SlideShare a Scribd company logo
Hoe reizen we verder?
Rekeninghoudend met economie
www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie
Hoereizenweverder?-Rekeninghoudendmeteconomie
AA6614©11-09
1
Inhoudsopgave
Voorwoord	 2
Samenvatting	 3
Inleiding	 5
1	 Trends in de travelsector	 6
2	 Stakeholders aan het woord	 27
3	 Visie ABN AMRO	 37
Bronnen 41
2
Voorwoord
Toenemende vakantie-uitgaven van Nederlanders van de afgelopen jaren leidden tot mooie
groeicijfers voor de totale travelsector. Het reislandschap is de afgelopen jaren ook sterk
veranderd. De toegankelijkheid van internet bracht veel nieuwe toetreders die marktaandeel
afsnoepten van de traditionele reisaanbieders. Veel van deze reisondernemingen bleven
achter op het gebied van technologische ontwikkelingen, waardoor zij aansluiting met hun
doelgroep verloren. Op het moment dat flinke investeringen in technologie nodig waren –
vooral in gebruiksvriendelijke toepassingen voor de consument – raakte de Nederlandse
economie in een diepe recessie.
Consumenten trapten op de rem qua uitgaven. Dit heeft de travelsector hard geraakt.
Vooral de partijen die niet in staat waren de reisconsument, op zoek naar de beste prijs en
kwaliteit voor haar vakantie, te bereiken. Ook partijen die onvoldoende financiële buffers
hadden opgebouwd in de goede jaren, kwamen in de problemen. Reisondernemingen die een
groot deel van hun omzet via internet genereren, merken vooralsnog de minste omzetdaling
en sommige groeien zelfs! Vooral het traditionele reisbureau, de zelfstandige ondernemer,
incasseert de grootste dreun. Deze partijen zullen het komende jaar keuzes moeten maken
om zich klaar te stomen voor de betere jaren die wij vanaf 2011 weer verwachten. Zij zullen
zeer kritisch naar hun verdienmodel moeten kijken en daarnaast bepalen welke strategische
keuzes zij gaan maken.
De economische situatie zorgt ook dat het aantal touroperators dat massareizen aanbieden,
versneld reduceert naar een beperkt aantal spelers. Het reislandschap wordt hierdoor nog
compacter. Onderling zullen specialistische touroperators gaan uitvechten wie nu de échte
specialist is. Natuurlijk blijft er ruimte bestaan voor specialisten op verschillende gebieden
zoals bestemming, activiteit en klantsegment. De partij die de consument het meest
aanspreekt en bereikbaar is via alle distributiekanalen, zal uiteindelijk winnen. Dit laatste
geldt ook voor het reisbureau. Zelfstandige ondernemers die niet aangesloten zijn bij een
landelijke formule, zullen hun zakelijke en particuliere klanten zowel fysiek als via internet
moeten bedienen om de bereikbaarheid te vergroten.
De travelsector heeft zeker het komende jaar nog te maken met consumenten die later
boeken en zich strikter aan hun vakantiebudget houden. De reisaanbieder die hierop kan
anticiperen en voldoende buffers heeft, zal goed uit de crisis te komen. ABN AMRO gelooft
in herstel van de economie en u dient ervoor te zorgen dat de consument in tijden van
relatieve onzekerheid de weg naar u blijft vinden.
Ik wil iedereen bedanken die mee heeft gewerkt aan de totstandkoming van deze publicatie,
in het bijzonder Casper Burgering en Ruben van Leeuwen.
Het afgelopen jaar heb ik met veel plezier gewerkt aan de trilogie van de reispublicaties. Dit
heb ik dankzij uw betrokkenheid kunnen doen. Dank hiervoor.
Sasja van As-Winters 			
Sector Banker Vrijetijdsindustrie		
ABN AMRO Sector Advisory
INHOUDSOPGAVE
3
Samenvatting
De travelsector is cyclisch van aard en heeft een sterk belang bij positieve economische
ontwikkelingen. Als het in economisch opzicht goed gaat met Nederland, neemt het
aantal reizen per vakantieganger per jaar toe. Bij economische neergang neemt het
aantal vakanties af en kiest de consument eerder voor de ‘dicht-bij-huis’ reis dan voor
een relatief duurdere buitenlandse reis. Omdat de cycliciteit veel invloed heeft op de
resultaten van reisondernemingen, staan de economische ontwikkelingen in deze publicatie
centraal. We kijken hierbij naar zowel de macro-economische ontwikkelingen als de
bedrijfstakontwikkelingen tot dusver en geven aan wat de gevolgen van deze ontwikkelingen
zijn voor de travelsector.
De huidige economische laagconjunctuur heeft invloed op de bedrijfseconomische prestaties
van reisondernemingen. Zodra de economische groei stagneert, neemt de bereidheid
tot besteden bij consumenten – aan bijvoorbeeld een vakantie – af. Het is een aloude
economische wet dat zodra het economisch slecht gaat, het vertrouwen van consumenten
daalt. Particuliere bestedingen worden dan aangepast aan de nieuwe economische
omstandigheden. Niet alleen de particuliere vakantieconsument zal gaan bezuinigen op
buitenlandse reizen, ook vanuit het zakelijke segment zal aanzienlijk minder vraag naar reizen
zijn. Volgens het Economisch Bureau van ABN AMRO zal de economie in 2009 krimpen met
4,25% en groeit de economie in 2010 licht met 0,5%.
De wereldwijde kredietzeepbel barstte in de zomer van 2007, met de Amerikaanse huizen-
en hypotheekmarkt als epicentrum. De branden in het financiële systeem werden al vanaf
2007 geblust door de centrale banken en overheden, maar sinds het onverhoopt toch
nog misging met Lehman Brothers, wordt grootschalig materieel ingezet om de crisis te
bestrijden. Het financiële systeem wordt van extra geld voorzien en de economische vraag
wordt gestimuleerd door lage rentetarieven bij centrale banken. Uiteindelijk is het vooral de
wereldhandel die de Nederlandse economie uit het slop moet trekken aangezien Nederland
hier in grote mate afhankelijk van is. Met name de export is voor ons land van belang:
de exportpositie is voor Nederland een goede basis voor economische groei. Wanneer de
wereldhandel aantrekt, profiteert de Nederlandse economie hiervan omdat Nederland een
open economie is. Bovendien scoort Nederland internationaal nog steeds goed met Schiphol
Airport en de Rotterdamse haven.
De vooruitzichten voor economische groei zijn gematigd positief. Voor de reissector is
er nog weinig goed nieuws aan de horizon. Deze sector is in grote mate afhankelijk van
consumentenbestedingen. De uitgangspositie voor de Nederlandse consument is niet slecht,
maar de conjunctuur werkt wel duidelijk tegen. Een eerste levensbehoefte zal een vakantie
nooit worden, maar wel kan aangenomen worden dat Nederlanders langzamerhand niet
meer zonder kunnen.
Tussen het eerste kwartaal van 2003 een het eerste kwartaal van 2006 is de omzet in de
travelsector onder zijn normale trend gebleven. Dit vooral als gevolg van het ’9/11-effect‘,
SARS en de economische neergang in de jaren 2003 en 2004. Na het eerste kwartaal van
2006 zag de travelsector kans weer stevig te groeien, mede dankzij een aantrekkende
economie en toenemend consumentenvertrouwen en consumentenbestedingen. Met dit
krachtige herstel schoot de sector ruim boven zijn normale groeipad uit, met een piek in
het vierde kwartaal van 2006. De periode van boventrendse groeiontwikkelingen duurden
tot het derde kwartaal van 2008. Vanaf dat moment werden de gevolgen van de recessie
voor de travelsector steeds duidelijker. Een periode van ondertrendse groeiontwikkeling
brak aan en het dal van de cyclus ligt (nu al) op een historisch dieptepunt. Herstel lijkt nog
ver weg; uit de ontwikkeling van de belangrijkste indicatoren zien wij nog weinig echte
verbetering of lichtpuntjes. Ook voor 2010 zijn de vooruitzichten voor de travelsector
INHOUDSOPGAVE
4
minder gunstig. De werkloosheid zal volgens het Economisch Bureau van ABN AMRO verder
toenemen, de banengroei blijft negatief en de koopkracht zal per saldo licht afnemen. Dit
kan een negatieve impact hebben op het toch al broze consumentenvertrouwen. Kortom,
sterke fundamenten, zoals een hersteld consumentenvertrouwen en een gunstig niveau van
consumentenbestedingen, ontbreken om herstel op korte termijn te verwachten.
Nederlanders gaven in 2008 EUR 12,6 miljard aan vakanties uit. Dit is een stijging van
13,5% jaar-op-jaar. De uitgaven per vakantieganger bedroegen in 2008 gemiddeld
EUR 680,-, een stijging van 7,4% ten opzichte van 2007. De vakantie-uitgaven in
2009 zullen ten opzichte van 2008 naar verwachting stabiliseren, onder invloed van de
slechte economische vooruitzichten en het lage consumentenvertrouwen. Het aantal
vakantiegangers daalde vanaf 2003, maar in 2008 is weer een groei waargenomen van
2,3% ten opzichte van 2007. Daarnaast groeide het totale aantal vakanties met 1,4% in
2008 ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aantal boekingen in de zomer van 2009
viel echter tegen (ongeveer 10-15% minder boekingen dan in dezelfde periode in het
voorgaande jaar). Daarbij komt dat de verwachtingen ten aanzien van de economie, het
consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen minder gunstig zijn voor de rest
van 2009 en ook voor 2010. Daardoor zullen reisondernemingen wellicht voorzichtiger gaan
inkopen.
De marges in de travelsector liggen relatief laag: in 2006 en 2007 waren de marges
respectievelijk 3,0% en 4,3%. Voor 92% bestaan de kosten uit inkoop-, arbeids- en
verkoopkosten, de overige kosten (zoals energie, huisvesting, inventaris en afschrijvingen)
zijn verwaarloosbaar. Door die lage vaste kosten kunnen de bedrijven in de sector getypeerd
worden als flexibele organisaties. Het sentiment van de ondernemers is de laatste tijd
verslechterd. Tot en met juni 2008 waren er meer reisondernemingen positief dan negatief
over het economische klimaat en omzet- en prijsontwikkeling. Na juni 2008 echter werden
steeds meer reisondernemers negatiever ten aanzien van de economische ontwikkelingen.
Tot slot
Ondanks veel goed nieuws over leidende economische indicatoren in kranten en
vaktijdschriften, verwachten wij niet dat het herstel voor de travelsector op korte termijn
zal plaatsvinden. De huidige economische neergang heeft diepe littekens achtergelaten.
Bovendien zijn de verwachtingen voor 2010 minder gunstig. De werkloosheid zal verder
oplopen en de werkgelegenheid zal krimpen, het besteedbare inkomen zal dalen en als
gevolg hiervan zal het (toch al broze) consumentenvertrouwen verder afnemen.
De grote reisondernemingen hebben doorgaans nog voldoende reserves om de klappen op
te vangen. Sommigen reserveren zelfs middelen om te investeren in zaken als overnames
en ICT (efficiencyverbeteringen en/of internetapplicaties). De kleine reisondernemingen zijn
veelal flexibel genoeg om zich aan de veranderende omstandigheden aan te passen. De
middelgrote reisondernemingen hebben de meeste hinder van de economische teruggang.
ABN AMRO verwacht dat de consolidatieslag verder zal intensiveren. De middelgrote
reisondernemingen zoeken aansluiting met grotere reisondernemingen of kunnen fuseren
met gelijkgestemden. De kleinere reisondernemingen zijn bij uitstek in staat om zich juist toe
te leggen op een klein deel van de markt en uit te groeien tot echte local heroes. De slag
om de toppositie is nog niet gespeeld en de verwachting is dat ook hier de verhoudingen op
den duur zullen veranderen. Grotere reisondernemingen zijn op zoek naar vooral middelgrote
reisondernemingen om hun klantenbereik en marktaandeel verder te vergroten.
INHOUDSOPGAVE
5
Inleiding
De travelsector is de laatste jaren dynamischer en complexer geworden. Niet alleen op
het gebied van techniek, maar ook op socio-demografisch gebied1
. Het gaat hier om
beïnvloedende factoren zoals:
ƒƒ de manier van communicatie met en de keuze van de doelgroep
ƒƒ vergrijzing
ƒƒ individualisering
ƒƒ nieuwe gezinssamenstellingen
ƒƒ beschikbaarheid van informatie
ƒƒ de succesvolle invoering van ICT
Onder andere door de technologische mogelijkheden zijn de ontwikkelingen in de
travelsector aanzienlijk versneld. De travelsector heeft zich in relatief korte tijd ontwikkeld
tot een echte vechtersmarkt met hevige concurrentie: meer aanbieders bij een vrijwel
gelijkblijvende vraag, wat uiteindelijk resulteerde in lagere marges.
Economisch gezien zit Nederland in zwaar weer. In het tweede kwartaal van 2008
realiseerde de Nederlandse economie voor het eerst economische krimp, en deze neergang
zet nog steeds door. Ook de consument heeft weinig vertrouwen in de economie. Dit
sentiment heeft zijn weerslag in de particuliere bestedingen, ondanks de verbetering van
de koopkracht in 2009. Veel reisondernemingen hebben faillissement moeten aanvragen.
Ongetwijfeld zullen er meer reisondernemingen hun deuren noodgedwongen moeten sluiten
door de vraaguitval. Een krachtig herstel in de travelsector laat nog op zich wachten.
In dit rapport staan de economische ontwikkelingen centraal en kijken we naar de
economische indicatoren die van invloed zijn op de sector. Er wordt aan de hand van desk
research een antwoord gegeven op de vraag: ‘Wat zijn de gevolgen van de economische
ontwikkelingen voor reisaanbieders in de travelsector?’. Met dit rapport willen wij een
bijdrage leveren aan de discussie over de toekomst van de travelsector. We beschrijven
wat de economische ontwikkelingen voor de travelsector tot dusver hebben betekend, wat
mogelijke toekomstige ontwikkelingen zijn en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn voor
ondernemers in de travelsector.
In het eerste hoofdstuk geven we een overzicht van de maatschappelijke ontwikkelingen
die relevant zijn voor de travelsector, met de nadruk op economische ontwikkelingen.
Bovendien werpen we een blik in de toekomst: wat zijn de verwachtingen op economisch
gebied? In het tweede hoofdstuk komen drie ondernemers aan het woord: een touroperator,
een ondernemer uit het zakelijke segment en een retailer. Hoe hebben zij de ongunstige
economische ontwikkelingen ervaren en wat verwachten ze voor 2010? Een andere vraag
werd gesteld tijdens een ronde-tafeldiscussie die plaatsvond tijdens het ANVR Reiscongres
op Malta; wat zijn de ‘best practices’ ten tijden van economische laagconjunctuur? Een
gespreksverslag van deze discussie is opgenomen na de interviews. Tot slot komen in het
derde hoofdstuk de visie en eindconclusie van ABN AMRO aan de orde.
1	 Zie voor meer informatie over deze twee thema’s de eerste twee delen van “Hoe reizen verder?”: technologische en socio-
demografische ontwikkelingen. Beide rapporten zijn te downloaden op www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie.
INHOUDSOPGAVE
6
1	 Trends in de travelsector
De Nederlandse economie heeft de laatste decennia een positieve groei doorgemaakt. De
economie heeft niet alleen geprofiteerd van de sterke groei van de internationale handel,
maar ook van de toename van de totale particuliere consumptie. Dit laatste vooral door
demografische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgroei en een stijgend aantal huishoudens,
en een gemiddeld hoger besteedbaar inkomen. Over het algemeen geldt dat als eenmaal
in de basisbehoeften is voorzien, zoals bestedingen aan voedsel, gezondheid, kleding
en huisvesting, er bij een stijgend inkomen naar verhouding meer geïnvesteerd wordt in
duurzame goederen/luxe artikelen, vervoer, vakantie en toerisme.
De recessie domineert momenteel vrijwel alle sectoren. De marktomstandigheden en
-vooruitzichten voor 2009 en 2010 zijn voor reisondernemingen minder gunstig. In een
neergaande economie ligt de nadruk bij bedrijven op het snijden in de kosten en het
verbeteren van efficiency. Deze strategie kan echter ten koste gaan van de kwaliteit van
de dienstverlening. Een andere strategie die bedrijven veelal volgen, is het bieden van meer
kortingen. Hierdoor kan een prijzenoorlog kan ontstaan, waar vervolgens de hele sector mee
wordt geschaad.
De huidige economische laagconjunctuur heeft invloed op de resultaten van bedrijven in
de travelsector. De bereidheid tot besteden aan bijvoorbeeld de vakantie neemt af en het
vertrouwen van consumenten daalt. Niet alleen de particuliere vakantieconsument bezuinigt
op buitenlandse reizen, ook vanuit het zakelijke segment zal aanzienlijk minder vraag naar
reizen zijn.
Welke economische trends en ontwikkelingen kunnen we signaleren? Op welke wijze
hebben de economische indicatoren invloed op de travelsector en welke kansen en
bedreigingen levert dit op? Waar in de cyclus bevindt zich de travelsector momenteel en hoe
hebben de individuele bedrijven naar klassengrootte gepresteerd ten opzichte van elkaar? Op
deze en andere vragen geven wij in het vervolg van dit hoofdstuk antwoord.
Welke maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden de travelsector?
De wereld om ons heen verandert, en ook de Nederlandse samenleving. Allerlei
maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op de Nederlandse economie. Denk
bijvoorbeeld aan economische voor- of achteruitgang, grillige behoeftepatronen van
consumenten, voortschrijdende technologie, de invloed van globalisering en de behoefte aan
duurzaamheid. Al deze aspecten beïnvloeden op de één of andere manier de dynamiek van
de Nederlandse samenleving en hebben tot gevolg dat economische sectoren over tijd van
gedaante veranderen. Dit geldt ook voor de travelsector en de stakeholders die bij de sector
betrokken zijn, zoals overheid, banken, leveranciers, reisbureaus en touroperators.
INHOUDSOPGAVE
7
Figuur 1: het krachtenveld van maatschappelijke ontwikkeling, interne invloeden en stakeholders in de
travelsector
Bron: ABN AMRO Sector Research
De travelsector staat onder invloed van vijf externe ontwikkelingen1
die mede het
krachtenveld voor de sector bepalen en2 3
:
1.	 technologische ontwikkelingen
2.	 socio-demografische ontwikkelingen
3.	 economische ontwikkelingen
4.	 ecologische ontwikkelingen
5.	 geopolitieke ontwikkelingen
Technologische ontwikkelingen hebben een grote bijdrage geleverd aan de veranderingen
in de travelsector. Denk aan internet, ontwikkelingen in het personenvervoer en nieuwe
recreatieconcepten. Deze ontwikkelingen leiden tot verdere schaalvergroting, verticale
integratie en intensievere samenwerking. Mede dankzij de evolutie van het internet en
nieuwe ICT-mogelijkheden zullen verdere investeringen in efficiency en innovatie cruciaal
worden. Vooral de evolutie van het semantische web vergt van bedrijven een nieuwe
investeringsronde. Wij verwachten dat het semantische web een zeer grote impact zal
hebben op toekomstige ontwikkelingen in de sector. Het zal gaan om ‘gevonden worden’ in
de internetjungle en wie hier niet op inspeelt, gaat hoogstwaarschijnlijk de boot missen.
Denk bij socio-demografische ontwikkelingen aan de ontwikkeling van de hoeveelheid vrije
tijd, de samenstelling van huishoudens en aan thema’s als vergrijzing, individualisering,
life style en etniciteit. Deze veranderingen in de (samenstelling van de) bevolking hebben
op termijn gevolgen voor de travelsector. Met de tijd verandert het profiel van de
vakantieconsument en daarmee zijn vakantiebehoefte. Voor de sector is het belangrijk dat
1	 Deze ontwikkelingen zijn onderdeel van een zogenaamde DEPEST-analyse: een analysemodel voor de externe omgeving o.b.v.
Demografie, Ecologie, Politiek, Economie, Sociologie enTechnologie
2	 zie ook de publicaties van NBTC•NIPO (Toekomstvisie vakantiemarkt 2007-2015) en van NRIT (TrendrapportToerisme, Recreatie en
VrijeTijd, 2007/2008) waarin de vijf maatschappelijke ontwikkelingen worden gesignaleerd en besproken.
3  	 De thema’s technologische en socio-demografische ontwikkelingen zijn uitgebreid aan de orde geweest in de publicatie “Hoe reizen
we verder?” van ABN AMRO (maart en juni 2009). Zie www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie.
Maatschappelijke ontwikkelingen
Reisaanbieders
Bestuurlijke
invloeden
Technische
invloeden
Bedrijfseconomische
invloeden
Organisatorische
invloeden
Travelsector
Reisorganisaties/
touroperators
Reisbureaus
Overheid
Derden
Banken en
overige financiers Afnemers van reizen
(zakelijk en particulier)
Media
Nieuwe
(branche-
vreemde)
toetreders
Leveranciers van
accommodatie en/of
vervoer
Socio-demografische ontwikkelingen
individualisering
beperkte vrije tijd
vergrijzing
samenstelling huishouden
Economische ontwikkelingen
wisselkoersen
inflatie
BBP %-groei
rente
consumenten-
bestedingen
Geopolitieke ontwikkelingen
politieke onrust
terrorisme
Ecologische ontwikkelingen
weersverandering
opwarming
milieuaspecten
Technologische ontwikkelingen
vervoer
ICT
“Veel reisbureaus hebben
zich ingegraven en zijn
niet meegegaan met wat
de klant wil. Waarom zou
een klant nog naar het
reisbureau gaan?”
Joost Romeijn
Sundio Groep
INHOUDSOPGAVE
8
de klanten centraal worden gesteld en dat naar hun vakantiebehoeften wordt geluisterd. Dit
vraagt om vrijwel continue monitoring van klantbehoeften, waarbij sociale netwerken op
internet (daar waar veel reisinformatie van en over vakantieconsumenten beschikbaar is) een
belangrijke rol zullen gaan spelen.
De travelsector is cyclisch van aard en heeft belang bij positieve economische
ontwikkelingen. Als het economisch goed gaat met Nederland, neemt het aantal reizen
per vakantieganger per jaar toe. In tijden van economische neergang neemt het aantal
vakanties af en kiest de consument eerder voor de ‘dicht-bij-huis’ reis dan voor de duurdere
buitenlandse reis. De economische ontwikkelingen staan in deze publicatie centraal. We
gaan niet alleen in op de economische ontwikkelingen tot dusver en de gevolgen voor de
travelsector, maar kijken eveneens naar de verwachtingen voor de Nederlandse economie.
Steeds belangrijker voor de travelsector zijn de ecologische ontwikkelingen. De
vrijetijdseconomie heeft zich sterk ontwikkeld, mede dankzij de globalisering en de daarmee
gepaard gaande sterke groei van de mobiliteit. Hierdoor is de toeristische sector een van
de grootste sectoren ter wereld geworden. De sterke groei van de sector kent echter ook
negatieve kanten, zoals de effecten op milieu, landschap, natuur en lokale cultuur en de
daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten.
Tot slot zijn geopolitieke ontwikkelingen van belang. Door politieke onzekerheid en
wantrouwen in de politieke stabiliteit van bepaalde landen, neemt de reisvraag naar
die landen af. Ook de gevolgen van terrorisme en andere gewapende conflicten, zoals
burgeroorlogen, zijn van invloed op de reisvraag.
De macro-economie in perspectief en achtergronden van de huidige recessie
De reisbranche merkt duidelijk dat het economische tij behoorlijk tegenzit; de Nederlandse
economie bevindt zich in de diepste neergang in het naoorlogse tijdperk. Het woord ‘crisis’,
vaak voor natuurrampen, oorlogen en andere oncontroleerbare situaties gebruikt, deed in
het najaar van 2008 zijn intrede in de economie. Eerder was er al sprake van een crisis in
het financiële systeem. De wereldwijde kredietzeepbel barstte in de zomer van 2007, met
de Amerikaanse huizen- en hypotheekmarkt als epicentrum. De scheuren in het financiële
systeem werden sindsdien steeds duidelijker zichtbaar, met als dieptepunt het omvallen
van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers op 15 september 2008. Naast de
groeivertraging die vanuit de Verenigde Staten overwaaide en de daling in het vertrouwen
in de economie, tastten torenhoge energieprijzen de koopkracht van consumenten behoorlijk
aan. De consumptieve bestedingen kwamen hierdoor onder druk te staan. De economische
groei was in veel landen al negatief in het derde kwartaal van 2008, ook in Nederland. In
de zomer van 2008 wees alles nog op een vrij milde recessie, uiteindelijk is het een zeer
zware recessie geworden. Het debacle rondom Lehman Brothers versnelde het proces
van economische neergang aanzienlijk. Het wantrouwen zorgde ervoor dat het financiële
systeem ‘bevroor’ in de weken na het omvallen van de Amerikaanse zakenbank. Maar
het geld stopte niet alleen met rollen bij banken en verzekeraars. Ook het niet-financiële
bedrijfsleven vertrouwde de economie niet langer. Aangezien geld plotseling schaars werd,
kreeg het vrijhouden van werkkapitaal alle prioriteit bij bedrijven. Magazijnvoorraden werden
niet meer aangevuld, investeringen werden uitgesteld, orders werden geannuleerd bij
leveranciers en geleidelijk aan werd er ook steeds meer gesneden in het personeelsbestand.
Binnen de reisbranche kreeg het segment voor zakenreizen al direct harde klappen.
Bezettingsgraden bij luchtvaartmaatschappijen daalden, bij het vervoer van personen, maar
nog veel meer bij de vrachtdivisies. Het gevolg van de extreme bezuinigingen was dat de
INHOUDSOPGAVE
9
economische neergang een zelfbevestigende voorspelling voor velen werd. In een ongekend
tempo daalde de economische activiteit in de laatste maanden van 2008. De vrije val deed
denken aan de Grote Depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw.
Minder ruimte voor pessimisme
Toch is een nieuwe depressie voorkomen. Anders dan in de jaren dertig waren de
autoriteiten er ditmaal op tijd bij. De branden in het financiële systeem werden al vanaf
2007 geblust door de centrale banken en overheden, maar toen het onverhoopt toch
nog misging met Lehman Brothers, werd grootschalig materieel ingezet om de crisis te
bestrijden.
Figuur 2: Vertrouwensindices
Bron: CBS,Thomson Financial Datastream
Het financiële systeem wordt momenteel van extra geld voorzien en de economische
vraag wordt gestimuleerd door lage rentetarieven bij centrale banken. Bovendien zorgen
overheden voor een forse extra impuls met nieuwe overheidsbestedingen. Ondanks allerlei
potentiële nadelen die kleven aan deze agressieve beleidsreacties, is het optreden adequaat
geweest. De geschiedenis heeft duidelijk laten zien dat niets doen en afwachtend beleid
voeren veel ernstiger gevolgen voor de economie heeft. De genomen beleidsmaatregelen
beginnen nu ook vruchten af te werpen. Allereerst is er een bodem gelegd onder het
vertrouwen, zowel in de bancaire sector als in de rest van de economie. De negatieve spiraal
is tot stilstand gekomen. Het scenario van een economische depressie is waarschijnlijk
afgewenteld. De economische vooruitzichten zien er steeds beter uit. Het bedrijfsleven, met
de industriële sector voorop, merkt ook dat het weer beter gaat. De vraag naar producten
en diensten neemt weer toe en veel bedrijven merken dat hun extreme bezuinigingen in de
afgelopen maanden te ver zijn doorgeschoten. Er is nu wereldwijd een inhaalslag zichtbaar.
Magazijnvoorraden worden weer aangevuld en noodzakelijke investeringen worden weer
gedaan.
Gevolgen voor de Nederlandse economie
Nederland is geen uitzondering in de wereldwijde economische crisis. Ook hier deed de
recessie haar intrede halverwege vorig jaar en kwam de economie in een vrije val terecht
na de val van Lehman Brothers. Als open economie is Nederland behoorlijk afhankelijk van
de wereldhandel. En juist de wereldhandel liep harder terug dan de totale economische
activiteit. Dit omdat de dienstverlenende sectoren, die het grootste deel van de economie
vormen en minder conjunctuurgevoelig zijn, nauwelijks actief zijn in de internationale handel.
Bovendien heeft Nederland veel last van de financiële crisis, omdat de bancaire sector een
vrij groot gedeelte van de economie vormt.
-50
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
40
2000-1
2000-7
2001-1
2001-7
2002-1
2002-7
2003-1
2003-7
2004-1
2004-7
2005-1
2005-7
2006-1
2006-7
2007-1
2007-7
2008-1
2008-7
2009-1
2009-7
Index
Consumentenvertrouwen Producentenvertrouwen
“De branche zal nog een
jaar verder de diepte in
gaan, maar niet met dubbele
cijfers”
Steven van Nieuwenhuijzen
D-Reizen
INHOUDSOPGAVE
10
De Nederlandse consument en de politiek merkten in 2008 echter niet veel van de crisis. Het
late crisisbesef komt vooral doordat de oplopende werkloosheid pas begin 2009 haar intrede
deed. Dit is bijna zes maanden nadat de Nederlandse economie in de recessie belandde.
Het consumentenvertrouwen daalde al wel eerder, zeker toen er vraagtekens geplaatst
werden bij het Nederlandse financiële systeem. De beleidsreactie van overheidszijde kwam
in Nederland vrij laat, behalve voor de financiële sector. In maart 2009 werd een pakket met
crisismaatregelen gepresenteerd door het kabinet, maar de omvang was in vergelijking met
andere Europese landen gering. Wel vangen de zogenaamde 'automatische stabilisatoren'
veel crisisschade op. Bedrijven en consumenten betalen minder belasting door de crisis,
terwijl de overheid haar uitgaven verder laat oplopen door de verstrekking van meer
werkloosheidsuitkeringen en de nieuwe deeltijd-WW.
Uiteindelijk is het vooral de wereldhandel die de Nederlandse economie uit het slop moet
trekken. De vooruitzichten zijn gematigd positief. De wereldeconomie herstelt op dit moment
sneller dan de Nederlandse economie, al loopt de feitelijke wereldhandel (handelsstromen)
iets achter bij deze ontwikkeling. Vooral in Azië is het herstel goed op dreef, maar ook in
de Verenigde Staten is er al sprake van economische groei. De recessie was zelfs al eerder
voorbij in Duitsland. De economie van onze oosterburen lijkt vrij snel uit het diepe dal te
kruipen. Dit is ook goed nieuws voor Nederland, omdat Duitsland veruit onze grootste
handelspartner is. In Nederland is ook sprake van stabilisatie van de vrije val en in enkele
sectoren is al een voorzichtig herstel zichtbaar.
Rol van de huizenmarkt
Het vertrouwen speelt een belangrijke rol, maar ook het verdampen van vermogen van
huishoudens is een bepalende factor voor de huidige economische ontwikkelingen.
De waarde van financieel belegd vermogen, zoals aandelen, neemt vrijwel altijd af in
crisisperioden. Voor de gemiddelde Nederlander is dit echter geen grote zorg. Huizenbezit
speelt een veel grotere rol. In 2006 maakte de waarde van een eigen woning bijna 60%
uit van de totale bezittingen van huishoudens. De situatie op de woningmarkt maakt deze
recessie ook anders dan anders, want voor het eerst sinds lange tijd dalen de huizenprijzen.
Hierdoor neemt het vermogen van Nederlanders extra hard af.
Figuur 3: Opbouw vermogen Nederlandse huishoudens (2008)
Bron: CBS
Natuurlijk zit dit waardeverlies voor een groot deel 'tussen de oren' en zal het niet tot
reusachtige problemen leiden op de huizenmarkt zelf, maar goed voor het vertrouwen is het
allerminst. Ook is het lastiger om de overwaarde op een huis te verzilveren. In Nederland
heeft de gunstige situatie op de huizenmarkt waarschijnlijk niet fors bijgedragen aan de
2% Onderneming
Roerende zaken
Onroerend goed
Aandelen
Obligaties
Bank-/spaartegoeden
2%
14%
1%
15%
66%
INHOUDSOPGAVE
11
consumptiegroei. Maar nu het slechter gaat op de huizenmarkt, zal dit de consumptiegroei
evenmin helpen. Het is niet eenduidig vast te stellen in hoeverre de situatie op de
huizenmarkt het vakantiegedrag van Nederlanders beïnvloedt. Sinds de jaren zeventig
nemen de vakantiebestedingen ieder jaar toe, met slechts een enkele uitzondering: de
zware recessie begin jaren tachtig. Toen namen de vakantiebestedingen van Nederlanders
in absolute zin af. Het is in onze visie geen toeval dat toen ook de huizenmarkt inzakte.
De huidige recessie is dieper dan die in de jaren tachtig, maar de huidige situatie op de
huizenmarkt vertoont grote gelijkenissen met die van toen. We verwachten een verdere
daling van de huizenprijzen ten opzichte van de piek die bereikt werd in de zomer van
2008. Het vermogenseffect van de huizenmarkt zal dus voorlopig nog negatief doorwerken.
Aangenomen mag worden dat dit leidt tot een beperking van de consumptiebereidheid, zeker
als het gaat om niet primaire goederen en diensten. De vraag rijst in hoeverre een vakantie
tot de noodzakelijke consumptie gerekend moet worden. De ervaringen uit de jaren tachtig
doen vermoeden dat de huidige situatie op de huizenmarkt de reisbranche waarschijnlijk vrij
hard zal raken.
Vooruitzichten voor de particuliere consumptie
Voor de reisbranche is er vooralsnog weinig goed nieuws aan de horizon. De sector is
in grote mate afhankelijk van de consument. De uitgangspositie voor de Nederlandse
consument is niet slecht, maar de conjunctuur werkt duidelijk tegen. Dit zal op korte
termijn niet veel verbeteren, vooral omdat de werkloosheid nog veel verder zal stijgen. De
Nederlandse arbeidsmarkt zal met vertraging reageren op de verbetering in de conjunctuur.
Waarschijnlijk zullen de eerste verbeteringen zichtbaar zijn in de tweede helft van 2010.
Voor degenen die hun baan behouden, valt de crisisschade mee. Volgens de ramingen
van het Centraal Planbureau zal de koopkracht voor een gemiddeld huishouden in 2009
zelfs stijgen met 1,75%. De lage inflatie speelt hierin een grote rol, en bovendien voorzien
veel cao’s voor 2009 in een loonstijging. In 2010 zal de koopkracht voor een gemiddeld
huishouden volgens het CPB met 0,25% dalen, wat gezien de diepte van de recessie ook
nog alleszins meevalt. Echter, een huishouden waar de kostwinnaar werkloos wordt, zal
veel koopkracht inleveren. Het beeld voor de dynamische koopkracht voor dit en volgend
jaar ziet er dan ook veel slechter uit. Voor werkenden en werklozen samen zal de reële
inkomensgroei in onze visie met 0,5% stijgen in 2009 en zelfs met 1,0% in 2010.
Figuur 4: Ontwikkeling koopkracht en reëel besteedbaar inkomen
Bron: CPB
De ruimte om te consumeren, en dus ook om op vakantie te gaan, wordt niet alleen maar
bepaald door de (reële) inkomensgroei, maar ook door het vermogen van huishoudens. De
vermogenssituatie van Nederlandse huishoudens is gunstig, zelfs in het perspectief van het
