Op 15 december organiseerde Architectuurcentrum Rondeel het eerste debat in hun spiksplinternieuwe onderkomen aan de Stromarkt in Deventer. Voor het debat ‘Hoe Deventer bouwt aan haar stad’
waren Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening en Jan Nakken, senior adviseur stedenbouw, uitgenodigd om het publiek te
informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot de stedenbouwkundige ontwikkelingen in de stad. Omdat zowel de
bestuurder als de stedenbouwer (die eigenlijk landschapsarchitect is) nog geen jaar in Deventer werkzaam zijn, was een kennismaking met hun opvattingen over de stad gepast. Ook sloot het debat over de
stedenbouwkundige toekomst van Deventer goed aan bij de lopende tentoonstelling in het Rondeel. De daarin centraal staande
architectuur vanaf 1950 is onlosmakelijk gekoppeld aan de stedenbouwkundige opvattingen van de afgelopen zestig jaar. Om in dat licht een blik in de stedenbouwkundige toekomst te werpen is dan ook voor de hand liggend.
The document summarizes two papers that examined technology integration in schools. Both papers looked at factors that influence teachers' use of technology in the classroom, including the role of the technology coordinator. The studies found that while technology coordinators focused more on technical support, their role should be to lead technology integration training. However, teachers saw coordinators primarily as problem-solvers and lacked training themselves to integrate technology. Overall, the key factors found to influence technology use were attitudes, training, resources and perceptions of the coordinator's responsibilities.
¡OPORTUNIDAD¡ BUSCO SOCIOS EMPRESARIOS MINIMA INVERSION TRABAJAR DESDE TU CASA INGRESOS EXTRAS NO PIERDAS ESTA OPORTUNIDAD PIDE YA TU ENTREVISTA GERENTE AGUILA F.L.P MARIO DOS SANTOS LLAMA YA AL TEL:0424-5009914
C:\Fakepath\Technology And Learning Kinast & Swan Smith [B]Barbara Kinast
This document outlines research on the effectiveness of technology in K-12 education. It discusses research that supports technology's positive impact on student engagement, participation, understanding, and performance in subjects like language arts, math, social studies, and science. However, it also presents contradictory research showing that increased access and use of technology has not reliably led to improved student achievement and that traditional teaching methods may be as or more effective for certain topics. The document aims to provide context for administrators to determine technology's appropriate role in education.
This document outlines scenarios for a software simulation of a YouTube-like website, including a home screen with login/register links, a sign in screen with username and password fields, and a video upload page allowing users to sign out or upload videos.
This document discusses research on the effectiveness of technology in K-12 education. Some studies found that technology improved student outcomes in areas like engagement, participation, and understanding in subjects like language arts, math, social studies, and science. Other research found no achievement gains or found traditional methods led to better outcomes. The document also reviews contradictory studies that found increased technology spending did not improve scores and that higher access to technology did not change instructional practices. It aims to provide context for administrators to determine technology's appropriate role in education.
Op dinsdagavond 18 juni organiseert Architectuurcentrum Rondeel in samenwerking met MKB Deventer, VCOD, de gemeente Deventer en Saxion Hogeschool het symposium Red de Winkel! Zo kan het niet langer! Het symposium wordt gehouden in het kader van het project Goud in Handen dat gaat over de ontwikkelingen in het winkelgebied van Deventer. Verslag: http://www.rondeeldeventer.nl/archief/?TheArticle=260
Hans Broess vakjurylid van de Eo Wijersprijsvraag 2011-2012, met Onbedekt Bloeiend, over de historische omslag die op dit moment plaats vindt in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.
Van april 2012 tot januari 2013 staat in Architectuurcentrum Rondeel het thema OMDENKEN centraal. Wat zijn de demografische ontwikkelingen in de Stedendriehoek? Hoe gaan we om met een afnemende bevolkingsgroei en met een toenemende vergrijzing? Wat waren eerdere uitbreidingsplannen voor Deventer en wat kunnen we daar van leren? Hoe deed men dat elders, bijvoorbeeld in Oost-Duitsland? Wat is de invloed van al die veranderingen op de bewoners van de dorpen en die van het platteland?
This presentation discusses a new investigative methodology used to track and trace food pathogens and adulteration throughout the entire food supply chain. In non-pathogen cases, the methodology is known as Food Science Forensics. The author uses these methodologies in his food & beverage Expert Witness cases - and is required for criminal charged cases.
The document summarizes two papers that examined technology integration in schools. Both papers looked at factors that influence teachers' use of technology in the classroom, including the role of the technology coordinator. The studies found that while technology coordinators focused more on technical support, their role should be to lead technology integration training. However, teachers saw coordinators primarily as problem-solvers and lacked training themselves to integrate technology. Overall, the key factors found to influence technology use were attitudes, training, resources and perceptions of the coordinator's responsibilities.
¡OPORTUNIDAD¡ BUSCO SOCIOS EMPRESARIOS MINIMA INVERSION TRABAJAR DESDE TU CASA INGRESOS EXTRAS NO PIERDAS ESTA OPORTUNIDAD PIDE YA TU ENTREVISTA GERENTE AGUILA F.L.P MARIO DOS SANTOS LLAMA YA AL TEL:0424-5009914
C:\Fakepath\Technology And Learning Kinast & Swan Smith [B]Barbara Kinast
This document outlines research on the effectiveness of technology in K-12 education. It discusses research that supports technology's positive impact on student engagement, participation, understanding, and performance in subjects like language arts, math, social studies, and science. However, it also presents contradictory research showing that increased access and use of technology has not reliably led to improved student achievement and that traditional teaching methods may be as or more effective for certain topics. The document aims to provide context for administrators to determine technology's appropriate role in education.
This document outlines scenarios for a software simulation of a YouTube-like website, including a home screen with login/register links, a sign in screen with username and password fields, and a video upload page allowing users to sign out or upload videos.
This document discusses research on the effectiveness of technology in K-12 education. Some studies found that technology improved student outcomes in areas like engagement, participation, and understanding in subjects like language arts, math, social studies, and science. Other research found no achievement gains or found traditional methods led to better outcomes. The document also reviews contradictory studies that found increased technology spending did not improve scores and that higher access to technology did not change instructional practices. It aims to provide context for administrators to determine technology's appropriate role in education.
Op dinsdagavond 18 juni organiseert Architectuurcentrum Rondeel in samenwerking met MKB Deventer, VCOD, de gemeente Deventer en Saxion Hogeschool het symposium Red de Winkel! Zo kan het niet langer! Het symposium wordt gehouden in het kader van het project Goud in Handen dat gaat over de ontwikkelingen in het winkelgebied van Deventer. Verslag: http://www.rondeeldeventer.nl/archief/?TheArticle=260
Hans Broess vakjurylid van de Eo Wijersprijsvraag 2011-2012, met Onbedekt Bloeiend, over de historische omslag die op dit moment plaats vindt in de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland.
Van april 2012 tot januari 2013 staat in Architectuurcentrum Rondeel het thema OMDENKEN centraal. Wat zijn de demografische ontwikkelingen in de Stedendriehoek? Hoe gaan we om met een afnemende bevolkingsgroei en met een toenemende vergrijzing? Wat waren eerdere uitbreidingsplannen voor Deventer en wat kunnen we daar van leren? Hoe deed men dat elders, bijvoorbeeld in Oost-Duitsland? Wat is de invloed van al die veranderingen op de bewoners van de dorpen en die van het platteland?
