Onder andere door ontwerpend
grondposities, private partijen steeds meer op kop komen te      onderzoek naar de samenhang van een plek met de stad en door
liggen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Met als gevolg dat o.a.   de programmatische en ruimtelijke mogelijkheden van een plek
stedenbouwkundige plannen sterk gedicteerd werden door           middels verkavelingsstudies in beeld te brengen, wordt
programmatische afspraken. Die afspraken waren vooral het        geprobeerd de stedenbouwkundige opgave scherp te definiëren.
resultaat van publiek-private onderhandelingen en veel           De gemeente wil zo aan de voorkant van het planproces duidelijk
minder van gedegen stedenbouwkundig onderzoek naar wat           meegeven wat de stedenbouwkundige speelruimte is en aan
een plek programmatisch kan hebben of naar wat een               welke kaders plannen worden getoetst. Een voorbeeld van het
ontwikkeling voor de stad kan betekenen. De stedenbouw           minder in eindbeelden denken en vooraf proberen de speelruimte
werd vooral ingezet om een verkoopbaar stedenbouwkundig          te benoemen is de studie uit het voorjaar 2009 naar
plan te maken, waarbij het eindbeeld alles bepalend was.         ontwikkelscenario’s voor het Havenkwartier.’
Dit was een landelijke trend en voor zover ik kan beoordelen
is Deventer hierop geen uitzondering geweest.’ (projecten als
Boreel, Steenbrugge, Thomassen & Drijver zijn voorbeelden-
TdV)

‘In deze trend is de laatste tijd wel een kentering
zichtbaar. Mede ingegeven door demografische
ontwikkelingen, de financiële crisis, maar ook door het
inzicht dat het neerleggen van het primaat bij private
partijen niet a-priori resulteert in de gewenste ruimtelijke
kwaliteit, proberen gemeenten vanuit hun publieke taak
weer sterker op ruimtelijke kwaliteit te sturen.’

‘Zo pakt de gemeente Deventer bij een aantal projecten - ook
al heeft de gemeente bij die projecten geen of nauwelijks een
grondpositie (voorbeelden daarvan: Thomassen & Drijver, St.
Jozef, Saxion) - de rol van regisseur op of in de woorden van
wethouder Marco Swarts de voorzittersrol. Dit alles met als
doel om op een goede manier private bouwinitiatieven te
koppelen met het publieke belang van de stad.’
Voorbeeld Havenkwartier (gebied 18)
In 2006 zet het Masterplan in op ‘wonen aan het water’ met
circa 1.000 woningen (een hoge dichtheid van 100 meer) en
een duidelijk eindbeeld van hoe het moet worden. Het plan
leidt tot veel discussie met enerzijds twijfels over de
haalbaarheid en anderzijds de bedreiging voor de
milieuruimte van bedrijven in de omgeving. Bovendien vraagt
de veranderende woningmarkt om een huis met tuin en niet
om een appartement. Het masterplan werd in de raad
behandeld maar werd niet vastgesteld. Toch laat de raad de
toekomst van het Havenkwartier niet aan haar lot over en
heeft zij gevraagd om ontwikkelingsscenario’s met de
mogelijkheden en knelpunten in kaart te brengen.




                                                              Het masterplan uit 2006
Het plangebied
Dit jaar 2009 is als één van de drie ontwikkelde scenario’s het
zogenaamde Vlaams model gekozen om nader te
onderzoeken. Dit scenario is ontwikkeld door stedenbouwer
Andries Geerse in samenwerking met de gemeente.




                                                                  Mogelijke stappen in transformatieproces




In de tussenliggende periode van 2006 –2009 heeft het leven
van het Havenkwartier niet stilgestaan. Er ontstonden nieuwe
initiatieven zoals broedplaatsen, creatieve industrie, advies
etc. en steeds meer mensen ontdekken steeds meer de
haven, de belangstelling en waardering voor industrieel
erfgoed is toegenomen en er ontstaat een geleidelijke
verkleuring.

Het Vlaams model anticipeert hierop door een geleidelijke
ontwikkeling tot een gemengd woon- en werkmilieu met
maximaal behoud en hergebruik. Roze is nieuwbouw, rood is
beursontwikkeling ook aan de Mr. H.F. de Boerlaan. Geel is
broedplaatsen en wonen/werken.                                    Mogelijk eindplaatje volgens Vlaams model
Het samenspel tussen stedenbouwer en architect
‘Ik wil nog even terug komen op het definiëren van de
stedenbouwkundige speelruimte bij projecten. Een belangrijk
maar ook moeilijk aspect daarbij is het goede evenwicht te
vinden tussen enerzijds het stellen van grenzen aan de
inbreng van ontwerpers die later in het planproces instappen
en anderzijds het uitdagen en inspireren van hen. Met name
bij inbreidingsprojecten waar de architectonische en
stedenbouwkundige opgave veelal sterk met elkaar zijn
verstrengeld, is het van belang om je als stedenbouwer te
realiseren dat in de stedenbouwkundige fase niet alles
bekend is. De kunst is om ruimte te laten voor de creativiteit
van architecten zonder de kans te lopen dat je door de
ondergrens van de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit
zakt. Ik denk dat dit met name kan als architect en
stedenbouwer samen de grenzen van een project zoeken.
Daarbij is het wel van belang om je te realiseren dat ieder zijn
eigen verantwoordelijkheid daarin heeft.

In dit kader kan ik het niet laten om een citaat van Le
Corbusier aan te halen:
“De bouwstenen voor de stadsplanning zijn: lucht, ruimte,
bomen, staal en cement - in die volgorde en in die rangorde”.

De vraag is natuurlijk hoe organiseer je dat samenspel tussen
stedenbouwer en architect in de dagelijkse praktijk. Daar is
mijns inziens geen eenduidig antwoord op te geven. Per
project moet je dat bekijken. Voorbeelden uit de praktijk zijn
dat je in het kader van het stedenbouwkundig plan samen
met architecten een beeldtaal voor een gebied ontwikkelt, of
het maken van een schetsontwerp voor de gebouwen en het
ontwikkelen van een stedenbouwkundig masterplan in de tijd
deels parallel laten lopen (voorbeeld is St. Jozef locatie).’
Visies & Agenda’s
Over de stedenbouwkundige (her)ontwikkelingen van Keizerslanden
(‘kroon van Deventer’), Rembrandtkade, Stadsassen, Voorstad-Oost,
Stationsomgeving en Binnenstadsvisie Zuid.

‘Als je al die uitleg- en inbreidingsprojecten voorbij ziet komen, dan
is de vraag naar een allesomvattende visie op het niveau van de stad,
waarbinnen alle projecten passen, voor de hand liggend. Het
antwoord is: JA, namelijk het “Structuurplan Deventer 2025,
Synergie van stad en land”.

Het structuurplan plan brengt de kwaliteiten van de stad en de
ruimtelijke opgaven in beeld en geeft de gewenste
ontwikkelingsrichting van de stad aan. Maar het feit dat een
uitvoeringproject past binnen dit structuurplan is op zich nog geen
garantie dat een project de gewenste ruimtelijke kwaliteit oplevert.
Daarvoor is het nodig om de kernkwaliteiten van de stad en de
ambities uit het structuurplan operationeel te maken. Als we dat
doen dan hoeven we niet bang te zijn om bij projecten de
samenhang uit oog te verliezen. Bovendien moeten we daarbij
vooral niet vergeten dat de logica van de bestaande stad een hele
sterke sturende kracht is, die ons vooral kan beschermen tegen de
waan van de dag.’
‘Die verbindende schakels tussen structuurplan en projecten zijn de
Visies met bijbehorende agenda’s. Ofwel het zijn de studies die de
ontwikkelingsrichting en -strategie van grotere gebieden concreet op
de kaart zetten (meer dan alleen het kleurtje), de samenhang van
gebieden met de rest van de stad aangeven, de projecten in
onderlinge samenhang definiëren en veelal de volgordelijkheid van
projecten bepalen. Twee totaal verschillende voorbeelden van
dergelijke studies zijn Voorstad-Oost en de Stadsassen.’




                                                                       1 Rembrandtkade        6 Stadsassen
                                                                       2 Kroon van Deventer   7 Bergweide
                                                                       3 Binnenstad           8 Brinkgreven/Rielerenk/Douweler kolk
                                                                       4 Stationsgebied       9 studie Noord-Oost
                                                                       5 Voorstad-Oost        10 A1-zone
Voorbeeld Voorstad-Oost (gebied 5)
In de wijk Voorstad-Oost staat de leefbaarheid en veiligheid onder      Voorstad-Oost is een volksbuurt die eind 19e en begin 20e eeuw is
druk en fysiek vertoont de wijk veel slijtage. Dit jaar 2009 is samen   ontwikkeld. De wijk heeft een zeer gemêleerde bevolking, ligt dichtbij
met betrokken partijen uit de wijk en de gemeente Deventer een          de stad, en kent een mozaïek aan woonmilieus (van organisch gegroeid
integrale visie opgesteld om het fundament van de wijk op korte         in de 19e eeuw, via tuindorpachtig tot woonerf in de jaren tachtig).
termijn weer op orde te krijgen en voor de toekomst het profiel van     Vanouds is het een wijk met veel bedrijvigheid, winkelvoorzieningen en
de wijk te versterken. In november is de visie door de raad             natuurlijk het stadion van voetbalclub Go Ahead Eagles.
vastgesteld. Naast een sociale en economische component kent de         Kortom een wereld op zich met een rijke historie, maar met belangrijke
visie een fysieke component.                                            lanen ook goed aangehaakt op de stad.
Het plan wil het bestaande raamwerk op orde brengen en versterken.
Daarnaast moeten het winkelgebied en de openbare ruimte een
impuls krijgen, het wegenpatroon gehandhaafd blijven en
bijvoorbeeld het te herontwikkelen terrein van Thomassen &
Drijver weer opgepakt te worden.