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009v
2010v
in%
Koopkracht Reëel besteedbaar inkomen
INHOUDSOPGAVE
12
huidige economische klimaat. Nederlanders hebben voldoende financiële middelen om de
crisis te doorstaan. De ruime hoeveelheid spaargeld zou aangewend kunnen worden om de
consumptie(groei) op peil te houden. Maar in praktijk ziet het beeld er totaal anders uit. De
vermogenspositie van huishoudens daalt per saldo vaak in recessies. Ondermeer hierdoor
dalen de consumptieve bestedingen. Dit gebeurt nu ook, vooral in de detailhandel, maar ook
duidelijk in de reisbranche. De hand gaat op de knip en het spaargedrag neemt toe.
Vakantiegedrag van huishoudens in Nederland
Een eerste levensbehoefte zal een vakantie nooit worden, maar wel kan aangenomen
worden dat Nederlanders langzamerhand niet meer zonder kunnen. Sinds de jaren zeventig
neemt het aantal vakanties jaarlijks toe.
De gestegen welvaart is de belangrijkste reden voor de stijgende populariteit van vakanties.
Huishoudens geven steeds meer uit aan vakanties; als percentage van het besteedbare
inkomen zijn de vakantie-uitgaven met 3% gelijk gebleven. Dit bedrag gaat op aan de
vakantieboeking en aan alle bijkomende reis- en verblijfkosten. Dit constante patroon wil
niet zeggen dat vakantie-uitgaven niet conjunctuurgevoelig zijn. In recessieperiodes, zoals
begin jaren tachtig, is er wel degelijk sprake van afnemende vakantiebestedingen. Voor
minder diepe en lange recessies geldt een iets minder pessimistisch beeld, maar de groei in
vakantiebestedingen neemt in economische stagnaties wel duidelijk zichtbaar af.
De gestegen welvaart en de verbeteringen in vervoer, maken buitenlandse vakanties
steeds populairder. Sinds de jaren zeventig stijgt het aantal buitenlandse vakanties veel
sneller dan het aantal binnenlandse vakanties. Het aandeel buitenlandse vakanties wordt
steeds groter. In 1970 was het nog 41,8%, inmiddels is het gegroeid naar 64,0% in 2008.
Overigens stijgt het aantal binnenlandse vakanties ook nog steeds. Natuurlijk is er sprake
van een substitutie-effect tussen buitenlandse en binnenlandse vakantiereizen, maar extra
vakanties tussendoor in eigen land worden steeds populairder. De conjunctuur blijkt het
meest van invloed op buitenlandse vakantiereizen. In goede economische tijden groeit
het aantal buitenlandse vakanties hard, in slechte economische tijden neemt het af. Dit
effect is goed te verklaren met de economische theorie. In het algemeen zijn buitenlandse
vakanties duurder, vooral door de hogere transportkosten. Bovendien zijn er alternatieven
dichterbij huis beschikbaar, waardoor perioden van laagconjunctuur gepaard gaan met
minder buitenlandse vakanties. Maar als er gekeken wordt naar de vakantie-uitgaven zien
we juist een heel ander beeld. In economisch mindere tijden wordt er als eerste bezuinigd op
vakantie-uitgaven in het binnenland.
Figuur 5: Vakantie-uitgaven per persoon en als % van het beschikbare inkomen
Bron: CBS, bewerking ABN AMRO
“Mensen blijven tenslotte
reizen. Ik zie veel kansen,
we moeten alleen even door
de zure appel heen bijten.”
Steven van Nieuwenhuijzen
D-Reizen
“De consument is
veranderd. De bereidheid tot
kopen is er, maar je moet
veel meer doen om hem te
strikken.”
Joost Romeijn
Sundio Group
1,8
1,9
2,0
2,1
2,2
2,3
2,4
2,5
2,6
2,7
2,8
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1980
1982
1984
1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
2008
%
EUR
Vakantie-uitgaven per persoon (l.a.) Vakantie-uitgaven als % beschikbaar inkomenuitgaven
als % beschikbaar inkomen
INHOUDSOPGAVE
13
De uitgaven van Nederlanders aan vakanties kwamen in 2008 uit op EUR 12,6 miljard.
Dit is een stijging van 13,5% jaar-op-jaar. De uitgaven aan vakanties per vakantieganger
bedroegen in 2008 gemiddeld EUR 680,-, een stijging van 7,4% ten opzichte van 2007. De
vakantie-uitgaven in 2009 zullen ten opzichte van 2008 naar verwachting stabiliseren, onder
invloed van de economische ontwikkelingen en het lage consumentenvertrouwen. Het aantal
vakantiegangers daalde aanvankelijk vanaf 2003, maar in 2008 groeide het aantal weer met
2,3% ten opzichte van 2007. Daarnaast groeide het totale aantal vakanties met in 2008
1,4% ten opzichte van het voorgaande jaar.
Figuur 6: Gemiddelde en totale uitgaven per vakantieganger en consumentenvertrouwen
Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS, ramingen ABN AMRO Sector Research
Het aantal boekingen in de zomer van 2009 viel echter tegen: zo’n 10 tot 15% minder dan
in dezelfde periode in 2008. Ook voor de rest van 2009 en voor 2010 zijn de verwachtingen
ten aanzien van de economie, het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen
minder gunstig. Reisondernemingen zullen wellicht voorzichtiger gaan inkopen. Hierdoor
kunnen vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden. Dit kan voor het uiteindelijke
rendement van de reisonderneming gunstig uitpakken, als daardoor minder vakanties als
goedkope ‘last minutes’ van de hand hoeven te worden gedaan.
In 2008 gingen 12,6 miljoen Nederlanders bijna 36 miljoen keer met vakantie, zowel in als
buiten Nederland. Dat is gemiddeld 2,8 vakanties per Nederlandse vakantieganger. In 2002
was dit 2,9, in de periode 1996-2001 2,6 en in de periode 2003-2008 2,8. Ondanks de
problemen aan het begin van deze eeuw (zoals ‘9/11’, SARS en economische teruggang), is
de reislust van veel Nederlanders toegenomen.
Figuur 7: Aantal deelnemers aan vakanties en totaal aantal vakanties
Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS
400
450
500
550
600
650
700
0
2
4
6
8
10
12
14
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009v
(x1EUR)
(x1mldEUR)
Tot. uitgaven voor vakanties (l.as)
Gem. uitgaven per vakantieganger (r.as)
-40
-30
-20
-10
0
10
20
30
0
100
200
300
400
500
600
700
800
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009v
EUR
Consumentenvertrouwen (r.as)
Gemiddelde uitgaven per vakantie (l.as)
28.000
30.000
32.000
34.000
36.000
11.000
11.500
12.000
12.500
13.000
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
(x1.000)
(x1.000)
Aantal deelnemers aan vakanties (l.as) Totaal aantal vakanties (r.as)
INHOUDSOPGAVE
14
Het gemiddelde aantal vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer is dus in korte tijd
gegroeid. Wat echter opvalt is dat, met de scherpe groei van het gemiddelde aantal
vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer in 2002 (+8,0%), de gemiddelde uitgaven
per vakantiedeelnemer zijn gedaald (met 3,5%). Voor 2009 en 2010 verwachten wij dat het
gemiddelde aantal vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer zal dalen. Bovendien zullen
de gemiddelde bestedingen ook op een lager niveau liggen.
De vakantieparticipatiegraad (het percentage van de Nederlandse bevolking dat op vakantie
gaat) had in 2003 zijn hoogtepunt met 81,8%. Daarna daalde het licht. In 2008 is de
participatiegraad 81,6%, een verbetering van bijna 1%-punt ten opzichte van 2007. In
2009 zal de participatiegraad naar verwachting weer dalen. Gezien de daling van het aantal
boekingen in 2009 (ongeveer 10-15% minder dan in 2008), zal het aantal deelnemers aan
een vakantie ook dalen. Voor 2010 verwachten wij geen herstel van de participatiegraad.
Figuur 8: Deelnemers aan vakanties in %
Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS
Historisch gezien zijn binnenlandse vakanties bij Nederlanders populairder dan buitenlandse.
Onder invloed van toegenomen welvaart en de druk op de prijzen heeft de buitenlandse
vakantie de laatste jaren aan populariteit gewonnen. De buitenlandse vakantie werd
bereikbaar voor een groter publiek, mede dankzij de ‘low cost carriers’ en de opkomst van
prijsvechters op internet.
Wat opvalt, is dat het totale aantal vakanties in Nederland zich sinds 1990 nagenoeg
stabiel ontwikkelt. De groei van het totaal is vooral veroorzaakt door de groei van het aantal
buitenlandse vakanties.
Figuur 9: Totaal aan binnenlandse en buitenlandse vakanties
Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS
77,5
77,9
79,7
80,1
79,4
79,2
80,8
81,8
81,1
80,8
80,5
80,7
81,6
75
76
77
78
79
80
81
82
83
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
(participatiegraadin%)
deelnemers aan vakanties (in %)
“Zakelijke klanten gaan
efficiënter met hun tijd om.
Er blijft gereisd worden,
maar men let scherper op de
noodzaak.”
Jan Willem Dekker
Carlson Wagonlit Travel
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
18.000
20.000
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
(x1.000)
(x1.000)
Totaal vakanties in Nederland (l.as)
Totaal vakanties in buitenland (l.as)
Totaal aantal vakanties (r.as)
INHOUDSOPGAVE
15
Het aantal binnenlandse vakanties was in 2007 nagenoeg gelijk aan het aantal buitenlandse
vakanties, terwijl het aandeel buitenlandse vakanties in 2008 verder is uitgegroeid tot
51,4% van het totale aantal. Dit aandeel daalt echter in 2009. In de zomer van 2009
hebben relatief veel Nederlandse vakantieconsumenten gekozen voor een vakantie in
Nederland in plaats van een relatief duurdere buitenlandse vakantie.
De European Travel Commission (ETC) onderzoekt jaarlijks de ontwikkelingen en trends
in het Europese toerisme en geeft ook enkele voorspellingen af. In haar nieuwste rapport
constateert het ETC dat het aantal aankomsten in Europa met 10% is gedaald in de
eerste vier maanden van 2009 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vooral in het
zakelijke segment en bij de toeristische verre reizen en de tweede vakanties waren de
boekingen minder gunstig. Ook de vooruitzichten zijn somber volgens het ETC. De winsten
van bedrijven zullen in 2010 lager uitvallen, waardoor kostenefficiency bij bedrijven hoog
op de agenda zal staan. Internationale seminars en conferenties zullen hierdoor minder
zakelijke bezoekers ontvangen. De particuliere consument heeft relatief weinig vertrouwen
in 2010 door de oplopende werkloosheid en de druk op de koopkracht, waardoor de totale
vakantiebestedingen zullen dalen.
Wintervakanties steeds conjunctuurgevoeliger
Vakanties in de winterperiode winnen aan populariteit, maar dit gaat niet ten koste van het
aantal zomervakanties. Ook hier vertaalt de hogere welvaart zich in een toenemend aantal
'extra' vakanties naast de gebruikelijke, inmiddels zelfs wel traditionele, zomervakantie.
Het is dan ook niet vreemd dat vakanties in de winterperiode conjunctuurgevoeliger
zijn dan vakanties in de zomerperiode. Deze laatste vakanties laten juist een vrij stabiel
en conjunctuuronafhankelijk patroon zien. Voor vakanties in de winterperiode geldt
het omgekeerde. Hier is juist te zien dat de conjunctuur steeds meer grip krijgt op de
ontwikkeling. In goede economische jaren neemt het aantal vakanties in de winterperiode
exponentieel toe, terwijl in economische stagnaties het aantal wintervakanties juist snel
afnam. Dit geldt niet alleen in groei, maar de laatste tijd ook in absolute aantal vakanties.
Bij wintervakanties is de conjunctuurgevoeligheid dus groter. Waarschijnlijk is dit ook deels
te wijten aan de sneller stijgende kosten van vakanties, vooral wintersportvakanties zijn in
de afgelopen jaren fors duurder geworden. De vakanties die in de laatste categorie vallen,
worden eerder aangemerkt als luxe vakantie die wellicht niet ieder jaar een primaire behoefte
vervult. Populair gezegd: mensen kunnen vrijwel niet zonder zomervakanties maar een jaar
de wintersportvakantie missen, is voor velen geen groot probleem. De inhaalslag zien we
dan ook geregeld (en steeds extremer) terug. Dit was goed zichtbaar in de economische
stagnatie van 2003-2004. Het aantal vakanties in de winterperiode nam in die twee
jaren met respectievelijk 2,2% en 17,7% af. In 2005, toen het weer beter ging met de
Nederlandse economie, steeg het aantal vakanties in de winterperiode met maar liefst
14,9% ten opzichte van het jaar ervoor. De huidige crisis betekent geen goed nieuws voor
het aantal boekingen in het komende winterseizoen (voornamelijk wintersportvakanties).
Echter, als het economische herstel verder doorzet, zijn de vooruitzichten voor het volgende
winterseizoen (2010-2011) bijzonder gunstig.
De travelsector en zijn economische dynamiek
Maatschappelijke trends en ontwikkelingen hebben de dynamiek van de travelsector
veranderd. Zo hebben de technologische ontwikkelingen verregaande gevolgen gehad voor
het speelveld van de travelsector4
. Onder meer door de opkomst van internet is de dynamiek
van de markt toegenomen en zijn de toetredingsdrempels verlaagd.
4	 zie ook: “Hoe reizen we verder? Rekeninghoudend met technologische ontwikkelingen.” (maart 2009)
INHOUDSOPGAVE
16
Ontwikkelingen in de bedrijfskolom
De complexiteit van de travelsector is in de loop der jaren toegenomen en het
aantal stakeholders is in korte tijd sterk gegroeid. Zowel voor reisbemiddeling,
vervoersmaatschappijen, accommodatie aanbieders en touroperators zijn de ontwikkelingen
hard gegaan.
Figuur 10: De complexiteit van de bedrijfskolom in de travelsector
Bron: ABN AMRO Sector Research
Bovenstaande figuur geeft de complexiteit van de travelsector weer. Vrijwel alle
stakeholders hebben dankzij technologische ontwikkelingen extra distributiekanalen
gekregen en de mogelijkheid om de eindafnemers direct te benaderen. Aangezien vrijwel
alle stakeholders binnen de bedrijfskolom een rol spelen, bespreken we hier kort de
ontwikkelingen, kansen en bedreigingen ten aanzien van deze spelers.
Ontwikkelingen bij de aanbieders van accommodaties
Bij de keuze van het type accommodatie lijkt de consument steeds vaker te kiezen voor
meer luxe en gemak. Dit blijkt uit een vergelijking van accommodatiekeuze in 1990 en in
2008.
Internet Internet
Afnemers
Accommodaties
Reisorganisaties
/ touroperators
Vervoers-
maatschappijen
Reisbureaus
(retail)
Online
reisbureaus
Internet +
retail
Direct
selling
INHOUDSOPGAVE
17
Figuur 11: Accommodatiekeuze bij buitenlandse vakanties 1990 en 2008
Bron: CBS
Hotels, bungalows en appartementen hebben de laatste jaren aan populariteit gewonnen ten
koste van vooral de caravan en de tent. Het aantal vakantiegangers dat kiest voor het bed
& breakfast-concept is eveneens toegenomen, net zoals een verblijf bij familie, vrienden en
kennissen.
De vraag van de vakantieconsument naar meer luxe en gemak heeft branchebreed geleid
tot upgrading, zowel in Nederland als in het buitenland. De aanbieders van accommodaties
in het buitenland, zoals individuele hotels, pensions, appartementen, bungalowparken en
campings, hebben de laatste jaren geïnvesteerd in comfort en luxe om aan de vraag van de
mondige en meer kritische (Nederlandse) vakantieconsument te voldoen. In Nederland zijn
er momenteel relatief minder 1- en 2-sterren hotels en meer 3- t/m 4-sterren hotels, minder
campings en meer bungalowparken en wordt veel aandacht besteed aan goede faciliteiten
en service.
De ongunstige mondiale economische ontwikkelingen en fluctuerende wisselkoersen
hebben ongunstige gevolgen voor aanbieders van accommodaties, vooral voor hotels. Het
aantal hotelovernachtingen in het hogere segment neemt sterk af. Ondanks de hevigheid
van de crisis blijven hotels toch innoveren, blijven zij hun productaanbod verbreden en
verbeteren, openen zij nieuwe locaties en blijven zij actief op de fusie- en overnamemarkt.
In Nederland zien we dat hotels in het vijfsterrensegment bereid zijn om hun vijfde ster
te laten vallen om de crisis te lijf te gaan. Het hogere segment hotels is deels afhankelijk
van de zakelijke reiziger en in crisistijd is voor veel bedrijven het beleid om medewerkers
niet in vijfsterrenhotels te laten overnachten. Ook zien we dat in economische moeilijke
tijden (internationale) consolidatie nog steeds hoog op de agenda staat. Het failliet van
Golden Tullip Hotels heeft vele investeerders van binnen en buiten de branche op de been
gebracht en vrijwel alle Golden Tullip Hotels hebben in relatief korte tijd een nieuwe eigenaar
gevonden. Dit geeft aan dat ondanks de crisis er toch veel vertrouwen is in de internationale
hotelbranche voor de lange termijn.
8,8%
OverigWoning van een particulierTent, bungalowtentBij familie, etc.
Caravan, vouwwagenAppartementZomerhuisje, vakantiebungalowHotel, motel
5,1%
7,1%
14,7%
10,8%
9,5%
39,4%
4,5%
11,9%
2,2%
4,6%
13,7%
15,2%
14,3%
38,0%
1990 2008
INHOUDSOPGAVE
18
Diverse kansen en bedreigingen zijn van invloed op de verdere ontwikkelingen bij aanbieders
van accommodaties:
Tabel 1: Kansen en bedreigingen voor hotels, pensions en appartementen
Kansen Gefragmenteerde (internationale) markten bieden nog veel kansen voor consolidatie
en overnames. De technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een
groter (internationaal) bereik (internet en direct selling). Senioren vormen voor
vrijwel alle aanbieders van accommodaties een groeiende doelgroep. Samenwerking
met branchevreemde partijen (in Nederland bijvoorbeeld met de zorgsector) is een
goede manier om het business model te verrijken. Hoewel de recessie internationaal
hard toeslaat, blijft de zakelijke markt voor de toekomst een lucratieve markt.
Aansluiting bij een internationaal merk voor herkenbaarheid en vindbaarheid (online)
kan bijdragen.
Bedreigingen De (internationale) reizigersstroom neemt af. Als gevolg van krimpende economie
daalt het aantal bezoekers, waardoor de bezettingsgraad branchebreed afneemt.
Hierbij wordt het hogere segment relatief harder geraakt. Om de schade te beperken
en hotelgasten te overtuigen is meer marketinginspanning nodig en moeten creatieve
concepten worden bedacht. Het tekort aan capaciteit in veel internationale regio’s is
omgeslagen in een overcapaciteit. Door vraaguitval hebben veel accommodaties een
lagere bezetting. Prijzen zijn scherp gaan dalen. De gehele branche heeft daarnaast
te maken met een stijgende kostendruk (zoals arbeids-, energie- en voedingskosten).
Bron: ABN AMRO Sector Research
Voor bungalowparken en campings staan drie belangrijke thema’s op de agenda: upgrading,
strategische samenwerking en consolidatie. De branche heeft te maken met veel regelgeving
en is sterk afhankelijk van seizoensinvloeden. Het aantal bungalowterreinen groeit zowel
in Nederland als in het buitenland sterk, veelal ten koste van bestaande campingterreinen.
Er is, dankzij de vraag van de vakantieconsument, internationaal steeds meer aandacht
voor milieu en natuur. De kansen en bedreigingen voor bungalowparken en campings staan
hieronder weergegeven.
Tabel 2: Kansen en bedreigingen voor bungalows en campings
Kansen Groter (internationaal) bereik door internet, waardoor direct selling groeit.
Bungalowparken investeren steeds meer in binnenactiviteiten. Bedrijven kunnen
zich onderscheiden door zich te richten op bepaalde doelgroepen (zoals gezinnen,
ouderen, jongeren). Ook is er behoefte aan natuurbeleving, rust en ruimte, avontuur.
Het gaat bij recreatie steeds meer om beleving en een nieuwe ervaring.
Bedreigingen In Nederland worden de zomers steeds meer onvoorspelbaar. Goedkope
buitenlandse trips worden hierdoor populairder. Echter, in tijden van economische
krimp wordt eerder gekozen voor een binnenlandse vakantie. Prijsconcurrentie is
hevig. In crisistijd heeft de branche hinder van dalende consumentenbestedingen.
De internationale toegenomen vraag naar bungalows is niet tijdelijk van aard en
hierdoor zien we meer toetreders in de markt, met het risico van overcapaciteit op
de langere termijn tot gevolg.
Bron: ABN AMRO Sector Research
Bij de bed & breakfast-concepten en overige accommodaties is kleinschaligheid en
persoonlijk contact het belangrijkste ‘selling point’. Deze vorm van vakantiebesteding wint
internationaal aan populariteit. De prijzen zijn relatief laag en dat is zeker in neergaande
economie aantrekkelijk. Door de komst van internet is het (internationale) bereik
toegenomen. Kleinschalige accommodaties kunnen in samenwerking met plaatselijke horeca
en recreatieaanbieders een aantrekkelijk aanbod samenstellen. In tijden van economische
tegenwind zien we echter op de belangrijkste internationale vakantiebestemmingen een
wildgroei aan low budget accommodaties, waardoor ook in dit segment overcapaciteit
dreigt.
INHOUDSOPGAVE
19
Ontwikkelingen bij vervoersmaatschappijen
Door de opkomst van low budget vliegtuigmaatschappijen is de prijs voor vliegreizen sterk
gedaald. Hierdoor werden vliegvakanties voor meer vakantieconsumenten betaalbaar. In
1990 werd bij 17% van de vakanties gevlogen, in 2008 was dit 34%.
Figuur 12: Vervoerskeuzes bij buitenlandse vakanties 1990 en 2008
Bron: CBS
De toegenomen populariteit van de vliegvakantie ging ten koste van vrijwel alle overige
vervoerstypen, zoals auto, trein en touringcar. Vooral de touringcar heeft het moeten
ontgelden, met een daling van 9%-punt in 18 jaar. Dit komt vooral doordat de touringcar het
op het gebied van comfort en gemak heeft moeten afleggen tegen andere vervoerstypen.
Ten tijde van economische neergang neemt het aantal vliegvakanties en vakanties per trein
meer af dan vakanties met eigen auto en touringcar. Vliegtuigmaatschappijen hebben last
van fluctuerende olieprijsontwikkelingen. Een hogere olieprijs leidt tot duurdere vliegticket.
Ondanks de vraaguitval blijven vliegtuigmaatschappijen investeren in communicatie, zoals
internet. Het contact met de klant wordt geïntensiveerd via webcommunities (weblogs, fora
en sociale netwerken). Ook wordt er handig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de
mobiele telefonie. Bij veel grote vliegtuigmaatschappijen is het mogelijk om in te checken
en te boarden via de mobiele telefoon. De trein heeft een duur imago, maar is een relatief
milieuvriendelijke manier van reizen. De touringcar is relatief goedkoop en trekt vooral
mensen met een laag budget, jongeren, groepen en ouderen.
Diverse kansen en bedreigingen zijn van invloed op de verdere ontwikkelingen bij
vervoersmaatschappijen:
Tabel 3: Kansen en bedreigingen voor vervoersmaatschappijen
Kansen Vervoer per vliegtuig en trein heeft door internet een groter bereik gekregen. Via
internet kunnen consumenten eenvoudig zelf hun reis samenstellen. Door te investeren
in communicatie kan de relatie met de klant worden verbeterd. De trein is een
comfortabele manier van reizen en heeft het een groot internationaal spoornetwerk
tot zijn beschikking. Hierdoor zijn er nog relatief veel groeimogelijkheden. Bovendien
is het milieuvriendelijke imago van de trein een ‘selling point’. De touringcar is
het goedkoopste reisalternatief. Door meer te gaan samenwerken met andere
vervoerders, kan het klantenbereik worden uitgebreid.
Bedreigingen Vliegtuigmaatschappijen en aanbieders van treinreizen hebben te maken met veel
overheidsreguleringen. Dit kan groei belemmeren. Economische tegenwind is
negatief voor de vraag naar vlieg- en treinreizen, vanwege de relatief hoge prijzen.
Hogere dieselprijzen zetten druk op de marges van touringcaroperators. Bovendien
wordt de reistijd door drukte op de wegen steeds langer.
Bron: ABN AMRO Sector Research
1990 2008
Overige vervoermiddelenVliegtuigTouringcarTreinAuto
2,2%
4,0%
5,2%
34,4%
54,2%
2,5%
5,8%
14,0%
16,5%
61,1%
INHOUDSOPGAVE
20
“Bus voor veel consumenten geen alternatief voor vliegtuig naar
vakantiebestemming”
In september 2009 heeftTouroperator Sundio onder haar klanten die in
2009 een reis boekten, onderzoek gedaan naar hun vervoersvoorkeur. 86%
van de 700 respondenten gaf aan niet geneigd te zijn om per bus naar de
vakantiebestemming te reizen als alternatief voor het vliegtuig. De 14% die wel
open staat om per bus naar dezelfde vakantiebestemming te reizen, gaf aan
dat de reissom gemiddeld met EUR 207 per persoon lager moet liggen dan bij
vervoer per vliegtuig.
Structuur van de travelsector
In de tabel hieronder zijn de meest relevante kerngegevens van de travelsector opgenomen.
Tabel 4: Branche-informatie 20085
Totale omzet travelsector Nederland 2008 (raming) EUR 10,3 mld
ƒƒ % aandeel in totale omzet van reisbureaus (raming) 60%
ƒƒ % aandeel totale omzet MKB (raming) 22%
Totale online omzet reizen EU (EU27+EFTA36
) EUR 50,0 mld
Totale online omzet reizen Nederland EUR 1,9 mld
ƒƒ % aandeel totale omzet in online thuiswinkelmarkt 40%
Aantal bedrijven travelsector 2.505
ƒƒ waarvan reisbureaus 1.380
ƒƒ % groei j-o-j aantal bedrijven +1,6%
Aantal vestigingen reisbureaus 2.405
ƒƒ % groei j-o-j aantal vestigingen reisbureaus -10,1%
Aantal reisorganisaties 810
ƒƒ % groei j-o-j aantal reisorganisaties +4,5%
Aantal banen van werknemers (circa) 24.500
ƒƒ waarvan vrouw 75%
ƒƒ waarvan bij reisbemiddeling 55%
Aantal geboekte vakanties 36 mln
ƒƒ waarvan buitenland 42%
Totale uitgave aan vakanties EUR 12,6 mld
Gemiddelde uitgave per vakantieganger EUR 680
Bron: CBS, ANVR, WTO, CVO, Reisrevue, ABN AMRO Sector Research
De travelsector bestaat in 2008 uit 2.505 bedrijven, waarvan 1.380 reisbureaus, 810
touroperators en 320 bedrijven die informatie verstrekken op het gebied van reizen.
Het totale aantal bedrijven is jaar-op-jaar gegroeid met 1,6%. De groei lag vooral bij de
touroperators en de informatieverstrekkers. Het aantal reisbureaus is jaar-op-jaar gedaald en
dit zal naar verwachting vanwege de ICT-ontwikkelingen verder doorzetten. Tot 2015 wordt
een daling van het aantal reisbureaus met 20% verwacht.
In 2008 zijn er circa 24.500 werknemers werkzaam in de travelsector, waarvan 55% bij
reisbureaus. 75% van de werknemers in de sector is vrouw.
In 2003 was het gemiddelde aantal werknemers per bedrijf 11,4. Sindsdien is dit jaarlijks
afgenomen tot 9,8 in 2008. Onder invloed van automatisering en de sterke opkomst van
internet hebben veel reisondernemingen vestigingen gesloten. Met de groei van internet
5	 EFTA3 = IJsland, Noorwegen, Zwitserland
INHOUDSOPGAVE
21
als distributiekanaal is het aantal eenmansbedrijven sterk gegroeid en moesten bestaande
marktpartijen strategische keuzes maken.
Figuur 13: Aantal bedrijven, werknemers en kostenstructuur
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
De marges in de travelsector zijn laag, in 2006 en 2007 op respectievelijk 3,0% en 4,3%6
.
Voor 92% bestaan de kosten uit inkoop-, arbeids- en verkoopkosten. De overige kosten -
voor onder meer energie, huisvesting, inventaris en afschrijvingen - zijn verwaarloosbaar.
Bedrijven in de travelsector zijn hierdoor flexibel. In de loop der jaren hebben de
investeringen in ICT aan belang gewonnen en dit zal in de komende jaren zo blijven.
De verwachting is dat de investeringen in nieuwe ICT-toepassingen, zoals internet en
automatisering, veelal direct ten laste van de exploitatie zullen worden gebracht. Dit zet het
rendement van de ondernemingen verder onder druk.
Met een geschatte omzet van EUR 10,3 miljard in 2008 staat de travelsector binnen de
zakelijke dienstverlening in de top 10 van branches met hoogste omzet. De omzet uit
online activiteiten lag in 2008 rond de EUR 2 miljard. Dat is ruim 40% van de totale online
bestedingen in Nederland (EUR 4,85 miljard, onderzoek Blauw Research). Op grote afstand
in de top 10 van online retail staat de consumentenelektronica met een aandeel van bijna
12%.
De travelsector is sterk gefragmenteerd. Van de 1.380 reisbureaus heeft circa 92% minder
dan 10 werknemers in dienst, bij touroperators geldt dat voor circa 88%. De laatste jaren
is het aantal kleine bedrijven in de sector gegroeid en het aantal grote reisondernemingen
afgenomen. Oorzaak hiervan is de relatieve laagdrempeligheid van de sector door nieuwe
ICT-toepassingen, waardoor het eenvoudiger werd om een bedrijf in de sector te beginnen.
Met 25.400 actieve werknemers heeft de travelsector een aandeel in de totale
beroepsbevolking van 0,3%. Dit aandeel is al sinds 2000 redelijk stabiel. Het aantal
geboekte vakanties die deze werknemers moeten verwerken lag in 2008 op bijna 36 miljoen.
Dit is een groei van 2,2% ten opzichte van 2007 en 17,6% ten opzicht van 2000. De groei
van de bestedingen aan vakanties was echter explosief: in 2008 besteedde de Nederlandse
vakantieganger maar liefst 52% meer aan zijn vakantie dan in 2000. In de crisisjaren 2003-
6	 data 2008 niet beschikbaar
2%
Overig
Kosten derden
Verkoopkosten
Afschrijvingen
Arbeidskosten
Inkoopwaarde
7%
2%
10%
75%
5%
75
80
85
90
95
100
105
110
115
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
index(2000=100)
Werknemers/bedrijf
Aantal bedrijven (reis- en infobureaus)
Aantal werkzame personen
INHOUDSOPGAVE
22
2004 nam het groeitempo van de bestedingen echter af. Ten opzichte van 2007 heeft de
Nederlandse vakantieganger in 2008 13,5% meer besteed.
Cyclus van de travelsector
Zoals bekend wordt er meer besteed aan reizen en vakanties in tijden van
economische voorspoed. Bij minder gunstige economische omstandigheden dalen de
consumentenbestedingen en daarmee de omzet voor de sector. De travelsector is cyclisch
van aard; de omzetontwikkeling loopt parallel met de economische ontwikkeling en met het
consumentenvertrouwen.
Figuur 14: Omzetontwikkeling naar segmenten, BBP-groei en consumentenvertrouwen
Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research
In het derde kwartaal van 2008 krijgt de travelsector voor het eerst sinds vier jaar weer
te maken met dalende omzetten. Vooral bij de touroperators dalen de omzetten fors. De
reisbureaus doen het op dat moment nog relatief gunstig. Pas in het eerste kwartaal van
2009 laten ook de reisbureaus dalende omzetten zien en is de malaise in de travelsector een
feit.
Zodra de bestedingen van consumenten meer dan evenredig dalen, merken de
reisondernemingen dit in het aantal boekingen en op den duur in de omzet.
De boekingen via het reisbureau zijn sterk afgenomen sinds 2002. Terwijl in 2002 nog
ruim 60% van het totaal aantal boekingen via een reisbureau verliep, is dit aandeel in
2008 gezakt tot minder dan 45%. In onderstaande figuren is de opkomst te zien van de
touroperator (van 0% in 2002 tot 8,2% in 2008). Deze opkomst is te danken aan de
ontwikkelingen van met name internet.
2004-1
2004-2
2004-3
2004-4
2005-1
2005-2
2005-3
2005-4
2006-1
2006-2
2006-3
2006-4
2007-1
2007-2
2007-3
2007-4
2008-1
2008-2
2008-3
2008-4
2009-1
2009-2
-35
-30
-25
-20
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
-10
-5
0
5
10
15
20
in%
Omzetontwikkeling (l.as)
BBP-groei (l.as)
Consumentenvertrouwen (r.as)
-15
-10
-5
0
5
10
15
20
25
in%
Omzet, reisbureaus, -organisatie, -bemiddeling
Omzet, reisbemiddeling en -informatie
Omzet, reisorganisatiebureaus
2004-1
2004-2
2004-3
2004-4
2005-1
2005-2
2005-3
2005-4
2006-1
2006-2
2006-3
2006-4
2007-1
2007-2
2007-3
2007-4
2008-1
2008-2
2008-3
2008-4
2009-1
2009-2
“De markt zal niet geheel
herstellen door de opkomst
van lowcost airlines en de
verschuiving naar internet.
Wat dat betreft heeft de
crisis als een katalysator
gewerkt.”
Joost Romeijn
Sundio Group
INHOUDSOPGAVE
23
Figuur 15: Distributiekanaal bij buitenlandse vakanties 2002 en 2008
Bron: CBS
De boekingen van vakanties anders dan via een reisbureau namen in de periode 2002-
2008 sterk af. Het aantal niet-georganiseerde reizen nam, vooral door de mogelijkheden
van internet, toe. Tot de niet-georganiseerde reizen behoren vakanties waarbij de
logies rechtstreeks bij de eigenaar of beheerder worden geboekt en vakanties waarbij
vakantieconsumenten zonder reservering op reis gaan.
Uit de huidige omzetcijfers blijkt dat het aantal boekingen aanzienlijk is gedaald: de
travelsector heeft al vier kwartalen op rij te maken met vraaguitval. Als gevolg van de daling
van het aantal boekingen (en daarmee de omzet) kwam de travelsector in een negatieve
spiraal terecht.
Uit de cyclus van de travelsector sinds het eerste kwartaal van 2003 (op basis van
omzetgegevens van het CBS) blijkt dat de periode tot het eerste kwartaal van 2006 als
‘ondertrend’ kan worden getypeerd. Hiermee wordt bedoeld dat de travelsector zich onder
zijn normale groeipad bevond. Als gevolg van het ’9/11-effect‘, SARS en de economische
neergang in de jaren 2003 en 2004 heeft de sector slechts beperkte omzetgroei of zelfs
afname gerealiseerd tussen het eerste kwartaal van 2003 en het eerste kwartaal van
2006. Deze schokken hebben tot gevolg gehad dat de omzetontwikkeling van zijn normale
groeipad naar beneden afweek en uiteindelijk onder zijn trend kwam te liggen. Deze
beweging is weergegeven in de hiernavolgende (linker) figuur.
2002 2008
Niet-georganiseerde reizenRechtstreeks geboekt bij reisorganisatie
Geboekt bij een VVV e.d. (anders dan reisbureaus)Geboekt bij een reisbureau
8,2%
38,0%
44,9%
8,9%
14,4%
24,9%
60,7%
INHOUDSOPGAVE
24
Figuur 16: Cyclus van de travelsector en de positie in de sectorscope (matrix)
Bron: ABN AMRO Sector Research
De cijfers 1 t/m 4 in de cyclus van de travelsector (figuur links) corresponderen met de
matrix rechts met daarin de vier kwadranten van expansie, teruggang, contractie en herstel.
De cyclus van travelsector geeft de groei- en krimpperiodes weer op basis van omzet. Na
het eerste kwartaal van 2006 zag de travelsector kans weer stevig te groeien, mede dankzij
een aantrekkende economie, een toenemend consumentenvertrouwen en een toename van
de consumentenbestedingen. Met dit krachtige herstel schoot de sector ruim boven zijn
normale groeipad uit, waarbij de piek in het vierde kwartaal van 2006 lag. De periode van
boventrendse groei duurt tot het derde kwartaal van 2008. Vanaf dat moment worden de
gevolgen van de recessie steeds duidelijker. De consumenten verliezen het vertrouwen in de