This presentation discusses a new investigative methodology used to track and trace food pathogens and adulteration throughout the entire food supply chain. In non-pathogen cases, the methodology is known as Food Science Forensics. The author uses these methodologies in his food & beverage Expert Witness cases - and is required for criminal charged cases.
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...Els Brouwers
De 17de editie van de Werelddag van de Stedenbouw (7 november 2014, Vlaams parlement Brussel) focust op gebiedsontwikkeling. Bij deze aanpak gaan actoren en sectoren in een bepaald gebied samenwerken om een gedeelde ruimtelijke visie en een nieuwe dynamiek te realiseren. André Loeckx blikt terug op meer dan 10 jaar stadsvernieuwing in Vlaanderen
Traditional urban planning in the Netherlands with top down master plans and large scale area development is over. This is partly due to the financial crisis, demographic change, peak mobility, and the digitization of urban society. The challenge of large future investment projects is to optimize and make better use of existing resources.
Cities will have to adapt in flexible ways to changing circumstances. This implies an important conceptual shift in thinking about city making: it is less about individual possession and more about the question how multiple stakeholders can make use of the various resources that the city offers.
Dit boek gaat over de driedaagse Booosting architectenworkshop "Ontwerpen in de fabriek" die plaatsvond bij Studio RAP te Rotterdam tussen november 2015 en januari 2016 en geheel in het teken stond van digitaal ontwerpen en produceren.
Het gelijknamige congres vond plaats op 15 juni 2016 op de TU Delft >> booosting.nl/event/show/id/226.
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, ZwolleArjan Schreven
Presentatie Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan herontwikkeling De Weezenlanden, Zwolle
Gepresenteerd tijdens inloopbijeenkomst 21 januari 2014
Coenen en Asselbergs hebben hun ambitiedocument voor de ontwikkeling van de Deventer binnenstad gereed. Het bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel is een aanbiedingsbrief met aanbevelingen en een agenda.
Het tweede deel is een film waarin de analyse van de heren wordt weergegeven en een toekomstbeeld wordt geschetst.
Het derde deel is een schetsboek waarin een methodiek is beschreven, waarmee kan worden bepaald op welke plaatsen welk programma een plek kan krijgen.
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambonEls Brouwers
In 1913 vond in Gent de Wereldtentoonstelling plaats. Honderd jaar later (12 november 2013) organiseert de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) de Werelddag van de Stedenbouw in Gent (in de prachtige Bijloke). Wat waren de ruimtelijke issues in 1913 en zijn ze nog relevant nu? Met als thema 'Waar ligt de grens?' bogen experts uit binnen- en buitenland zich over prangende vraagstukken: verdichting, duurzaamheid, betaalbaar en energiezuinig wonen, mobiliteit, ruimtelijk-economische vernieuwing...
Werelddag van de Stedenbouw 2014. Stedenbeleid en stadsvernieuwing in Vlaande...Els Brouwers
De 17de editie van de Werelddag van de Stedenbouw (7 november 2014, Vlaams parlement Brussel) focust op gebiedsontwikkeling. Bij deze aanpak gaan actoren en sectoren in een bepaald gebied samenwerken om een gedeelde ruimtelijke visie en een nieuwe dynamiek te realiseren. André Loeckx blikt terug op meer dan 10 jaar stadsvernieuwing in Vlaanderen
Traditional urban planning in the Netherlands with top down master plans and large scale area development is over. This is partly due to the financial crisis, demographic change, peak mobility, and the digitization of urban society. The challenge of large future investment projects is to optimize and make better use of existing resources.
Cities will have to adapt in flexible ways to changing circumstances. This implies an important conceptual shift in thinking about city making: it is less about individual possession and more about the question how multiple stakeholders can make use of the various resources that the city offers.
Dit boek gaat over de driedaagse Booosting architectenworkshop "Ontwerpen in de fabriek" die plaatsvond bij Studio RAP te Rotterdam tussen november 2015 en januari 2016 en geheel in het teken stond van digitaal ontwerpen en produceren.
Het gelijknamige congres vond plaats op 15 juni 2016 op de TU Delft >> booosting.nl/event/show/id/226.
Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan De Weezenlanden, ZwolleArjan Schreven
Presentatie Stedenbouwkundig Ontwerp en Beeldkwaliteitsplan herontwikkeling De Weezenlanden, Zwolle
Gepresenteerd tijdens inloopbijeenkomst 21 januari 2014
Coenen en Asselbergs hebben hun ambitiedocument voor de ontwikkeling van de Deventer binnenstad gereed. Het bestaat uit drie onderdelen. Het eerste deel is een aanbiedingsbrief met aanbevelingen en een agenda.
Het tweede deel is een film waarin de analyse van de heren wordt weergegeven en een toekomstbeeld wordt geschetst.
Het derde deel is een schetsboek waarin een methodiek is beschreven, waarmee kan worden bepaald op welke plaatsen welk programma een plek kan krijgen.
Werelddag 2013. herman vande putte. genese van het ilôt chambonEls Brouwers
In 1913 vond in Gent de Wereldtentoonstelling plaats. Honderd jaar later (12 november 2013) organiseert de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning (VRP) de Werelddag van de Stedenbouw in Gent (in de prachtige Bijloke). Wat waren de ruimtelijke issues in 1913 en zijn ze nog relevant nu? Met als thema 'Waar ligt de grens?' bogen experts uit binnen- en buitenland zich over prangende vraagstukken: verdichting, duurzaamheid, betaalbaar en energiezuinig wonen, mobiliteit, ruimtelijk-economische vernieuwing...
De Toekomst van Brugge - stadsatelier 'De burger in de stad'
Verslag Hoe Deventer Bouwt Aan Haar Stad
1. Hoe Deventer bouwt aan haar stad Hoe Deventer bouwt aan haar stad
Het grote stedenbouwdebat op 15 december 2009
Introductie Wim Maas, architect en voorzitter programmaraad
Architectuurcentrum Rondeel
Inleider 1 Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening
Deventer
Inleider 2 Jan Nakken, senior adviseur stedenbouw Deventer
Commentator 1 Peter Ghijsen, architect en voorzitter bestuur
Architectuurcentrum Rondeel
Commentator 2 Andries van den Berg, landschapsarchitect,
directeur Bügel Hajema Adviseurs te Amersfoort
Commentator 3 Arie van Loon, projectontwikkelaar NS Vastgoed
Moderator Hilde Blank, directeur van bureau BVR uit
Rotterdam en atelierleider van Atelier Overijssel
Publiek 80 betrokken burgers van Deventer
Verslag Tom de Vries, Architectuurcentrum Rondeel
Architectuurcentrum Rondeel
2.