Een belangrijke karakteristiek van Voorstad-Oost is het mozaïek
van buurtjes met bijbehorende beeldkwaliteit. Het plan wil deze
mooie mix van kwaliteiten handhaven. In dat kader is als project het
opstellen van een beeldkwaliteitsplan essentieel, daarmee kan
bijvoorbeeld voorkomen worden dat - in het kader van individuele
woningverbetering - de te handhaven karakteristieken om zeep
worden geholpen. Onderdeel van de visie is het onderzoek naar het
laten aansluiten van de nieuwbouw op het terrein van Thomassen &
Drijver op de mozaïek en historie van de wijk.

                                                                       Raamwerk




Context                                                                Buurtmilieus
Voorbeeld Stadassen (gebied 6)                                       ‘Samen met de provincie Overijssel wordt een pilotstudie opgestart om
                                                                     een visie met bijbehorende agenda te ontwikkelen voor de wijze waarop
Een visietraject van geheel andere orde is het project Stadsassen.   de stadsassen Hanzetracé en Centrum-as (Mr. De
                                                                     Boerlaan/Handelskade) omgevormd kunnen worden tot representatieve
                                                                     en karakteristieke stadsentrees vanaf de A1 met een goede
                                                                     doorstroming.’ (De studie is mede mogelijk dankzij een rijksbijdrage uit
                                                                     het programma “Mooi Nederland”.)




                                                                     impressies van de huidige Centrum-as




                                                                     impressies van het huidige Hanzetracé

                                                                     ‘Het huidige beeld van de stadassen toont de stad niet van haar beste
                                                                     kant. Het is een aaneenschakeling van verschillend trajectdelen.’
‘In een te ontwikkelen visie zal worden ingegaan op een viertal
onderzoeksvragen:
 - Centraal staat de vraag naar de positionering/betekenis van de
   betreffende as in de stad. Ofwel welk verhaal van de stad wil je
   de weggebruiker vertellen.
 - Vervolgens: Hoe anticipeer je met de transformatiegebieden
   ruimtelijk en wellicht ook economisch op de ligging aan stadsas
   of omgekeerd.
 - Hoe ziet het ontwerp van de route eruit, een profiel met een
   uitstraling, steeds dezelfde lantaarnpalen etc. of wordt het
   bijvoorbeeld een parklaan, zoals in het verleden door professor
   Bijhouwer werd voorgestaan
 - En wat voor rol spelen bijzondere gebouwen zoals de Silo en het
   Sint Jozef Ziekenhuis langs de route. Iconen die staan voor een
   stuk geschiedenis.’




                                                                      De Silo, een cultuur historisch icoon dat de stadsas markeert.




Voorbeeld: Hanzetracé, met verschillende transformatiegebieden.
Jan Nakken: ‘Tot slot...’
Na de verhelderende toelichting van senior adviseur stedenbouw Jan
Nakken over de historische en toekomstige stedenbouwkundige
opvatting en werkwijzen (voorheen: achteraf en gestuurd op
marktwerking, en nu: vooraf en gebaseerd op samenwerking en
ruimtelijke kwaliteit), sluit hij af met de volgende opmerking:

‘Tot slot: stedenbouw is een kwestie van lange adem, waarbij
het de kunst is om ontwikkelingskansen op het goede moment
en op de goede plek te doen landen. Ontwikkelingsvisies zijn
daarbij een essentieel hulpmiddel. In dit licht bezien is het van
belang dat er stadsbreed een gedragen referentiekader wordt
ontwikkeld met daarin de kernkwaliteiten en ambities van
Deventer. Daarover zal het stedenbouwkundige debat in
Deventer mijns inziens de komende jaren moeten gaan.’
Het debat
Als opstart van het publieke debat zijn drie commentatoren            Marco Swart: ‘De tijd van vooraf plannen is voorbij. Keuzes maken we
uitgenodigd om direct te reageren op de inleidingen van wethouder     niet in het begin want dan sla je de boel plat. Wat Nakken doet is de
Swart en stedenbouwkundig adviseur Nakken. Moderator Hilde            hele agenda op tafel leggen om vervolgens een met elkaar gedeelde
Blank stelt op voorhand vast dat als alle door Jan Nakken genoemde    visie te ontwikkelen.’
projecten in zowel de uitleggebieden als het bestaande stedelijke     Hilde Blank: ‘Dus geen blauwdruk vooraf maar in dialoog een plan
gebied uitgevoerd worden, het er op neer komt dat de gehele stad      maken en daarna knopen doorhakken en uitvoeren.’
onder handen wordt genomen. Als eerste vraagt zij aan
projectontwikkelaar Arie van loon een reactie te geven.               Peter Ghijsen: ‘Deventer is voor mij een prachtige stad waarin de
                                                                      afgelopen jaren veel is veranderd en volgens mij niet altijd ten goede.
                                                                      Zo is er een aantal incidenten aan te wijzen die van invloed zijn geweest
                                                                      op de structuur van de stad. Wat gaat de wethouder als voorzitter doen
                                                                      aan de vele wetten en regels. En: het zou gunstig zijn als er (een klein
                                                                      beetje) meer openheid zou komen en de bevolking meer inzicht kan
                                                                      krijgen in wat de gemeente van plan is.’
                                                                      Jan Nakken: ‘In onze optie is een strategie wel nodig om tot een – nu
                                                                      nog in ontwikkeling zijnde – eindsituatie te komen. Het betekent op het
                                                                      juiste moment zorgen voor het laten aangroeien met goede initiatieven.’

                                                                      Andries van den Berg: ‘Allereerst een compliment voor het statement
                                                                      van de wethouder. Dan is het nu de beurt aan het landschap want dat is
                                                                      uiteindelijk de drager voor de stedenbouw. Als die drager sterk genoeg
                                                                      is dan kan die alles aan. Hoe zit dat bijvoorbeeld in Steenbrugge? Noem
                                                                      de kwalitatieve dragerkwaliteiten en dan maakt het thema dat je kiest
                                                                      niet meer uit. Die thema’s zijn maar tijdelijk, daar moet je vrij van zijn,
                                                                      terwijl een landschappelijk element als de Zandwetering blijvend is.
                                                                      Zo’n drager kan de ontwerpen van iedereen aan.
                                                                      Hilde Blank: ‘ Het is dus zaak om vooraf van de landschappelijke
Arie van Loon: ‘De wethouder heeft een mooi verhaal gehouden          dragers een goede analyse te maken.’
waarin hij zegt geen bestuurder te willen zijn maar een voorzitter.
Toch lijkt de visie van Jan Nakken op stedenbouw-op-de-vierkante-
meter.’
Na de aftrap met een uit verschillende invalshoeken geleverd       Marco Swart: ‘De disciplines Groen, Infrastructuur en Ruimtelijke
commentaar van de projectontwikkelaar, de architect en de          Ordening zijn nog steeds aparte netwerken. Zij moeten wel de stad bij
landschapsarchitect, wordt door Hilde Blank ruimte gegeven         elkaar houden. De ambitie is er dus wel.’
aan de zaal. Die maakt dankbaar en ook gretig gebruik van de       Albert Fien: ‘Van belang lijkt mij dat er verbanden worden gelegd.’
gelegenheid om te reageren op de inleidingen van de wethouder
en de stedenbouwkundig adviseur.                                   Tjibbe Reitsma: ‘Waar is de nieuwe infrastructuur die de nieuwe
                                                                   uitleggebieden zoals Steenbrugge moet gaan ontsluiten? De tijd van
                                                                   opwaarderen van bestaande infrastructuur is voorbij; we moeten er nu
                                                                   echt anders mee omgaan.’
                                                                   Marco Swart: ‘Er is natuurlijk al veel besloten in eerdere stadia. En als
                                                                   je besluit om de bestaande infrastructuur heen te gaan dan pak je wel erg
                                                                   veel groen mee.’
                                                                   Hilde Blank: ‘Wat is de speelruimte in de bestaande plannen om
                                                                   eventueel nog zaken terug te draaien? Er is immers nog geen spa de
                                                                   grond in gegaan!’
                                                                   Marco Swart: ‘Dat hangt van het moment af.’
                                                                   Andries van den Berg: ‘Belangrijke zaken en nieuwe inzichten, dat moet
                                                                   toch kunnen?’
                                                                   Marco Swart: ‘Dat is toch niet zo gemakkelijk want ik hoor hier al
                                                                   tegengestelde meningen!’