economie. En in plaats van geld uit te geven, kiest de Nederlandse consument voor sparen.
De spaartegoeden en stortingen nemen vooral in het derde kwartaal van 2008 en het eerste
kwartaal van 2009 zeer sterk toe. Een periode van ondertrendse groei is aangebroken
en de cyclus van de travelsector ligt op een historisch dieptepunt. Herstel is ver weg en
de ontwikkeling van de belangrijkste indicatoren laat nog weinig echte verbetering of
lichtpuntjes zien. Tot en met de eerste week van augustus 2009 lag de omzet 14% lager
dan in dezelfde periode in 2008. Veel vakantieconsumenten keken de kat uit de boom en
boekten hun vakantie pas laat, vaak via last minute-aanbiedingen. De verwachting is niet
dat het aantal boekingen in de rest van het jaar de travelsector nog uit het dal kan trekken;
2009 kan als een verloren jaar worden gezien.
TRAVELSECTOR
Reisbureaus
Touroperators
Teruggang
Contractie Herstel
Expansie
Krimp Groei
Boven trend
Onder trend
12
43
2003-1
Trend
Cyclus van de travelsector
historisch dieptepunt?
3
2003-3
2008-3
2008-1
2007-3
2007-1
2006-3
2006-1
2005-3
2005-1
2004-3
2004-1
2009-1
1 2
4
onder trend +
toename
= herstel
boven trend +
toename
= expansie
onder trend +
afname
= contractie
boven trend +
afname
= teruggang
INHOUDSOPGAVE
25
In de sectorscope7
(zie figuur 16, rechts) staan de travelsector en de onderliggende
branches grafisch in het meest negatieve kwadrant weergegeven. Dit is het kwadrant
van Contractie. Dit betekent dat elke genoemde branche in een krimpende fase zit; de
sector zit onder zijn lange termijn trend en bovendien is er sprake van een afname. Wat
opvalt is dat de reisbureaus een gunstiger positie innemen dan de touroperators. Dit komt
doordat de omzet van reisbureaus in de laatste zes kwartalen een relatief gunstiger en
vlakker verloop kent dan de omzet van touroperators. Ofwel, de dalen en de pieken in de
omzetontwikkeling in deze periode bij reisbureaus zijn relatief minder diep en hoog dan die
van touroperators. De travelsector als geheel is hard geraakt door de vraaguitval vanwege
de recessie en het lage consumentenvertrouwen in de economie. In deze situatie gaan
relatief meer reisondernemingen failliet. Door het financiële onvermogen waarin sommige
reisbureaus verkeren, kunnen ook de aan de reisbureaus gelieerde touroperators slachtoffer
worden. Bij een boeking van een vakantie bij een reisbureau wordt veelal een aanbetaling bij
het reisbureau gedaan van ongeveer 10 tot 15% van de reissom. Als het reisbureau omvalt
voordat de reissom betaald is aan de touroperator, heeft de touroperator een probleem: hij
moet de reis uitvoeren, maar het geld daarvoor ontvangt hij niet.
De herstelfase (figuur 16, kwadrant rechtsonder) is nog ver weg. Het ziet er niet naar uit dat
de sector zich nog dit jaar herstelt. Ook 2010 zal een zwaar jaar worden. De werkloosheid
zal volgens het CPB verder toenemen. Dit kan een negatieve impact hebben op het toch al
broze consumentenvertrouwen en op het reëel besteedbaar inkomen.
Ook het sentiment van de ondernemers is de laatste tijd verslechterd. Figuur 17 geeft inzicht
in het oordeel van ondernemers over het economische klimaat en de verwachtingen ten
aanzien van de omzet- en prijsontwikkelingen aan het begin van de verslagmaand.
Tot en met juni 2008 zijn er meer bedrijven positief dan negatief over het economische
klimaat en omzet- en prijsontwikkeling. Daarna worden meer ondernemers negatief.
Figuur 17: Sentiment van de reisondernemers over omzet, prijs en economisch klimaat
Bron: CBS
Het positieve oordeel van reisondernemers over het economische klimaat nadert in augustus
2008 de nullijn en daalt daarna snel. Niet veel later volgt ook de negatieve verwachting
rond omzet- en prijsontwikkelingen. Van februari 2009 tot en met juli 2009 is er een korte
opleving. Maar nadat het duidelijk wordt dat de boekingen voor het zomerseizoen 2009 fors
achterlopen (8% minder boekingen tot en met september 2009 ten opzichte van 2008),
7	 zie voor meer informatie over de Sectorscope de publicatie “ABN AMRO Sector Scope, de positie van sectoren in hun cyclus”, te
vinden op http://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/sectoren/introductie.html#nav=homepage:men:zakelijk/sectoren/introductie.html of lees
een samenvatting in het “Economisch Perspectief” uit het vierde kwartaal van 2009, te vinden op http://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/
service/publicaties/economisch_bureau.html
“We merken dat momenteel
in het zakelijke segment
weer meer wordt gereisd.
Het gaat weer de goede
kant op. Maar het wordt
nooit meer zoals het was.”
Jan Willem Dekker
Carlson Wagonlit Travel
-120
-100
-80
-60
-40
-20
0
20
40
60
80
100
2007-2
2007-4
2007-6
2007-8
2007-10
2007-12
2008-2
2008-4
2008-6
2008-8
2008-10
2008-12
2009-2
2009-4
2009-6
2009-8
saldiindicatorenin%
Verwachteontwikkelingomzet Verwachteontwikkelingprijzen/tarieven
Oordeeleconomischklimaat
INHOUDSOPGAVE
26
daalt het sentiment weer. Voor de rest van 2009 verwachten wij niet dat dit nog boven de
nullijn zal uitstijgen. Voor de winterperiode wordt een terugval in de boekingen van 10 tot
15% ten opzichte van 2008 verwacht.
“Consument gaat in 2010 nog later boeken en geeft ook minder uit”
Deze verwachting van consumentengedrag voor komend jaar komt uit het
onderzoek van touroperator Sundio van september 2009 dat zij hielden onder
hun klanten.
23% van de consumenten geeft aan dat zij in 2010 van plan is om minder op
vakantie te gaan. De groep die aangeeft een gelijk aantal vakantie te gaan
boeken het komende jaar bedraagt 59%. Dit is een daling ten opzichte van
resultaten een jaar eerder.Toen gaf 67% van de consumenten aan dat zij een
gelijk aantal vakanties zou gaan boeken in 2009.
33% van de respondenten zegt minder te gaan uitgeven aan vakanties
het komende jaar. In het onderzoek uit 2008 was dit nog 22%. De groep
consumenten die aangeeft dat zij haar vakantie-uitgaven gelijk houdt, bedraagt
49%. Vorig jaar gaf 57% aan de uitgaven gelijk te houden.
Dit houdt in dat consumenten zich toch steeds meer aan hun vakantiebudget
gaan houden en dit heeft gevolgen voor de duurdere en verre reizen. Om binnen
het vakantiebudget te blijven is een all inclusive verblijf of half pension in een
hotel is een goede mogelijkheid. Uit eerder genoemd onderzoek geeft 48% van
de respondenten aan dat zij overwegen om een all inclusive of halfpension als
verzorgingstype te boeken om de kosten op de vakantiebestemming onder
controle te houden.
De markt waarin Sundio opereert is het afgelopen jaar met 13% gekrompen. Op
basis van de uitkomsten uit het onderzoek, houdt Sundio er rekening mee dat
het vakantiesegment waarin zij opereren met 15% zal krimpen in 2010.
INHOUDSOPGAVE
27
2	 Stakeholders aan het woord
Economische ontwikkelingen en stakeholders: visies uit de praktijk van
ondernemers
In dit hoofdstuk komen de uitkomsten van interviews aan bod met ondernemers uit de
travelsector. ABN AMRO heeft in samenwerking met Reisrevue de lijst met geïnterviewden
samengesteld. De interviewer en auteur van de interviews is Theo de Reus (Reisrevue). We
spraken achtereenvolgens:
ƒƒ Sundio Groep – Joost Romeijn (CEO)
ƒƒ Carlson Wagonlit Travel – Jan Willem Dekker (Executive Vice-President Benelux)
ƒƒ D-Reizen – Steven van Nieuwenhuijzen (CEO)
Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een gespreksverslag van de ronde-tafeldiscussie met vijf
ondernemers tijdens het ANVR-reiscongres 2009.
INHOUDSOPGAVE
28
‘We focussen ons op een vast
business model’ 	
Joost Romeijn Sundio Group
Met de opmerking dat ‘het boekjaar 2009 anders is verlopen dan anders’ gebruikt Joost
Romeijn, topman van Sundio Group, een eufemisme van de eerste orde. ‘De consument is
veranderd. De bereidheid tot kopen is er, maar je moet veel meer doen om hem te strikken.’
Belangrijk pluspunt voor Sundio Groep, dat 80 procent van zijn omzet online verkoopt, is de
constatering van Romeijn dat de traditionele retail meer heeft geleden onder de crisis dan
online spelers.
In de beleving van de klant is internet goedkoper, stelt Romeijn. ‘Hij kan in alle rust thuis
vergelijken. Dat geldt niet alleen voor de reiswereld, je ziet het ook bij websites als Bol.com
en bij de online verkoop van vliegtickets. Als Sundio Group hebben we een aantal volwassen
internetlabels en investeren veel in automatisering. Op die manier zijn we lean & mean.’
De Sundio Group, in 2009 goed voor een omzet van 370 miljoen euro en 630.000
passagiers, voert bekende online merken als Sunweb, GoGo en Jiba, maar ook
(aangekochte) klassieke labels als Sudtours en Evenements Reizen. De traditionele labels,
die vooral via de reisbureaus worden verkocht, zijn goed voor 20 procent van de omzet. De
rest gaat online.
Ook Sundio heeft last van de crisis, al groeit de omzet mede dankzij een uitgekiend
aankoopbeleid gestaag door. Sundio concentreert zich op vakanties naar landen rond de
Middellandse Zee en op wintersport. ‘We focussen ons op een eenvoudig product dat goed
te automatiseren is. Onze hele organisatie is daarop ingesteld. Je ziet bij ons geen mensen
die met individuele projecten bezig zijn. We focussen ons op ons vaste businessmodel. We
doen dus geen verre reizen of stedentrips.’
Focus
Het succes van Sunweb is volgens Romeijn te danken aan de goede techniek die achter
het label schuilgaat en de uitgekiende marketing. In combinatie met de focus op een select
aanbod. ‘Prijs, marketing en techniek. Dat is waar het in de online business om draait. Je
ziet dat andere partijen moeite hebben zich op internet te manifesteren omdat ze proberen te
breed aanbod online aan te bieden’, zegt Romeijn.
Met de aankoop van Marysol, enkele jaren geleden, ging Romeijn ook via de retail verkopen.
‘Het reisagentenkanaal is een stuk efficiënter dan tien jaar geleden’, erkent de oprichter van
Sundio Group, die voorheen uitsluitend online wilde verkopen. ‘Vooral de overname van
Sudtours gaf ons het volume om concurrerend te kunnen zijn.’
In het crisisjaar 2009 verkochten de labels van Sundio Group meer all inclusive vakanties
dan in voorgaande jaren. ‘De klant zoekt in deze tijden zekerheid. Met all inclusive weet je
vooraf wat je aan je vakantie uitgeeft’, zegt Romeijn, die over het komende winterseizoen
voor de markt niet positief is gestemd. ‘Voor de wintersport merken we ook een
terughoudendheid. Er wordt laat geboekt. Vooral de Krokus zal lastig zijn. Voor een gezin
met twee kinderen is een wintersportvakantie duur. Mensen die voorheen naar Oostenrijk
INHOUDSOPGAVE
29
gingen, kiezen voor een goedkoper alternatief en gaan naar een appartement in Frankrijk. Of
ze gaan gewoon niet op wintersport.’
Jongeren
Sundio Group is de grootste aanbieder van jongerenvakanties in ons land, vooral
met de labels GoGo, X-travel en TraXs. Volgens Romeijn een doelgroep die niet zo
conjunctuurgevoelig is. ‘We richten ons op de doelgroep 16 tot 22 jaar die redelijk is
opgeleid. Jongeren kiezen ongelooflijk voor zekerheid. Wij bieden dat. Als je als jongere
met GoGo op vakantie gaat, weet je zeker dat je met leeftijdgenoten op vakantie gaat.
Jongeren gaan voor zon en strand, maar ook voor de gezelligheid. Als je GoGo boekt, weet
je zeker dat je in een appartementencomplex voor jongeren komt, en niet naast een familie
terechtkomt die bij Arke heeft geboekt.’
Dankzij de focus op mainstream, dus veel pakketreizen naar de Middellandse Zee en
wintersport, weet Sundio Group nog steeds autonome groei te realiseren, al zijn dat niet
meer de tientallen percentages van voorheen, erkent Romeijn, die desgevraagd stelt dat hij
niet bang is dat bekende labels als Oad veel online gaan doen.
Bricks en clicks
Volgens Romeijn stelt het reisbureau zich te defensief op ten opzichte van wat er in de
wereld gebeurt. ‘Neem bijvoorbeeld het ontkennen van de invloed van internet. Veel
reisbureaus hebben zich ingegraven en zijn niet meegegaan met wat de klant wil. Waarom
zou een klant nog naar het reisbureau gaan? Voor dat aardige meisje dat achter de balie
zit? Ik geloof wel in reisbureaus die een goede combinatie tussen bricks en clicks weten te
maken, het stenen reisbureau en een goede website. Die reisbureaus moeten dan ook wel
naar internet durven verwijzen. Via internet kun je op elk tijdstip boeken. Van onze omzet
wordt 50 procent na 17.30 uur geboekt. Klanten boeken als ze daarvoor in de stemming
zijn. Dat kan na sluitingstijd van de winkels zijn of op zondagmiddag met vrienden. Als
reisbureau moet je je klant opvolgen via internet.’
Romeijn zegt wel te geloven in de mobiele reisagent. ‘Die heeft een lage kostenstructuur en
heeft als toegevoegde waarde de advisering bij de klant thuis. Die klant wil gemak en zegt:
zoek het maar voor me uit.’
Ondanks de crisis, die er versneld voor heeft gezorgd dat klanten later boeken, ziet Romeijn
dat veel mensen nog steeds vroeg boeken. ‘We zijn nu al met zomer 2010 bezig. Dat is
mooi, want aan een vroegboeker verdien je meer dan aan een laatboeker. Een vroegboeker
wil een meer weloverwogen keuze, maar een laatboeker maakt de bestemming niet uit, die
wil naar de zon.’
Volgens Romeijn zal de markt zich niet geheel herstellen. ‘Dat is onder andere het gevolg
van de opkomst van low cost airlines en de verschuiving naar internet. Wat dat betreft heeft
de crisis als een katalysator gewerkt.’
Volgens Romeijn krijgt vooral het middensegment in de reisbranche het moeilijk. ‘Grote
partijen kunnen snel anticiperen, terwijl pure nichespelers het ook makkelijker hebben. De
consument is makkelijk te paaien met lage prijzen en is minder kritisch met wat hij wil. Kijk
naar Kras met z’n succesvolle ad hoc beleid.’
INHOUDSOPGAVE
30
Na aanleiding van het recente faillissement v-an enkele reisbureaus zegt Romeijn voorstander
te zijn van een strenger debiteurenbeleid van touroperators. ‘Als een reisagent afspraken
niet kan nakomen, dan moet ik kunnen ingrijpen. Dat kan nu niet. Het risico bestaat dat
een reisbureau waar het slecht gaat, blijft incasseren van de klant en mij uiteindelijk niet
betaalt. Wat dat betreft zouden de agentuurvoorwaarden aangepast moeten worden. Zodra
het reisbureau niet kan betalen, moet de touroperator over de NAW-gegevens van de klant
kunnen beschikken. Zo’n maatregel heeft op een goedlopend reisbureau geen invloed.
Directe incasso gaat me te ver. Dat zet het hele systeem op z’n kop. Uiteindelijk gaat het
allemaal om het beoordelen van risico’s.’
Waar staat Sundio Group over vijf jaar?
Romeijn: ‘Over vijf jaar valt er niet veel meer over te nemen. Als Sundio Group moeten we
in vijf jaar 50 procent kunnen groeien in Nederland. Dat is onze ambitie. Goed beschouwd
gaat het daarbij om minder dan 10 procent per jaar. Dat moet kunnen.’
INHOUDSOPGAVE
31
‘De crisis gaat voorbij, maar het zal
anders zijn dan voorheen’ 	
Jan Willem Dekker 	
CARLSON WAGONLIT TRAVEL
De zakenreisbranche heeft als eerste de klappen van de crisis gehad. ‘Maar het voordeel
is dat we het ook als eerste een toenemende activiteit zien voordat de economie weer
aantrekt’, zegt Jan Willem Dekker, executive vice-president Benelux van Carlson Wagonlit
Travel. ‘In leisure loopt een crisis altijd langer door. We merken dat momenteel in het
zakelijke segment weer meer wordt gereisd. Het gaat weer de goede kant op. Maar het
wordt anders dan voorheen.’
Het boekjaar 2009 is geen jaar om de vlag uit te hangen, zegt Jan Willem Dekker nuchter.
‘De hele branche heeft een gevoelige klap gehad. De zakenreismarkt merkt altijd als eerste
de gevolgen als het economisch minder gaat. Maar we merken ook als eerste wanneer het
weer aantrekt. Zakelijke klanten zullen als het even kan blijven reizen. Persoonlijk contact
komt het zakendoen ten goede, zeker als het om nieuwe klanten gaat.’
‘De economische crisis heeft Carlson Wagonlit Travel in het boekjaar 2009 zo’n 30 procent
van de omzet gekost, conform de rest van de zakenreisbranche’, zegt Dekker. ‘Maar het
gaat pas echt fout bij bedrijven die niet durven te erkennen dat ze geen last hebben van de
crisis. Nu niet ingrijpen betekent straks niet meer bestaan.’
Bij CWT, waar al vóór de crisis op de kostenkant werd gelet, is een fors aantal maatregelen
genomen. Dit niet alleen door de directe impact van de crisis maar ook met het oog op de
trend naar de toekomst. Mede door de automatisering en toenemende online boekingen
zullen de toekomstige transacties met minder personeel worden gerealiseerd.
Wat heeft Carlson Wagonlit aan maatregelen genomen?
Carlson Wagonlit Travel heeft een mix aan maatregelen genomen om op personeelskosten
te besparen. Zo kregen werknemers de mogelijkheid vrijwillig (met een regeling) een
nieuwe uitdaging aan te gaan buiten CWT. Anderen werden gestimuleerd vakantiedagen
op te nemen. Ook konden werknemers onbetaald verlof opnemen, waarbij CWT bepaalde
voorzieningen doorbetaalde.
‘CWT heeft flink kunnen besparen door een kantoor te sluiten en waar mogelijk
medewerkers te stimuleren thuis te werken. De verwachting is dat binnen een jaar een
derde van ons personeelsbestand vanuit huis werkt. Voor Nederland is dit nog steeds een
gevoelig onderwerp. Vaak wordt productiviteit gemeten door zichtbaar aanwezig te zijn.
Ik geloof echter dat je niet moet sturen op input maar op output. Naast het feit dat we op
die manier veel flexibeler zijn om de pieken op te vangen is het een bijkomend voordeel
dat thuiswerken ons aantrekkelijker maakt als werkgever. Ook kan er aanzienlijk worden
bespaard op werkplek- en reiskosten,’ aldus Dekker.
Verdere kostenbesparing ontstond doordat het managementtam vrijwillig salaris inleverde,
een voorbeeld dat door andere medewerkers op vrijwillige basis werd gevolgd. Bovendien
INHOUDSOPGAVE
32
kon de vrijgekomen ruimte in het hoofdkantoor in Amsterdam, nadat veel medewerkers
gingen thuiswerken, weer worden verhuurd. Al met al heeft dit ertoe geleid dat het aantal
verloren arbeidsplaatsen niet meer dan 10% bedroeg.
Welke trends signaleert u in de zakenreiswereld?
Dekker: ‘Zakelijke klanten gaan efficiënter met hun tijd om. Er blijft gereisd worden,
maar men let scherper op de noodzaak. Ook wordt het reisbeleid van bedrijven verder
aangescherpt. Toch dient men hier voorzichtig mee om te gaan. Er wordt meer dagrand
wordt gevlogen. Passagiers van zo’n dagrand verbinding moeten om vier uur ’s nachts
opstaan en zijn als het meezit om tien uur ’s avonds thuis. Een zware belasting voor de
reiziger, die wel fit moeten zijn om voor de belangen van de werkgever op te komen. Niet in
alle gevallen is de besparing om Economy te vliegen hiermee in het voordeel van het bedrijf.
Ik voorzie dan ook dat bij een aantrekkende conjunctuur de reis policies van bedrijven een
belangrijke secondaire arbeidsvoorwaarde worden voor het behouden en verkrijgen van
werknemers die veel moeten reizen. Toch zijn er vele andere manieren om op het reisbudget
te besparen zonder dat de reiziger daar direct nadelen van ondervindt. Wij spelen daar op in
als de reisconsultant van de zakelijke markt.’
Hoe kijkt u aan tegen recente faillissementen in de reisbranche?
‘Het valt op dat die vooral in het leisure-segment plaatsvinden. Bij zakenreisagenten zit het
businessmodel anders in elkaar. Leverancierskrediet speelt bij ons een minder belangrijke rol.
Wij zijn in staat snel in te grijpen bij plotselinge veranderingen in de markt, mede doordat we
na 9/11, SARS en andere gebeurtenissen door de wol geverfd zijn.’
Hoe ziet de reisbranche er over pakweg vijf jaar uit?
‘De branche denkt nog te veel in zoals het was. Maar de tijden zijn veranderd. Neem een
Bol.com dat zich de grootste winkel van Nederland noemt zonder daarvoor fysieke winkels
nodig te hebben. In de leisure-markt zal veel gebeuren, met veel nieuwe intreders. Er zal
toenemend online geboekt worden, zeker waar het eenvoudige reizen betreft. Ook op de
zakelijke markt zal veel veranderen. Vroeger waren airlines afhankelijk van de distributie,
terwijl ze nu dichter bij de klant staan met directe verkoop’, zegt Dekker.
Toch biedt dit in veel gevallen volgens hem geen voordeel voor de klant. ‘Stel dat je als
klant ergens in de wereld strandt, dan zal een airline niet meteen klaarstaan om je te helpen
door je op een vlucht van de concurrent te zetten, ook al zou dit de vertraging aanzienlijk
beperken. Naast de managementinformatie is juist het onafhankelijk advies een belangrijke
toegevoegde waarde voor de klant. Natuurlijk zal direct boeken bij de airlines een zuigende
werking hebben. Ook voor wat betreft zakelijke boekingen, maar ik denk dat meer dan
tweederde van de zakelijke reizen in de toekomst via de agent zullen worden geboekt. Maar
vast staat dat het niet meer wordt als voor de crisis, ook niet in de zakelijke markt.’
INHOUDSOPGAVE
33
‘Je kunt alleen overleven als je
keuzes maakt’	
Steven van Nieuwenhuijzen 	
D-REIZEN
De crisis zal de reisbranche ook volgend jaar treffen, maar niet zo erg als in 2009 het
geval was. Het kalenderjaar 2010 zal een min van 5 procent in de branche te zien geven,
verwacht Steven van Nieuwenhuijzen, directeur van D-reizen. ‘De branche zal nog een
jaar verder de diepte in gaan, maar niet met dubbele cijfers. Vanaf 2011 zal de markt zich
herstellen met een groei van 3 procent per jaar.’
Net als andere reisbedrijven heeft D-reizen een hectisch jaar achter de rug. De
vroegboekingen in december 2008 kwamen later op gang, klanten twijfelden langer voordat
ze hun vakantie boekten. Een trend die kenmerkend is voor de zomerboekingen van 2009.
‘Ik ben blij dat we onderdeel zijn van het Dirk van den Broek concern. De familie ziet kansen
en gaat voor de lange termijn. Er is ruimte voor creativiteit en innovatie. Daarom hebben
we kunnen investeren in onze nieuwe website. Ik heb zelf in oktober 2008 het stokje
overgenomen en toen onder andere maatregelen doorgevoerd om kosten te besparen. Dat
was een geluk bij een ongeluk toen de crisis uitbrak.’
Met een prognose-omzet van 475 miljoen euro in 2009 en 178 reiswinkels is D-reizen de
grootste onafhankelijke reisretailer in Nederland. De reisbureauketen is onderdeel van Dirk
van den Broek, bekend om zijn supermarkten (Dirk van den Broek, Digros en Bas van der
Heijden) en andere retailketens als Dirx Drogist en de slijterijen Dirck III.
Ondanks de opkomst van internet streeft D-reizen naar uitbreiding van het aantal (stenen)
reisbureaus naar 200 binnen drie jaar. Die uitbreiding vindt opmerkelijk genoeg ook plaats
om de online omzet te stimuleren. Uit onderzoek blijkt dat de omzet via de website D-reizen.
nl achter blijft in regio’s waar de keten geen stenen kantoren heeft. De combinatie internet
en winkels blijkt een ijzersterke. Klanten boeken makkelijker online als ze kunnen terugvallen
op een winkel van hetzelfde bedrijf bij hun op de hoek. Andersom werkt dat proces net zo:
online oriënteren en aan de balie boeken en betalen geeft veel consumenten een gevoel van
zekerheid. Dat wekt vertrouwen. De stenen winkel is de spil.
Omhoog
Van Nieuwenhuijzen: ‘Zodra we ergens een winkel openen, zien we meteen de online omzet
in dat gebied omhoog gaan. Ik wil geen intern kanaalconflict. De winkel is verantwoordelijk
voor een bepaald postcodegebied, en dus ook voor de omzet uit dat gebied die via internet
en telefoon binnenkomt. Bovendien is het nu minder druk aan de balie, dus worden veel
telefonische boekingen weer door het reisbureau gedaan in plaats van via onze callcentra.
Over drie jaar hebben we 200 winkels, een CRM gedreven contact center omgeving en een
succesvolle website die dankzij autonome groei goed is voor 50 procent van onze omzet.’
Van Nieuwenhuijzen verwacht een forse consolidatieslag onder reisbureaus in Nederland.
‘Op termijn is in ons land nog plaats voor circa 1.000 reisbureaus. Je kunt alleen overleven
als je keuzes maakt. Wij hebben als kracht dat retail onze core business is, terwijl
INHOUDSOPGAVE
34
touroperatorgebonden retail veelal verplicht 70 procent van de eigen labels moet verkopen
en retail “erbij doen”. Anders dan veel van onze concurrenten kunnen wij de klant dus een
onafhankelijk advies en een breed aanbod bieden tegen de beste prijs’
Waar staat D-reizen voor?
Van Nieuwenhuijzen: ‘De klant ziet D-reizen als grote betrouwbare speler. Dat is in deze tijd
erg belangrijk. We zijn groot in en bekend van vooral pakketreizen naar de landen rond de
Middelandse Zee, waarbij de prijs goed zit. We hebben echter een zeer brede productrange,
die we steeds beter onder de aandacht van de klant zullen brengen. D-reizen wil een merk
worden waar de klant van houdt. Onze missie is de Hema van de reiswereld te worden. De
Hema was voorheen vooral goedkoop, maar is nu ook leuk, vernieuwend, sympathiek en
klantgericht. Dat imago is ook onze ambitie, waarbij we onze focus op lage prijzen nooit
zullen loslaten. Klanten moeten zich slim voelen omdat ze bij D-reizen boeken.’
Bij D-reizen is een kleine revolutie gaande als het gaat om het tonen van merken. Voorheen
kregen klanten geen enkel ander merk dan D-reizen te zien. ‘We zijn nu in een fase dat
we binnen het warenhuis D-reizen de (A-)merken laten zien die we hebben. De klant
moet weten dat de gang naar ander reisbureau overbodig is. Misschien dat we nog een
privaatlabel onder de naam D-reizen beginnen.’
In zijn reclame- en marketinguitingen wil D-reizen actief, onderscheidend en spraakmakend
de klant benaderen. Het goudvissenhotel, dat D-reizen afgelopen zomer als ludieke actie op
Schiphol opende, is daar een voorbeeld van. ‘Er moet iets leuks in onze reclame zitten’, zegt
van Nieuuwenhuijzen, die opmerkt: ‘Een tv-commercial is vaak goed voor het onderhoud van
je merk, maar moet uiteindelijk wel tot conversie leiden.’ De “call to action”, de pakkende
“fietsenspringer” moet het verschil maken.
Volgens de topman van D-reizen vinden in de reisbranche veel achterhoedegevechten plaats.
‘Het gesprek verhardt, mede ingegeven door de wens dat alles maar weer was zoals het
voor de crisis was. De vraag wordt gesteld hoe reisagentvriendelijk een touroperator moet
zijn. Wij draaien het om: wij zijn een sterke reisretailer die de klant het beste kent en wij
selecteren de touroperators die onze partner vormen bij het invullen van de product-markt
combinaties. En dan is er nog de betalingsdiscussie. Bij ons is het gewoon geworden dat we
de klant in belangrijke periodes van het jaar geen aanbetaling vragen. Hiervoor werken we
samen met de touroperators.’
Hoe ziet Van Nieuwenhuijzen de nabije toekomst?
‘De komende winter is slecht, met touroperators die 20 procent minder capaciteit hebben
ingekocht. Ook komend jaar zal de klant later boeken. De klant boekt op het laatste moment
voor de laagste prijs. Dat wordt in 2010 een groter probleem dan het omzetverlies. Maar
ik ben ervan overtuigd dat mensen blijven reizen. Ik verwacht in 2011 weer herstel, met 3
procent per jaar. Mensen blijven tenslotte reizen. Ik zie veel kansen, we moeten alleen even
door de zure appel heen bijten.’
INHOUDSOPGAVE
35
Doe waar je sterk in bent en ken je
klant
Tijdens het ANVR Congres op Malta organiseerde Sasja van As-Winters, Sector banker
Vrijetijdsindustrie ABN AMRO, een ronde-tafeldiscussie met zes specialisten uit de
reisbranche: Atilay Uslu en Dick Gussen (Corendon), Norbert Good (De Reisspecialisten
Groep), Marcel Beemsterboer (Emesa), Jan Bert Wissink (Sunair) en Hans Lagerweij
(Sawadee). Het gesprek spitste zich toe op de vraag hoe er met de crisis wordt omgegaan
en vooral hoe het nu verder moet met de sector. Ofwel: hoe kunnen (zelfstandige)
reisondernemers hun kwetsbaarheid verminderen en welke toekomstmogelijkheden zien zij
voor de travelsector? Het gesprek leverde tien thema’s op; zaken die essentieel zijn voor een
succesvolle toekomst van de reisbranche.
1.	 Crisismanagement
Crisismanagement met zonodig harde ingrepen staat bovenaan bij veel spelers binnen de
reisbranche. De consolidatie gaat in ieder geval door, maar een continue kostenbeheersing -
juist ook in tijden dat het goed gaat - is noodzakelijk om te kunnen overleven. Dat betekent
bijvoorbeeld dat personeel kritisch moet worden bekeken. Lean and mean zijn is vaak
synoniem voor structureel afslanken en soms zelfs rigoureus reorganiseren. Een streng
debiteurenbeleid past daar ook in, evenals scherp inkopen en focussen op de marges.
Om de bezetting te optimaliseren, moet de capaciteit steeds worden aangepast aan de
marktomstandigheden. Uiteindelijk gaat het toch om verkopen zonder prijsdumping. Alleen
zo kan de marge op peil worden gehouden.
2.	 Financiële reserves
Het gaat meestal mis als er liquiditeitsproblemen ontstaan. Bouw dus voldoende financiële
reserves op voor slechte tijden, luidt de aanbeveling. Creëer speelruimte voor onvoorziene
gebeurtenissen en om te kunnen blijven investeren. Dat is immers de motor voor groei en
rendement.
3.	 Juiste positionering
Een sterk, betrouwbaar merk met genoeg naamsbekendheid is de basis voor een geslaagde
bedrijfsvoering. Dat komt echter niet vanzelf, daar moet je als reisondernemer constant aan
werken. De juiste positionering is daarbij essentieel. Aanbieders mogen zich best afzetten
tegen de concurrentie. Want onderscheid, exclusiviteit en toegevoegde waarde zullen steeds
belangrijker worden. Specialisme is niet genoeg. Superspecialisme, daar draait het om. Of je
positioneert je natuurlijk als prijsvechter met hoge volumes.
4.	 Denkwijze van klant
Volg altijd de denkwijze van de klant. Het juiste aanbod, de beste deals, het goede moment,
de ideale plaats. Klantprofielen, marktsegmentatie en filtertechnologie gaan een grotere
rol spelen. Klantenbinding is het sleutelwoord. Daarvoor is maatwerk vereist. En alles
weten van je klant. De consument is leading geworden, producten dienen op zijn wensen
en behoeften afgestemd te worden. Uitgaan van vooraf vastgesteld aanbod is in de
marketing echt verleden tijd. De consument op alle fronten verleiden, is voorwaarde voor
marktvergroting.
'Herpositioneer, vernieuw,
doe waar je sterk in bent'
(Norbert Good)
'Focus op superspecialisme
en persoonlijke band'
(Jan Bert Wissink)
'Wij weten alles van
onze klanten, onze
ambassadeurs'
(Atilay Uslu)
INHOUDSOPGAVE
36
5.	 Risico nemen móet
Ondernemers moeten risico's nemen, lef tonen, andere wegen inslaan, maar wel verstandig
en afgewogen. 'No guts, no glory'!
6.	 Creatief ondernemen
Creatief ondernemerschap is nodig in een reiswereld die enorm in beweging is. De klassieke
bedrijfskolom staat onder zware druk, leveranciers gaan nadrukkelijk (online) marktaandeel
opeisen. Heb frisse ideeën, zorg voor nieuwe input, met name ook van 'buitenstaanders',
laat je inspireren door branchevreemde concepten. Vastroesten is een doodzonde die
wel eens sneller dan gedacht fataal kan aflopen. Uiteindelijk gaat het om autoriteit en
geloofwaardigheid. En opvallen!
7.	 Nu keuzes maken
'Keuzes maken' is een belangrijke succesfactor. Keuzes in assortiment, keuzes in
doelgroepen, keuzes in bestemmingen en accommodaties, keuzes in distributie. Het is
aan te bevelen de omzet niet teveel te versnipperen en partners te koesteren. Ondanks de
veranderende zakelijke omgeving blijven vertrouwen en 'gunnen' uiterst belangrijk voor
succesvol ondernemen. Tevredenheid moet naar twee kanten toewerken: de klant èn de
relatie met de bestemming. Zeker richting de bestemming is de persoonlijke band voor
specialisten van groot belang.
8.	 ICT is voorwaarde
Zonder ver doorgevoerde technologie houdt alles op. En daarvoor is geld nodig, zowel B2B
als B2C. De modernste ICT-tools en 'slimme' boekbare websites worden de standaarden
voor ambitieuze ondernemers uit de sector. Affiliates en longtail zijn bij de online-spelers
populair.
9.	 Agenten? Ja, maar...
De distributie is tegenwoordig uiteraard multichannel, of beter nog: cross-channel.
Reisagenten worden nog steeds als belangrijk beschouwd door de niet-directsellers, maar
onder voorwaarden. Zoals selecteren: schakel niet meer alle reisbureaus in, maar alleen
degenen die je product goed (kunnen) verkopen. De matig boekende agent wordt al snel als
kostenpost gezien, die maar beter kan verdwijnen. Bovendien moet het businessmodel van
het reisbureau (ingrijpend) wijzigen. Bijvoorbeeld met een specialisatie of een veel breder
aanbod. Of een totaal andere werkwijze en uitstraling. Ook het beloningsstelsel gaat op de
schop, als je de opinieleiders moet geloven. Hoge, vaste commissies hebben hun langste
tijd gehad. Loon naar prestatie, differentiatie, of misschien wel nettoprijzen zullen straks
schering en inslag zijn, is de verwachting. Het menselijk contact blijft centraal staan in de
reisindustrie, mits het meerwaarde en expertise oplevert. Conclusie: retail ja, maar innovatie
moet!
10.	 Duurzaam trainen
Wellicht voor de iets langere termijn, maar beslist niet onbelangrijk: de vakopleidingen en
bedrijfstrainingen moeten aangepast worden aan de eisen van de 21e eeuw. De reisverkoper
nieuwe stijl moet een duizendpoot zijn, commercieel en sociaal, deskundig en talentvol.
Duurzaamheid en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) zullen meer aandacht
vergen en op den duur waarschijnlijk een 'hot issue' worden in de branche.
'Vertrouwen van consument
en schaarste creëren'
(Marcel Beemsterboer)
'De reisagent moet naar een
ander businessmodel'
(Hans Lagerweij)
INHOUDSOPGAVE
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie
Travel_rapport 3_economie