3. Op 15 december organiseerde Architectuurcentrum Rondeel het
Hoe Deventer bouwt aan haar stad eerste debat in hun spiksplinternieuwe onderkomen aan de Stromarkt
in Deventer. Voor het debat ‘Hoe Deventer bouwt aan haar stad’
waren Marco Swart, wethouder Ruimtelijke Ordening en Jan
Nakken, senior adviseur stedenbouw, uitgenodigd om het publiek te
informeren over de huidige stand van zaken met betrekking tot de
stedenbouwkundige ontwikkelingen in de stad. Omdat zowel de
bestuurder als de stedenbouwer (die eigenlijk landschapsarchitect is)
nog geen jaar in Deventer werkzaam zijn, was een kennismaking
met hun opvattingen over de stad gepast. Ook sloot het debat over de
stedenbouwkundige toekomst van Deventer goed aan bij de lopende
tentoonstelling in het Rondeel. De daarin centraal staande
architectuur vanaf 1950 is onlosmakelijk gekoppeld aan de
stedenbouwkundige opvattingen van de afgelopen zestig jaar. Om in
dat licht een blik in de stedenbouwkundige toekomst te werpen is
dan ook voor de hand liggend. Maar meest directe aanleiding voor
de bijeenkomst was het verzoek van het Stimuleringsfonds voor
Architectuur. Het fonds is bezig om in opdracht van VROM een
programma te ontwikkelen om de stedenbouw als vakdiscipline weer
duidelijker op de kaart te zetten. In dat kader zijn de lokale
architectuurcentra gevraagd om een zogenoemde quickscan te
maken van de huidige stand van zaken in hun stad of regio. De
inleidingen van Swart en Nakken zijn daarvoor bedoeld. Om direct
een inhoudelijke reactie te kunnen geven op de inleidingen waren
drie commentatoren uitgenodigd. Peter Ghijsen, architect en
voorzitter van het bestuur van het Rondeel werd daarin bijgestaan
door landschapsarchitect Andries van den Berg van bureau Bügel
Kennismaken met de wethouder en de stedenbouwkundig adviseur Hajema Adviseurs te Amersfoort en door Arie van Loon die
projectontwikkelaar is bij NS Vastgoed. Om het debat tussen
inleiders en commentatoren en de zaal in goede banen te leiden was
Kennismaken met de stedenbouwkundige plannen in Deventer Hilde Blank gevraagd. Zij is stedenbouwer bij het Rotterdamse
bureau BVR en zij is sinds 2007 atelierleider van het Atelier
Overijssel, een door de provincie opgerichte werkplaats voor
Een vraag naar visie en samenhang ruimtelijke kwaliteit in Zwolle.
4. De wethouder is geen regisseur maar voorzitter – Marco Swart
Hij is geen stedenbouwkundige en hij beheert als wethouder nog geen stempel.’ Swart is van een andere traditie; hij is liberaal en voelt zich
jaar de portefeuille Ruimtelijke Ordening. Het is misschien wel meer verwant met het informatie tijdperk waarin we volgens hem nu
daarom dat Marco Swart (VVD) met een verfrissende opvatting kan vertoeven. Swart: ‘In de huidige informatiesamenleving passen niet
komen over de te voeren stedenbouwpolitiek in Deventer. ‘Als niet meer dezelfde stedenbouwkundige opvattingen zoals die in de
professional zal ik meer vanaf de zijkant tegen de problematiek industriële samenleving golden met bijvoorbeeld het principe van
aankijken en is het ook beter om niet mijn eigen voorkeur te functiescheidingen en het uitleggen van de stad om bevolkingsgroei
presenteren. Ik noem mijzelf dan ook liever voorzitter van het proces op te kunnen vangen. Vinex willen we niet meer en het is zelfs de
dan regisseur van een te realiseren product.’ Daarmee is de toon gezet vraag of we de stad nog wel groter willen maken. En áls we dat dan
van de toekomstige stedenbouwpolitiek. Swart prefereert, zo zegt hij, willen, dan is dat in een veel grotere samenhang met de natuur dan
het ontwikkelen van een stedenbouwkundige visie door samenwerking voorheen het geval was. In feite is (stads)uitleg voorbij en is
en door iedereen mee te laten doen om vervolgens vanuit dat gedeelde herstructurering nu de alledaagse en voortdurende praktijk.’
gedachtegoed iets te laten groeien. ‘Als voorzitter moet je overigens Swart vraagt zich af of bij die veranderende opvattingen ook niet een
wel zorgen dat er dingen voor elkaar komen. De betrokkenheid moet andere rol van de overheid past. ‘Daar zijn we nog niet goed uit. Als
wel tot uitvoering leiden. Daarvoor is daadkracht nodig én het is een liberaal wil ik overigens wél een sterke rol van de overheid. Want
kwestie van volhouden want stedelijke processen duren lang.’ Het marktwerking past niet bij stedenbouw; dat leidt tot korte termijn
typerende motto dat Swart het publiek dan ook wil meegeven is: oplossingen en tot opportunisme en dat veronachtzaamt de rol van
“Festina Lente”, ofwel “Haast je langzaam!”.’ de overheid. Het is aan de gemeente om te zorgen dat alle
De stedenbouwkundige visie van Swart – of misschien beter gezegd: beschikbare en aanwezige betrokkenheid gebruikt wordt. Deventer is
het door de samenwerkende derden laten ontwikkelen van een visie - hier traditioneel royaal mee gezegend en is daar ook zeer krachtig
komt voort uit zijn opvatting over de mondiaal waar te nemen in.’ Swart geeft als voorbeeld van deze nieuwe inzet van
verschuiving van een industriële samenleving naar een informatie betrokkenheid de ontwikkeling van de herstructurering van de wijk
samenleving. Ook voor de stedenbouw heeft dit consequenties. Swart: Voorstad. Hij vervolgt: ‘Ik opteer niet voor de weg van het lobbyen
‘De stedenbouw was gebaseerd op tradities en individueel want dat leidt te vaak tot beslissingen op basis van een krappe
vakmanschap die van generatie op generatie overging. In Deventer meerderheid. Wat ik wil is het debat en naar elkaar luisteren.
resulteerde dat in de eenheid van een gegroeide stad. Dat was de gang “Ontwerpen met de stad” betekent voor mij ook een nieuwe
van zaken tot aan de industriële samenleving waarna de enorme opvatting over de rol van de stedenbouw. Die moet gepassioneerd
bevolkingsgroei om een stelselmatige stedenbouw vroeg. Dat leidde zijn en die moet enthousiasme overdragen. Als voorzitter meen ik
tot industrialisatie en uniformering van de stedenbouw met dat het je taak is om dat voor elkaar te krijgen, en te zorgen dat er
bijbehorende stromingen. Dit proces ging samen met de ontwikkeling iets tot stand komt. Dat betekent volhouden, want stedelijke
van de sociaal democratie dat gekenmerkt wordt door een centraal processen duren lang.
gezag, een sterke overheid en wethouderschap met een persoonlijk Dus: Haast je langzaam!; Festina Lente!’