                                                                   Erkelens: ‘Er is teveel nadruk op het autoverkeer. Richt de aandacht op
                                                                   het spoor en op het wandelen en fietsen.’
                                                                   Marco Swart: ‘Een fietstraject plannen gaat heel erg traag. Dat gaat
                                                                   bruggetje voor bruggetje en tunneltje voor tunneltje.’
                                                                   Jan Nakken: ‘Kijk naar het zoeken naar een betere aansluiting van het
Daaf Ledeboer: ‘Stedenbouw was altijd een daad van dromen          station op het centrum. We zullen ook de studie naar de stadsassen
stapelen. Waar is de droom van Voorstad-Oost? Volgens mij wordt    daarop moeten richten.’
de infrastructuur vergeten. Net zoals in Keizerslanden waar de
relatie tussen stad en Steenbrugge wordt weggehaald.’              Gijs van Elk: ‘Complimenten aan de wethouder voor zijn inleiding. Ik
Jan Nakken: ‘Voorheen werd er vooral gefocust op het sectorale     vraag me wel af of u voldoende gereedschap heeft. Wat is uw agenda en
programma van de gemeente. Dit debat moet het begin zijn om vast   is die niet veel te overladen? Zou bijvoorbeeld het bedrijventerrein A1
te stellen wat de essentie is van de stad.’                        wel op de agenda moeten blijven?’
Hilde Blank: ‘Daarop aansluitend: wat is uw top 3 van                     gemeentelijk apparaat opgeblazen. Nu is – al door voormalig wethouder
stedenbouwkundige opgaven?’                                               Bert Doornebos - vastgesteld dat dit een doodlopende weg is. Dat is ook
Marco Swart: ‘Het integreren van water, ecologie en groen. Het is         de reden waarom Jan Nakken vorig jaar is aangesteld.’
aan mij om die rol waar te maken. In de top 3 is een belangrijke          Andries van den Berg: ‘Je moet eerst een visie ontwikkelen die niet
plaats voor de herstructurering van de schil, de vooroorlogse             gekoppeld is aan projecten.’
bebouwing rond het centrum.’                                              Herman Bessels: ‘Pas op voor info-overkill! Dus wethouder: niet
                                                                          achterover leunen maar geef wel een duidelijke visie!’
Gidi de Lange (stedenbouwer en leerling van Van Eesteren)                 Jan Jaap de Kroes: ‘Lang kreeg de stedenbouw in Deventer geen
adviseert; ‘Zorg voor de structuur en ga dan pas keuzes maken!’           aandacht. Dat staat nu weer volop in de picture. Mijn advies is:
Jan Nakken: ‘Dat heeft Deventer de laatste tien jaar gemist.              Deventer wees trots op wie je bent! De tijd is nu rijp!’
Hr. Veldhuis: ‘We hebben toch al een structuur zoals die is
vastgelegd in het Structuurplan 2025?’die                                 Hilde Blank aan Marco Swart: ‘Als jij je visie zou ontwikkelen, hoe
Jan Nakken: ‘Dat is waar, maar daarin ontbreekt nog iets. We              krijg je dan de raad mee?’
moeten het op een tussenlaag (tussen structuurplan en uitvoering)         Marco Swart: ‘Ik laat de raad mee doen in het ontwikkelen van een
operationeel maken.’                                                      visie. Uiteindelijk moet de stad het doen. Als de stad het gelooft, gelooft
Hr. Veldhuis: ‘Die tussenlagen zijn er al wel.’                           de raad het ook. Het kan dus niet alleen mijn hobby zijn.’
Jan Nakken: ‘ Maar te sectoraal. We moeten daarin samenhang gaan          Gidi de Lange: ‘In Zwolle was er eerst een visie als discussiestuk. Dus
aanbrengen.’                                                              je moet wel ‘iets’ hebben om te beginnen.’
                                                                          Marco Swart: ‘ We hebben wel een agenda maar nog geen samenhang
Arie van Loon: ‘Waarom is er de afgelopen tien jaar niets gebeurd?        en daar gaat het om.’
Waar zit de angel?’
Roel van Veldhuizen: ‘Dé gemeente als voorzitter bestaat niet!            Dirk Baalman: ‘Een voorzitter beschikt over wijsheid en een hamer.
Zorg voor alle belangen die er zijn, óók die van de gemeentelijke         De vraag hoe je de dingen interpreteert in Deventer is het begin van
diensten. De tegenstrijdige acties die daarin gevraagd worden zullen      wijsheid.’
voor vertragingen zorgen.                                                Jan Nakken: ‘Er is al ontzettend veel aan plannen en projecten. De
Peter Ghijsen: ‘Is dat de reden waarom zoveel stedenbouwers               opgave is nu: Maak er samenhang met passie van!’
destijds zijn weggegaan bij de gemeente?’
                                                                          Hilde Blank sluit af: ‘Wat gaan jullie nu doen om tot actie te komen?’
Jan Nakken: ‘Wij proberen nu ruimte te maken aan de voorkant van          Jan Nakken: Het bleef steeds steken op samenhang. Dat is nu de
stedenbouwkundige processen. Vroeger was dat niet meer dan een            opgave.’
A4-tje en toen was het erg lastig om iets te doen. Nu is de tijd dat je   Marco Swart: De vele projecten in Deventer zijn relatief kleine korrels
dat wel weer terug kunt halen.’                                           die bleven steken op te wankele opvattingen. Het credo is nu:
Daaf Ledeboer: ‘De oude structuur, met een sterke wethouder, had
een stuwende werking op de projectbureaus. Dat heeft het                              Haast je langzaam! Festina Lente!
Nawoord
Na de afronding van het debat hebben publiek, commentatoren en       - Dit nieuwe tussenniveau moet niet topdown door de gemeente
inleiders nog lang met elkaar gediscussieerd. De meningen waren        gedicteerd worden maar zal in dialoog met niet alleen de publieke
niet eensluidend.                                                      partijen (zoals bijvoorbeeld de samenwerkende gemeentelijke
Enkele opmerkelijke hoogtepunten uit de spreekbeurten en de            afdelingen Ecologie, Groen en Ruimtelijke Ordening) maar ook met
reacties daarop kunnen als volgt worden samengevat:                    betrokken private partijen ontwikkeld moeten worden. Daartoe
                                                                       behoort ook de al of niet verenigde burgerbevolking.
- de hoeveelheid locaties in Deventer waar sprake is van een
  stedenbouwkundige focus, is enorm groot, zowel in het stedelijke   - Het is de opvatting van de politiek dat deze werkwijze past bij de
  gebied als daarbuiten. Als alle locaties die vanavond op             huidige tijd waarin de industriële samenleving is overgegaan naar een
  verschillende kaarten de revue passeerden, verzameld worden op       informatiesamenleving. Dit betekent ook veranderde
  één kaart dan is nagenoeg geheel Deventer bedekt.                    stedenbouwkundige opvattingen. Het ontwerpen en uitvoeren van
                                                                       grote uitleg is vervangen door veel gedifferentieerde
- Er zijn drie verschillende periodes te onderscheiden waarin de       herstructureringsplannen die in meer samenhang ontworpen en
  gemeentelijke opvattingen over stedenbouw verschillen:               uitgevoerd moeten worden. De rol van de politiek is dan veranderd
  - de periode vóór het aantreden van wethouder Swart en               van een ‘regisseur van een product’ naar een ‘voorzitter van het
    stedenbouwkundig adviseur Nakken;                                  proces’.
  - de periode die aanstaande is en waarin de nieuwe opvattingen
    van Swart en Nakken tot uitdrukking kunnen komen;                - De gemeente meent dat in onder meer de ontwikkeling van Voorstad-
  - de overgangsperiode, waarin ‘oude’ plannen nog niet zijn           Oost en het Havenkwartier de nieuwe opvattingen zichtbaar worden.
    uitgevoerd maar om politieke redenen niet meer kunnen worden
    teruggedraaid.                                                   Het publiek kon met enige moeite bovenstaande hoofdpunten uit de
                                                                     verschillende betogen destilleren. Niettemin bleef er een flink aantal
- De gemeente heeft geconstateerd dat tussen het Structuurplan       vragen hangen. Zo vroeg Hilde Blank zich de volgende dag op haar
  2025 en het uitvoeringsniveau een schakel ontbreekt waardoor de    weblog af: ‘Hoe kan Deventer zo gefragmenteerd zijn ontwikkeld?
  samenhang die in het hogere niveau gesuggereerd wordt, in de       Waarom hebben grondeigenaren en marktpartijen zoveel macht
  praktijk op het inmiddels gerealiseerde detailniveau niet          gekregen? Wat gaat Deventer doen om het tij te keren?’ Ook
  zichtbaar wordt.                                                   projectontwikkelaar Arie van Loon vroeg zich af: ‘Waarom is er de
                                                                     afgelopen 10 jaar niets gebeurd?’ Hilde Blank constateert verder:
- In de overvolle agenda is het nodig om in het traject tussen       ‘Wethouder Marco Swart gelooft niet in bestuurders die vanuit macht
  Structuurplan en uitvoering een tussenniveau te creëren dat de     opereren. Hij zoekt de dialoog, de inhoud moet overtuigen. Betrokken
  gewenste samenhang moet aanbrengen.                                burgers zijn de beste garantie voor goede plannen. Jan Nakken greep de
avond aan om een integrale stadsvisie te agenderen die concreter is     Het is begrijpelijk dat de roep om een samenhangende,
dan de structuurvisie, maar niet gelijk doorschiet in concrete          stedenbouwkundige visie voor de stad Deventer groot is. Maar nu de
projecten.’                                                             industriële samenleving is overgegaan naar een informatie samenleving,
                                                                        zoals wethouder Swart aangaf, kunnen bestaande, veelal topdown
Vragen die niet gesteld en dus ook niet beantwoord werden, hadden       georkestreerde werkwijzen niet meer voldoen. Of de door Swart en
betrekking kunnen hebben op de visie van het locale bestuur op de       Nakken voorgestelde nieuwe werkwijze met daarin ruimte voor dialoog,
toekomst van de stad, gezien in het licht van landelijke en mondiale    een antwoord kan geven op de hoeveelheid stedenbouwkundige
veranderingen. Zo is er nauwelijks een woord gerept over de             vraagstukken en het tempo waarmee ze zich aandienen, is de vraag.
toekomst van infrastructuur, mobiliteit en het fenomeen krimp. Het      Wijsheid is dan op zijn plaats. Dirk Baalman wees er al op: ‘Een
betoog van de inleiders leek teveel uit te gaan van een voortzetting    voorzitter heeft wijsheid en een hamer nodig’.
van de huidige toestand zonder rekening te houden met de zich in
een steeds hoger tempo voordoende maatschappelijke,
technologische en ecologische veranderingen.                                                                            Deventer, januari 2010

Een ander punt dat slechts beperkt aan de orde kwam was het
moment van beslissen. Een gepassioneerde dialoog, door een
bevlogen wethouder voorgezeten, leidt nog niet tot een beslissing.
Op zeker moment verwacht men toch dat er knopen worden
doorgehakt (of zoals de roemruchte Amsterdamse wethouder Jan
Schaefer ooit zei: ‘In gelul kun je niet wonen!’). Dat kan dan na
consultering van alle betrokken publieke en private partijen. Dan
wordt deskundigheid verwacht om de juiste conclusie te trekken en
het optimale, samenhangende plan te maken. Dan heeft de stad
deskundige ambtenaren nodig die de huidige stad kunnen
doorgronden en de stedelijke structuur in de vingers hebben. De
vraag die architect Peter Ghijsen stelde sluit daar op aan: ‘Hoe komt
het dat er de afgelopen jaren zoveel stedenbouwkundigen bij de
gemeente vertrokken zijn?’