More Related Content

Viewers also liked

Proyectos
ProyectosProyectos
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920Jonathan King
 
Rostock V2 Mods
Rostock V2 ModsRostock V2 Mods
Rostock V2 ModsJon Chan
 
Informe San Francisco
Informe San FranciscoInforme San Francisco
Informe San Francisco
shelodelgado
 
Negocios Internacionales - Mercados verdes
Negocios Internacionales - Mercados verdesNegocios Internacionales - Mercados verdes
Negocios Internacionales - Mercados verdes
Nenyid Arias
 
NASA_Medevac_ Report-2016_Maldonado
NASA_Medevac_ Report-2016_MaldonadoNASA_Medevac_ Report-2016_Maldonado
NASA_Medevac_ Report-2016_MaldonadoVictor Maldonado
 
Los siete saberes de edgar morin
Los siete saberes de edgar morinLos siete saberes de edgar morin
Los siete saberes de edgar morin
Bertha Lema
 
Pedagogia critica diapos.
Pedagogia critica diapos.Pedagogia critica diapos.
Pedagogia critica diapos.
Daysi Valle
 

Viewers also liked (10)

Conjunctuur en koperprijs
Conjunctuur en koperprijsConjunctuur en koperprijs
Conjunctuur en koperprijs
 
Proyectos
ProyectosProyectos
Proyectos
 
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920
PERFORMANCE REVIEW_2016_JKI_20160920
 
Rostock V2 Mods
Rostock V2 ModsRostock V2 Mods
Rostock V2 Mods
 
law clinics
law clinicslaw clinics
law clinics
 
Informe San Francisco
Informe San FranciscoInforme San Francisco
Informe San Francisco
 
Negocios Internacionales - Mercados verdes
Negocios Internacionales - Mercados verdesNegocios Internacionales - Mercados verdes
Negocios Internacionales - Mercados verdes
 
NASA_Medevac_ Report-2016_Maldonado
NASA_Medevac_ Report-2016_MaldonadoNASA_Medevac_ Report-2016_Maldonado
NASA_Medevac_ Report-2016_Maldonado
 
Los siete saberes de edgar morin
Los siete saberes de edgar morinLos siete saberes de edgar morin
Los siete saberes de edgar morin
 
Pedagogia critica diapos.
Pedagogia critica diapos.Pedagogia critica diapos.
Pedagogia critica diapos.
 