5. Een stedenbouw van structuurplan naar uitvoering - Jan Nakken
De positie van Jan Nakken als senior adviseur stedenbouw is niet
eenvoudig. Hij is krap een jaar in dienst bij de gemeente Deventer en
hij heeft gemerkt dat deze periode nauwelijks voldoende is om zich
alle stedenbouwkundige opgaven van de stad eigen te maken. Veel
projecten zijn al ‘afgetikt’ zoals hij dat noemt en van de projecten die
nog niet in uitvoering zijn maar wel door de politiek zijn goedgekeurd,
kan hij niet meer doen dan in de marge enigszins bijsturen. Voor
nieuwe ontwikkelingen heeft hij daarentegen wel meer mogelijkheden
om te zorgen dat die in een grotere mate van samenhang tot uitvoering
kunnen worden gebracht. Vanuit deze positie schetst Nakken de
stedenbouwkundige situatie in Deventer. Hij heeft daarbij de projecten
ingedeeld naar de uitlegprojecten en de inbreidings-, de herinrichting-
en de herstructureringsprojecten die zich binnen de bestaande
stedelijke contouren afspelen. Tenslotte geeft hij enkele agenda’s en
visies over studieprojecten in bepaalde gebieden van de stad. INBREIDING, HERINRICHTING, HERSTRUCTURERING
UITLEG VISIES, AGENDA’S
6. Uitlegprojecten
De uitlegprojecten zijn de nieuwbouwprojecten buiten het bestaande Uitlegprojecten waar Deventer vandaag aan de dag druk doende mee
bebouwde gebied, waarbij de stad een deel van het buitengebied is, zijn o.a. Bedrijvenpark A1, het laatste deel van de Vijfhoek
opsoupeert. Vanouds rolden de gemeentelijke ontwerpers bij dit soort (Spikvoorderenk), Steenbrugge en de oostrand van Schalkhaar
projecten een tapijt uit van straten en verkavelingspatronen, dat dan in (Douwelerleide).
de loop van de tijd werd ingevuld met woningen, bedrijven, winkels Tegenwoordig gaat dat iets anders dan het uitrollen van een stukje
sportvelden etc. Een prachtig voorbeeld daarvan is het imposante stedelijk tapijt. Aan de hand van de woningbouwlocatie Steenbrugge
ontwerp voor de dubbelstad Deventer dat voorzag in de groei van de wordt de veranderde rol van de gemeentelijke ontwerpers in het
stad met 150.000 mensen (vijf keer de bevolking van Deventer op dat planproces geïllustreerd. Deze wijk van circa 1100 woningen ligt
moment). Het plan was een toonbeeld van het denken in de jaren aan de noordkant van de stad. Het VO stedenbouwkundig plan is
vijftig en zestig over (flinke) groei & vooruitgang en geloof in de recent door de Raad vastgesteld.
maakbare stad.
7. De uitleggebieden
in Deventer
1 Platvoet west
Randerwaarden
2 Steenbrugge
3 Hagenvoorde
4 Landeweert
5 Douwelerleide
6 Wijtenhorst
7 Spijkvoorderenk
8 Bedrijvenpark A1
8. Voorbeeld Steenbrugge (uitleggebied 2)
In 2006 werd het masterplan door gemeente opgesteld en door de raad
vastgesteld. Het plan geeft in woord en beeld een eerste
stedenbouwkundig beeld. In grote lijnen komt het neer op:
• Steenbrugge ligt als vijfde kern (dorpse stadsuitbreiding) in de
buitenste bebouwingsring van Deventer
• Het gebied grenst aan de Zandwetering. Deze waterloop wordt
opgewaardeerd tot beekpark en zal als stadspark met hoge
ecologische kwaliteiten (natuur, waterberging) voor een geleding
zorgen.
9. • Gezoneerde opzet, die gebaseerd is op het onderliggende • De regie om het masterplan tot een VO te brengen is door een
landschap en met een ‘open ruimte’ die als een satéprikker er commerciële partij gevoerd (Steenenbrug Ontwikkeling BV). De
dwars doorheen steekt en zo de verbinding tussen de bestaande uitwerking is gedaan door Luc BOS Stedenbouwkundigen en
stad en het noordelijke buitengebied vormt. Feddes/Olthof landschapsarchitecten.
• De gemeente heeft in het project met name een begeleidende en
toetsende rol gespeeld.
Het resultaat is een plan waarbij de samenhang tussen landschap en
stedenbouwkundige kwaliteit een vertaling heeft gekregen in het
begrip ‘Sallands wonen’ met daarin vijf verschillende woonmilieus
die refereren aan Sallands brinkdorp, buurtschappen, boswonen,
zwermdorp en Zandwetering.
10. Inbreiding / herstructurering / herinrichting
Deventer kent zeer veel plekken, gebieden, wijken waar inbreiding, herstructurering en
herinrichting aan de orde is. Samen beslaan ze een breed scala van uiteenlopende
projecten van groot tot klein met aan de ene kant stedenbouwkundige acupunctuur
midden in het stedelijk gebied en aan de andere kant grootschalige herinrichting van de
uiterwaarden in het kader van Ruimte voor de Rivier.
1 Park Zandweerd
2 Ruimte voor de rivier
3 Borgele
4 Centrumplan Keizerslanden
5 Wijkvoorzieningencentrum Keizerslanden
6 Smyrnastraat
7 Larenstein
8 Geertruidenlocatie
9 Studie Noord-Oost
10 Sluiskwartier
11 Boreel/Houtmarkt
12 Saxion Hogeschool
13 Hoornwerk
14 Thomassen & Drijver terrein
15 Shitaflat
16 Rivierenwijk
17 Snippelingsdijk
18 Havenkwartier
19 Tedeco terrein
20 Kieftenbeltskolk
21 Bergweidedijk
22 Demping dode havenarm
23 Vuilstortplaats Westfalenstraat
24 Driehoek Blauwenoord
25 Rondom De Scheg
26 Winkelcentrum Colmschate
27 Holterweg Colmschate
11. Voorbeeld Ruimte voor de Rivier (gebied 2) Het systeem van nevengeulen is circa
10 km lang en ligt vrijwel geheel op
Hoewel het plan ‘Ruimte voor de Rivier’ niet direct het Deventer grondgebied. Het meest
bebouwde gebied betreft, is het wel een belangwekkend gevoelige deel bevindt zich tussen de
project omdat het voor de voordeur van de stad ligt. Wilhelminabrug en de spoorbrug met
Bovendien biedt het plan volop kansen voor recreatief op de oostoever de historische
gebruik en beleving van natuur en landschap vanuit de binnenstad en daar tegenover het
aanliggende wijken. stadspark De Worp en het IJsselhotel,
daar waar vroeger de oude schipbrug
lag en nu een voetveer dienst doet.
Een studie naar de herinrichting van
de noordelijk gelegen Rembrandt-
kade, gecombineerd met recreatieve
functies zoals een wandelpad, de strip
met de roeivereniging en de
jachthaven, zal binnenkort opstarten.
Daarin zal ook de relatie met het
Recent ondervond Deventer in 1993 en 1995 de gevolgen achterliggende stedelijke gebied
van hoogwaterstanden. In 2006 heeft het Rijk de (Zandweerd) een rol kunt spelen.
Planologische Kern Beslissing (PKB) landelijk vastgesteld
(Ruimte voor de Rivier). Dit behelst onder meer de
uiterwaardvergravingen van de IJssel bij Deventer. Met het
graven van nevengeulen – die alleen bij bepaalde
waterstanden meestroomt - wordt de flessenhals bij Deventer
ontlast en zo kunnen overstromingen in de toekomst worden
voorkomen. De uitvoering gebeurt in samenwerking met
regionale partijen waarbij de gemeente en provincie
initiatiefnemers zijn.
In een aantal stappen is een inrichtingsplan ontwikkeld. Het is
opgesteld door een aantal externe bureaus met voornamelijk
toetsende rol voor de gemeentelijke ontwerpers.