De opgave waar de gemeente Deventer voor staat is niet gering.
Naast de op de debatavond genoemde overvolle agenda is er ook
nog de discussie over de Deventer binnenstad. Na het debacle over
het nieuw te bouwen stadhuis annex bibliotheek, wordt die discussie
nu, geïnspireerd door de inbreng van coryfeeën als Jo Coenen en
Thijs Asselbergs, intens gevoerd door zowel politiek als burgerij.
Verslag Hoe Deventer Bouwt Aan  Haar Stad

More Related Content

Similar to Verslag Hoe Deventer Bouwt Aan Haar Stad

Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
Els Brouwers
 
Eindhoven Hackable Wereldstad
Eindhoven Hackable WereldstadEindhoven Hackable Wereldstad
Eindhoven Hackable Wereldstad
Han le Blanc
 
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
Booosting platform voor koplopers in bouwinnovatie
 
Herontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
Herontwikkeling De Weezenlanden - ZwolleHerontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
Herontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
Arjan Schreven
 
Participatie: van voor & tegen naar betrokken
Participatie: van voor & tegen naar betrokkenParticipatie: van voor & tegen naar betrokken
Participatie: van voor & tegen naar betrokken
Minouche Besters
 
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkelingDe rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
saskiamenkel
 
AC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
AC Rondeel expo: Touwtjes In HandenAC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
AC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
marcharmsen
 
20210709 informatiepunt
20210709 informatiepunt20210709 informatiepunt
20210709 informatiepunt
Alcuin Olthof
 
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwingEen terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
Stedenbeleid Vlaanderen
 
Presentatie Workshop 2 Lokaal Bestuur
Presentatie Workshop 2 Lokaal BestuurPresentatie Workshop 2 Lokaal Bestuur
Presentatie Workshop 2 Lokaal BestuurCommissie
 
MS|SA Portfolio 2011
MS|SA Portfolio 2011MS|SA Portfolio 2011
MS|SA Portfolio 2011
Menno Slijboom
 
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, ZwolleStedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
Arjan Schreven
 
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
Els Brouwers
 
Ambitiedocument Coenen En Asselbergs
Ambitiedocument Coenen En AsselbergsAmbitiedocument Coenen En Asselbergs
Ambitiedocument Coenen En Asselbergs
arnekeuning.nl
 
Nieuwsbrief centrumplan de Meern
Nieuwsbrief centrumplan de MeernNieuwsbrief centrumplan de Meern
Nieuwsbrief centrumplan de Meern
Anna Groot
 
Portfolio en CV (oude projecten)
Portfolio en CV (oude projecten)Portfolio en CV (oude projecten)
Portfolio en CV (oude projecten)
Hans Oldenburger
 
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambonWerelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
Els Brouwers
 
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
Stedenbeleid Vlaanderen
 

Similar to Verslag Hoe Deventer Bouwt Aan Haar Stad (20)

Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...
 
Eindhoven Hackable Wereldstad
Eindhoven Hackable WereldstadEindhoven Hackable Wereldstad
Eindhoven Hackable Wereldstad
 
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
2016 Booosting Boek Digitaal Vakmanschap in de architectuur
 
Herontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
Herontwikkeling De Weezenlanden - ZwolleHerontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
Herontwikkeling De Weezenlanden - Zwolle
 
Participatie: van voor & tegen naar betrokken
Participatie: van voor & tegen naar betrokkenParticipatie: van voor & tegen naar betrokken
Participatie: van voor & tegen naar betrokken
 
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkelingDe rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
De rol van de rotterdammer in gebiedsontwikkeling
 
AC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
AC Rondeel expo: Touwtjes In HandenAC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
AC Rondeel expo: Touwtjes In Handen
 
Community development nieuwe stijl
Community development nieuwe stijlCommunity development nieuwe stijl
Community development nieuwe stijl
 
20210709 informatiepunt
20210709 informatiepunt20210709 informatiepunt
20210709 informatiepunt
 
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwingEen terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
Een terugblik op 15 jaar stadsvernieuwing
 
Presentatie Workshop 2 Lokaal Bestuur
Presentatie Workshop 2 Lokaal BestuurPresentatie Workshop 2 Lokaal Bestuur
Presentatie Workshop 2 Lokaal Bestuur
 
MS|SA Portfolio 2011
MS|SA Portfolio 2011MS|SA Portfolio 2011
MS|SA Portfolio 2011
 
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, ZwolleStedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, Zwolle
 
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
Open Ruimte, Open Blik_Lezing Tim Devos_'Open ruimte, open plan'
 
Ambitiedocument Coenen En Asselbergs
Ambitiedocument Coenen En AsselbergsAmbitiedocument Coenen En Asselbergs
Ambitiedocument Coenen En Asselbergs
 
Advies Overleggroep
Advies OverleggroepAdvies Overleggroep
Advies Overleggroep
 
Nieuwsbrief centrumplan de Meern
Nieuwsbrief centrumplan de MeernNieuwsbrief centrumplan de Meern
Nieuwsbrief centrumplan de Meern
 
Portfolio en CV (oude projecten)
Portfolio en CV (oude projecten)Portfolio en CV (oude projecten)
Portfolio en CV (oude projecten)
 
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambonWerelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambon
 