Similar to Travel_rapport 3_economie

Rabobank horecarecreatietrendscijfers
Rabobank horecarecreatietrendscijfersRabobank horecarecreatietrendscijfers
Rabobank horecarecreatietrendscijfers
Henk Oosterhuis
 
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO
 
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarischVisie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
ABN AMRO
 
Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013
Laura Dalebout
 
Travel_rapport 2_sociodemo
Travel_rapport 2_sociodemoTravel_rapport 2_sociodemo
Travel_rapport 2_sociodemoCasper Burgering
 
Arbeidsvoorwaardennota 2014
Arbeidsvoorwaardennota 2014Arbeidsvoorwaardennota 2014
Arbeidsvoorwaardennota 2014
CNV Vakcentrale
 
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - WebloyaltyTravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
TravMagazine
 
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEF
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEFMEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEF
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEFAnke De Prins
 
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijfHoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
Roel Palmaers
 
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)Travel 360°
 
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
ABN AMRO
 
Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013
Laura Dalebout
 
Randstad Marktbrief Mei 2013
Randstad Marktbrief Mei 2013Randstad Marktbrief Mei 2013
Randstad Marktbrief Mei 2013Sander Sierdsma
 
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistischCOEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
Ondernemersplein
 
Kpn visie op finance
Kpn visie op financeKpn visie op finance
Kpn visie op finance
KPN Zakelijke Markt
 
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'Saxion University
 
Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?hpvwersch
 
Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009
Marketingfacts
 

Similar to Travel_rapport 3_economie (20)

Rabobank horecarecreatietrendscijfers
Rabobank horecarecreatietrendscijfersRabobank horecarecreatietrendscijfers
Rabobank horecarecreatietrendscijfers
 
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
 
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarischVisie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
 
Travel_rapport 1_internet
Travel_rapport 1_internetTravel_rapport 1_internet
Travel_rapport 1_internet
 
Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013
 
Travel_rapport 2_sociodemo
Travel_rapport 2_sociodemoTravel_rapport 2_sociodemo
Travel_rapport 2_sociodemo
 
Arbeidsvoorwaardennota 2014
Arbeidsvoorwaardennota 2014Arbeidsvoorwaardennota 2014
Arbeidsvoorwaardennota 2014
 
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - WebloyaltyTravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
TravConnect Technology Day 2015 - Michel La Pierre - Webloyalty
 
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEF
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEFMEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEF
MEDIA_Bt2_147_OVERZICHT_DEF
 
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijfHoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
Hoe ontvang ik meer buitenlandse gasten op mijn bedrijf
 
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)
Travel 2010 : Geert Bourgeois (Vlaams minister van toerisme)
 
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
 
Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013
 
Randstad Marktbrief Mei 2013
Randstad Marktbrief Mei 2013Randstad Marktbrief Mei 2013
Randstad Marktbrief Mei 2013
 
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistischCOEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
COEN 3e kwartaal 2020: Ondernemers minder pessimistisch
 
Kpn visie op finance
Kpn visie op financeKpn visie op finance
Kpn visie op finance
 
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'
Abstract:Toerisme en recreatie 'verdient meer'
 
Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?Double Dip: Risico of Kans?
Double Dip: Risico of Kans?
 
Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009Visie Op Media 2009
Visie Op Media 2009
 