12. Een kentering ‘Het naar zich toetrekken van deze voorzittersrol door de
gemeente betekent voor het werk van de gemeentelijke
‘Vanaf de jaren negentig zijn om allerlei redenen, zoals een stedenbouwers dat het accent vooral aan de voorkant van het
terugtrekkende overheid en door de markt ingenomen planproces komt te liggen. Onder andere door ontwerpend
grondposities, private partijen steeds meer op kop komen te onderzoek naar de samenhang van een plek met de stad en door
liggen bij ruimtelijke ontwikkelingen. Met als gevolg dat o.a. de programmatische en ruimtelijke mogelijkheden van een plek
stedenbouwkundige plannen sterk gedicteerd werden door middels verkavelingsstudies in beeld te brengen, wordt
programmatische afspraken. Die afspraken waren vooral het geprobeerd de stedenbouwkundige opgave scherp te definiëren.
resultaat van publiek-private onderhandelingen en veel De gemeente wil zo aan de voorkant van het planproces duidelijk
minder van gedegen stedenbouwkundig onderzoek naar wat meegeven wat de stedenbouwkundige speelruimte is en aan
een plek programmatisch kan hebben of naar wat een welke kaders plannen worden getoetst. Een voorbeeld van het
ontwikkeling voor de stad kan betekenen. De stedenbouw minder in eindbeelden denken en vooraf proberen de speelruimte
werd vooral ingezet om een verkoopbaar stedenbouwkundig te benoemen is de studie uit het voorjaar 2009 naar
plan te maken, waarbij het eindbeeld alles bepalend was. ontwikkelscenario’s voor het Havenkwartier.’
Dit was een landelijke trend en voor zover ik kan beoordelen
is Deventer hierop geen uitzondering geweest.’ (projecten als
Boreel, Steenbrugge, Thomassen & Drijver zijn voorbeelden-
TdV)
‘In deze trend is de laatste tijd wel een kentering
zichtbaar. Mede ingegeven door demografische
ontwikkelingen, de financiële crisis, maar ook door het
inzicht dat het neerleggen van het primaat bij private
partijen niet a-priori resulteert in de gewenste ruimtelijke
kwaliteit, proberen gemeenten vanuit hun publieke taak
weer sterker op ruimtelijke kwaliteit te sturen.’
‘Zo pakt de gemeente Deventer bij een aantal projecten - ook
al heeft de gemeente bij die projecten geen of nauwelijks een
grondpositie (voorbeelden daarvan: Thomassen & Drijver, St.
Jozef, Saxion) - de rol van regisseur op of in de woorden van
wethouder Marco Swarts de voorzittersrol. Dit alles met als
doel om op een goede manier private bouwinitiatieven te
koppelen met het publieke belang van de stad.’
13. Voorbeeld Havenkwartier (gebied 18)
In 2006 zet het Masterplan in op ‘wonen aan het water’ met
circa 1.000 woningen (een hoge dichtheid van 100 meer) en
een duidelijk eindbeeld van hoe het moet worden. Het plan
leidt tot veel discussie met enerzijds twijfels over de
haalbaarheid en anderzijds de bedreiging voor de
milieuruimte van bedrijven in de omgeving. Bovendien vraagt
de veranderende woningmarkt om een huis met tuin en niet
om een appartement. Het masterplan werd in de raad
behandeld maar werd niet vastgesteld. Toch laat de raad de
toekomst van het Havenkwartier niet aan haar lot over en
heeft zij gevraagd om ontwikkelingsscenario’s met de
mogelijkheden en knelpunten in kaart te brengen.
Het masterplan uit 2006
Het plangebied
14. Dit jaar 2009 is als één van de drie ontwikkelde scenario’s het
zogenaamde Vlaams model gekozen om nader te
onderzoeken. Dit scenario is ontwikkeld door stedenbouwer
Andries Geerse in samenwerking met de gemeente.
Mogelijke stappen in transformatieproces
In de tussenliggende periode van 2006 –2009 heeft het leven
van het Havenkwartier niet stilgestaan. Er ontstonden nieuwe
initiatieven zoals broedplaatsen, creatieve industrie, advies
etc. en steeds meer mensen ontdekken steeds meer de
haven, de belangstelling en waardering voor industrieel
erfgoed is toegenomen en er ontstaat een geleidelijke
verkleuring.
Het Vlaams model anticipeert hierop door een geleidelijke
ontwikkeling tot een gemengd woon- en werkmilieu met
maximaal behoud en hergebruik. Roze is nieuwbouw, rood is
beursontwikkeling ook aan de Mr. H.F. de Boerlaan. Geel is
broedplaatsen en wonen/werken. Mogelijk eindplaatje volgens Vlaams model
15. Het samenspel tussen stedenbouwer en architect
‘Ik wil nog even terug komen op het definiëren van de
stedenbouwkundige speelruimte bij projecten. Een belangrijk
maar ook moeilijk aspect daarbij is het goede evenwicht te
vinden tussen enerzijds het stellen van grenzen aan de
inbreng van ontwerpers die later in het planproces instappen
en anderzijds het uitdagen en inspireren van hen. Met name
bij inbreidingsprojecten waar de architectonische en
stedenbouwkundige opgave veelal sterk met elkaar zijn
verstrengeld, is het van belang om je als stedenbouwer te
realiseren dat in de stedenbouwkundige fase niet alles
bekend is. De kunst is om ruimte te laten voor de creativiteit
van architecten zonder de kans te lopen dat je door de
ondergrens van de gewenste stedenbouwkundige kwaliteit
zakt. Ik denk dat dit met name kan als architect en
stedenbouwer samen de grenzen van een project zoeken.
Daarbij is het wel van belang om je te realiseren dat ieder zijn
eigen verantwoordelijkheid daarin heeft.
In dit kader kan ik het niet laten om een citaat van Le
Corbusier aan te halen:
“De bouwstenen voor de stadsplanning zijn: lucht, ruimte,
bomen, staal en cement - in die volgorde en in die rangorde”.
De vraag is natuurlijk hoe organiseer je dat samenspel tussen
stedenbouwer en architect in de dagelijkse praktijk. Daar is
mijns inziens geen eenduidig antwoord op te geven. Per
project moet je dat bekijken. Voorbeelden uit de praktijk zijn
dat je in het kader van het stedenbouwkundig plan samen
met architecten een beeldtaal voor een gebied ontwikkelt, of
het maken van een schetsontwerp voor de gebouwen en het
ontwikkelen van een stedenbouwkundig masterplan in de tijd
deels parallel laten lopen (voorbeeld is St. Jozef locatie).’
16. Visies & Agenda’s
Over de stedenbouwkundige (her)ontwikkelingen van Keizerslanden
(‘kroon van Deventer’), Rembrandtkade, Stadsassen, Voorstad-Oost,
Stationsomgeving en Binnenstadsvisie Zuid.
‘Als je al die uitleg- en inbreidingsprojecten voorbij ziet komen, dan
is de vraag naar een allesomvattende visie op het niveau van de stad,
waarbinnen alle projecten passen, voor de hand liggend. Het
antwoord is: JA, namelijk het “Structuurplan Deventer 2025,
Synergie van stad en land”.
Het structuurplan plan brengt de kwaliteiten van de stad en de
ruimtelijke opgaven in beeld en geeft de gewenste
ontwikkelingsrichting van de stad aan. Maar het feit dat een
uitvoeringproject past binnen dit structuurplan is op zich nog geen
garantie dat een project de gewenste ruimtelijke kwaliteit oplevert.
Daarvoor is het nodig om de kernkwaliteiten van de stad en de
ambities uit het structuurplan operationeel te maken. Als we dat
doen dan hoeven we niet bang te zijn om bij projecten de
samenhang uit oog te verliezen. Bovendien moeten we daarbij
vooral niet vergeten dat de logica van de bestaande stad een hele
sterke sturende kracht is, die ons vooral kan beschermen tegen de
waan van de dag.’