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
 

Verslag Hoe Deventer Bouwt Aan Haar Stad

  • 1. Hoe Deventer bouwt aan haar stad Hoe Deventer bouwt aan haar stad Het grote stedenbouwdebat op 15 december 2009 Introductie Wim Maas, architect en voorzitter programmaraad Architectuurcentrum Rondeel Inleider 1 Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening Deventer Inleider 2 Jan Nakken, senior adviseur stedenbouw Deventer Commentator 1 Peter Ghijsen, architect en voorzitter bestuur Architectuurcentrum Rondeel Commentator 2 Andries van den Berg, landschapsarchitect, directeur Bügel Hajema Adviseurs te Amersfoort Commentator 3 Arie van Loon, projectontwikkelaar NS Vastgoed Moderator Hilde Blank, directeur van bureau BVR uit Rotterdam en atelierleider van Atelier Overijssel Publiek 80 betrokken burgers van Deventer Verslag Tom de Vries, Architectuurcentrum Rondeel Architectuurcentrum Rondeel
  • 2.
  • 3. Op 15 december organiseerde Architectuurcentrum Rondeel het Hoe Deventer bouwt aan haar stad eerste debat in hun spiksplinternieuwe onderkomen aan de Stromarkt in Deventer. Voor het debat ‘Hoe Deventer bouwt aan haar stad’ waren Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening en Jan Nakken, senior adviseur stedenbouw, uitgenodigd om het publiek te informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot de stedenbouwkundige ontwikkelingen in de stad. Omdat zowel de bestuurder als de stedenbouwer (die eigenlijk landschapsarchitect is) nog geen jaar in Deventer werkzaam zijn, was een kennismaking met hun opvattingen over de stad gepast. Ook sloot het debat over de stedenbouwkundige toekomst van Deventer goed aan bij de lopende tentoonstelling in het Rondeel. De daarin centraal staande architectuur vanaf 1950 is onlosmakelijk gekoppeld aan de stedenbouwkundige opvattingen van de afgelopen zestig jaar. Om in dat licht een blik in de stedenbouwkundige toekomst te werpen is dan ook voor de hand liggend. Maar meest directe aanleiding voor de bijeenkomst was het verzoek van het Stimuleringsfonds voor Architectuur. Het fonds is bezig om in opdracht van VROM een programma te ontwikkelen om de stedenbouw als vakdiscipline weer duidelijker op de kaart te zetten. In dat kader zijn de lokale architectuurcentra gevraagd om een zogenoemde quickscan te maken van de huidige stand van zaken in hun stad of regio. De inleidingen van Swart en Nakken zijn daarvoor bedoeld. Om direct een inhoudelijke reactie te kunnen geven op de inleidingen waren drie commentatoren uitgenodigd. Peter Ghijsen, architect en voorzitter van het bestuur van het Rondeel werd daarin bijgestaan door landschapsarchitect Andries van den Berg van bureau Bügel Kennismaken met de wethouder en de stedenbouwkundig adviseur Hajema Adviseurs te Amersfoort en door Arie van Loon die projectontwikkelaar is bij NS Vastgoed. Om het debat tussen inleiders en commentatoren en de zaal in goede banen te leiden was Kennismaken met de stedenbouwkundige plannen in Deventer Hilde Blank gevraagd. Zij is stedenbouwer bij het Rotterdamse bureau BVR en zij is sinds 2007 atelierleider van het Atelier Overijssel, een door de provincie opgerichte werkplaats voor Een vraag naar visie en samenhang ruimtelijke kwaliteit in Zwolle.
  • 4. De wethouder is geen regisseur maar voorzitter – Marco Swart Hij is geen stedenbouwkundige en hij beheert als wethouder nog geen stempel.’ Swart is van een andere traditie; hij is liberaal en voelt zich jaar de portefeuille Ruimtelijke Ordening. Het is misschien wel meer verwant met het informatie tijdperk waarin we volgens hem nu daarom dat Marco Swart (VVD) met een verfrissende opvatting kan vertoeven. Swart: ‘In de huidige informatiesamenleving passen niet komen over de te voeren stedenbouwpolitiek in Deventer. ‘Als niet meer dezelfde stedenbouwkundige opvattingen zoals die in de professional zal ik meer vanaf de zijkant tegen de problematiek industriële samenleving golden met bijvoorbeeld het principe van aankijken en is het ook beter om niet mijn eigen voorkeur te functiescheidingen en het uitleggen van de stad om bevolkingsgroei presenteren. Ik noem mijzelf dan ook liever voorzitter van het proces op te kunnen vangen. Vinex willen we niet meer en het is zelfs de dan regisseur van een te realiseren product.’ Daarmee is de toon gezet vraag of we de stad nog wel groter willen maken. En áls we dat dan van de toekomstige stedenbouwpolitiek. Swart prefereert, zo zegt hij, willen, dan is dat in een veel grotere samenhang met de natuur dan het ontwikkelen van een stedenbouwkundige visie door samenwerking voorheen het geval was. In feite is (stads)uitleg voorbij en is en door iedereen mee te laten doen om vervolgens vanuit dat gedeelde herstructurering nu de alledaagse en voortdurende praktijk.’ gedachtegoed iets te laten groeien. ‘Als voorzitter moet je overigens Swart vraagt zich af of bij die veranderende opvattingen ook niet een wel zorgen dat er dingen voor elkaar komen. De betrokkenheid moet andere rol van de overheid past. ‘Daar zijn we nog niet goed uit. Als wel tot uitvoering leiden. Daarvoor is daadkracht nodig én het is een liberaal wil ik overigens wél een sterke rol van de overheid. Want kwestie van volhouden want stedelijke processen duren lang.’ Het marktwerking past niet bij stedenbouw; dat leidt tot korte termijn typerende motto dat Swart het publiek dan ook wil meegeven is: oplossingen en tot opportunisme en dat veronachtzaamt de rol van “Festina Lente”, ofwel “Haast je langzaam!”.’ de overheid. Het is aan de gemeente om te zorgen dat alle De stedenbouwkundige visie van Swart – of misschien beter gezegd: beschikbare en aanwezige betrokkenheid gebruikt wordt. Deventer is het door de samenwerkende derden laten ontwikkelen van een visie - hier traditioneel royaal mee gezegend en is daar ook zeer krachtig komt voort uit zijn opvatting over de mondiaal waar te nemen in.’ Swart geeft als voorbeeld van deze nieuwe inzet van verschuiving van een industriële samenleving naar een informatie betrokkenheid de ontwikkeling van de herstructurering van de wijk samenleving. Ook voor de stedenbouw heeft dit consequenties. Swart: Voorstad. Hij vervolgt: ‘Ik opteer niet voor de weg van het lobbyen ‘De stedenbouw was gebaseerd op tradities en individueel want dat leidt te vaak tot beslissingen op basis van een krappe vakmanschap die van generatie op generatie overging. In Deventer meerderheid. Wat ik wil is het debat en naar elkaar luisteren. resulteerde dat in de eenheid van een gegroeide stad. Dat was de gang “Ontwerpen met de stad” betekent voor mij ook een nieuwe van zaken tot aan de industriële samenleving waarna de enorme opvatting over de rol van de stedenbouw. Die moet gepassioneerd bevolkingsgroei om een stelselmatige stedenbouw vroeg. Dat leidde zijn en die moet enthousiasme overdragen. Als voorzitter meen ik tot industrialisatie en uniformering van de stedenbouw met dat het je taak is om dat voor elkaar te krijgen, en te zorgen dat er bijbehorende stromingen. Dit proces ging samen met de ontwikkeling iets tot stand komt. Dat betekent volhouden, want stedelijke van de sociaal democratie dat gekenmerkt wordt door een centraal processen duren lang. gezag, een sterke overheid en wethouderschap met een persoonlijk Dus: Haast je langzaam!; Festina Lente!’
  • 5. Een stedenbouw van structuurplan naar uitvoering - Jan Nakken De positie van Jan Nakken als senior adviseur stedenbouw is niet eenvoudig. Hij is krap een jaar in dienst bij de gemeente Deventer en hij heeft gemerkt dat deze periode nauwelijks voldoende is om zich alle stedenbouwkundige opgaven van de stad eigen te maken. Veel projecten zijn al ‘afgetikt’ zoals hij dat noemt en van de projecten die nog niet in uitvoering zijn maar wel door de politiek zijn goedgekeurd, kan hij niet meer doen dan in de marge enigszins bijsturen. Voor nieuwe ontwikkelingen heeft hij daarentegen wel meer mogelijkheden om te zorgen dat die in een grotere mate van samenhang tot uitvoering kunnen worden gebracht. Vanuit deze positie schetst Nakken de stedenbouwkundige situatie in Deventer. Hij heeft daarbij de projecten ingedeeld naar de uitlegprojecten en de inbreidings-, de herinrichting- en de herstructureringsprojecten die zich binnen de bestaande stedelijke contouren afspelen. Tenslotte geeft hij enkele agenda’s en visies over studieprojecten in bepaalde gebieden van de stad. INBREIDING, HERINRICHTING, HERSTRUCTURERING UITLEG VISIES, AGENDA’S
  • 6. Uitlegprojecten De uitlegprojecten zijn de nieuwbouwprojecten buiten het bestaande Uitlegprojecten waar Deventer vandaag aan de dag druk doende mee bebouwde gebied, waarbij de stad een deel van het buitengebied is, zijn o.a. Bedrijvenpark A1, het laatste deel van de Vijfhoek opsoupeert. Vanouds rolden de gemeentelijke ontwerpers bij dit soort (Spikvoorderenk), Steenbrugge en de oostrand van Schalkhaar projecten een tapijt uit van straten en verkavelingspatronen, dat dan in (Douwelerleide). de loop van de tijd werd ingevuld met woningen, bedrijven, winkels Tegenwoordig gaat dat iets anders dan het uitrollen van een stukje sportvelden etc. Een prachtig voorbeeld daarvan is het imposante stedelijk tapijt. Aan de hand van de woningbouwlocatie Steenbrugge ontwerp voor de dubbelstad Deventer dat voorzag in de groei van de wordt de veranderde rol van de gemeentelijke ontwerpers in het stad met 150.000 mensen (vijf keer de bevolking van Deventer op dat planproces geïllustreerd. Deze wijk van circa 1100 woningen ligt moment). Het plan was een toonbeeld van het denken in de jaren aan de noordkant van de stad. Het VO stedenbouwkundig plan is vijftig en zestig over (flinke) groei & vooruitgang en geloof in de recent door de Raad vastgesteld. maakbare stad.
  • 7. De uitleggebieden in Deventer 1 Platvoet west Randerwaarden 2 Steenbrugge 3 Hagenvoorde 4 Landeweert 5 Douwelerleide 6 Wijtenhorst 7 Spijkvoorderenk 8 Bedrijvenpark A1