Travel_rapport 3_economie

  • 1. Hoe reizen we verder? Rekeninghoudend met economie www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie Hoereizenweverder?-Rekeninghoudendmeteconomie AA6614©11-09
  • 2. 1 Inhoudsopgave Voorwoord 2 Samenvatting 3 Inleiding 5 1 Trends in de travelsector 6 2 Stakeholders aan het woord 27 3 Visie ABN AMRO 37 Bronnen 41
  • 3. 2 Voorwoord Toenemende vakantie-uitgaven van Nederlanders van de afgelopen jaren leidden tot mooie groeicijfers voor de totale travelsector. Het reislandschap is de afgelopen jaren ook sterk veranderd. De toegankelijkheid van internet bracht veel nieuwe toetreders die marktaandeel afsnoepten van de traditionele reisaanbieders. Veel van deze reisondernemingen bleven achter op het gebied van technologische ontwikkelingen, waardoor zij aansluiting met hun doelgroep verloren. Op het moment dat flinke investeringen in technologie nodig waren – vooral in gebruiksvriendelijke toepassingen voor de consument – raakte de Nederlandse economie in een diepe recessie. Consumenten trapten op de rem qua uitgaven. Dit heeft de travelsector hard geraakt. Vooral de partijen die niet in staat waren de reisconsument, op zoek naar de beste prijs en kwaliteit voor haar vakantie, te bereiken. Ook partijen die onvoldoende financiële buffers hadden opgebouwd in de goede jaren, kwamen in de problemen. Reisondernemingen die een groot deel van hun omzet via internet genereren, merken vooralsnog de minste omzetdaling en sommige groeien zelfs! Vooral het traditionele reisbureau, de zelfstandige ondernemer, incasseert de grootste dreun. Deze partijen zullen het komende jaar keuzes moeten maken om zich klaar te stomen voor de betere jaren die wij vanaf 2011 weer verwachten. Zij zullen zeer kritisch naar hun verdienmodel moeten kijken en daarnaast bepalen welke strategische keuzes zij gaan maken. De economische situatie zorgt ook dat het aantal touroperators dat massareizen aanbieden, versneld reduceert naar een beperkt aantal spelers. Het reislandschap wordt hierdoor nog compacter. Onderling zullen specialistische touroperators gaan uitvechten wie nu de échte specialist is. Natuurlijk blijft er ruimte bestaan voor specialisten op verschillende gebieden zoals bestemming, activiteit en klantsegment. De partij die de consument het meest aanspreekt en bereikbaar is via alle distributiekanalen, zal uiteindelijk winnen. Dit laatste geldt ook voor het reisbureau. Zelfstandige ondernemers die niet aangesloten zijn bij een landelijke formule, zullen hun zakelijke en particuliere klanten zowel fysiek als via internet moeten bedienen om de bereikbaarheid te vergroten. De travelsector heeft zeker het komende jaar nog te maken met consumenten die later boeken en zich strikter aan hun vakantiebudget houden. De reisaanbieder die hierop kan anticiperen en voldoende buffers heeft, zal goed uit de crisis te komen. ABN AMRO gelooft in herstel van de economie en u dient ervoor te zorgen dat de consument in tijden van relatieve onzekerheid de weg naar u blijft vinden. Ik wil iedereen bedanken die mee heeft gewerkt aan de totstandkoming van deze publicatie, in het bijzonder Casper Burgering en Ruben van Leeuwen. Het afgelopen jaar heb ik met veel plezier gewerkt aan de trilogie van de reispublicaties. Dit heb ik dankzij uw betrokkenheid kunnen doen. Dank hiervoor. Sasja van As-Winters Sector Banker Vrijetijdsindustrie ABN AMRO Sector Advisory INHOUDSOPGAVE
  • 4. 3 Samenvatting De travelsector is cyclisch van aard en heeft een sterk belang bij positieve economische ontwikkelingen. Als het in economisch opzicht goed gaat met Nederland, neemt het aantal reizen per vakantieganger per jaar toe. Bij economische neergang neemt het aantal vakanties af en kiest de consument eerder voor de ‘dicht-bij-huis’ reis dan voor een relatief duurdere buitenlandse reis. Omdat de cycliciteit veel invloed heeft op de resultaten van reisondernemingen, staan de economische ontwikkelingen in deze publicatie centraal. We kijken hierbij naar zowel de macro-economische ontwikkelingen als de bedrijfstakontwikkelingen tot dusver en geven aan wat de gevolgen van deze ontwikkelingen zijn voor de travelsector. De huidige economische laagconjunctuur heeft invloed op de bedrijfseconomische prestaties van reisondernemingen. Zodra de economische groei stagneert, neemt de bereidheid tot besteden bij consumenten – aan bijvoorbeeld een vakantie – af. Het is een aloude economische wet dat zodra het economisch slecht gaat, het vertrouwen van consumenten daalt. Particuliere bestedingen worden dan aangepast aan de nieuwe economische omstandigheden. Niet alleen de particuliere vakantieconsument zal gaan bezuinigen op buitenlandse reizen, ook vanuit het zakelijke segment zal aanzienlijk minder vraag naar reizen zijn. Volgens het Economisch Bureau van ABN AMRO zal de economie in 2009 krimpen met 4,25% en groeit de economie in 2010 licht met 0,5%. De wereldwijde kredietzeepbel barstte in de zomer van 2007, met de Amerikaanse huizen- en hypotheekmarkt als epicentrum. De branden in het financiële systeem werden al vanaf 2007 geblust door de centrale banken en overheden, maar sinds het onverhoopt toch nog misging met Lehman Brothers, wordt grootschalig materieel ingezet om de crisis te bestrijden. Het financiële systeem wordt van extra geld voorzien en de economische vraag wordt gestimuleerd door lage rentetarieven bij centrale banken. Uiteindelijk is het vooral de wereldhandel die de Nederlandse economie uit het slop moet trekken aangezien Nederland hier in grote mate afhankelijk van is. Met name de export is voor ons land van belang: de exportpositie is voor Nederland een goede basis voor economische groei. Wanneer de wereldhandel aantrekt, profiteert de Nederlandse economie hiervan omdat Nederland een open economie is. Bovendien scoort Nederland internationaal nog steeds goed met Schiphol Airport en de Rotterdamse haven. De vooruitzichten voor economische groei zijn gematigd positief. Voor de reissector is er nog weinig goed nieuws aan de horizon. Deze sector is in grote mate afhankelijk van consumentenbestedingen. De uitgangspositie voor de Nederlandse consument is niet slecht, maar de conjunctuur werkt wel duidelijk tegen. Een eerste levensbehoefte zal een vakantie nooit worden, maar wel kan aangenomen worden dat Nederlanders langzamerhand niet meer zonder kunnen. Tussen het eerste kwartaal van 2003 een het eerste kwartaal van 2006 is de omzet in de travelsector onder zijn normale trend gebleven. Dit vooral als gevolg van het ’9/11-effect‘, SARS en de economische neergang in de jaren 2003 en 2004. Na het eerste kwartaal van 2006 zag de travelsector kans weer stevig te groeien, mede dankzij een aantrekkende economie en toenemend consumentenvertrouwen en consumentenbestedingen. Met dit krachtige herstel schoot de sector ruim boven zijn normale groeipad uit, met een piek in het vierde kwartaal van 2006. De periode van boventrendse groeiontwikkelingen duurden tot het derde kwartaal van 2008. Vanaf dat moment werden de gevolgen van de recessie voor de travelsector steeds duidelijker. Een periode van ondertrendse groeiontwikkeling brak aan en het dal van de cyclus ligt (nu al) op een historisch dieptepunt. Herstel lijkt nog ver weg; uit de ontwikkeling van de belangrijkste indicatoren zien wij nog weinig echte verbetering of lichtpuntjes. Ook voor 2010 zijn de vooruitzichten voor de travelsector INHOUDSOPGAVE
  • 5. 4 minder gunstig. De werkloosheid zal volgens het Economisch Bureau van ABN AMRO verder toenemen, de banengroei blijft negatief en de koopkracht zal per saldo licht afnemen. Dit kan een negatieve impact hebben op het toch al broze consumentenvertrouwen. Kortom, sterke fundamenten, zoals een hersteld consumentenvertrouwen en een gunstig niveau van consumentenbestedingen, ontbreken om herstel op korte termijn te verwachten. Nederlanders gaven in 2008 EUR 12,6 miljard aan vakanties uit. Dit is een stijging van 13,5% jaar-op-jaar. De uitgaven per vakantieganger bedroegen in 2008 gemiddeld EUR 680,-, een stijging van 7,4% ten opzichte van 2007. De vakantie-uitgaven in 2009 zullen ten opzichte van 2008 naar verwachting stabiliseren, onder invloed van de slechte economische vooruitzichten en het lage consumentenvertrouwen. Het aantal vakantiegangers daalde vanaf 2003, maar in 2008 is weer een groei waargenomen van 2,3% ten opzichte van 2007. Daarnaast groeide het totale aantal vakanties met 1,4% in 2008 ten opzichte van het voorgaande jaar. Het aantal boekingen in de zomer van 2009 viel echter tegen (ongeveer 10-15% minder boekingen dan in dezelfde periode in het voorgaande jaar). Daarbij komt dat de verwachtingen ten aanzien van de economie, het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen minder gunstig zijn voor de rest van 2009 en ook voor 2010. Daardoor zullen reisondernemingen wellicht voorzichtiger gaan inkopen. De marges in de travelsector liggen relatief laag: in 2006 en 2007 waren de marges respectievelijk 3,0% en 4,3%. Voor 92% bestaan de kosten uit inkoop-, arbeids- en verkoopkosten, de overige kosten (zoals energie, huisvesting, inventaris en afschrijvingen) zijn verwaarloosbaar. Door die lage vaste kosten kunnen de bedrijven in de sector getypeerd worden als flexibele organisaties. Het sentiment van de ondernemers is de laatste tijd verslechterd. Tot en met juni 2008 waren er meer reisondernemingen positief dan negatief over het economische klimaat en omzet- en prijsontwikkeling. Na juni 2008 echter werden steeds meer reisondernemers negatiever ten aanzien van de economische ontwikkelingen. Tot slot Ondanks veel goed nieuws over leidende economische indicatoren in kranten en vaktijdschriften, verwachten wij niet dat het herstel voor de travelsector op korte termijn zal plaatsvinden. De huidige economische neergang heeft diepe littekens achtergelaten. Bovendien zijn de verwachtingen voor 2010 minder gunstig. De werkloosheid zal verder oplopen en de werkgelegenheid zal krimpen, het besteedbare inkomen zal dalen en als gevolg hiervan zal het (toch al broze) consumentenvertrouwen verder afnemen. De grote reisondernemingen hebben doorgaans nog voldoende reserves om de klappen op te vangen. Sommigen reserveren zelfs middelen om te investeren in zaken als overnames en ICT (efficiencyverbeteringen en/of internetapplicaties). De kleine reisondernemingen zijn veelal flexibel genoeg om zich aan de veranderende omstandigheden aan te passen. De middelgrote reisondernemingen hebben de meeste hinder van de economische teruggang. ABN AMRO verwacht dat de consolidatieslag verder zal intensiveren. De middelgrote reisondernemingen zoeken aansluiting met grotere reisondernemingen of kunnen fuseren met gelijkgestemden. De kleinere reisondernemingen zijn bij uitstek in staat om zich juist toe te leggen op een klein deel van de markt en uit te groeien tot echte local heroes. De slag om de toppositie is nog niet gespeeld en de verwachting is dat ook hier de verhoudingen op den duur zullen veranderen. Grotere reisondernemingen zijn op zoek naar vooral middelgrote reisondernemingen om hun klantenbereik en marktaandeel verder te vergroten. INHOUDSOPGAVE
  • 6. 5 Inleiding De travelsector is de laatste jaren dynamischer en complexer geworden. Niet alleen op het gebied van techniek, maar ook op socio-demografisch gebied1 . Het gaat hier om beïnvloedende factoren zoals: ƒƒ de manier van communicatie met en de keuze van de doelgroep ƒƒ vergrijzing ƒƒ individualisering ƒƒ nieuwe gezinssamenstellingen ƒƒ beschikbaarheid van informatie ƒƒ de succesvolle invoering van ICT Onder andere door de technologische mogelijkheden zijn de ontwikkelingen in de travelsector aanzienlijk versneld. De travelsector heeft zich in relatief korte tijd ontwikkeld tot een echte vechtersmarkt met hevige concurrentie: meer aanbieders bij een vrijwel gelijkblijvende vraag, wat uiteindelijk resulteerde in lagere marges. Economisch gezien zit Nederland in zwaar weer. In het tweede kwartaal van 2008 realiseerde de Nederlandse economie voor het eerst economische krimp, en deze neergang zet nog steeds door. Ook de consument heeft weinig vertrouwen in de economie. Dit sentiment heeft zijn weerslag in de particuliere bestedingen, ondanks de verbetering van de koopkracht in 2009. Veel reisondernemingen hebben faillissement moeten aanvragen. Ongetwijfeld zullen er meer reisondernemingen hun deuren noodgedwongen moeten sluiten door de vraaguitval. Een krachtig herstel in de travelsector laat nog op zich wachten. In dit rapport staan de economische ontwikkelingen centraal en kijken we naar de economische indicatoren die van invloed zijn op de sector. Er wordt aan de hand van desk research een antwoord gegeven op de vraag: ‘Wat zijn de gevolgen van de economische ontwikkelingen voor reisaanbieders in de travelsector?’. Met dit rapport willen wij een bijdrage leveren aan de discussie over de toekomst van de travelsector. We beschrijven wat de economische ontwikkelingen voor de travelsector tot dusver hebben betekend, wat mogelijke toekomstige ontwikkelingen zijn en wat de gevolgen hiervan kunnen zijn voor ondernemers in de travelsector. In het eerste hoofdstuk geven we een overzicht van de maatschappelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor de travelsector, met de nadruk op economische ontwikkelingen. Bovendien werpen we een blik in de toekomst: wat zijn de verwachtingen op economisch gebied? In het tweede hoofdstuk komen drie ondernemers aan het woord: een touroperator, een ondernemer uit het zakelijke segment en een retailer. Hoe hebben zij de ongunstige economische ontwikkelingen ervaren en wat verwachten ze voor 2010? Een andere vraag werd gesteld tijdens een ronde-tafeldiscussie die plaatsvond tijdens het ANVR Reiscongres op Malta; wat zijn de ‘best practices’ ten tijden van economische laagconjunctuur? Een gespreksverslag van deze discussie is opgenomen na de interviews. Tot slot komen in het derde hoofdstuk de visie en eindconclusie van ABN AMRO aan de orde. 1 Zie voor meer informatie over deze twee thema’s de eerste twee delen van “Hoe reizen verder?”: technologische en socio- demografische ontwikkelingen. Beide rapporten zijn te downloaden op www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie. INHOUDSOPGAVE
  • 7. 6 1 Trends in de travelsector De Nederlandse economie heeft de laatste decennia een positieve groei doorgemaakt. De economie heeft niet alleen geprofiteerd van de sterke groei van de internationale handel, maar ook van de toename van de totale particuliere consumptie. Dit laatste vooral door demografische ontwikkelingen, zoals bevolkingsgroei en een stijgend aantal huishoudens, en een gemiddeld hoger besteedbaar inkomen. Over het algemeen geldt dat als eenmaal in de basisbehoeften is voorzien, zoals bestedingen aan voedsel, gezondheid, kleding en huisvesting, er bij een stijgend inkomen naar verhouding meer geïnvesteerd wordt in duurzame goederen/luxe artikelen, vervoer, vakantie en toerisme. De recessie domineert momenteel vrijwel alle sectoren. De marktomstandigheden en -vooruitzichten voor 2009 en 2010 zijn voor reisondernemingen minder gunstig. In een neergaande economie ligt de nadruk bij bedrijven op het snijden in de kosten en het verbeteren van efficiency. Deze strategie kan echter ten koste gaan van de kwaliteit van de dienstverlening. Een andere strategie die bedrijven veelal volgen, is het bieden van meer kortingen. Hierdoor kan een prijzenoorlog kan ontstaan, waar vervolgens de hele sector mee wordt geschaad. De huidige economische laagconjunctuur heeft invloed op de resultaten van bedrijven in de travelsector. De bereidheid tot besteden aan bijvoorbeeld de vakantie neemt af en het vertrouwen van consumenten daalt. Niet alleen de particuliere vakantieconsument bezuinigt op buitenlandse reizen, ook vanuit het zakelijke segment zal aanzienlijk minder vraag naar reizen zijn. Welke economische trends en ontwikkelingen kunnen we signaleren? Op welke wijze hebben de economische indicatoren invloed op de travelsector en welke kansen en bedreigingen levert dit op? Waar in de cyclus bevindt zich de travelsector momenteel en hoe hebben de individuele bedrijven naar klassengrootte gepresteerd ten opzichte van elkaar? Op deze en andere vragen geven wij in het vervolg van dit hoofdstuk antwoord. Welke maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden de travelsector? De wereld om ons heen verandert, en ook de Nederlandse samenleving. Allerlei maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op de Nederlandse economie. Denk bijvoorbeeld aan economische voor- of achteruitgang, grillige behoeftepatronen van consumenten, voortschrijdende technologie, de invloed van globalisering en de behoefte aan duurzaamheid. Al deze aspecten beïnvloeden op de één of andere manier de dynamiek van de Nederlandse samenleving en hebben tot gevolg dat economische sectoren over tijd van gedaante veranderen. Dit geldt ook voor de travelsector en de stakeholders die bij de sector betrokken zijn, zoals overheid, banken, leveranciers, reisbureaus en touroperators. INHOUDSOPGAVE
  • 8. 7 Figuur 1: het krachtenveld van maatschappelijke ontwikkeling, interne invloeden en stakeholders in de travelsector Bron: ABN AMRO Sector Research De travelsector staat onder invloed van vijf externe ontwikkelingen1 die mede het krachtenveld voor de sector bepalen en2 3 : 1. technologische ontwikkelingen 2. socio-demografische ontwikkelingen 3. economische ontwikkelingen 4. ecologische ontwikkelingen 5. geopolitieke ontwikkelingen Technologische ontwikkelingen hebben een grote bijdrage geleverd aan de veranderingen in de travelsector. Denk aan internet, ontwikkelingen in het personenvervoer en nieuwe recreatieconcepten. Deze ontwikkelingen leiden tot verdere schaalvergroting, verticale integratie en intensievere samenwerking. Mede dankzij de evolutie van het internet en nieuwe ICT-mogelijkheden zullen verdere investeringen in efficiency en innovatie cruciaal worden. Vooral de evolutie van het semantische web vergt van bedrijven een nieuwe investeringsronde. Wij verwachten dat het semantische web een zeer grote impact zal hebben op toekomstige ontwikkelingen in de sector. Het zal gaan om ‘gevonden worden’ in de internetjungle en wie hier niet op inspeelt, gaat hoogstwaarschijnlijk de boot missen. Denk bij socio-demografische ontwikkelingen aan de ontwikkeling van de hoeveelheid vrije tijd, de samenstelling van huishoudens en aan thema’s als vergrijzing, individualisering, life style en etniciteit. Deze veranderingen in de (samenstelling van de) bevolking hebben op termijn gevolgen voor de travelsector. Met de tijd verandert het profiel van de vakantieconsument en daarmee zijn vakantiebehoefte. Voor de sector is het belangrijk dat 1 Deze ontwikkelingen zijn onderdeel van een zogenaamde DEPEST-analyse: een analysemodel voor de externe omgeving o.b.v. Demografie, Ecologie, Politiek, Economie, Sociologie enTechnologie 2 zie ook de publicaties van NBTC•NIPO (Toekomstvisie vakantiemarkt 2007-2015) en van NRIT (TrendrapportToerisme, Recreatie en VrijeTijd, 2007/2008) waarin de vijf maatschappelijke ontwikkelingen worden gesignaleerd en besproken. 3 De thema’s technologische en socio-demografische ontwikkelingen zijn uitgebreid aan de orde geweest in de publicatie “Hoe reizen we verder?” van ABN AMRO (maart en juni 2009). Zie www.abnamro.nl/vrijetijdsindustrie. Maatschappelijke ontwikkelingen Reisaanbieders Bestuurlijke invloeden Technische invloeden Bedrijfseconomische invloeden Organisatorische invloeden Travelsector Reisorganisaties/ touroperators Reisbureaus Overheid Derden Banken en overige financiers Afnemers van reizen (zakelijk en particulier) Media Nieuwe (branche- vreemde) toetreders Leveranciers van accommodatie en/of vervoer Socio-demografische ontwikkelingen individualisering beperkte vrije tijd vergrijzing samenstelling huishouden Economische ontwikkelingen wisselkoersen inflatie BBP %-groei rente consumenten- bestedingen Geopolitieke ontwikkelingen politieke onrust terrorisme Ecologische ontwikkelingen weersverandering opwarming milieuaspecten Technologische ontwikkelingen vervoer ICT “Veel reisbureaus hebben zich ingegraven en zijn niet meegegaan met wat de klant wil. Waarom zou een klant nog naar het reisbureau gaan?” Joost Romeijn Sundio Groep INHOUDSOPGAVE
  • 9. 8 de klanten centraal worden gesteld en dat naar hun vakantiebehoeften wordt geluisterd. Dit vraagt om vrijwel continue monitoring van klantbehoeften, waarbij sociale netwerken op internet (daar waar veel reisinformatie van en over vakantieconsumenten beschikbaar is) een belangrijke rol zullen gaan spelen. De travelsector is cyclisch van aard en heeft belang bij positieve economische ontwikkelingen. Als het economisch goed gaat met Nederland, neemt het aantal reizen per vakantieganger per jaar toe. In tijden van economische neergang neemt het aantal vakanties af en kiest de consument eerder voor de ‘dicht-bij-huis’ reis dan voor de duurdere buitenlandse reis. De economische ontwikkelingen staan in deze publicatie centraal. We gaan niet alleen in op de economische ontwikkelingen tot dusver en de gevolgen voor de travelsector, maar kijken eveneens naar de verwachtingen voor de Nederlandse economie. Steeds belangrijker voor de travelsector zijn de ecologische ontwikkelingen. De vrijetijdseconomie heeft zich sterk ontwikkeld, mede dankzij de globalisering en de daarmee gepaard gaande sterke groei van de mobiliteit. Hierdoor is de toeristische sector een van de grootste sectoren ter wereld geworden. De sterke groei van de sector kent echter ook negatieve kanten, zoals de effecten op milieu, landschap, natuur en lokale cultuur en de daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten. Tot slot zijn geopolitieke ontwikkelingen van belang. Door politieke onzekerheid en wantrouwen in de politieke stabiliteit van bepaalde landen, neemt de reisvraag naar die landen af. Ook de gevolgen van terrorisme en andere gewapende conflicten, zoals burgeroorlogen, zijn van invloed op de reisvraag. De macro-economie in perspectief en achtergronden van de huidige recessie De reisbranche merkt duidelijk dat het economische tij behoorlijk tegenzit; de Nederlandse economie bevindt zich in de diepste neergang in het naoorlogse tijdperk. Het woord ‘crisis’, vaak voor natuurrampen, oorlogen en andere oncontroleerbare situaties gebruikt, deed in het najaar van 2008 zijn intrede in de economie. Eerder was er al sprake van een crisis in het financiële systeem. De wereldwijde kredietzeepbel barstte in de zomer van 2007, met de Amerikaanse huizen- en hypotheekmarkt als epicentrum. De scheuren in het financiële systeem werden sindsdien steeds duidelijker zichtbaar, met als dieptepunt het omvallen van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers op 15 september 2008. Naast de groeivertraging die vanuit de Verenigde Staten overwaaide en de daling in het vertrouwen in de economie, tastten torenhoge energieprijzen de koopkracht van consumenten behoorlijk aan. De consumptieve bestedingen kwamen hierdoor onder druk te staan. De economische groei was in veel landen al negatief in het derde kwartaal van 2008, ook in Nederland. In de zomer van 2008 wees alles nog op een vrij milde recessie, uiteindelijk is het een zeer zware recessie geworden. Het debacle rondom Lehman Brothers versnelde het proces van economische neergang aanzienlijk. Het wantrouwen zorgde ervoor dat het financiële systeem ‘bevroor’ in de weken na het omvallen van de Amerikaanse zakenbank. Maar het geld stopte niet alleen met rollen bij banken en verzekeraars. Ook het niet-financiële bedrijfsleven vertrouwde de economie niet langer. Aangezien geld plotseling schaars werd, kreeg het vrijhouden van werkkapitaal alle prioriteit bij bedrijven. Magazijnvoorraden werden niet meer aangevuld, investeringen werden uitgesteld, orders werden geannuleerd bij leveranciers en geleidelijk aan werd er ook steeds meer gesneden in het personeelsbestand. Binnen de reisbranche kreeg het segment voor zakenreizen al direct harde klappen. Bezettingsgraden bij luchtvaartmaatschappijen daalden, bij het vervoer van personen, maar nog veel meer bij de vrachtdivisies. Het gevolg van de extreme bezuinigingen was dat de INHOUDSOPGAVE
  • 10. 9 economische neergang een zelfbevestigende voorspelling voor velen werd. In een ongekend tempo daalde de economische activiteit in de laatste maanden van 2008. De vrije val deed denken aan de Grote Depressie in de jaren dertig van de vorige eeuw. Minder ruimte voor pessimisme Toch is een nieuwe depressie voorkomen. Anders dan in de jaren dertig waren de autoriteiten er ditmaal op tijd bij. De branden in het financiële systeem werden al vanaf 2007 geblust door de centrale banken en overheden, maar toen het onverhoopt toch nog misging met Lehman Brothers, werd grootschalig materieel ingezet om de crisis te bestrijden. Figuur 2: Vertrouwensindices Bron: CBS,Thomson Financial Datastream Het financiële systeem wordt momenteel van extra geld voorzien en de economische vraag wordt gestimuleerd door lage rentetarieven bij centrale banken. Bovendien zorgen overheden voor een forse extra impuls met nieuwe overheidsbestedingen. Ondanks allerlei potentiële nadelen die kleven aan deze agressieve beleidsreacties, is het optreden adequaat geweest. De geschiedenis heeft duidelijk laten zien dat niets doen en afwachtend beleid voeren veel ernstiger gevolgen voor de economie heeft. De genomen beleidsmaatregelen beginnen nu ook vruchten af te werpen. Allereerst is er een bodem gelegd onder het vertrouwen, zowel in de bancaire sector als in de rest van de economie. De negatieve spiraal is tot stilstand gekomen. Het scenario van een economische depressie is waarschijnlijk afgewenteld. De economische vooruitzichten zien er steeds beter uit. Het bedrijfsleven, met de industriële sector voorop, merkt ook dat het weer beter gaat. De vraag naar producten en diensten neemt weer toe en veel bedrijven merken dat hun extreme bezuinigingen in de afgelopen maanden te ver zijn doorgeschoten. Er is nu wereldwijd een inhaalslag zichtbaar. Magazijnvoorraden worden weer aangevuld en noodzakelijke investeringen worden weer gedaan. Gevolgen voor de Nederlandse economie Nederland is geen uitzondering in de wereldwijde economische crisis. Ook hier deed de recessie haar intrede halverwege vorig jaar en kwam de economie in een vrije val terecht na de val van Lehman Brothers. Als open economie is Nederland behoorlijk afhankelijk van de wereldhandel. En juist de wereldhandel liep harder terug dan de totale economische activiteit. Dit omdat de dienstverlenende sectoren, die het grootste deel van de economie vormen en minder conjunctuurgevoelig zijn, nauwelijks actief zijn in de internationale handel. Bovendien heeft Nederland veel last van de financiële crisis, omdat de bancaire sector een vrij groot gedeelte van de economie vormt. -50 -40 -30 -20 -10 0 10 20 30 40 2000-1 2000-7 2001-1 2001-7 2002-1 2002-7 2003-1 2003-7 2004-1 2004-7 2005-1 2005-7 2006-1 2006-7 2007-1 2007-7 2008-1 2008-7 2009-1 2009-7 Index Consumentenvertrouwen Producentenvertrouwen “De branche zal nog een jaar verder de diepte in gaan, maar niet met dubbele cijfers” Steven van Nieuwenhuijzen D-Reizen INHOUDSOPGAVE
  • 11. 10 De Nederlandse consument en de politiek merkten in 2008 echter niet veel van de crisis. Het late crisisbesef komt vooral doordat de oplopende werkloosheid pas begin 2009 haar intrede deed. Dit is bijna zes maanden nadat de Nederlandse economie in de recessie belandde. Het consumentenvertrouwen daalde al wel eerder, zeker toen er vraagtekens geplaatst werden bij het Nederlandse financiële systeem. De beleidsreactie van overheidszijde kwam in Nederland vrij laat, behalve voor de financiële sector. In maart 2009 werd een pakket met crisismaatregelen gepresenteerd door het kabinet, maar de omvang was in vergelijking met andere Europese landen gering. Wel vangen de zogenaamde 'automatische stabilisatoren' veel crisisschade op. Bedrijven en consumenten betalen minder belasting door de crisis, terwijl de overheid haar uitgaven verder laat oplopen door de verstrekking van meer werkloosheidsuitkeringen en de nieuwe deeltijd-WW. Uiteindelijk is het vooral de wereldhandel die de Nederlandse economie uit het slop moet trekken. De vooruitzichten zijn gematigd positief. De wereldeconomie herstelt op dit moment sneller dan de Nederlandse economie, al loopt de feitelijke wereldhandel (handelsstromen) iets achter bij deze ontwikkeling. Vooral in Azië is het herstel goed op dreef, maar ook in de Verenigde Staten is er al sprake van economische groei. De recessie was zelfs al eerder voorbij in Duitsland. De economie van onze oosterburen lijkt vrij snel uit het diepe dal te kruipen. Dit is ook goed nieuws voor Nederland, omdat Duitsland veruit onze grootste handelspartner is. In Nederland is ook sprake van stabilisatie van de vrije val en in enkele sectoren is al een voorzichtig herstel zichtbaar. Rol van de huizenmarkt Het vertrouwen speelt een belangrijke rol, maar ook het verdampen van vermogen van huishoudens is een bepalende factor voor de huidige economische ontwikkelingen. De waarde van financieel belegd vermogen, zoals aandelen, neemt vrijwel altijd af in crisisperioden. Voor de gemiddelde Nederlander is dit echter geen grote zorg. Huizenbezit speelt een veel grotere rol. In 2006 maakte de waarde van een eigen woning bijna 60% uit van de totale bezittingen van huishoudens. De situatie op de woningmarkt maakt deze recessie ook anders dan anders, want voor het eerst sinds lange tijd dalen de huizenprijzen. Hierdoor neemt het vermogen van Nederlanders extra hard af. Figuur 3: Opbouw vermogen Nederlandse huishoudens (2008) Bron: CBS Natuurlijk zit dit waardeverlies voor een groot deel 'tussen de oren' en zal het niet tot reusachtige problemen leiden op de huizenmarkt zelf, maar goed voor het vertrouwen is het allerminst. Ook is het lastiger om de overwaarde op een huis te verzilveren. In Nederland heeft de gunstige situatie op de huizenmarkt waarschijnlijk niet fors bijgedragen aan de 2% Onderneming Roerende zaken Onroerend goed Aandelen Obligaties Bank-/spaartegoeden 2% 14% 1% 15% 66% INHOUDSOPGAVE
  • 12. 11 consumptiegroei. Maar nu het slechter gaat op de huizenmarkt, zal dit de consumptiegroei evenmin helpen. Het is niet eenduidig vast te stellen in hoeverre de situatie op de huizenmarkt het vakantiegedrag van Nederlanders beïnvloedt. Sinds de jaren zeventig nemen de vakantiebestedingen ieder jaar toe, met slechts een enkele uitzondering: de zware recessie begin jaren tachtig. Toen namen de vakantiebestedingen van Nederlanders in absolute zin af. Het is in onze visie geen toeval dat toen ook de huizenmarkt inzakte. De huidige recessie is dieper dan die in de jaren tachtig, maar de huidige situatie op de huizenmarkt vertoont grote gelijkenissen met die van toen. We verwachten een verdere daling van de huizenprijzen ten opzichte van de piek die bereikt werd in de zomer van 2008. Het vermogenseffect van de huizenmarkt zal dus voorlopig nog negatief doorwerken. Aangenomen mag worden dat dit leidt tot een beperking van de consumptiebereidheid, zeker als het gaat om niet primaire goederen en diensten. De vraag rijst in hoeverre een vakantie tot de noodzakelijke consumptie gerekend moet worden. De ervaringen uit de jaren tachtig doen vermoeden dat de huidige situatie op de huizenmarkt de reisbranche waarschijnlijk vrij hard zal raken. Vooruitzichten voor de particuliere consumptie Voor de reisbranche is er vooralsnog weinig goed nieuws aan de horizon. De sector is in grote mate afhankelijk van de consument. De uitgangspositie voor de Nederlandse consument is niet slecht, maar de conjunctuur werkt duidelijk tegen. Dit zal op korte termijn niet veel verbeteren, vooral omdat de werkloosheid nog veel verder zal stijgen. De Nederlandse arbeidsmarkt zal met vertraging reageren op de verbetering in de conjunctuur. Waarschijnlijk zullen de eerste verbeteringen zichtbaar zijn in de tweede helft van 2010. Voor degenen die hun baan behouden, valt de crisisschade mee. Volgens de ramingen van het Centraal Planbureau zal de koopkracht voor een gemiddeld huishouden in 2009 zelfs stijgen met 1,75%. De lage inflatie speelt hierin een grote rol, en bovendien voorzien veel cao’s voor 2009 in een loonstijging. In 2010 zal de koopkracht voor een gemiddeld huishouden volgens het CPB met 0,25% dalen, wat gezien de diepte van de recessie ook nog alleszins meevalt. Echter, een huishouden waar de kostwinnaar werkloos wordt, zal veel koopkracht inleveren. Het beeld voor de dynamische koopkracht voor dit en volgend jaar ziet er dan ook veel slechter uit. Voor werkenden en werklozen samen zal de reële inkomensgroei in onze visie met 0,5% stijgen in 2009 en zelfs met 1,0% in 2010. Figuur 4: Ontwikkeling koopkracht en reëel besteedbaar inkomen Bron: CPB De ruimte om te consumeren, en dus ook om op vakantie te gaan, wordt niet alleen maar bepaald door de (reële) inkomensgroei, maar ook door het vermogen van huishoudens. De vermogenssituatie van Nederlandse huishoudens is gunstig, zelfs in het perspectief van het -3 -2 -1 0 1 2 3 4 5 6 7 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009v 2010v in% Koopkracht Reëel besteedbaar inkomen INHOUDSOPGAVE