17. ‘Die verbindende schakels tussen structuurplan en projecten zijn de
Visies met bijbehorende agenda’s. Ofwel het zijn de studies die de
ontwikkelingsrichting en -strategie van grotere gebieden concreet op
de kaart zetten (meer dan alleen het kleurtje), de samenhang van
gebieden met de rest van de stad aangeven, de projecten in
onderlinge samenhang definiëren en veelal de volgordelijkheid van
projecten bepalen. Twee totaal verschillende voorbeelden van
dergelijke studies zijn Voorstad-Oost en de Stadsassen.’
1 Rembrandtkade 6 Stadsassen
2 Kroon van Deventer 7 Bergweide
3 Binnenstad 8 Brinkgreven/Rielerenk/Douweler kolk
4 Stationsgebied 9 studie Noord-Oost
5 Voorstad-Oost 10 A1-zone
18. Voorbeeld Voorstad-Oost (gebied 5)
In de wijk Voorstad-Oost staat de leefbaarheid en veiligheid onder Voorstad-Oost is een volksbuurt die eind 19e en begin 20e eeuw is
druk en fysiek vertoont de wijk veel slijtage. Dit jaar 2009 is samen ontwikkeld. De wijk heeft een zeer gemêleerde bevolking, ligt dichtbij
met betrokken partijen uit de wijk en de gemeente Deventer een de stad, en kent een mozaïek aan woonmilieus (van organisch gegroeid
integrale visie opgesteld om het fundament van de wijk op korte in de 19e eeuw, via tuindorpachtig tot woonerf in de jaren tachtig).
termijn weer op orde te krijgen en voor de toekomst het profiel van Vanouds is het een wijk met veel bedrijvigheid, winkelvoorzieningen en
de wijk te versterken. In november is de visie door de raad natuurlijk het stadion van voetbalclub Go Ahead Eagles.
vastgesteld. Naast een sociale en economische component kent de Kortom een wereld op zich met een rijke historie, maar met belangrijke
visie een fysieke component. lanen ook goed aangehaakt op de stad.
19. Het plan wil het bestaande raamwerk op orde brengen en versterken.
Daarnaast moeten het winkelgebied en de openbare ruimte een
impuls krijgen, het wegenpatroon gehandhaafd blijven en
bijvoorbeeld het te herontwikkelen terrein van Thomassen &
Drijver weer opgepakt te worden.
Een belangrijke karakteristiek van Voorstad-Oost is het mozaïek
van buurtjes met bijbehorende beeldkwaliteit. Het plan wil deze
mooie mix van kwaliteiten handhaven. In dat kader is als project het
opstellen van een beeldkwaliteitsplan essentieel, daarmee kan
bijvoorbeeld voorkomen worden dat - in het kader van individuele
woningverbetering - de te handhaven karakteristieken om zeep
worden geholpen. Onderdeel van de visie is het onderzoek naar het
laten aansluiten van de nieuwbouw op het terrein van Thomassen &
Drijver op de mozaïek en historie van de wijk.
Raamwerk
Context Buurtmilieus
20. Voorbeeld Stadassen (gebied 6) ‘Samen met de provincie Overijssel wordt een pilotstudie opgestart om
een visie met bijbehorende agenda te ontwikkelen voor de wijze waarop
Een visietraject van geheel andere orde is het project Stadsassen. de stadsassen Hanzetracé en Centrum-as (Mr. De
Boerlaan/Handelskade) omgevormd kunnen worden tot representatieve
en karakteristieke stadsentrees vanaf de A1 met een goede
doorstroming.’ (De studie is mede mogelijk dankzij een rijksbijdrage uit
het programma “Mooi Nederland”.)
impressies van de huidige Centrum-as
impressies van het huidige Hanzetracé
‘Het huidige beeld van de stadassen toont de stad niet van haar beste
kant. Het is een aaneenschakeling van verschillend trajectdelen.’
21. ‘In een te ontwikkelen visie zal worden ingegaan op een viertal
onderzoeksvragen:
- Centraal staat de vraag naar de positionering/betekenis van de
betreffende as in de stad. Ofwel welk verhaal van de stad wil je
de weggebruiker vertellen.
- Vervolgens: Hoe anticipeer je met de transformatiegebieden
ruimtelijk en wellicht ook economisch op de ligging aan stadsas
of omgekeerd.
- Hoe ziet het ontwerp van de route eruit, een profiel met een
uitstraling, steeds dezelfde lantaarnpalen etc. of wordt het
bijvoorbeeld een parklaan, zoals in het verleden door professor
Bijhouwer werd voorgestaan
- En wat voor rol spelen bijzondere gebouwen zoals de Silo en het
Sint Jozef Ziekenhuis langs de route. Iconen die staan voor een
stuk geschiedenis.’
De Silo, een cultuur historisch icoon dat de stadsas markeert.
Voorbeeld: Hanzetracé, met verschillende transformatiegebieden.
22. Jan Nakken: ‘Tot slot...’
Na de verhelderende toelichting van senior adviseur stedenbouw Jan
Nakken over de historische en toekomstige stedenbouwkundige
opvatting en werkwijzen (voorheen: achteraf en gestuurd op
marktwerking, en nu: vooraf en gebaseerd op samenwerking en
ruimtelijke kwaliteit), sluit hij af met de volgende opmerking:
‘Tot slot: stedenbouw is een kwestie van lange adem, waarbij
het de kunst is om ontwikkelingskansen op het goede moment
en op de goede plek te doen landen. Ontwikkelingsvisies zijn
daarbij een essentieel hulpmiddel. In dit licht bezien is het van
belang dat er stadsbreed een gedragen referentiekader wordt
ontwikkeld met daarin de kernkwaliteiten en ambities van
Deventer. Daarover zal het stedenbouwkundige debat in
Deventer mijns inziens de komende jaren moeten gaan.’
23. Het debat
Als opstart van het publieke debat zijn drie commentatoren Marco Swart: ‘De tijd van vooraf plannen is voorbij. Keuzes maken we
uitgenodigd om direct te reageren op de inleidingen van wethouder niet in het begin want dan sla je de boel plat. Wat Nakken doet is de
Swart en stedenbouwkundig adviseur Nakken. Moderator Hilde hele agenda op tafel leggen om vervolgens een met elkaar gedeelde
Blank stelt op voorhand vast dat als alle door Jan Nakken genoemde visie te ontwikkelen.’
projecten in zowel de uitleggebieden als het bestaande stedelijke Hilde Blank: ‘Dus geen blauwdruk vooraf maar in dialoog een plan
gebied uitgevoerd worden, het er op neer komt dat de gehele stad maken en daarna knopen doorhakken en uitvoeren.’
onder handen wordt genomen. Als eerste vraagt zij aan
projectontwikkelaar Arie van loon een reactie te geven. Peter Ghijsen: ‘Deventer is voor mij een prachtige stad waarin de
afgelopen jaren veel is veranderd en volgens mij niet altijd ten goede.
Zo is er een aantal incidenten aan te wijzen die van invloed zijn geweest
op de structuur van de stad. Wat gaat de wethouder als voorzitter doen
aan de vele wetten en regels. En: het zou gunstig zijn als er (een klein
beetje) meer openheid zou komen en de bevolking meer inzicht kan
krijgen in wat de gemeente van plan is.’