  • 8. Voorbeeld Steenbrugge (uitleggebied 2) In 2006 werd het masterplan door gemeente opgesteld en door de raad vastgesteld. Het plan geeft in woord en beeld een eerste stedenbouwkundig beeld. In grote lijnen komt het neer op: • Steenbrugge ligt als vijfde kern (dorpse stadsuitbreiding) in de buitenste bebouwingsring van Deventer • Het gebied grenst aan de Zandwetering. Deze waterloop wordt opgewaardeerd tot beekpark en zal als stadspark met hoge ecologische kwaliteiten (natuur, waterberging) voor een geleding zorgen.
  • 9. Gezoneerde opzet, die gebaseerd is op het onderliggende • De regie om het masterplan tot een VO te brengen is door een landschap en met een ‘open ruimte’ die als een satéprikker er commerciële partij gevoerd (Steenenbrug Ontwikkeling BV). De dwars doorheen steekt en zo de verbinding tussen de bestaande uitwerking is gedaan door Luc BOS Stedenbouwkundigen en stad en het noordelijke buitengebied vormt. Feddes/Olthof landschapsarchitecten. • De gemeente heeft in het project met name een begeleidende en toetsende rol gespeeld. Het resultaat is een plan waarbij de samenhang tussen landschap en stedenbouwkundige kwaliteit een vertaling heeft gekregen in het begrip ‘Sallands wonen’ met daarin vijf verschillende woonmilieus die refereren aan Sallands brinkdorp, buurtschappen, boswonen, zwermdorp en Zandwetering.
  • 10. Inbreiding / herstructurering / herinrichting Deventer kent zeer veel plekken, gebieden, wijken waar inbreiding, herstructurering en herinrichting aan de orde is. Samen beslaan ze een breed scala van uiteenlopende projecten van groot tot klein met aan de ene kant stedenbouwkundige acupunctuur midden in het stedelijk gebied en aan de andere kant grootschalige herinrichting van de uiterwaarden in het kader van Ruimte voor de Rivier. 1 Park Zandweerd 2 Ruimte voor de rivier 3 Borgele 4 Centrumplan Keizerslanden 5 Wijkvoorzieningencentrum Keizerslanden 6 Smyrnastraat 7 Larenstein 8 Geertruidenlocatie 9 Studie Noord-Oost 10 Sluiskwartier 11 Boreel/Houtmarkt 12 Saxion Hogeschool 13 Hoornwerk 14 Thomassen & Drijver terrein 15 Shitaflat 16 Rivierenwijk 17 Snippelingsdijk 18 Havenkwartier 19 Tedeco terrein 20 Kieftenbeltskolk 21 Bergweidedijk 22 Demping dode havenarm 23 Vuilstortplaats Westfalenstraat 24 Driehoek Blauwenoord 25 Rondom De Scheg 26 Winkelcentrum Colmschate 27 Holterweg Colmschate
  • 11. Voorbeeld Ruimte voor de Rivier (gebied 2) Het systeem van nevengeulen is circa 10 km lang en ligt vrijwel geheel op Hoewel het plan ‘Ruimte voor de Rivier’ niet direct het Deventer grondgebied. Het meest bebouwde gebied betreft, is het wel een belangwekkend gevoelige deel bevindt zich tussen de project omdat het voor de voordeur van de stad ligt. Wilhelminabrug en de spoorbrug met Bovendien biedt het plan volop kansen voor recreatief op de oostoever de historische gebruik en beleving van natuur en landschap vanuit de binnenstad en daar tegenover het aanliggende wijken. stadspark De Worp en het IJsselhotel, daar waar vroeger de oude schipbrug lag en nu een voetveer dienst doet. Een studie naar de herinrichting van de noordelijk gelegen Rembrandt- kade, gecombineerd met recreatieve functies zoals een wandelpad, de strip met de roeivereniging en de jachthaven, zal binnenkort opstarten. Daarin zal ook de relatie met het Recent ondervond Deventer in 1993 en 1995 de gevolgen achterliggende stedelijke gebied van hoogwaterstanden. In 2006 heeft het Rijk de (Zandweerd) een rol kunt spelen. Planologische Kern Beslissing (PKB) landelijk vastgesteld (Ruimte voor de Rivier). Dit behelst onder meer de uiterwaardvergravingen van de IJssel bij Deventer. Met het graven van nevengeulen – die alleen bij bepaalde waterstanden meestroomt - wordt de flessenhals bij Deventer ontlast en zo kunnen overstromingen in de toekomst worden voorkomen. De uitvoering gebeurt in samenwerking met regionale partijen waarbij de gemeente en provincie initiatiefnemers zijn. In een aantal stappen is een inrichtingsplan ontwikkeld. Het is opgesteld door een aantal externe bureaus met voornamelijk toetsende rol voor de gemeentelijke ontwerpers.
  • 12. Een kentering ‘Het naar zich toetrekken van deze voorzittersrol door de gemeente betekent voor het werk van de gemeentelijke ‘Vanaf de jaren negentig zijn om allerlei redenen, zoals een stedenbouwers dat het accent vooral aan de voorkant van het terugtrekkende overheid en door de markt ingenomen planproces komt te liggen. Onder andere door ontwerpend grondposities, private partijen steeds meer op kop komen te onderzoek naar de samenhang van een plek met de stad en door liggen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Met als gevolg dat o.a. de programmatische en ruimtelijke mogelijkheden van een plek stedenbouwkundige plannen sterk gedicteerd werden door middels verkavelingsstudies in beeld te brengen, wordt programmatische afspraken. Die afspraken waren vooral het geprobeerd de stedenbouwkundige opgave scherp te definiëren. resultaat van publiek-private onderhandelingen en veel De gemeente wil zo aan de voorkant van het planproces duidelijk minder van gedegen stedenbouwkundig onderzoek naar wat meegeven wat de stedenbouwkundige speelruimte is en aan een plek programmatisch kan hebben of naar wat een welke kaders plannen worden getoetst. Een voorbeeld van het ontwikkeling voor de stad kan betekenen. De stedenbouw minder in eindbeelden denken en vooraf proberen de speelruimte werd vooral ingezet om een verkoopbaar stedenbouwkundig te benoemen is de studie uit het voorjaar 2009 naar plan te maken, waarbij het eindbeeld alles bepalend was. ontwikkelscenario’s voor het Havenkwartier.’ Dit was een landelijke trend en voor zover ik kan beoordelen is Deventer hierop geen uitzondering geweest.’ (projecten als Boreel, Steenbrugge, Thomassen & Drijver zijn voorbeelden- TdV) ‘In deze trend is de laatste tijd wel een kentering zichtbaar. Mede ingegeven door demografische ontwikkelingen, de financiële crisis, maar ook door het inzicht dat het neerleggen van het primaat bij private partijen niet a-priori resulteert in de gewenste ruimtelijke kwaliteit, proberen gemeenten vanuit hun publieke taak weer sterker op ruimtelijke kwaliteit te sturen.’ ‘Zo pakt de gemeente Deventer bij een aantal projecten - ook al heeft de gemeente bij die projecten geen of nauwelijks een grondpositie (voorbeelden daarvan: Thomassen & Drijver, St. Jozef, Saxion) - de rol van regisseur op of in de woorden van wethouder Marco Swarts de voorzittersrol. Dit alles met als doel om op een goede manier private bouwinitiatieven te koppelen met het publieke belang van de stad.’
  • 13. Voorbeeld Havenkwartier (gebied 18) In 2006 zet het Masterplan in op ‘wonen aan het water’ met circa 1.000 woningen (een hoge dichtheid van 100 meer) en een duidelijk eindbeeld van hoe het moet worden. Het plan leidt tot veel discussie met enerzijds twijfels over de haalbaarheid en anderzijds de bedreiging voor de milieuruimte van bedrijven in de omgeving. Bovendien vraagt de veranderende woningmarkt om een huis met tuin en niet om een appartement. Het masterplan werd in de raad behandeld maar werd niet vastgesteld. Toch laat de raad de toekomst van het Havenkwartier niet aan haar lot over en heeft zij gevraagd om ontwikkelingsscenario’s met de mogelijkheden en knelpunten in kaart te brengen. Het masterplan uit 2006 Het plangebied
  • 14. Dit jaar 2009 is als één van de drie ontwikkelde scenario’s het zogenaamde Vlaams model gekozen om nader te onderzoeken. Dit scenario is ontwikkeld door stedenbouwer Andries Geerse in samenwerking met de gemeente. Mogelijke stappen in transformatieproces In de tussenliggende periode van 2006 –2009 heeft het leven van het Havenkwartier niet stilgestaan. Er ontstonden nieuwe initiatieven zoals broedplaatsen, creatieve industrie, advies etc. en steeds meer mensen ontdekken steeds meer de haven, de belangstelling en waardering voor industrieel erfgoed is toegenomen en er ontstaat een geleidelijke verkleuring. Het Vlaams model anticipeert hierop door een geleidelijke ontwikkeling tot een gemengd woon- en werkmilieu met maximaal behoud en hergebruik. Roze is nieuwbouw, rood is beursontwikkeling ook aan de Mr. H.F. de Boerlaan. Geel is broedplaatsen en wonen/werken. Mogelijk eindplaatje volgens Vlaams model
  • 15. Het samenspel tussen stedenbouwer en architect ‘Ik wil nog even terug komen op het definiëren van de stedenbouwkundige speelruimte bij projecten. Een belangrijk maar ook moeilijk aspect daarbij is het goede evenwicht te vinden tussen enerzijds het stellen van grenzen aan de inbreng van ontwerpers die later in het planproces instappen en anderzijds het uitdagen en inspireren van hen. Met name bij inbreidingsprojecten waar de architectonische en stedenbouwkundige opgave veelal sterk met elkaar zijn verstrengeld, is het van belang om je als stedenbouwer te realiseren dat in de stedenbouwkundige fase niet alles bekend is. De kunst is om ruimte te laten voor de creativiteit van architecten zonder de kans te lopen dat je door de ondergrens van de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit zakt. Ik denk dat dit met name kan als architect en stedenbouwer samen de grenzen van een project zoeken. Daarbij is het wel van belang om je te realiseren dat ieder zijn eigen verantwoordelijkheid daarin heeft. In dit kader kan ik het niet laten om een citaat van Le Corbusier aan te halen: “De bouwstenen voor de stadsplanning zijn: lucht, ruimte, bomen, staal en cement - in die volgorde en in die rangorde”. De vraag is natuurlijk hoe organiseer je dat samenspel tussen stedenbouwer en architect in de dagelijkse praktijk. Daar is mijns inziens geen eenduidig antwoord op te geven. Per project moet je dat bekijken. Voorbeelden uit de praktijk zijn dat je in het kader van het stedenbouwkundig plan samen met architecten een beeldtaal voor een gebied ontwikkelt, of het maken van een schetsontwerp voor de gebouwen en het ontwikkelen van een stedenbouwkundig masterplan in de tijd deels parallel laten lopen (voorbeeld is St. Jozef locatie).’