  • 13. 12 huidige economische klimaat. Nederlanders hebben voldoende financiële middelen om de crisis te doorstaan. De ruime hoeveelheid spaargeld zou aangewend kunnen worden om de consumptie(groei) op peil te houden. Maar in praktijk ziet het beeld er totaal anders uit. De vermogenspositie van huishoudens daalt per saldo vaak in recessies. Ondermeer hierdoor dalen de consumptieve bestedingen. Dit gebeurt nu ook, vooral in de detailhandel, maar ook duidelijk in de reisbranche. De hand gaat op de knip en het spaargedrag neemt toe. Vakantiegedrag van huishoudens in Nederland Een eerste levensbehoefte zal een vakantie nooit worden, maar wel kan aangenomen worden dat Nederlanders langzamerhand niet meer zonder kunnen. Sinds de jaren zeventig neemt het aantal vakanties jaarlijks toe. De gestegen welvaart is de belangrijkste reden voor de stijgende populariteit van vakanties. Huishoudens geven steeds meer uit aan vakanties; als percentage van het besteedbare inkomen zijn de vakantie-uitgaven met 3% gelijk gebleven. Dit bedrag gaat op aan de vakantieboeking en aan alle bijkomende reis- en verblijfkosten. Dit constante patroon wil niet zeggen dat vakantie-uitgaven niet conjunctuurgevoelig zijn. In recessieperiodes, zoals begin jaren tachtig, is er wel degelijk sprake van afnemende vakantiebestedingen. Voor minder diepe en lange recessies geldt een iets minder pessimistisch beeld, maar de groei in vakantiebestedingen neemt in economische stagnaties wel duidelijk zichtbaar af. De gestegen welvaart en de verbeteringen in vervoer, maken buitenlandse vakanties steeds populairder. Sinds de jaren zeventig stijgt het aantal buitenlandse vakanties veel sneller dan het aantal binnenlandse vakanties. Het aandeel buitenlandse vakanties wordt steeds groter. In 1970 was het nog 41,8%, inmiddels is het gegroeid naar 64,0% in 2008. Overigens stijgt het aantal binnenlandse vakanties ook nog steeds. Natuurlijk is er sprake van een substitutie-effect tussen buitenlandse en binnenlandse vakantiereizen, maar extra vakanties tussendoor in eigen land worden steeds populairder. De conjunctuur blijkt het meest van invloed op buitenlandse vakantiereizen. In goede economische tijden groeit het aantal buitenlandse vakanties hard, in slechte economische tijden neemt het af. Dit effect is goed te verklaren met de economische theorie. In het algemeen zijn buitenlandse vakanties duurder, vooral door de hogere transportkosten. Bovendien zijn er alternatieven dichterbij huis beschikbaar, waardoor perioden van laagconjunctuur gepaard gaan met minder buitenlandse vakanties. Maar als er gekeken wordt naar de vakantie-uitgaven zien we juist een heel ander beeld. In economisch mindere tijden wordt er als eerste bezuinigd op vakantie-uitgaven in het binnenland. Figuur 5: Vakantie-uitgaven per persoon en als % van het beschikbare inkomen Bron: CBS, bewerking ABN AMRO “Mensen blijven tenslotte reizen. Ik zie veel kansen, we moeten alleen even door de zure appel heen bijten.” Steven van Nieuwenhuijzen D-Reizen “De consument is veranderd. De bereidheid tot kopen is er, maar je moet veel meer doen om hem te strikken.” Joost Romeijn Sundio Group 1,8 1,9 2,0 2,1 2,2 2,3 2,4 2,5 2,6 2,7 2,8 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 % EUR Vakantie-uitgaven per persoon (l.a.) Vakantie-uitgaven als % beschikbaar inkomenuitgaven als % beschikbaar inkomen INHOUDSOPGAVE
  • 14. 13 De uitgaven van Nederlanders aan vakanties kwamen in 2008 uit op EUR 12,6 miljard. Dit is een stijging van 13,5% jaar-op-jaar. De uitgaven aan vakanties per vakantieganger bedroegen in 2008 gemiddeld EUR 680,-, een stijging van 7,4% ten opzichte van 2007. De vakantie-uitgaven in 2009 zullen ten opzichte van 2008 naar verwachting stabiliseren, onder invloed van de economische ontwikkelingen en het lage consumentenvertrouwen. Het aantal vakantiegangers daalde aanvankelijk vanaf 2003, maar in 2008 groeide het aantal weer met 2,3% ten opzichte van 2007. Daarnaast groeide het totale aantal vakanties met in 2008 1,4% ten opzichte van het voorgaande jaar. Figuur 6: Gemiddelde en totale uitgaven per vakantieganger en consumentenvertrouwen Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS, ramingen ABN AMRO Sector Research Het aantal boekingen in de zomer van 2009 viel echter tegen: zo’n 10 tot 15% minder dan in dezelfde periode in 2008. Ook voor de rest van 2009 en voor 2010 zijn de verwachtingen ten aanzien van de economie, het consumentenvertrouwen en de consumentenbestedingen minder gunstig. Reisondernemingen zullen wellicht voorzichtiger gaan inkopen. Hierdoor kunnen vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd worden. Dit kan voor het uiteindelijke rendement van de reisonderneming gunstig uitpakken, als daardoor minder vakanties als goedkope ‘last minutes’ van de hand hoeven te worden gedaan. In 2008 gingen 12,6 miljoen Nederlanders bijna 36 miljoen keer met vakantie, zowel in als buiten Nederland. Dat is gemiddeld 2,8 vakanties per Nederlandse vakantieganger. In 2002 was dit 2,9, in de periode 1996-2001 2,6 en in de periode 2003-2008 2,8. Ondanks de problemen aan het begin van deze eeuw (zoals ‘9/11’, SARS en economische teruggang), is de reislust van veel Nederlanders toegenomen. Figuur 7: Aantal deelnemers aan vakanties en totaal aantal vakanties Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS 400 450 500 550 600 650 700 0 2 4 6 8 10 12 14 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009v (x1EUR) (x1mldEUR) Tot. uitgaven voor vakanties (l.as) Gem. uitgaven per vakantieganger (r.as) -40 -30 -20 -10 0 10 20 30 0 100 200 300 400 500 600 700 800 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009v EUR Consumentenvertrouwen (r.as) Gemiddelde uitgaven per vakantie (l.as) 28.000 30.000 32.000 34.000 36.000 11.000 11.500 12.000 12.500 13.000 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 (x1.000) (x1.000) Aantal deelnemers aan vakanties (l.as) Totaal aantal vakanties (r.as) INHOUDSOPGAVE
  • 15. 14 Het gemiddelde aantal vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer is dus in korte tijd gegroeid. Wat echter opvalt is dat, met de scherpe groei van het gemiddelde aantal vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer in 2002 (+8,0%), de gemiddelde uitgaven per vakantiedeelnemer zijn gedaald (met 3,5%). Voor 2009 en 2010 verwachten wij dat het gemiddelde aantal vakanties per Nederlandse vakantiedeelnemer zal dalen. Bovendien zullen de gemiddelde bestedingen ook op een lager niveau liggen. De vakantieparticipatiegraad (het percentage van de Nederlandse bevolking dat op vakantie gaat) had in 2003 zijn hoogtepunt met 81,8%. Daarna daalde het licht. In 2008 is de participatiegraad 81,6%, een verbetering van bijna 1%-punt ten opzichte van 2007. In 2009 zal de participatiegraad naar verwachting weer dalen. Gezien de daling van het aantal boekingen in 2009 (ongeveer 10-15% minder dan in 2008), zal het aantal deelnemers aan een vakantie ook dalen. Voor 2010 verwachten wij geen herstel van de participatiegraad. Figuur 8: Deelnemers aan vakanties in % Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS Historisch gezien zijn binnenlandse vakanties bij Nederlanders populairder dan buitenlandse. Onder invloed van toegenomen welvaart en de druk op de prijzen heeft de buitenlandse vakantie de laatste jaren aan populariteit gewonnen. De buitenlandse vakantie werd bereikbaar voor een groter publiek, mede dankzij de ‘low cost carriers’ en de opkomst van prijsvechters op internet. Wat opvalt, is dat het totale aantal vakanties in Nederland zich sinds 1990 nagenoeg stabiel ontwikkelt. De groei van het totaal is vooral veroorzaakt door de groei van het aantal buitenlandse vakanties. Figuur 9: Totaal aan binnenlandse en buitenlandse vakanties Bron: Continu Vakantie Onderzoek, CBS 77,5 77,9 79,7 80,1 79,4 79,2 80,8 81,8 81,1 80,8 80,5 80,7 81,6 75 76 77 78 79 80 81 82 83 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 (participatiegraadin%) deelnemers aan vakanties (in %) “Zakelijke klanten gaan efficiënter met hun tijd om. Er blijft gereisd worden, maar men let scherper op de noodzaak.” Jan Willem Dekker Carlson Wagonlit Travel 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 18.000 20.000 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 (x1.000) (x1.000) Totaal vakanties in Nederland (l.as) Totaal vakanties in buitenland (l.as) Totaal aantal vakanties (r.as) INHOUDSOPGAVE
  • 16. 15 Het aantal binnenlandse vakanties was in 2007 nagenoeg gelijk aan het aantal buitenlandse vakanties, terwijl het aandeel buitenlandse vakanties in 2008 verder is uitgegroeid tot 51,4% van het totale aantal. Dit aandeel daalt echter in 2009. In de zomer van 2009 hebben relatief veel Nederlandse vakantieconsumenten gekozen voor een vakantie in Nederland in plaats van een relatief duurdere buitenlandse vakantie. De European Travel Commission (ETC) onderzoekt jaarlijks de ontwikkelingen en trends in het Europese toerisme en geeft ook enkele voorspellingen af. In haar nieuwste rapport constateert het ETC dat het aantal aankomsten in Europa met 10% is gedaald in de eerste vier maanden van 2009 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Vooral in het zakelijke segment en bij de toeristische verre reizen en de tweede vakanties waren de boekingen minder gunstig. Ook de vooruitzichten zijn somber volgens het ETC. De winsten van bedrijven zullen in 2010 lager uitvallen, waardoor kostenefficiency bij bedrijven hoog op de agenda zal staan. Internationale seminars en conferenties zullen hierdoor minder zakelijke bezoekers ontvangen. De particuliere consument heeft relatief weinig vertrouwen in 2010 door de oplopende werkloosheid en de druk op de koopkracht, waardoor de totale vakantiebestedingen zullen dalen. Wintervakanties steeds conjunctuurgevoeliger Vakanties in de winterperiode winnen aan populariteit, maar dit gaat niet ten koste van het aantal zomervakanties. Ook hier vertaalt de hogere welvaart zich in een toenemend aantal 'extra' vakanties naast de gebruikelijke, inmiddels zelfs wel traditionele, zomervakantie. Het is dan ook niet vreemd dat vakanties in de winterperiode conjunctuurgevoeliger zijn dan vakanties in de zomerperiode. Deze laatste vakanties laten juist een vrij stabiel en conjunctuuronafhankelijk patroon zien. Voor vakanties in de winterperiode geldt het omgekeerde. Hier is juist te zien dat de conjunctuur steeds meer grip krijgt op de ontwikkeling. In goede economische jaren neemt het aantal vakanties in de winterperiode exponentieel toe, terwijl in economische stagnaties het aantal wintervakanties juist snel afnam. Dit geldt niet alleen in groei, maar de laatste tijd ook in absolute aantal vakanties. Bij wintervakanties is de conjunctuurgevoeligheid dus groter. Waarschijnlijk is dit ook deels te wijten aan de sneller stijgende kosten van vakanties, vooral wintersportvakanties zijn in de afgelopen jaren fors duurder geworden. De vakanties die in de laatste categorie vallen, worden eerder aangemerkt als luxe vakantie die wellicht niet ieder jaar een primaire behoefte vervult. Populair gezegd: mensen kunnen vrijwel niet zonder zomervakanties maar een jaar de wintersportvakantie missen, is voor velen geen groot probleem. De inhaalslag zien we dan ook geregeld (en steeds extremer) terug. Dit was goed zichtbaar in de economische stagnatie van 2003-2004. Het aantal vakanties in de winterperiode nam in die twee jaren met respectievelijk 2,2% en 17,7% af. In 2005, toen het weer beter ging met de Nederlandse economie, steeg het aantal vakanties in de winterperiode met maar liefst 14,9% ten opzichte van het jaar ervoor. De huidige crisis betekent geen goed nieuws voor het aantal boekingen in het komende winterseizoen (voornamelijk wintersportvakanties). Echter, als het economische herstel verder doorzet, zijn de vooruitzichten voor het volgende winterseizoen (2010-2011) bijzonder gunstig. De travelsector en zijn economische dynamiek Maatschappelijke trends en ontwikkelingen hebben de dynamiek van de travelsector veranderd. Zo hebben de technologische ontwikkelingen verregaande gevolgen gehad voor het speelveld van de travelsector4 . Onder meer door de opkomst van internet is de dynamiek van de markt toegenomen en zijn de toetredingsdrempels verlaagd. 4 zie ook: “Hoe reizen we verder? Rekeninghoudend met technologische ontwikkelingen.” (maart 2009) INHOUDSOPGAVE
  • 17. 16 Ontwikkelingen in de bedrijfskolom De complexiteit van de travelsector is in de loop der jaren toegenomen en het aantal stakeholders is in korte tijd sterk gegroeid. Zowel voor reisbemiddeling, vervoersmaatschappijen, accommodatie aanbieders en touroperators zijn de ontwikkelingen hard gegaan. Figuur 10: De complexiteit van de bedrijfskolom in de travelsector Bron: ABN AMRO Sector Research Bovenstaande figuur geeft de complexiteit van de travelsector weer. Vrijwel alle stakeholders hebben dankzij technologische ontwikkelingen extra distributiekanalen gekregen en de mogelijkheid om de eindafnemers direct te benaderen. Aangezien vrijwel alle stakeholders binnen de bedrijfskolom een rol spelen, bespreken we hier kort de ontwikkelingen, kansen en bedreigingen ten aanzien van deze spelers. Ontwikkelingen bij de aanbieders van accommodaties Bij de keuze van het type accommodatie lijkt de consument steeds vaker te kiezen voor meer luxe en gemak. Dit blijkt uit een vergelijking van accommodatiekeuze in 1990 en in 2008. Internet Internet Afnemers Accommodaties Reisorganisaties / touroperators Vervoers- maatschappijen Reisbureaus (retail) Online reisbureaus Internet + retail Direct selling INHOUDSOPGAVE
  • 18. 17 Figuur 11: Accommodatiekeuze bij buitenlandse vakanties 1990 en 2008 Bron: CBS Hotels, bungalows en appartementen hebben de laatste jaren aan populariteit gewonnen ten koste van vooral de caravan en de tent. Het aantal vakantiegangers dat kiest voor het bed & breakfast-concept is eveneens toegenomen, net zoals een verblijf bij familie, vrienden en kennissen. De vraag van de vakantieconsument naar meer luxe en gemak heeft branchebreed geleid tot upgrading, zowel in Nederland als in het buitenland. De aanbieders van accommodaties in het buitenland, zoals individuele hotels, pensions, appartementen, bungalowparken en campings, hebben de laatste jaren geïnvesteerd in comfort en luxe om aan de vraag van de mondige en meer kritische (Nederlandse) vakantieconsument te voldoen. In Nederland zijn er momenteel relatief minder 1- en 2-sterren hotels en meer 3- t/m 4-sterren hotels, minder campings en meer bungalowparken en wordt veel aandacht besteed aan goede faciliteiten en service. De ongunstige mondiale economische ontwikkelingen en fluctuerende wisselkoersen hebben ongunstige gevolgen voor aanbieders van accommodaties, vooral voor hotels. Het aantal hotelovernachtingen in het hogere segment neemt sterk af. Ondanks de hevigheid van de crisis blijven hotels toch innoveren, blijven zij hun productaanbod verbreden en verbeteren, openen zij nieuwe locaties en blijven zij actief op de fusie- en overnamemarkt. In Nederland zien we dat hotels in het vijfsterrensegment bereid zijn om hun vijfde ster te laten vallen om de crisis te lijf te gaan. Het hogere segment hotels is deels afhankelijk van de zakelijke reiziger en in crisistijd is voor veel bedrijven het beleid om medewerkers niet in vijfsterrenhotels te laten overnachten. Ook zien we dat in economische moeilijke tijden (internationale) consolidatie nog steeds hoog op de agenda staat. Het failliet van Golden Tullip Hotels heeft vele investeerders van binnen en buiten de branche op de been gebracht en vrijwel alle Golden Tullip Hotels hebben in relatief korte tijd een nieuwe eigenaar gevonden. Dit geeft aan dat ondanks de crisis er toch veel vertrouwen is in de internationale hotelbranche voor de lange termijn. 8,8% OverigWoning van een particulierTent, bungalowtentBij familie, etc. Caravan, vouwwagenAppartementZomerhuisje, vakantiebungalowHotel, motel 5,1% 7,1% 14,7% 10,8% 9,5% 39,4% 4,5% 11,9% 2,2% 4,6% 13,7% 15,2% 14,3% 38,0% 1990 2008 INHOUDSOPGAVE
  • 19. 18 Diverse kansen en bedreigingen zijn van invloed op de verdere ontwikkelingen bij aanbieders van accommodaties: Tabel 1: Kansen en bedreigingen voor hotels, pensions en appartementen Kansen Gefragmenteerde (internationale) markten bieden nog veel kansen voor consolidatie en overnames. De technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan een groter (internationaal) bereik (internet en direct selling). Senioren vormen voor vrijwel alle aanbieders van accommodaties een groeiende doelgroep. Samenwerking met branchevreemde partijen (in Nederland bijvoorbeeld met de zorgsector) is een goede manier om het business model te verrijken. Hoewel de recessie internationaal hard toeslaat, blijft de zakelijke markt voor de toekomst een lucratieve markt. Aansluiting bij een internationaal merk voor herkenbaarheid en vindbaarheid (online) kan bijdragen. Bedreigingen De (internationale) reizigersstroom neemt af. Als gevolg van krimpende economie daalt het aantal bezoekers, waardoor de bezettingsgraad branchebreed afneemt. Hierbij wordt het hogere segment relatief harder geraakt. Om de schade te beperken en hotelgasten te overtuigen is meer marketinginspanning nodig en moeten creatieve concepten worden bedacht. Het tekort aan capaciteit in veel internationale regio’s is omgeslagen in een overcapaciteit. Door vraaguitval hebben veel accommodaties een lagere bezetting. Prijzen zijn scherp gaan dalen. De gehele branche heeft daarnaast te maken met een stijgende kostendruk (zoals arbeids-, energie- en voedingskosten). Bron: ABN AMRO Sector Research Voor bungalowparken en campings staan drie belangrijke thema’s op de agenda: upgrading, strategische samenwerking en consolidatie. De branche heeft te maken met veel regelgeving en is sterk afhankelijk van seizoensinvloeden. Het aantal bungalowterreinen groeit zowel in Nederland als in het buitenland sterk, veelal ten koste van bestaande campingterreinen. Er is, dankzij de vraag van de vakantieconsument, internationaal steeds meer aandacht voor milieu en natuur. De kansen en bedreigingen voor bungalowparken en campings staan hieronder weergegeven. Tabel 2: Kansen en bedreigingen voor bungalows en campings Kansen Groter (internationaal) bereik door internet, waardoor direct selling groeit. Bungalowparken investeren steeds meer in binnenactiviteiten. Bedrijven kunnen zich onderscheiden door zich te richten op bepaalde doelgroepen (zoals gezinnen, ouderen, jongeren). Ook is er behoefte aan natuurbeleving, rust en ruimte, avontuur. Het gaat bij recreatie steeds meer om beleving en een nieuwe ervaring. Bedreigingen In Nederland worden de zomers steeds meer onvoorspelbaar. Goedkope buitenlandse trips worden hierdoor populairder. Echter, in tijden van economische krimp wordt eerder gekozen voor een binnenlandse vakantie. Prijsconcurrentie is hevig. In crisistijd heeft de branche hinder van dalende consumentenbestedingen. De internationale toegenomen vraag naar bungalows is niet tijdelijk van aard en hierdoor zien we meer toetreders in de markt, met het risico van overcapaciteit op de langere termijn tot gevolg. Bron: ABN AMRO Sector Research Bij de bed & breakfast-concepten en overige accommodaties is kleinschaligheid en persoonlijk contact het belangrijkste ‘selling point’. Deze vorm van vakantiebesteding wint internationaal aan populariteit. De prijzen zijn relatief laag en dat is zeker in neergaande economie aantrekkelijk. Door de komst van internet is het (internationale) bereik toegenomen. Kleinschalige accommodaties kunnen in samenwerking met plaatselijke horeca en recreatieaanbieders een aantrekkelijk aanbod samenstellen. In tijden van economische tegenwind zien we echter op de belangrijkste internationale vakantiebestemmingen een wildgroei aan low budget accommodaties, waardoor ook in dit segment overcapaciteit dreigt. INHOUDSOPGAVE
  • 20. 19 Ontwikkelingen bij vervoersmaatschappijen Door de opkomst van low budget vliegtuigmaatschappijen is de prijs voor vliegreizen sterk gedaald. Hierdoor werden vliegvakanties voor meer vakantieconsumenten betaalbaar. In 1990 werd bij 17% van de vakanties gevlogen, in 2008 was dit 34%. Figuur 12: Vervoerskeuzes bij buitenlandse vakanties 1990 en 2008 Bron: CBS De toegenomen populariteit van de vliegvakantie ging ten koste van vrijwel alle overige vervoerstypen, zoals auto, trein en touringcar. Vooral de touringcar heeft het moeten ontgelden, met een daling van 9%-punt in 18 jaar. Dit komt vooral doordat de touringcar het op het gebied van comfort en gemak heeft moeten afleggen tegen andere vervoerstypen. Ten tijde van economische neergang neemt het aantal vliegvakanties en vakanties per trein meer af dan vakanties met eigen auto en touringcar. Vliegtuigmaatschappijen hebben last van fluctuerende olieprijsontwikkelingen. Een hogere olieprijs leidt tot duurdere vliegticket. Ondanks de vraaguitval blijven vliegtuigmaatschappijen investeren in communicatie, zoals internet. Het contact met de klant wordt geïntensiveerd via webcommunities (weblogs, fora en sociale netwerken). Ook wordt er handig gebruik gemaakt van de mogelijkheden van de mobiele telefonie. Bij veel grote vliegtuigmaatschappijen is het mogelijk om in te checken en te boarden via de mobiele telefoon. De trein heeft een duur imago, maar is een relatief milieuvriendelijke manier van reizen. De touringcar is relatief goedkoop en trekt vooral mensen met een laag budget, jongeren, groepen en ouderen. Diverse kansen en bedreigingen zijn van invloed op de verdere ontwikkelingen bij vervoersmaatschappijen: Tabel 3: Kansen en bedreigingen voor vervoersmaatschappijen Kansen Vervoer per vliegtuig en trein heeft door internet een groter bereik gekregen. Via internet kunnen consumenten eenvoudig zelf hun reis samenstellen. Door te investeren in communicatie kan de relatie met de klant worden verbeterd. De trein is een comfortabele manier van reizen en heeft het een groot internationaal spoornetwerk tot zijn beschikking. Hierdoor zijn er nog relatief veel groeimogelijkheden. Bovendien is het milieuvriendelijke imago van de trein een ‘selling point’. De touringcar is het goedkoopste reisalternatief. Door meer te gaan samenwerken met andere vervoerders, kan het klantenbereik worden uitgebreid. Bedreigingen Vliegtuigmaatschappijen en aanbieders van treinreizen hebben te maken met veel overheidsreguleringen. Dit kan groei belemmeren. Economische tegenwind is negatief voor de vraag naar vlieg- en treinreizen, vanwege de relatief hoge prijzen. Hogere dieselprijzen zetten druk op de marges van touringcaroperators. Bovendien wordt de reistijd door drukte op de wegen steeds langer. Bron: ABN AMRO Sector Research 1990 2008 Overige vervoermiddelenVliegtuigTouringcarTreinAuto 2,2% 4,0% 5,2% 34,4% 54,2% 2,5% 5,8% 14,0% 16,5% 61,1% INHOUDSOPGAVE
  • 21. 20 “Bus voor veel consumenten geen alternatief voor vliegtuig naar vakantiebestemming” In september 2009 heeftTouroperator Sundio onder haar klanten die in 2009 een reis boekten, onderzoek gedaan naar hun vervoersvoorkeur. 86% van de 700 respondenten gaf aan niet geneigd te zijn om per bus naar de vakantiebestemming te reizen als alternatief voor het vliegtuig. De 14% die wel open staat om per bus naar dezelfde vakantiebestemming te reizen, gaf aan dat de reissom gemiddeld met EUR 207 per persoon lager moet liggen dan bij vervoer per vliegtuig. Structuur van de travelsector In de tabel hieronder zijn de meest relevante kerngegevens van de travelsector opgenomen. Tabel 4: Branche-informatie 20085 Totale omzet travelsector Nederland 2008 (raming) EUR 10,3 mld ƒƒ % aandeel in totale omzet van reisbureaus (raming) 60% ƒƒ % aandeel totale omzet MKB (raming) 22% Totale online omzet reizen EU (EU27+EFTA36 ) EUR 50,0 mld Totale online omzet reizen Nederland EUR 1,9 mld ƒƒ % aandeel totale omzet in online thuiswinkelmarkt 40% Aantal bedrijven travelsector 2.505 ƒƒ waarvan reisbureaus 1.380 ƒƒ % groei j-o-j aantal bedrijven +1,6% Aantal vestigingen reisbureaus 2.405 ƒƒ % groei j-o-j aantal vestigingen reisbureaus -10,1% Aantal reisorganisaties 810 ƒƒ % groei j-o-j aantal reisorganisaties +4,5% Aantal banen van werknemers (circa) 24.500 ƒƒ waarvan vrouw 75% ƒƒ waarvan bij reisbemiddeling 55% Aantal geboekte vakanties 36 mln ƒƒ waarvan buitenland 42% Totale uitgave aan vakanties EUR 12,6 mld Gemiddelde uitgave per vakantieganger EUR 680 Bron: CBS, ANVR, WTO, CVO, Reisrevue, ABN AMRO Sector Research De travelsector bestaat in 2008 uit 2.505 bedrijven, waarvan 1.380 reisbureaus, 810 touroperators en 320 bedrijven die informatie verstrekken op het gebied van reizen. Het totale aantal bedrijven is jaar-op-jaar gegroeid met 1,6%. De groei lag vooral bij de touroperators en de informatieverstrekkers. Het aantal reisbureaus is jaar-op-jaar gedaald en dit zal naar verwachting vanwege de ICT-ontwikkelingen verder doorzetten. Tot 2015 wordt een daling van het aantal reisbureaus met 20% verwacht. In 2008 zijn er circa 24.500 werknemers werkzaam in de travelsector, waarvan 55% bij reisbureaus. 75% van de werknemers in de sector is vrouw. In 2003 was het gemiddelde aantal werknemers per bedrijf 11,4. Sindsdien is dit jaarlijks afgenomen tot 9,8 in 2008. Onder invloed van automatisering en de sterke opkomst van internet hebben veel reisondernemingen vestigingen gesloten. Met de groei van internet 5 EFTA3 = IJsland, Noorwegen, Zwitserland INHOUDSOPGAVE
  • 22. 21 als distributiekanaal is het aantal eenmansbedrijven sterk gegroeid en moesten bestaande marktpartijen strategische keuzes maken. Figuur 13: Aantal bedrijven, werknemers en kostenstructuur Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research De marges in de travelsector zijn laag, in 2006 en 2007 op respectievelijk 3,0% en 4,3%6 . Voor 92% bestaan de kosten uit inkoop-, arbeids- en verkoopkosten. De overige kosten - voor onder meer energie, huisvesting, inventaris en afschrijvingen - zijn verwaarloosbaar. Bedrijven in de travelsector zijn hierdoor flexibel. In de loop der jaren hebben de investeringen in ICT aan belang gewonnen en dit zal in de komende jaren zo blijven. De verwachting is dat de investeringen in nieuwe ICT-toepassingen, zoals internet en automatisering, veelal direct ten laste van de exploitatie zullen worden gebracht. Dit zet het rendement van de ondernemingen verder onder druk. Met een geschatte omzet van EUR 10,3 miljard in 2008 staat de travelsector binnen de zakelijke dienstverlening in de top 10 van branches met hoogste omzet. De omzet uit online activiteiten lag in 2008 rond de EUR 2 miljard. Dat is ruim 40% van de totale online bestedingen in Nederland (EUR 4,85 miljard, onderzoek Blauw Research). Op grote afstand in de top 10 van online retail staat de consumentenelektronica met een aandeel van bijna 12%. De travelsector is sterk gefragmenteerd. Van de 1.380 reisbureaus heeft circa 92% minder dan 10 werknemers in dienst, bij touroperators geldt dat voor circa 88%. De laatste jaren is het aantal kleine bedrijven in de sector gegroeid en het aantal grote reisondernemingen afgenomen. Oorzaak hiervan is de relatieve laagdrempeligheid van de sector door nieuwe ICT-toepassingen, waardoor het eenvoudiger werd om een bedrijf in de sector te beginnen. Met 25.400 actieve werknemers heeft de travelsector een aandeel in de totale beroepsbevolking van 0,3%. Dit aandeel is al sinds 2000 redelijk stabiel. Het aantal geboekte vakanties die deze werknemers moeten verwerken lag in 2008 op bijna 36 miljoen. Dit is een groei van 2,2% ten opzichte van 2007 en 17,6% ten opzicht van 2000. De groei van de bestedingen aan vakanties was echter explosief: in 2008 besteedde de Nederlandse vakantieganger maar liefst 52% meer aan zijn vakantie dan in 2000. In de crisisjaren 2003- 6 data 2008 niet beschikbaar 2% Overig Kosten derden Verkoopkosten Afschrijvingen Arbeidskosten Inkoopwaarde 7% 2% 10% 75% 5% 75 80 85 90 95 100 105 110 115 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 index(2000=100) Werknemers/bedrijf Aantal bedrijven (reis- en infobureaus) Aantal werkzame personen INHOUDSOPGAVE
  • 23. 22 2004 nam het groeitempo van de bestedingen echter af. Ten opzichte van 2007 heeft de Nederlandse vakantieganger in 2008 13,5% meer besteed. Cyclus van de travelsector Zoals bekend wordt er meer besteed aan reizen en vakanties in tijden van economische voorspoed. Bij minder gunstige economische omstandigheden dalen de consumentenbestedingen en daarmee de omzet voor de sector. De travelsector is cyclisch van aard; de omzetontwikkeling loopt parallel met de economische ontwikkeling en met het consumentenvertrouwen. Figuur 14: Omzetontwikkeling naar segmenten, BBP-groei en consumentenvertrouwen Bron: CBS, ABN AMRO Sector Research In het derde kwartaal van 2008 krijgt de travelsector voor het eerst sinds vier jaar weer te maken met dalende omzetten. Vooral bij de touroperators dalen de omzetten fors. De reisbureaus doen het op dat moment nog relatief gunstig. Pas in het eerste kwartaal van 2009 laten ook de reisbureaus dalende omzetten zien en is de malaise in de travelsector een feit. Zodra de bestedingen van consumenten meer dan evenredig dalen, merken de reisondernemingen dit in het aantal boekingen en op den duur in de omzet. De boekingen via het reisbureau zijn sterk afgenomen sinds 2002. Terwijl in 2002 nog ruim 60% van het totaal aantal boekingen via een reisbureau verliep, is dit aandeel in 2008 gezakt tot minder dan 45%. In onderstaande figuren is de opkomst te zien van de touroperator (van 0% in 2002 tot 8,2% in 2008). Deze opkomst is te danken aan de ontwikkelingen van met name internet. 2004-1 2004-2 2004-3 2004-4 2005-1 2005-2 2005-3 2005-4 2006-1 2006-2 2006-3 2006-4 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 -35 -30 -25 -20 -15 -10 -5 0 5 10 15 20 -10 -5 0 5 10 15 20 in% Omzetontwikkeling (l.as) BBP-groei (l.as) Consumentenvertrouwen (r.as) -15 -10 -5 0 5 10 15 20 25 in% Omzet, reisbureaus, -organisatie, -bemiddeling Omzet, reisbemiddeling en -informatie Omzet, reisorganisatiebureaus 2004-1 2004-2 2004-3 2004-4 2005-1 2005-2 2005-3 2005-4 2006-1 2006-2 2006-3 2006-4 2007-1 2007-2 2007-3 2007-4 2008-1 2008-2 2008-3 2008-4 2009-1 2009-2 “De markt zal niet geheel herstellen door de opkomst van lowcost airlines en de verschuiving naar internet. Wat dat betreft heeft de crisis als een katalysator gewerkt.” Joost Romeijn Sundio Group INHOUDSOPGAVE
  • 24. 23 Figuur 15: Distributiekanaal bij buitenlandse vakanties 2002 en 2008 Bron: CBS De boekingen van vakanties anders dan via een reisbureau namen in de periode 2002- 2008 sterk af. Het aantal niet-georganiseerde reizen nam, vooral door de mogelijkheden van internet, toe. Tot de niet-georganiseerde reizen behoren vakanties waarbij de logies rechtstreeks bij de eigenaar of beheerder worden geboekt en vakanties waarbij vakantieconsumenten zonder reservering op reis gaan. Uit de huidige omzetcijfers blijkt dat het aantal boekingen aanzienlijk is gedaald: de travelsector heeft al vier kwartalen op rij te maken met vraaguitval. Als gevolg van de daling van het aantal boekingen (en daarmee de omzet) kwam de travelsector in een negatieve spiraal terecht. Uit de cyclus van de travelsector sinds het eerste kwartaal van 2003 (op basis van omzetgegevens van het CBS) blijkt dat de periode tot het eerste kwartaal van 2006 als ‘ondertrend’ kan worden getypeerd. Hiermee wordt bedoeld dat de travelsector zich onder zijn normale groeipad bevond. Als gevolg van het ’9/11-effect‘, SARS en de economische neergang in de jaren 2003 en 2004 heeft de sector slechts beperkte omzetgroei of zelfs afname gerealiseerd tussen het eerste kwartaal van 2003 en het eerste kwartaal van 2006. Deze schokken hebben tot gevolg gehad dat de omzetontwikkeling van zijn normale groeipad naar beneden afweek en uiteindelijk onder zijn trend kwam te liggen. Deze beweging is weergegeven in de hiernavolgende (linker) figuur. 2002 2008 Niet-georganiseerde reizenRechtstreeks geboekt bij reisorganisatie Geboekt bij een VVV e.d. (anders dan reisbureaus)Geboekt bij een reisbureau 8,2% 38,0% 44,9% 8,9% 14,4% 24,9% 60,7% INHOUDSOPGAVE