Jan Nakken: ‘In onze optie is een strategie wel nodig om tot een – nu
nog in ontwikkeling zijnde – eindsituatie te komen. Het betekent op het
juiste moment zorgen voor het laten aangroeien met goede initiatieven.’
Andries van den Berg: ‘Allereerst een compliment voor het statement
van de wethouder. Dan is het nu de beurt aan het landschap want dat is
uiteindelijk de drager voor de stedenbouw. Als die drager sterk genoeg
is dan kan die alles aan. Hoe zit dat bijvoorbeeld in Steenbrugge? Noem
de kwalitatieve dragerkwaliteiten en dan maakt het thema dat je kiest
niet meer uit. Die thema’s zijn maar tijdelijk, daar moet je vrij van zijn,
terwijl een landschappelijk element als de Zandwetering blijvend is.
Zo’n drager kan de ontwerpen van iedereen aan.
Hilde Blank: ‘ Het is dus zaak om vooraf van de landschappelijke
Arie van Loon: ‘De wethouder heeft een mooi verhaal gehouden dragers een goede analyse te maken.’
waarin hij zegt geen bestuurder te willen zijn maar een voorzitter.
Toch lijkt de visie van Jan Nakken op stedenbouw-op-de-vierkante-
meter.’
24. Na de aftrap met een uit verschillende invalshoeken geleverd Marco Swart: ‘De disciplines Groen, Infrastructuur en Ruimtelijke
commentaar van de projectontwikkelaar, de architect en de Ordening zijn nog steeds aparte netwerken. Zij moeten wel de stad bij
landschapsarchitect, wordt door Hilde Blank ruimte gegeven elkaar houden. De ambitie is er dus wel.’
aan de zaal. Die maakt dankbaar en ook gretig gebruik van de Albert Fien: ‘Van belang lijkt mij dat er verbanden worden gelegd.’
gelegenheid om te reageren op de inleidingen van de wethouder
en de stedenbouwkundig adviseur. Tjibbe Reitsma: ‘Waar is de nieuwe infrastructuur die de nieuwe
uitleggebieden zoals Steenbrugge moet gaan ontsluiten? De tijd van
opwaarderen van bestaande infrastructuur is voorbij; we moeten er nu
echt anders mee omgaan.’
Marco Swart: ‘Er is natuurlijk al veel besloten in eerdere stadia. En als
je besluit om de bestaande infrastructuur heen te gaan dan pak je wel erg
veel groen mee.’
Hilde Blank: ‘Wat is de speelruimte in de bestaande plannen om
eventueel nog zaken terug te draaien? Er is immers nog geen spa de
grond in gegaan!’
Marco Swart: ‘Dat hangt van het moment af.’
Andries van den Berg: ‘Belangrijke zaken en nieuwe inzichten, dat moet
toch kunnen?’
Marco Swart: ‘Dat is toch niet zo gemakkelijk want ik hoor hier al
tegengestelde meningen!’
Erkelens: ‘Er is teveel nadruk op het autoverkeer. Richt de aandacht op
het spoor en op het wandelen en fietsen.’
Marco Swart: ‘Een fietstraject plannen gaat heel erg traag. Dat gaat
bruggetje voor bruggetje en tunneltje voor tunneltje.’
Jan Nakken: ‘Kijk naar het zoeken naar een betere aansluiting van het
Daaf Ledeboer: ‘Stedenbouw was altijd een daad van dromen station op het centrum. We zullen ook de studie naar de stadsassen
stapelen. Waar is de droom van Voorstad-Oost? Volgens mij wordt daarop moeten richten.’
de infrastructuur vergeten. Net zoals in Keizerslanden waar de
relatie tussen stad en Steenbrugge wordt weggehaald.’ Gijs van Elk: ‘Complimenten aan de wethouder voor zijn inleiding. Ik
Jan Nakken: ‘Voorheen werd er vooral gefocust op het sectorale vraag me wel af of u voldoende gereedschap heeft. Wat is uw agenda en
programma van de gemeente. Dit debat moet het begin zijn om vast is die niet veel te overladen? Zou bijvoorbeeld het bedrijventerrein A1
te stellen wat de essentie is van de stad.’ wel op de agenda moeten blijven?’
25. Hilde Blank: ‘Daarop aansluitend: wat is uw top 3 van gemeentelijk apparaat opgeblazen. Nu is – al door voormalig wethouder
stedenbouwkundige opgaven?’ Bert Doornebos - vastgesteld dat dit een doodlopende weg is. Dat is ook
Marco Swart: ‘Het integreren van water, ecologie en groen. Het is de reden waarom Jan Nakken vorig jaar is aangesteld.’
aan mij om die rol waar te maken. In de top 3 is een belangrijke Andries van den Berg: ‘Je moet eerst een visie ontwikkelen die niet
plaats voor de herstructurering van de schil, de vooroorlogse gekoppeld is aan projecten.’
bebouwing rond het centrum.’ Herman Bessels: ‘Pas op voor info-overkill! Dus wethouder: niet
achterover leunen maar geef wel een duidelijke visie!’
Gidi de Lange (stedenbouwer en leerling van Van Eesteren) Jan Jaap de Kroes: ‘Lang kreeg de stedenbouw in Deventer geen
adviseert; ‘Zorg voor de structuur en ga dan pas keuzes maken!’ aandacht. Dat staat nu weer volop in de picture. Mijn advies is:
Jan Nakken: ‘Dat heeft Deventer de laatste tien jaar gemist. Deventer wees trots op wie je bent! De tijd is nu rijp!’
Hr. Veldhuis: ‘We hebben toch al een structuur zoals die is
vastgelegd in het Structuurplan 2025?’die Hilde Blank aan Marco Swart: ‘Als jij je visie zou ontwikkelen, hoe
Jan Nakken: ‘Dat is waar, maar daarin ontbreekt nog iets. We krijg je dan de raad mee?’
moeten het op een tussenlaag (tussen structuurplan en uitvoering) Marco Swart: ‘Ik laat de raad mee doen in het ontwikkelen van een
operationeel maken.’ visie. Uiteindelijk moet de stad het doen. Als de stad het gelooft, gelooft
Hr. Veldhuis: ‘Die tussenlagen zijn er al wel.’ de raad het ook. Het kan dus niet alleen mijn hobby zijn.’
Jan Nakken: ‘ Maar te sectoraal. We moeten daarin samenhang gaan Gidi de Lange: ‘In Zwolle was er eerst een visie als discussiestuk. Dus
aanbrengen.’ je moet wel ‘iets’ hebben om te beginnen.’
Marco Swart: ‘ We hebben wel een agenda maar nog geen samenhang
Arie van Loon: ‘Waarom is er de afgelopen tien jaar niets gebeurd? en daar gaat het om.’
Waar zit de angel?’
Roel van Veldhuizen: ‘Dé gemeente als voorzitter bestaat niet! Dirk Baalman: ‘Een voorzitter beschikt over wijsheid en een hamer.
Zorg voor alle belangen die er zijn, óók die van de gemeentelijke De vraag hoe je de dingen interpreteert in Deventer is het begin van
diensten. De tegenstrijdige acties die daarin gevraagd worden zullen wijsheid.’
voor vertragingen zorgen. Jan Nakken: ‘Er is al ontzettend veel aan plannen en projecten. De
Peter Ghijsen: ‘Is dat de reden waarom zoveel stedenbouwers opgave is nu: Maak er samenhang met passie van!’
destijds zijn weggegaan bij de gemeente?’