  • 16. Visies & Agenda’s Over de stedenbouwkundige (her)ontwikkelingen van Keizerslanden (‘kroon van Deventer’), Rembrandtkade, Stadsassen, Voorstad-Oost, Stationsomgeving en Binnenstadsvisie Zuid. ‘Als je al die uitleg- en inbreidingsprojecten voorbij ziet komen, dan is de vraag naar een allesomvattende visie op het niveau van de stad, waarbinnen alle projecten passen, voor de hand liggend. Het antwoord is: JA, namelijk het “Structuurplan Deventer 2025, Synergie van stad en land”. Het structuurplan plan brengt de kwaliteiten van de stad en de ruimtelijke opgaven in beeld en geeft de gewenste ontwikkelingsrichting van de stad aan. Maar het feit dat een uitvoeringproject past binnen dit structuurplan is op zich nog geen garantie dat een project de gewenste ruimtelijke kwaliteit oplevert. Daarvoor is het nodig om de kernkwaliteiten van de stad en de ambities uit het structuurplan operationeel te maken. Als we dat doen dan hoeven we niet bang te zijn om bij projecten de samenhang uit oog te verliezen. Bovendien moeten we daarbij vooral niet vergeten dat de logica van de bestaande stad een hele sterke sturende kracht is, die ons vooral kan beschermen tegen de waan van de dag.’
  • 17. ‘Die verbindende schakels tussen structuurplan en projecten zijn de Visies met bijbehorende agenda’s. Ofwel het zijn de studies die de ontwikkelingsrichting en -strategie van grotere gebieden concreet op de kaart zetten (meer dan alleen het kleurtje), de samenhang van gebieden met de rest van de stad aangeven, de projecten in onderlinge samenhang definiëren en veelal de volgordelijkheid van projecten bepalen. Twee totaal verschillende voorbeelden van dergelijke studies zijn Voorstad-Oost en de Stadsassen.’ 1 Rembrandtkade 6 Stadsassen 2 Kroon van Deventer 7 Bergweide 3 Binnenstad 8 Brinkgreven/Rielerenk/Douweler kolk 4 Stationsgebied 9 studie Noord-Oost 5 Voorstad-Oost 10 A1-zone
  • 18. Voorbeeld Voorstad-Oost (gebied 5) In de wijk Voorstad-Oost staat de leefbaarheid en veiligheid onder Voorstad-Oost is een volksbuurt die eind 19e en begin 20e eeuw is druk en fysiek vertoont de wijk veel slijtage. Dit jaar 2009 is samen ontwikkeld. De wijk heeft een zeer gemêleerde bevolking, ligt dichtbij met betrokken partijen uit de wijk en de gemeente Deventer een de stad, en kent een mozaïek aan woonmilieus (van organisch gegroeid integrale visie opgesteld om het fundament van de wijk op korte in de 19e eeuw, via tuindorpachtig tot woonerf in de jaren tachtig). termijn weer op orde te krijgen en voor de toekomst het profiel van Vanouds is het een wijk met veel bedrijvigheid, winkelvoorzieningen en de wijk te versterken. In november is de visie door de raad natuurlijk het stadion van voetbalclub Go Ahead Eagles. vastgesteld. Naast een sociale en economische component kent de Kortom een wereld op zich met een rijke historie, maar met belangrijke visie een fysieke component. lanen ook goed aangehaakt op de stad.
  • 19. Het plan wil het bestaande raamwerk op orde brengen en versterken. Daarnaast moeten het winkelgebied en de openbare ruimte een impuls krijgen, het wegenpatroon gehandhaafd blijven en bijvoorbeeld het te herontwikkelen terrein van Thomassen & Drijver weer opgepakt te worden. Een belangrijke karakteristiek van Voorstad-Oost is het mozaïek van buurtjes met bijbehorende beeldkwaliteit. Het plan wil deze mooie mix van kwaliteiten handhaven. In dat kader is als project het opstellen van een beeldkwaliteitsplan essentieel, daarmee kan bijvoorbeeld voorkomen worden dat - in het kader van individuele woningverbetering - de te handhaven karakteristieken om zeep worden geholpen. Onderdeel van de visie is het onderzoek naar het laten aansluiten van de nieuwbouw op het terrein van Thomassen & Drijver op de mozaïek en historie van de wijk. Raamwerk Context Buurtmilieus
  • 20. Voorbeeld Stadassen (gebied 6) ‘Samen met de provincie Overijssel wordt een pilotstudie opgestart om een visie met bijbehorende agenda te ontwikkelen voor de wijze waarop Een visietraject van geheel andere orde is het project Stadsassen. de stadsassen Hanzetracé en Centrum-as (Mr. De Boerlaan/Handelskade) omgevormd kunnen worden tot representatieve en karakteristieke stadsentrees vanaf de A1 met een goede doorstroming.’ (De studie is mede mogelijk dankzij een rijksbijdrage uit het programma “Mooi Nederland”.) impressies van de huidige Centrum-as impressies van het huidige Hanzetracé ‘Het huidige beeld van de stadassen toont de stad niet van haar beste kant. Het is een aaneenschakeling van verschillend trajectdelen.’
  • 21. ‘In een te ontwikkelen visie zal worden ingegaan op een viertal onderzoeksvragen: - Centraal staat de vraag naar de positionering/betekenis van de betreffende as in de stad. Ofwel welk verhaal van de stad wil je de weggebruiker vertellen. - Vervolgens: Hoe anticipeer je met de transformatiegebieden ruimtelijk en wellicht ook economisch op de ligging aan stadsas of omgekeerd. - Hoe ziet het ontwerp van de route eruit, een profiel met een uitstraling, steeds dezelfde lantaarnpalen etc. of wordt het bijvoorbeeld een parklaan, zoals in het verleden door professor Bijhouwer werd voorgestaan - En wat voor rol spelen bijzondere gebouwen zoals de Silo en het Sint Jozef Ziekenhuis langs de route. Iconen die staan voor een stuk geschiedenis.’ De Silo, een cultuur historisch icoon dat de stadsas markeert. Voorbeeld: Hanzetracé, met verschillende transformatiegebieden.
  • 22. Jan Nakken: ‘Tot slot...’ Na de verhelderende toelichting van senior adviseur stedenbouw Jan Nakken over de historische en toekomstige stedenbouwkundige opvatting en werkwijzen (voorheen: achteraf en gestuurd op marktwerking, en nu: vooraf en gebaseerd op samenwerking en ruimtelijke kwaliteit), sluit hij af met de volgende opmerking: ‘Tot slot: stedenbouw is een kwestie van lange adem, waarbij het de kunst is om ontwikkelingskansen op het goede moment en op de goede plek te doen landen. Ontwikkelingsvisies zijn daarbij een essentieel hulpmiddel. In dit licht bezien is het van belang dat er stadsbreed een gedragen referentiekader wordt ontwikkeld met daarin de kernkwaliteiten en ambities van Deventer. Daarover zal het stedenbouwkundige debat in Deventer mijns inziens de komende jaren moeten gaan.’
  • 23. Het debat Als opstart van het publieke debat zijn drie commentatoren Marco Swart: ‘De tijd van vooraf plannen is voorbij. Keuzes maken we uitgenodigd om direct te reageren op de inleidingen van wethouder niet in het begin want dan sla je de boel plat. Wat Nakken doet is de Swart en stedenbouwkundig adviseur Nakken. Moderator Hilde hele agenda op tafel leggen om vervolgens een met elkaar gedeelde Blank stelt op voorhand vast dat als alle door Jan Nakken genoemde visie te ontwikkelen.’ projecten in zowel de uitleggebieden als het bestaande stedelijke Hilde Blank: ‘Dus geen blauwdruk vooraf maar in dialoog een plan gebied uitgevoerd worden, het er op neer komt dat de gehele stad maken en daarna knopen doorhakken en uitvoeren.’ onder handen wordt genomen. Als eerste vraagt zij aan projectontwikkelaar Arie van loon een reactie te geven. Peter Ghijsen: ‘Deventer is voor mij een prachtige stad waarin de afgelopen jaren veel is veranderd en volgens mij niet altijd ten goede. Zo is er een aantal incidenten aan te wijzen die van invloed zijn geweest op de structuur van de stad. Wat gaat de wethouder als voorzitter doen aan de vele wetten en regels. En: het zou gunstig zijn als er (een klein beetje) meer openheid zou komen en de bevolking meer inzicht kan krijgen in wat de gemeente van plan is.’ Jan Nakken: ‘In onze optie is een strategie wel nodig om tot een – nu nog in ontwikkeling zijnde – eindsituatie te komen. Het betekent op het juiste moment zorgen voor het laten aangroeien met goede initiatieven.’ Andries van den Berg: ‘Allereerst een compliment voor het statement van de wethouder. Dan is het nu de beurt aan het landschap want dat is uiteindelijk de drager voor de stedenbouw. Als die drager sterk genoeg is dan kan die alles aan. Hoe zit dat bijvoorbeeld in Steenbrugge? Noem de kwalitatieve dragerkwaliteiten en dan maakt het thema dat je kiest niet meer uit. Die thema’s zijn maar tijdelijk, daar moet je vrij van zijn, terwijl een landschappelijk element als de Zandwetering blijvend is. Zo’n drager kan de ontwerpen van iedereen aan. Hilde Blank: ‘ Het is dus zaak om vooraf van de landschappelijke Arie van Loon: ‘De wethouder heeft een mooi verhaal gehouden dragers een goede analyse te maken.’ waarin hij zegt geen bestuurder te willen zijn maar een voorzitter. Toch lijkt de visie van Jan Nakken op stedenbouw-op-de-vierkante- meter.’
  • 24. Na de aftrap met een uit verschillende invalshoeken geleverd Marco Swart: ‘De disciplines Groen, Infrastructuur en Ruimtelijke commentaar van de projectontwikkelaar, de architect en de Ordening zijn nog steeds aparte netwerken. Zij moeten wel de stad bij landschapsarchitect, wordt door Hilde Blank ruimte gegeven elkaar houden. De ambitie is er dus wel.’ aan de zaal. Die maakt dankbaar en ook gretig gebruik van de Albert Fien: ‘Van belang lijkt mij dat er verbanden worden gelegd.’ gelegenheid om te reageren op de inleidingen van de wethouder en de stedenbouwkundig adviseur. Tjibbe Reitsma: ‘Waar is de nieuwe infrastructuur die de nieuwe uitleggebieden zoals Steenbrugge moet gaan ontsluiten? De tijd van opwaarderen van bestaande infrastructuur is voorbij; we moeten er nu echt anders mee omgaan.’ Marco Swart: ‘Er is natuurlijk al veel besloten in eerdere stadia. En als je besluit om de bestaande infrastructuur heen te gaan dan pak je wel erg veel groen mee.’ Hilde Blank: ‘Wat is de speelruimte in de bestaande plannen om eventueel nog zaken terug te draaien? Er is immers nog geen spa de grond in gegaan!’ Marco Swart: ‘Dat hangt van het moment af.’ Andries van den Berg: ‘Belangrijke zaken en nieuwe inzichten, dat moet toch kunnen?’ Marco Swart: ‘Dat is toch niet zo gemakkelijk want ik hoor hier al tegengestelde meningen!’ Erkelens: ‘Er is teveel nadruk op het autoverkeer. Richt de aandacht op het spoor en op het wandelen en fietsen.’ Marco Swart: ‘Een fietstraject plannen gaat heel erg traag. Dat gaat bruggetje voor bruggetje en tunneltje voor tunneltje.’ Jan Nakken: ‘Kijk naar het zoeken naar een betere aansluiting van het Daaf Ledeboer: ‘Stedenbouw was altijd een daad van dromen station op het centrum. We zullen ook de studie naar de stadsassen stapelen. Waar is de droom van Voorstad-Oost? Volgens mij wordt daarop moeten richten.’ de infrastructuur vergeten. Net zoals in Keizerslanden waar de relatie tussen stad en Steenbrugge wordt weggehaald.’ Gijs van Elk: ‘Complimenten aan de wethouder voor zijn inleiding. Ik Jan Nakken: ‘Voorheen werd er vooral gefocust op het sectorale vraag me wel af of u voldoende gereedschap heeft. Wat is uw agenda en programma van de gemeente. Dit debat moet het begin zijn om vast is die niet veel te overladen? Zou bijvoorbeeld het bedrijventerrein A1 te stellen wat de essentie is van de stad.’ wel op de agenda moeten blijven?’