  • 25. 24 Figuur 16: Cyclus van de travelsector en de positie in de sectorscope (matrix) Bron: ABN AMRO Sector Research De cijfers 1 t/m 4 in de cyclus van de travelsector (figuur links) corresponderen met de matrix rechts met daarin de vier kwadranten van expansie, teruggang, contractie en herstel. De cyclus van travelsector geeft de groei- en krimpperiodes weer op basis van omzet. Na het eerste kwartaal van 2006 zag de travelsector kans weer stevig te groeien, mede dankzij een aantrekkende economie, een toenemend consumentenvertrouwen en een toename van de consumentenbestedingen. Met dit krachtige herstel schoot de sector ruim boven zijn normale groeipad uit, waarbij de piek in het vierde kwartaal van 2006 lag. De periode van boventrendse groei duurt tot het derde kwartaal van 2008. Vanaf dat moment worden de gevolgen van de recessie steeds duidelijker. De consumenten verliezen het vertrouwen in de economie. En in plaats van geld uit te geven, kiest de Nederlandse consument voor sparen. De spaartegoeden en stortingen nemen vooral in het derde kwartaal van 2008 en het eerste kwartaal van 2009 zeer sterk toe. Een periode van ondertrendse groei is aangebroken en de cyclus van de travelsector ligt op een historisch dieptepunt. Herstel is ver weg en de ontwikkeling van de belangrijkste indicatoren laat nog weinig echte verbetering of lichtpuntjes zien. Tot en met de eerste week van augustus 2009 lag de omzet 14% lager dan in dezelfde periode in 2008. Veel vakantieconsumenten keken de kat uit de boom en boekten hun vakantie pas laat, vaak via last minute-aanbiedingen. De verwachting is niet dat het aantal boekingen in de rest van het jaar de travelsector nog uit het dal kan trekken; 2009 kan als een verloren jaar worden gezien. TRAVELSECTOR Reisbureaus Touroperators Teruggang Contractie Herstel Expansie Krimp Groei Boven trend Onder trend 12 43 2003-1 Trend Cyclus van de travelsector historisch dieptepunt? 3 2003-3 2008-3 2008-1 2007-3 2007-1 2006-3 2006-1 2005-3 2005-1 2004-3 2004-1 2009-1 1 2 4 onder trend + toename = herstel boven trend + toename = expansie onder trend + afname = contractie boven trend + afname = teruggang INHOUDSOPGAVE
  • 26. 25 In de sectorscope7 (zie figuur 16, rechts) staan de travelsector en de onderliggende branches grafisch in het meest negatieve kwadrant weergegeven. Dit is het kwadrant van Contractie. Dit betekent dat elke genoemde branche in een krimpende fase zit; de sector zit onder zijn lange termijn trend en bovendien is er sprake van een afname. Wat opvalt is dat de reisbureaus een gunstiger positie innemen dan de touroperators. Dit komt doordat de omzet van reisbureaus in de laatste zes kwartalen een relatief gunstiger en vlakker verloop kent dan de omzet van touroperators. Ofwel, de dalen en de pieken in de omzetontwikkeling in deze periode bij reisbureaus zijn relatief minder diep en hoog dan die van touroperators. De travelsector als geheel is hard geraakt door de vraaguitval vanwege de recessie en het lage consumentenvertrouwen in de economie. In deze situatie gaan relatief meer reisondernemingen failliet. Door het financiële onvermogen waarin sommige reisbureaus verkeren, kunnen ook de aan de reisbureaus gelieerde touroperators slachtoffer worden. Bij een boeking van een vakantie bij een reisbureau wordt veelal een aanbetaling bij het reisbureau gedaan van ongeveer 10 tot 15% van de reissom. Als het reisbureau omvalt voordat de reissom betaald is aan de touroperator, heeft de touroperator een probleem: hij moet de reis uitvoeren, maar het geld daarvoor ontvangt hij niet. De herstelfase (figuur 16, kwadrant rechtsonder) is nog ver weg. Het ziet er niet naar uit dat de sector zich nog dit jaar herstelt. Ook 2010 zal een zwaar jaar worden. De werkloosheid zal volgens het CPB verder toenemen. Dit kan een negatieve impact hebben op het toch al broze consumentenvertrouwen en op het reëel besteedbaar inkomen. Ook het sentiment van de ondernemers is de laatste tijd verslechterd. Figuur 17 geeft inzicht in het oordeel van ondernemers over het economische klimaat en de verwachtingen ten aanzien van de omzet- en prijsontwikkelingen aan het begin van de verslagmaand. Tot en met juni 2008 zijn er meer bedrijven positief dan negatief over het economische klimaat en omzet- en prijsontwikkeling. Daarna worden meer ondernemers negatief. Figuur 17: Sentiment van de reisondernemers over omzet, prijs en economisch klimaat Bron: CBS Het positieve oordeel van reisondernemers over het economische klimaat nadert in augustus 2008 de nullijn en daalt daarna snel. Niet veel later volgt ook de negatieve verwachting rond omzet- en prijsontwikkelingen. Van februari 2009 tot en met juli 2009 is er een korte opleving. Maar nadat het duidelijk wordt dat de boekingen voor het zomerseizoen 2009 fors achterlopen (8% minder boekingen tot en met september 2009 ten opzichte van 2008), 7 zie voor meer informatie over de Sectorscope de publicatie “ABN AMRO Sector Scope, de positie van sectoren in hun cyclus”, te vinden op http://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/sectoren/introductie.html#nav=homepage:men:zakelijk/sectoren/introductie.html of lees een samenvatting in het “Economisch Perspectief” uit het vierde kwartaal van 2009, te vinden op http://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/ service/publicaties/economisch_bureau.html “We merken dat momenteel in het zakelijke segment weer meer wordt gereisd. Het gaat weer de goede kant op. Maar het wordt nooit meer zoals het was.” Jan Willem Dekker Carlson Wagonlit Travel -120 -100 -80 -60 -40 -20 0 20 40 60 80 100 2007-2 2007-4 2007-6 2007-8 2007-10 2007-12 2008-2 2008-4 2008-6 2008-8 2008-10 2008-12 2009-2 2009-4 2009-6 2009-8 saldiindicatorenin% Verwachteontwikkelingomzet Verwachteontwikkelingprijzen/tarieven Oordeeleconomischklimaat INHOUDSOPGAVE
  • 27. 26 daalt het sentiment weer. Voor de rest van 2009 verwachten wij niet dat dit nog boven de nullijn zal uitstijgen. Voor de winterperiode wordt een terugval in de boekingen van 10 tot 15% ten opzichte van 2008 verwacht. “Consument gaat in 2010 nog later boeken en geeft ook minder uit” Deze verwachting van consumentengedrag voor komend jaar komt uit het onderzoek van touroperator Sundio van september 2009 dat zij hielden onder hun klanten. 23% van de consumenten geeft aan dat zij in 2010 van plan is om minder op vakantie te gaan. De groep die aangeeft een gelijk aantal vakantie te gaan boeken het komende jaar bedraagt 59%. Dit is een daling ten opzichte van resultaten een jaar eerder.Toen gaf 67% van de consumenten aan dat zij een gelijk aantal vakanties zou gaan boeken in 2009. 33% van de respondenten zegt minder te gaan uitgeven aan vakanties het komende jaar. In het onderzoek uit 2008 was dit nog 22%. De groep consumenten die aangeeft dat zij haar vakantie-uitgaven gelijk houdt, bedraagt 49%. Vorig jaar gaf 57% aan de uitgaven gelijk te houden. Dit houdt in dat consumenten zich toch steeds meer aan hun vakantiebudget gaan houden en dit heeft gevolgen voor de duurdere en verre reizen. Om binnen het vakantiebudget te blijven is een all inclusive verblijf of half pension in een hotel is een goede mogelijkheid. Uit eerder genoemd onderzoek geeft 48% van de respondenten aan dat zij overwegen om een all inclusive of halfpension als verzorgingstype te boeken om de kosten op de vakantiebestemming onder controle te houden. De markt waarin Sundio opereert is het afgelopen jaar met 13% gekrompen. Op basis van de uitkomsten uit het onderzoek, houdt Sundio er rekening mee dat het vakantiesegment waarin zij opereren met 15% zal krimpen in 2010. INHOUDSOPGAVE
  • 28. 27 2 Stakeholders aan het woord Economische ontwikkelingen en stakeholders: visies uit de praktijk van ondernemers In dit hoofdstuk komen de uitkomsten van interviews aan bod met ondernemers uit de travelsector. ABN AMRO heeft in samenwerking met Reisrevue de lijst met geïnterviewden samengesteld. De interviewer en auteur van de interviews is Theo de Reus (Reisrevue). We spraken achtereenvolgens: ƒƒ Sundio Groep – Joost Romeijn (CEO) ƒƒ Carlson Wagonlit Travel – Jan Willem Dekker (Executive Vice-President Benelux) ƒƒ D-Reizen – Steven van Nieuwenhuijzen (CEO) Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een gespreksverslag van de ronde-tafeldiscussie met vijf ondernemers tijdens het ANVR-reiscongres 2009. INHOUDSOPGAVE
  • 29. 28 ‘We focussen ons op een vast business model’ Joost Romeijn Sundio Group Met de opmerking dat ‘het boekjaar 2009 anders is verlopen dan anders’ gebruikt Joost Romeijn, topman van Sundio Group, een eufemisme van de eerste orde. ‘De consument is veranderd. De bereidheid tot kopen is er, maar je moet veel meer doen om hem te strikken.’ Belangrijk pluspunt voor Sundio Groep, dat 80 procent van zijn omzet online verkoopt, is de constatering van Romeijn dat de traditionele retail meer heeft geleden onder de crisis dan online spelers. In de beleving van de klant is internet goedkoper, stelt Romeijn. ‘Hij kan in alle rust thuis vergelijken. Dat geldt niet alleen voor de reiswereld, je ziet het ook bij websites als Bol.com en bij de online verkoop van vliegtickets. Als Sundio Group hebben we een aantal volwassen internetlabels en investeren veel in automatisering. Op die manier zijn we lean & mean.’ De Sundio Group, in 2009 goed voor een omzet van 370 miljoen euro en 630.000 passagiers, voert bekende online merken als Sunweb, GoGo en Jiba, maar ook (aangekochte) klassieke labels als Sudtours en Evenements Reizen. De traditionele labels, die vooral via de reisbureaus worden verkocht, zijn goed voor 20 procent van de omzet. De rest gaat online. Ook Sundio heeft last van de crisis, al groeit de omzet mede dankzij een uitgekiend aankoopbeleid gestaag door. Sundio concentreert zich op vakanties naar landen rond de Middellandse Zee en op wintersport. ‘We focussen ons op een eenvoudig product dat goed te automatiseren is. Onze hele organisatie is daarop ingesteld. Je ziet bij ons geen mensen die met individuele projecten bezig zijn. We focussen ons op ons vaste businessmodel. We doen dus geen verre reizen of stedentrips.’ Focus Het succes van Sunweb is volgens Romeijn te danken aan de goede techniek die achter het label schuilgaat en de uitgekiende marketing. In combinatie met de focus op een select aanbod. ‘Prijs, marketing en techniek. Dat is waar het in de online business om draait. Je ziet dat andere partijen moeite hebben zich op internet te manifesteren omdat ze proberen te breed aanbod online aan te bieden’, zegt Romeijn. Met de aankoop van Marysol, enkele jaren geleden, ging Romeijn ook via de retail verkopen. ‘Het reisagentenkanaal is een stuk efficiënter dan tien jaar geleden’, erkent de oprichter van Sundio Group, die voorheen uitsluitend online wilde verkopen. ‘Vooral de overname van Sudtours gaf ons het volume om concurrerend te kunnen zijn.’ In het crisisjaar 2009 verkochten de labels van Sundio Group meer all inclusive vakanties dan in voorgaande jaren. ‘De klant zoekt in deze tijden zekerheid. Met all inclusive weet je vooraf wat je aan je vakantie uitgeeft’, zegt Romeijn, die over het komende winterseizoen voor de markt niet positief is gestemd. ‘Voor de wintersport merken we ook een terughoudendheid. Er wordt laat geboekt. Vooral de Krokus zal lastig zijn. Voor een gezin met twee kinderen is een wintersportvakantie duur. Mensen die voorheen naar Oostenrijk INHOUDSOPGAVE
  • 30. 29 gingen, kiezen voor een goedkoper alternatief en gaan naar een appartement in Frankrijk. Of ze gaan gewoon niet op wintersport.’ Jongeren Sundio Group is de grootste aanbieder van jongerenvakanties in ons land, vooral met de labels GoGo, X-travel en TraXs. Volgens Romeijn een doelgroep die niet zo conjunctuurgevoelig is. ‘We richten ons op de doelgroep 16 tot 22 jaar die redelijk is opgeleid. Jongeren kiezen ongelooflijk voor zekerheid. Wij bieden dat. Als je als jongere met GoGo op vakantie gaat, weet je zeker dat je met leeftijdgenoten op vakantie gaat. Jongeren gaan voor zon en strand, maar ook voor de gezelligheid. Als je GoGo boekt, weet je zeker dat je in een appartementencomplex voor jongeren komt, en niet naast een familie terechtkomt die bij Arke heeft geboekt.’ Dankzij de focus op mainstream, dus veel pakketreizen naar de Middellandse Zee en wintersport, weet Sundio Group nog steeds autonome groei te realiseren, al zijn dat niet meer de tientallen percentages van voorheen, erkent Romeijn, die desgevraagd stelt dat hij niet bang is dat bekende labels als Oad veel online gaan doen. Bricks en clicks Volgens Romeijn stelt het reisbureau zich te defensief op ten opzichte van wat er in de wereld gebeurt. ‘Neem bijvoorbeeld het ontkennen van de invloed van internet. Veel reisbureaus hebben zich ingegraven en zijn niet meegegaan met wat de klant wil. Waarom zou een klant nog naar het reisbureau gaan? Voor dat aardige meisje dat achter de balie zit? Ik geloof wel in reisbureaus die een goede combinatie tussen bricks en clicks weten te maken, het stenen reisbureau en een goede website. Die reisbureaus moeten dan ook wel naar internet durven verwijzen. Via internet kun je op elk tijdstip boeken. Van onze omzet wordt 50 procent na 17.30 uur geboekt. Klanten boeken als ze daarvoor in de stemming zijn. Dat kan na sluitingstijd van de winkels zijn of op zondagmiddag met vrienden. Als reisbureau moet je je klant opvolgen via internet.’ Romeijn zegt wel te geloven in de mobiele reisagent. ‘Die heeft een lage kostenstructuur en heeft als toegevoegde waarde de advisering bij de klant thuis. Die klant wil gemak en zegt: zoek het maar voor me uit.’ Ondanks de crisis, die er versneld voor heeft gezorgd dat klanten later boeken, ziet Romeijn dat veel mensen nog steeds vroeg boeken. ‘We zijn nu al met zomer 2010 bezig. Dat is mooi, want aan een vroegboeker verdien je meer dan aan een laatboeker. Een vroegboeker wil een meer weloverwogen keuze, maar een laatboeker maakt de bestemming niet uit, die wil naar de zon.’ Volgens Romeijn zal de markt zich niet geheel herstellen. ‘Dat is onder andere het gevolg van de opkomst van low cost airlines en de verschuiving naar internet. Wat dat betreft heeft de crisis als een katalysator gewerkt.’ Volgens Romeijn krijgt vooral het middensegment in de reisbranche het moeilijk. ‘Grote partijen kunnen snel anticiperen, terwijl pure nichespelers het ook makkelijker hebben. De consument is makkelijk te paaien met lage prijzen en is minder kritisch met wat hij wil. Kijk naar Kras met z’n succesvolle ad hoc beleid.’ INHOUDSOPGAVE
  • 31. 30 Na aanleiding van het recente faillissement v-an enkele reisbureaus zegt Romeijn voorstander te zijn van een strenger debiteurenbeleid van touroperators. ‘Als een reisagent afspraken niet kan nakomen, dan moet ik kunnen ingrijpen. Dat kan nu niet. Het risico bestaat dat een reisbureau waar het slecht gaat, blijft incasseren van de klant en mij uiteindelijk niet betaalt. Wat dat betreft zouden de agentuurvoorwaarden aangepast moeten worden. Zodra het reisbureau niet kan betalen, moet de touroperator over de NAW-gegevens van de klant kunnen beschikken. Zo’n maatregel heeft op een goedlopend reisbureau geen invloed. Directe incasso gaat me te ver. Dat zet het hele systeem op z’n kop. Uiteindelijk gaat het allemaal om het beoordelen van risico’s.’ Waar staat Sundio Group over vijf jaar? Romeijn: ‘Over vijf jaar valt er niet veel meer over te nemen. Als Sundio Group moeten we in vijf jaar 50 procent kunnen groeien in Nederland. Dat is onze ambitie. Goed beschouwd gaat het daarbij om minder dan 10 procent per jaar. Dat moet kunnen.’ INHOUDSOPGAVE
  • 32. 31 ‘De crisis gaat voorbij, maar het zal anders zijn dan voorheen’ Jan Willem Dekker CARLSON WAGONLIT TRAVEL De zakenreisbranche heeft als eerste de klappen van de crisis gehad. ‘Maar het voordeel is dat we het ook als eerste een toenemende activiteit zien voordat de economie weer aantrekt’, zegt Jan Willem Dekker, executive vice-president Benelux van Carlson Wagonlit Travel. ‘In leisure loopt een crisis altijd langer door. We merken dat momenteel in het zakelijke segment weer meer wordt gereisd. Het gaat weer de goede kant op. Maar het wordt anders dan voorheen.’ Het boekjaar 2009 is geen jaar om de vlag uit te hangen, zegt Jan Willem Dekker nuchter. ‘De hele branche heeft een gevoelige klap gehad. De zakenreismarkt merkt altijd als eerste de gevolgen als het economisch minder gaat. Maar we merken ook als eerste wanneer het weer aantrekt. Zakelijke klanten zullen als het even kan blijven reizen. Persoonlijk contact komt het zakendoen ten goede, zeker als het om nieuwe klanten gaat.’ ‘De economische crisis heeft Carlson Wagonlit Travel in het boekjaar 2009 zo’n 30 procent van de omzet gekost, conform de rest van de zakenreisbranche’, zegt Dekker. ‘Maar het gaat pas echt fout bij bedrijven die niet durven te erkennen dat ze geen last hebben van de crisis. Nu niet ingrijpen betekent straks niet meer bestaan.’ Bij CWT, waar al vóór de crisis op de kostenkant werd gelet, is een fors aantal maatregelen genomen. Dit niet alleen door de directe impact van de crisis maar ook met het oog op de trend naar de toekomst. Mede door de automatisering en toenemende online boekingen zullen de toekomstige transacties met minder personeel worden gerealiseerd. Wat heeft Carlson Wagonlit aan maatregelen genomen? Carlson Wagonlit Travel heeft een mix aan maatregelen genomen om op personeelskosten te besparen. Zo kregen werknemers de mogelijkheid vrijwillig (met een regeling) een nieuwe uitdaging aan te gaan buiten CWT. Anderen werden gestimuleerd vakantiedagen op te nemen. Ook konden werknemers onbetaald verlof opnemen, waarbij CWT bepaalde voorzieningen doorbetaalde. ‘CWT heeft flink kunnen besparen door een kantoor te sluiten en waar mogelijk medewerkers te stimuleren thuis te werken. De verwachting is dat binnen een jaar een derde van ons personeelsbestand vanuit huis werkt. Voor Nederland is dit nog steeds een gevoelig onderwerp. Vaak wordt productiviteit gemeten door zichtbaar aanwezig te zijn. Ik geloof echter dat je niet moet sturen op input maar op output. Naast het feit dat we op die manier veel flexibeler zijn om de pieken op te vangen is het een bijkomend voordeel dat thuiswerken ons aantrekkelijker maakt als werkgever. Ook kan er aanzienlijk worden bespaard op werkplek- en reiskosten,’ aldus Dekker. Verdere kostenbesparing ontstond doordat het managementtam vrijwillig salaris inleverde, een voorbeeld dat door andere medewerkers op vrijwillige basis werd gevolgd. Bovendien INHOUDSOPGAVE
  • 33. 32 kon de vrijgekomen ruimte in het hoofdkantoor in Amsterdam, nadat veel medewerkers gingen thuiswerken, weer worden verhuurd. Al met al heeft dit ertoe geleid dat het aantal verloren arbeidsplaatsen niet meer dan 10% bedroeg. Welke trends signaleert u in de zakenreiswereld? Dekker: ‘Zakelijke klanten gaan efficiënter met hun tijd om. Er blijft gereisd worden, maar men let scherper op de noodzaak. Ook wordt het reisbeleid van bedrijven verder aangescherpt. Toch dient men hier voorzichtig mee om te gaan. Er wordt meer dagrand wordt gevlogen. Passagiers van zo’n dagrand verbinding moeten om vier uur ’s nachts opstaan en zijn als het meezit om tien uur ’s avonds thuis. Een zware belasting voor de reiziger, die wel fit moeten zijn om voor de belangen van de werkgever op te komen. Niet in alle gevallen is de besparing om Economy te vliegen hiermee in het voordeel van het bedrijf. Ik voorzie dan ook dat bij een aantrekkende conjunctuur de reis policies van bedrijven een belangrijke secondaire arbeidsvoorwaarde worden voor het behouden en verkrijgen van werknemers die veel moeten reizen. Toch zijn er vele andere manieren om op het reisbudget te besparen zonder dat de reiziger daar direct nadelen van ondervindt. Wij spelen daar op in als de reisconsultant van de zakelijke markt.’ Hoe kijkt u aan tegen recente faillissementen in de reisbranche? ‘Het valt op dat die vooral in het leisure-segment plaatsvinden. Bij zakenreisagenten zit het businessmodel anders in elkaar. Leverancierskrediet speelt bij ons een minder belangrijke rol. Wij zijn in staat snel in te grijpen bij plotselinge veranderingen in de markt, mede doordat we na 9/11, SARS en andere gebeurtenissen door de wol geverfd zijn.’ Hoe ziet de reisbranche er over pakweg vijf jaar uit? ‘De branche denkt nog te veel in zoals het was. Maar de tijden zijn veranderd. Neem een Bol.com dat zich de grootste winkel van Nederland noemt zonder daarvoor fysieke winkels nodig te hebben. In de leisure-markt zal veel gebeuren, met veel nieuwe intreders. Er zal toenemend online geboekt worden, zeker waar het eenvoudige reizen betreft. Ook op de zakelijke markt zal veel veranderen. Vroeger waren airlines afhankelijk van de distributie, terwijl ze nu dichter bij de klant staan met directe verkoop’, zegt Dekker. Toch biedt dit in veel gevallen volgens hem geen voordeel voor de klant. ‘Stel dat je als klant ergens in de wereld strandt, dan zal een airline niet meteen klaarstaan om je te helpen door je op een vlucht van de concurrent te zetten, ook al zou dit de vertraging aanzienlijk beperken. Naast de managementinformatie is juist het onafhankelijk advies een belangrijke toegevoegde waarde voor de klant. Natuurlijk zal direct boeken bij de airlines een zuigende werking hebben. Ook voor wat betreft zakelijke boekingen, maar ik denk dat meer dan tweederde van de zakelijke reizen in de toekomst via de agent zullen worden geboekt. Maar vast staat dat het niet meer wordt als voor de crisis, ook niet in de zakelijke markt.’ INHOUDSOPGAVE
  • 34. 33 ‘Je kunt alleen overleven als je keuzes maakt’ Steven van Nieuwenhuijzen D-REIZEN De crisis zal de reisbranche ook volgend jaar treffen, maar niet zo erg als in 2009 het geval was. Het kalenderjaar 2010 zal een min van 5 procent in de branche te zien geven, verwacht Steven van Nieuwenhuijzen, directeur van D-reizen. ‘De branche zal nog een jaar verder de diepte in gaan, maar niet met dubbele cijfers. Vanaf 2011 zal de markt zich herstellen met een groei van 3 procent per jaar.’ Net als andere reisbedrijven heeft D-reizen een hectisch jaar achter de rug. De vroegboekingen in december 2008 kwamen later op gang, klanten twijfelden langer voordat ze hun vakantie boekten. Een trend die kenmerkend is voor de zomerboekingen van 2009. ‘Ik ben blij dat we onderdeel zijn van het Dirk van den Broek concern. De familie ziet kansen en gaat voor de lange termijn. Er is ruimte voor creativiteit en innovatie. Daarom hebben we kunnen investeren in onze nieuwe website. Ik heb zelf in oktober 2008 het stokje overgenomen en toen onder andere maatregelen doorgevoerd om kosten te besparen. Dat was een geluk bij een ongeluk toen de crisis uitbrak.’ Met een prognose-omzet van 475 miljoen euro in 2009 en 178 reiswinkels is D-reizen de grootste onafhankelijke reisretailer in Nederland. De reisbureauketen is onderdeel van Dirk van den Broek, bekend om zijn supermarkten (Dirk van den Broek, Digros en Bas van der Heijden) en andere retailketens als Dirx Drogist en de slijterijen Dirck III. Ondanks de opkomst van internet streeft D-reizen naar uitbreiding van het aantal (stenen) reisbureaus naar 200 binnen drie jaar. Die uitbreiding vindt opmerkelijk genoeg ook plaats om de online omzet te stimuleren. Uit onderzoek blijkt dat de omzet via de website D-reizen. nl achter blijft in regio’s waar de keten geen stenen kantoren heeft. De combinatie internet en winkels blijkt een ijzersterke. Klanten boeken makkelijker online als ze kunnen terugvallen op een winkel van hetzelfde bedrijf bij hun op de hoek. Andersom werkt dat proces net zo: online oriënteren en aan de balie boeken en betalen geeft veel consumenten een gevoel van zekerheid. Dat wekt vertrouwen. De stenen winkel is de spil. Omhoog Van Nieuwenhuijzen: ‘Zodra we ergens een winkel openen, zien we meteen de online omzet in dat gebied omhoog gaan. Ik wil geen intern kanaalconflict. De winkel is verantwoordelijk voor een bepaald postcodegebied, en dus ook voor de omzet uit dat gebied die via internet en telefoon binnenkomt. Bovendien is het nu minder druk aan de balie, dus worden veel telefonische boekingen weer door het reisbureau gedaan in plaats van via onze callcentra. Over drie jaar hebben we 200 winkels, een CRM gedreven contact center omgeving en een succesvolle website die dankzij autonome groei goed is voor 50 procent van onze omzet.’ Van Nieuwenhuijzen verwacht een forse consolidatieslag onder reisbureaus in Nederland. ‘Op termijn is in ons land nog plaats voor circa 1.000 reisbureaus. Je kunt alleen overleven als je keuzes maakt. Wij hebben als kracht dat retail onze core business is, terwijl INHOUDSOPGAVE
  • 35. 34 touroperatorgebonden retail veelal verplicht 70 procent van de eigen labels moet verkopen en retail “erbij doen”. Anders dan veel van onze concurrenten kunnen wij de klant dus een onafhankelijk advies en een breed aanbod bieden tegen de beste prijs’ Waar staat D-reizen voor? Van Nieuwenhuijzen: ‘De klant ziet D-reizen als grote betrouwbare speler. Dat is in deze tijd erg belangrijk. We zijn groot in en bekend van vooral pakketreizen naar de landen rond de Middelandse Zee, waarbij de prijs goed zit. We hebben echter een zeer brede productrange, die we steeds beter onder de aandacht van de klant zullen brengen. D-reizen wil een merk worden waar de klant van houdt. Onze missie is de Hema van de reiswereld te worden. De Hema was voorheen vooral goedkoop, maar is nu ook leuk, vernieuwend, sympathiek en klantgericht. Dat imago is ook onze ambitie, waarbij we onze focus op lage prijzen nooit zullen loslaten. Klanten moeten zich slim voelen omdat ze bij D-reizen boeken.’ Bij D-reizen is een kleine revolutie gaande als het gaat om het tonen van merken. Voorheen kregen klanten geen enkel ander merk dan D-reizen te zien. ‘We zijn nu in een fase dat we binnen het warenhuis D-reizen de (A-)merken laten zien die we hebben. De klant moet weten dat de gang naar ander reisbureau overbodig is. Misschien dat we nog een privaatlabel onder de naam D-reizen beginnen.’ In zijn reclame- en marketinguitingen wil D-reizen actief, onderscheidend en spraakmakend de klant benaderen. Het goudvissenhotel, dat D-reizen afgelopen zomer als ludieke actie op Schiphol opende, is daar een voorbeeld van. ‘Er moet iets leuks in onze reclame zitten’, zegt van Nieuuwenhuijzen, die opmerkt: ‘Een tv-commercial is vaak goed voor het onderhoud van je merk, maar moet uiteindelijk wel tot conversie leiden.’ De “call to action”, de pakkende “fietsenspringer” moet het verschil maken. Volgens de topman van D-reizen vinden in de reisbranche veel achterhoedegevechten plaats. ‘Het gesprek verhardt, mede ingegeven door de wens dat alles maar weer was zoals het voor de crisis was. De vraag wordt gesteld hoe reisagentvriendelijk een touroperator moet zijn. Wij draaien het om: wij zijn een sterke reisretailer die de klant het beste kent en wij selecteren de touroperators die onze partner vormen bij het invullen van de product-markt combinaties. En dan is er nog de betalingsdiscussie. Bij ons is het gewoon geworden dat we de klant in belangrijke periodes van het jaar geen aanbetaling vragen. Hiervoor werken we samen met de touroperators.’ Hoe ziet Van Nieuwenhuijzen de nabije toekomst? ‘De komende winter is slecht, met touroperators die 20 procent minder capaciteit hebben ingekocht. Ook komend jaar zal de klant later boeken. De klant boekt op het laatste moment voor de laagste prijs. Dat wordt in 2010 een groter probleem dan het omzetverlies. Maar ik ben ervan overtuigd dat mensen blijven reizen. Ik verwacht in 2011 weer herstel, met 3 procent per jaar. Mensen blijven tenslotte reizen. Ik zie veel kansen, we moeten alleen even door de zure appel heen bijten.’ INHOUDSOPGAVE
  • 36. 35 Doe waar je sterk in bent en ken je klant Tijdens het ANVR Congres op Malta organiseerde Sasja van As-Winters, Sector banker Vrijetijdsindustrie ABN AMRO, een ronde-tafeldiscussie met zes specialisten uit de reisbranche: Atilay Uslu en Dick Gussen (Corendon), Norbert Good (De Reisspecialisten Groep), Marcel Beemsterboer (Emesa), Jan Bert Wissink (Sunair) en Hans Lagerweij (Sawadee). Het gesprek spitste zich toe op de vraag hoe er met de crisis wordt omgegaan en vooral hoe het nu verder moet met de sector. Ofwel: hoe kunnen (zelfstandige) reisondernemers hun kwetsbaarheid verminderen en welke toekomstmogelijkheden zien zij voor de travelsector? Het gesprek leverde tien thema’s op; zaken die essentieel zijn voor een succesvolle toekomst van de reisbranche. 1. Crisismanagement Crisismanagement met zonodig harde ingrepen staat bovenaan bij veel spelers binnen de reisbranche. De consolidatie gaat in ieder geval door, maar een continue kostenbeheersing - juist ook in tijden dat het goed gaat - is noodzakelijk om te kunnen overleven. Dat betekent bijvoorbeeld dat personeel kritisch moet worden bekeken. Lean and mean zijn is vaak synoniem voor structureel afslanken en soms zelfs rigoureus reorganiseren. Een streng debiteurenbeleid past daar ook in, evenals scherp inkopen en focussen op de marges. Om de bezetting te optimaliseren, moet de capaciteit steeds worden aangepast aan de marktomstandigheden. Uiteindelijk gaat het toch om verkopen zonder prijsdumping. Alleen zo kan de marge op peil worden gehouden. 2. Financiële reserves Het gaat meestal mis als er liquiditeitsproblemen ontstaan. Bouw dus voldoende financiële reserves op voor slechte tijden, luidt de aanbeveling. Creëer speelruimte voor onvoorziene gebeurtenissen en om te kunnen blijven investeren. Dat is immers de motor voor groei en rendement. 3. Juiste positionering Een sterk, betrouwbaar merk met genoeg naamsbekendheid is de basis voor een geslaagde bedrijfsvoering. Dat komt echter niet vanzelf, daar moet je als reisondernemer constant aan werken. De juiste positionering is daarbij essentieel. Aanbieders mogen zich best afzetten tegen de concurrentie. Want onderscheid, exclusiviteit en toegevoegde waarde zullen steeds belangrijker worden. Specialisme is niet genoeg. Superspecialisme, daar draait het om. Of je positioneert je natuurlijk als prijsvechter met hoge volumes. 4. Denkwijze van klant Volg altijd de denkwijze van de klant. Het juiste aanbod, de beste deals, het goede moment, de ideale plaats. Klantprofielen, marktsegmentatie en filtertechnologie gaan een grotere rol spelen. Klantenbinding is het sleutelwoord. Daarvoor is maatwerk vereist. En alles weten van je klant. De consument is leading geworden, producten dienen op zijn wensen en behoeften afgestemd te worden. Uitgaan van vooraf vastgesteld aanbod is in de marketing echt verleden tijd. De consument op alle fronten verleiden, is voorwaarde voor marktvergroting. 'Herpositioneer, vernieuw, doe waar je sterk in bent' (Norbert Good) 'Focus op superspecialisme en persoonlijke band' (Jan Bert Wissink) 'Wij weten alles van onze klanten, onze ambassadeurs' (Atilay Uslu) INHOUDSOPGAVE
  • 37. 36 5. Risico nemen móet Ondernemers moeten risico's nemen, lef tonen, andere wegen inslaan, maar wel verstandig en afgewogen. 'No guts, no glory'! 6. Creatief ondernemen Creatief ondernemerschap is nodig in een reiswereld die enorm in beweging is. De klassieke bedrijfskolom staat onder zware druk, leveranciers gaan nadrukkelijk (online) marktaandeel opeisen. Heb frisse ideeën, zorg voor nieuwe input, met name ook van 'buitenstaanders', laat je inspireren door branchevreemde concepten. Vastroesten is een doodzonde die wel eens sneller dan gedacht fataal kan aflopen. Uiteindelijk gaat het om autoriteit en geloofwaardigheid. En opvallen! 7. Nu keuzes maken 'Keuzes maken' is een belangrijke succesfactor. Keuzes in assortiment, keuzes in doelgroepen, keuzes in bestemmingen en accommodaties, keuzes in distributie. Het is aan te bevelen de omzet niet teveel te versnipperen en partners te koesteren. Ondanks de veranderende zakelijke omgeving blijven vertrouwen en 'gunnen' uiterst belangrijk voor succesvol ondernemen. Tevredenheid moet naar twee kanten toewerken: de klant èn de relatie met de bestemming. Zeker richting de bestemming is de persoonlijke band voor specialisten van groot belang. 8. ICT is voorwaarde Zonder ver doorgevoerde technologie houdt alles op. En daarvoor is geld nodig, zowel B2B als B2C. De modernste ICT-tools en 'slimme' boekbare websites worden de standaarden voor ambitieuze ondernemers uit de sector. Affiliates en longtail zijn bij de online-spelers populair. 9. Agenten? Ja, maar... De distributie is tegenwoordig uiteraard multichannel, of beter nog: cross-channel. Reisagenten worden nog steeds als belangrijk beschouwd door de niet-directsellers, maar onder voorwaarden. Zoals selecteren: schakel niet meer alle reisbureaus in, maar alleen degenen die je product goed (kunnen) verkopen. De matig boekende agent wordt al snel als kostenpost gezien, die maar beter kan verdwijnen. Bovendien moet het businessmodel van het reisbureau (ingrijpend) wijzigen. Bijvoorbeeld met een specialisatie of een veel breder aanbod. Of een totaal andere werkwijze en uitstraling. Ook het beloningsstelsel gaat op de schop, als je de opinieleiders moet geloven. Hoge, vaste commissies hebben hun langste tijd gehad. Loon naar prestatie, differentiatie, of misschien wel nettoprijzen zullen straks schering en inslag zijn, is de verwachting. Het menselijk contact blijft centraal staan in de reisindustrie, mits het meerwaarde en expertise oplevert. Conclusie: retail ja, maar innovatie moet! 10. Duurzaam trainen Wellicht voor de iets langere termijn, maar beslist niet onbelangrijk: de vakopleidingen en bedrijfstrainingen moeten aangepast worden aan de eisen van de 21e eeuw. De reisverkoper nieuwe stijl moet een duizendpoot zijn, commercieel en sociaal, deskundig en talentvol. Duurzaamheid en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) zullen meer aandacht vergen en op den duur waarschijnlijk een 'hot issue' worden in de branche. 'Vertrouwen van consument en schaarste creëren' (Marcel Beemsterboer) 'De reisagent moet naar een ander businessmodel' (Hans Lagerweij) INHOUDSOPGAVE