Hilde Blank sluit af: ‘Wat gaan jullie nu doen om tot actie te komen?’
Jan Nakken: ‘Wij proberen nu ruimte te maken aan de voorkant van Jan Nakken: Het bleef steeds steken op samenhang. Dat is nu de
stedenbouwkundige processen. Vroeger was dat niet meer dan een opgave.’
A4-tje en toen was het erg lastig om iets te doen. Nu is de tijd dat je Marco Swart: De vele projecten in Deventer zijn relatief kleine korrels
dat wel weer terug kunt halen.’ die bleven steken op te wankele opvattingen. Het credo is nu:
Daaf Ledeboer: ‘De oude structuur, met een sterke wethouder, had
een stuwende werking op de projectbureaus. Dat heeft het Haast je langzaam! Festina Lente!
26. Nawoord
Na de afronding van het debat hebben publiek, commentatoren en - Dit nieuwe tussenniveau moet niet topdown door de gemeente
inleiders nog lang met elkaar gediscussieerd. De meningen waren gedicteerd worden maar zal in dialoog met niet alleen de publieke
niet eensluidend. partijen (zoals bijvoorbeeld de samenwerkende gemeentelijke
Enkele opmerkelijke hoogtepunten uit de spreekbeurten en de afdelingen Ecologie, Groen en Ruimtelijke Ordening) maar ook met
reacties daarop kunnen als volgt worden samengevat: betrokken private partijen ontwikkeld moeten worden. Daartoe
behoort ook de al of niet verenigde burgerbevolking.
- de hoeveelheid locaties in Deventer waar sprake is van een
stedenbouwkundige focus, is enorm groot, zowel in het stedelijke - Het is de opvatting van de politiek dat deze werkwijze past bij de
gebied als daarbuiten. Als alle locaties die vanavond op huidige tijd waarin de industriële samenleving is overgegaan naar een
verschillende kaarten de revue passeerden, verzameld worden op informatiesamenleving. Dit betekent ook veranderde
één kaart dan is nagenoeg geheel Deventer bedekt. stedenbouwkundige opvattingen. Het ontwerpen en uitvoeren van
grote uitleg is vervangen door veel gedifferentieerde
- Er zijn drie verschillende periodes te onderscheiden waarin de herstructureringsplannen die in meer samenhang ontworpen en
gemeentelijke opvattingen over stedenbouw verschillen: uitgevoerd moeten worden. De rol van de politiek is dan veranderd
- de periode vóór het aantreden van wethouder Swart en van een ‘regisseur van een product’ naar een ‘voorzitter van het
stedenbouwkundig adviseur Nakken; proces’.
- de periode die aanstaande is en waarin de nieuwe opvattingen
van Swart en Nakken tot uitdrukking kunnen komen; - De gemeente meent dat in onder meer de ontwikkeling van Voorstad-
- de overgangsperiode, waarin ‘oude’ plannen nog niet zijn Oost en het Havenkwartier de nieuwe opvattingen zichtbaar worden.
uitgevoerd maar om politieke redenen niet meer kunnen worden
teruggedraaid. Het publiek kon met enige moeite bovenstaande hoofdpunten uit de
verschillende betogen destilleren. Niettemin bleef er een flink aantal
- De gemeente heeft geconstateerd dat tussen het Structuurplan vragen hangen. Zo vroeg Hilde Blank zich de volgende dag op haar
2025 en het uitvoeringsniveau een schakel ontbreekt waardoor de weblog af: ‘Hoe kan Deventer zo gefragmenteerd zijn ontwikkeld?
samenhang die in het hogere niveau gesuggereerd wordt, in de Waarom hebben grondeigenaren en marktpartijen zoveel macht
praktijk op het inmiddels gerealiseerde detailniveau niet gekregen? Wat gaat Deventer doen om het tij te keren?’ Ook
zichtbaar wordt. projectontwikkelaar Arie van Loon vroeg zich af: ‘Waarom is er de
afgelopen 10 jaar niets gebeurd?’ Hilde Blank constateert verder:
- In de overvolle agenda is het nodig om in het traject tussen ‘Wethouder Marco Swart gelooft niet in bestuurders die vanuit macht
Structuurplan en uitvoering een tussenniveau te creëren dat de opereren. Hij zoekt de dialoog, de inhoud moet overtuigen. Betrokken
gewenste samenhang moet aanbrengen. burgers zijn de beste garantie voor goede plannen. Jan Nakken greep de
27. avond aan om een integrale stadsvisie te agenderen die concreter is Het is begrijpelijk dat de roep om een samenhangende,
dan de structuurvisie, maar niet gelijk doorschiet in concrete stedenbouwkundige visie voor de stad Deventer groot is. Maar nu de
projecten.’ industriële samenleving is overgegaan naar een informatie samenleving,
zoals wethouder Swart aangaf, kunnen bestaande, veelal topdown
Vragen die niet gesteld en dus ook niet beantwoord werden, hadden georkestreerde werkwijzen niet meer voldoen. Of de door Swart en
betrekking kunnen hebben op de visie van het locale bestuur op de Nakken voorgestelde nieuwe werkwijze met daarin ruimte voor dialoog,
toekomst van de stad, gezien in het licht van landelijke en mondiale een antwoord kan geven op de hoeveelheid stedenbouwkundige
veranderingen. Zo is er nauwelijks een woord gerept over de vraagstukken en het tempo waarmee ze zich aandienen, is de vraag.
toekomst van infrastructuur, mobiliteit en het fenomeen krimp. Het Wijsheid is dan op zijn plaats. Dirk Baalman wees er al op: ‘Een
betoog van de inleiders leek teveel uit te gaan van een voortzetting voorzitter heeft wijsheid en een hamer nodig’.
van de huidige toestand zonder rekening te houden met de zich in
een steeds hoger tempo voordoende maatschappelijke,
technologische en ecologische veranderingen. Deventer, januari 2010
Een ander punt dat slechts beperkt aan de orde kwam was het
moment van beslissen. Een gepassioneerde dialoog, door een
bevlogen wethouder voorgezeten, leidt nog niet tot een beslissing.
Op zeker moment verwacht men toch dat er knopen worden
doorgehakt (of zoals de roemruchte Amsterdamse wethouder Jan
Schaefer ooit zei: ‘In gelul kun je niet wonen!’). Dat kan dan na
consultering van alle betrokken publieke en private partijen. Dan
wordt deskundigheid verwacht om de juiste conclusie te trekken en
het optimale, samenhangende plan te maken. Dan heeft de stad
deskundige ambtenaren nodig die de huidige stad kunnen
doorgronden en de stedelijke structuur in de vingers hebben. De
vraag die architect Peter Ghijsen stelde sluit daar op aan: ‘Hoe komt
het dat er de afgelopen jaren zoveel stedenbouwkundigen bij de
gemeente vertrokken zijn?’
De opgave waar de gemeente Deventer voor staat is niet gering.
Naast de op de debatavond genoemde overvolle agenda is er ook
nog de discussie over de Deventer binnenstad. Na het debacle over
het nieuw te bouwen stadhuis annex bibliotheek, wordt die discussie
nu, geïnspireerd door de inbreng van coryfeeën als Jo Coenen en
Thijs Asselbergs, intens gevoerd door zowel politiek als burgerij.