  • 25. Hilde Blank: ‘Daarop aansluitend: wat is uw top 3 van gemeentelijk apparaat opgeblazen. Nu is – al door voormalig wethouder stedenbouwkundige opgaven?’ Bert Doornebos - vastgesteld dat dit een doodlopende weg is. Dat is ook Marco Swart: ‘Het integreren van water, ecologie en groen. Het is de reden waarom Jan Nakken vorig jaar is aangesteld.’ aan mij om die rol waar te maken. In de top 3 is een belangrijke Andries van den Berg: ‘Je moet eerst een visie ontwikkelen die niet plaats voor de herstructurering van de schil, de vooroorlogse gekoppeld is aan projecten.’ bebouwing rond het centrum.’ Herman Bessels: ‘Pas op voor info-overkill! Dus wethouder: niet achterover leunen maar geef wel een duidelijke visie!’ Gidi de Lange (stedenbouwer en leerling van Van Eesteren) Jan Jaap de Kroes: ‘Lang kreeg de stedenbouw in Deventer geen adviseert; ‘Zorg voor de structuur en ga dan pas keuzes maken!’ aandacht. Dat staat nu weer volop in de picture. Mijn advies is: Jan Nakken: ‘Dat heeft Deventer de laatste tien jaar gemist. Deventer wees trots op wie je bent! De tijd is nu rijp!’ Hr. Veldhuis: ‘We hebben toch al een structuur zoals die is vastgelegd in het Structuurplan 2025?’die Hilde Blank aan Marco Swart: ‘Als jij je visie zou ontwikkelen, hoe Jan Nakken: ‘Dat is waar, maar daarin ontbreekt nog iets. We krijg je dan de raad mee?’ moeten het op een tussenlaag (tussen structuurplan en uitvoering) Marco Swart: ‘Ik laat de raad mee doen in het ontwikkelen van een operationeel maken.’ visie. Uiteindelijk moet de stad het doen. Als de stad het gelooft, gelooft Hr. Veldhuis: ‘Die tussenlagen zijn er al wel.’ de raad het ook. Het kan dus niet alleen mijn hobby zijn.’ Jan Nakken: ‘ Maar te sectoraal. We moeten daarin samenhang gaan Gidi de Lange: ‘In Zwolle was er eerst een visie als discussiestuk. Dus aanbrengen.’ je moet wel ‘iets’ hebben om te beginnen.’ Marco Swart: ‘ We hebben wel een agenda maar nog geen samenhang Arie van Loon: ‘Waarom is er de afgelopen tien jaar niets gebeurd? en daar gaat het om.’ Waar zit de angel?’ Roel van Veldhuizen: ‘Dé gemeente als voorzitter bestaat niet! Dirk Baalman: ‘Een voorzitter beschikt over wijsheid en een hamer. Zorg voor alle belangen die er zijn, óók die van de gemeentelijke De vraag hoe je de dingen interpreteert in Deventer is het begin van diensten. De tegenstrijdige acties die daarin gevraagd worden zullen wijsheid.’ voor vertragingen zorgen. Jan Nakken: ‘Er is al ontzettend veel aan plannen en projecten. De Peter Ghijsen: ‘Is dat de reden waarom zoveel stedenbouwers opgave is nu: Maak er samenhang met passie van!’ destijds zijn weggegaan bij de gemeente?’ Hilde Blank sluit af: ‘Wat gaan jullie nu doen om tot actie te komen?’ Jan Nakken: ‘Wij proberen nu ruimte te maken aan de voorkant van Jan Nakken: Het bleef steeds steken op samenhang. Dat is nu de stedenbouwkundige processen. Vroeger was dat niet meer dan een opgave.’ A4-tje en toen was het erg lastig om iets te doen. Nu is de tijd dat je Marco Swart: De vele projecten in Deventer zijn relatief kleine korrels dat wel weer terug kunt halen.’ die bleven steken op te wankele opvattingen. Het credo is nu: Daaf Ledeboer: ‘De oude structuur, met een sterke wethouder, had een stuwende werking op de projectbureaus. Dat heeft het Haast je langzaam! Festina Lente!
  • 26. Nawoord Na de afronding van het debat hebben publiek, commentatoren en - Dit nieuwe tussenniveau moet niet topdown door de gemeente inleiders nog lang met elkaar gediscussieerd. De meningen waren gedicteerd worden maar zal in dialoog met niet alleen de publieke niet eensluidend. partijen (zoals bijvoorbeeld de samenwerkende gemeentelijke Enkele opmerkelijke hoogtepunten uit de spreekbeurten en de afdelingen Ecologie, Groen en Ruimtelijke Ordening) maar ook met reacties daarop kunnen als volgt worden samengevat: betrokken private partijen ontwikkeld moeten worden. Daartoe behoort ook de al of niet verenigde burgerbevolking. - de hoeveelheid locaties in Deventer waar sprake is van een stedenbouwkundige focus, is enorm groot, zowel in het stedelijke - Het is de opvatting van de politiek dat deze werkwijze past bij de gebied als daarbuiten. Als alle locaties die vanavond op huidige tijd waarin de industriële samenleving is overgegaan naar een verschillende kaarten de revue passeerden, verzameld worden op informatiesamenleving. Dit betekent ook veranderde één kaart dan is nagenoeg geheel Deventer bedekt. stedenbouwkundige opvattingen. Het ontwerpen en uitvoeren van grote uitleg is vervangen door veel gedifferentieerde - Er zijn drie verschillende periodes te onderscheiden waarin de herstructureringsplannen die in meer samenhang ontworpen en gemeentelijke opvattingen over stedenbouw verschillen: uitgevoerd moeten worden. De rol van de politiek is dan veranderd - de periode vóór het aantreden van wethouder Swart en van een ‘regisseur van een product’ naar een ‘voorzitter van het stedenbouwkundig adviseur Nakken; proces’. - de periode die aanstaande is en waarin de nieuwe opvattingen van Swart en Nakken tot uitdrukking kunnen komen; - De gemeente meent dat in onder meer de ontwikkeling van Voorstad- - de overgangsperiode, waarin ‘oude’ plannen nog niet zijn Oost en het Havenkwartier de nieuwe opvattingen zichtbaar worden. uitgevoerd maar om politieke redenen niet meer kunnen worden teruggedraaid. Het publiek kon met enige moeite bovenstaande hoofdpunten uit de verschillende betogen destilleren. Niettemin bleef er een flink aantal - De gemeente heeft geconstateerd dat tussen het Structuurplan vragen hangen. Zo vroeg Hilde Blank zich de volgende dag op haar 2025 en het uitvoeringsniveau een schakel ontbreekt waardoor de weblog af: ‘Hoe kan Deventer zo gefragmenteerd zijn ontwikkeld? samenhang die in het hogere niveau gesuggereerd wordt, in de Waarom hebben grondeigenaren en marktpartijen zoveel macht praktijk op het inmiddels gerealiseerde detailniveau niet gekregen? Wat gaat Deventer doen om het tij te keren?’ Ook zichtbaar wordt. projectontwikkelaar Arie van Loon vroeg zich af: ‘Waarom is er de afgelopen 10 jaar niets gebeurd?’ Hilde Blank constateert verder: - In de overvolle agenda is het nodig om in het traject tussen ‘Wethouder Marco Swart gelooft niet in bestuurders die vanuit macht Structuurplan en uitvoering een tussenniveau te creëren dat de opereren. Hij zoekt de dialoog, de inhoud moet overtuigen. Betrokken gewenste samenhang moet aanbrengen. burgers zijn de beste garantie voor goede plannen. Jan Nakken greep de
  • 27. avond aan om een integrale stadsvisie te agenderen die concreter is Het is begrijpelijk dat de roep om een samenhangende, dan de structuurvisie, maar niet gelijk doorschiet in concrete stedenbouwkundige visie voor de stad Deventer groot is. Maar nu de projecten.’ industriële samenleving is overgegaan naar een informatie samenleving, zoals wethouder Swart aangaf, kunnen bestaande, veelal topdown Vragen die niet gesteld en dus ook niet beantwoord werden, hadden georkestreerde werkwijzen niet meer voldoen. Of de door Swart en betrekking kunnen hebben op de visie van het locale bestuur op de Nakken voorgestelde nieuwe werkwijze met daarin ruimte voor dialoog, toekomst van de stad, gezien in het licht van landelijke en mondiale een antwoord kan geven op de hoeveelheid stedenbouwkundige veranderingen. Zo is er nauwelijks een woord gerept over de vraagstukken en het tempo waarmee ze zich aandienen, is de vraag. toekomst van infrastructuur, mobiliteit en het fenomeen krimp. Het Wijsheid is dan op zijn plaats. Dirk Baalman wees er al op: ‘Een betoog van de inleiders leek teveel uit te gaan van een voortzetting voorzitter heeft wijsheid en een hamer nodig’. van de huidige toestand zonder rekening te houden met de zich in een steeds hoger tempo voordoende maatschappelijke, technologische en ecologische veranderingen. Deventer, januari 2010 Een ander punt dat slechts beperkt aan de orde kwam was het moment van beslissen. Een gepassioneerde dialoog, door een bevlogen wethouder voorgezeten, leidt nog niet tot een beslissing. Op zeker moment verwacht men toch dat er knopen worden doorgehakt (of zoals de roemruchte Amsterdamse wethouder Jan Schaefer ooit zei: ‘In gelul kun je niet wonen!’). Dat kan dan na consultering van alle betrokken publieke en private partijen. Dan wordt deskundigheid verwacht om de juiste conclusie te trekken en het optimale, samenhangende plan te maken. Dan heeft de stad deskundige ambtenaren nodig die de huidige stad kunnen doorgronden en de stedelijke structuur in de vingers hebben. De vraag die architect Peter Ghijsen stelde sluit daar op aan: ‘Hoe komt het dat er de afgelopen jaren zoveel stedenbouwkundigen bij de gemeente vertrokken zijn?’ De opgave waar de gemeente Deventer voor staat is niet gering. Naast de op de debatavond genoemde overvolle agenda is er ook nog de discussie over de Deventer binnenstad. Na het debacle over het nieuw te bouwen stadhuis annex bibliotheek, wordt die discussie nu, geïnspireerd door de inbreng van coryfeeën als Jo Coenen en Thijs Asselbergs, intens gevoerd door zowel politiek als burgerij.