The document discusses the benefits of exercise for mental health. Regular physical activity can help reduce anxiety and depression and improve mood and cognitive functioning. Exercise boosts blood flow and levels of neurotransmitters and endorphins which elevate and stabilize mood.
Presentatie Familiemusea Museumdag Provincie West-Vlaanderen 2016Elien Doesselaere
Het Nederlandse bureau Familiemusea, vertegenwoordigd door Marie Anne Remmelink, gaf op de Museumdag over gastvrijheid van de Provincie West-Vlaanderen (De Grote Post in Oostende, 10 oktober 2016) een presentatie over hoe je musea familievriendelijk kan maken.
The document discusses the benefits of exercise for mental health. Regular physical activity can help reduce anxiety and depression and improve mood and cognitive functioning. Exercise boosts blood flow and levels of neurotransmitters and endorphins which elevate and stabilize mood.
Presentatie Familiemusea Museumdag Provincie West-Vlaanderen 2016Elien Doesselaere
Het Nederlandse bureau Familiemusea, vertegenwoordigd door Marie Anne Remmelink, gaf op de Museumdag over gastvrijheid van de Provincie West-Vlaanderen (De Grote Post in Oostende, 10 oktober 2016) een presentatie over hoe je musea familievriendelijk kan maken.
6. onthaal
Streefdoel:
• kinderen nemen onmiddellijk plaats in de kring
• hangen ev. hun naamkaartje op het ‘Wat nieuws?-
bord
• begroeting en aanwezigheden tijdens ‘Scoor
jezelf’
Opbouw hier naartoe:
• routine kweken
• spreekdurf ontwikkelen
• leren onderkennen, benoemen en uiten van gevoelens
7. ‘Wat nieuws?’
Streefdoel:
• de voorzitter van de dag geeft de ‘Wat nieuws?’-
sprekers om beurten spreektijd, gevolgd door
een korte bespreking in de groep
• ev. spreken we af wat er verder nog gebeurt met
het ‘Wat nieuws?-item
• oriëntatie op de werkstukkentijd
• kinderen nemen plaats op hun werkplek
Opbouw hier naartoe:
• gespreksvaardigheden ontwikkelen
• de rol van voorzitter oefenen
8. klasjournaal
Streefdoel:
• uitdelen klasjournaal
• samen lezen van het klasjournaal: overlopen wat
we de vorige dag deden
• oriënteren op wat dat voor vandaag betekent:
dagplanning
Opbouw hier naartoe:
• werken met klasdagboek (teruglezen)
• dagelijkse tijd-vaardigheden
9. Werkstukkentijd
Streefdoel:
• 3 minuten inlooptijd (stoelen verzetten, klasjournaal
opbergen, materiaal klaarnemen, overbodig materiaal
opbergen)
• individuele en stille werktijd - fluisterend spreken kan
alleen met de leraar
• expressietechniek of onderzoek naar eigen keuze
• systemen voor uitgestelde aandacht
• leraar coacht
Opbouw hier naartoe:
• expressie- en onderzoekstechnieken exploreren
• rustig leren zijn
• uitgestelde aandacht leren
10. Presentatie
Streefdoel:
• 3 minuten inlooptijd
• kinderen ev. hangen hun naamkaartje op het
planningsbord voor de presentaties
• de voorzitter van de dag geeft de sprekers om beurten
presentatietijd, gevolgd door een bespreking in de
groep
Opbouw hier naartoe:
• spreekvaardigheden oefenen
• gespreksvaardigheden oefenen
• media voor presentaties leren gebruiken
• oefenen met de rol van voorzitter
11. Instructietijd
Streefdoel:
• groepsindeling staat op het weekplanningsbord
• 3 minuten inlooptijd
• mogelijkheid tot differentiatie tussen jongsten en
oudsten of andere groepsindelingen
• uitgestelde aandacht voor kinderen die met individueel
zelfstandig werk bezig zijn
• korte instructies - begeleide inoefening - zelfstandig
inoefenen
• aangepast stemgebruik voor de leraar
Opbouw hier naartoe:
• zelfstandig werken oefenen
• uitgestelde aandacht oefenen
12. Individueel zelfstandig werk
Streefdoel:
• groepsindeling staat op het weekplanningsbord
• 3 minuten inlooptijd
• mogelijkheid tot differentiatie tussen jongsten en
oudsten of andere groepsindelingen
• uitgestelde aandacht voor kinderen die met individueel
zelfstandig werk bezig zijn
• korte instructies - begeleide inoefening - zelfstandig
inoefenen
• aangepast stemgebruik voor de leraar
Opbouw hier naartoe:
• zelfstandig werken oefenen
• uitgestelde aandacht oefenen
13. Expressie-ateliers
Streefdoel:
• kunnen al opengaan op het einde van de middagpauze
• waaier aan mogelijke expressie-ateliers
• open ruimte of geleid
• gecoacht of geleid door een leraar of een externe
Opbouw hier naartoe:
• keuzes leren maken
• kinderen die eraan toe zijn kunnen al deelnemen
14. duowerk
Streefdoel:
• samenwerkend leren
• van elkaar leren in heterogene duo’s
• hoekenwerkopdrachten (met meer ‘leerruis’)
• onderzoeksopdrachten vanuit de ‘Wat nieuws?’ of de
presentaties uitvoeren.
• klastaken uitvoeren
Opbouw hier naartoe:
• leren samenwerken
• zelfsturing leren
15. klasjournaal
Streefdoel:
• kinderen nemen plaats in de kring
• eigen leren in kaart brengen
• reflecteren en evalueren
• de leerkracht stelt daaruit de klaskrant samen
Opbouw hier naartoe:
• werken met klasdagboek (‘schrijven’)
• dagelijkse tijd-vaardigheden
16. DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
DE KRANT
van onze klas
maandag 16 septemberseptember 20132013
Zo was het weerZo was het weerZo was het weerZo was het weerZo was het weer De foto van de dag
Temperatuur 15 °C
Bewolking licht bewolktlicht bewolktlicht bewolktlicht bewolkt
Neerslag geengeengeengeen
Windrichting zuidwestzuidwestzuidwestzuidwest
Windkracht matigmatigmatigmatig
Nehade is Wiske in het
stripmuseum in Brussel.
Nehade is Wiske in het
stripmuseum in Brussel.
Wat nieuws?Wat nieuws?Wat nieuws?Wat nieuws?Wat nieuws? PresentatiesPresentatiesPresentaties
Febe vertelde oververtelde oververtelde over MIJN MAMA GAAT NAAR PARIJSMIJN MAMA GAAT NAAR PARIJSMIJN MAMA GAAT NAAR PARIJSMIJN MAMA GAAT NAAR PARIJS
Elke schreef een tekstschreef een tekstschreef een tekst DE BLAUWE KAMEELDE BLAUWE KAMEELDE BLAUWE KAMEELDE BLAUWE KAMEEL
David maakte een schilderijmaakte een schilderijmaakte een schilderij EEN DROOMEEN DROOMEEN DROOMEEN DROOM
Anke maakte een technisch
werkstuk
maakte een technisch
werkstuk
maakte een technisch
werkstuk
EEN BOOTEEN BOOTEEN BOOTEEN BOOT
Ruan schreef een tekstschreef een tekstschreef een tekst OCHTENDGYMNASTIEKOCHTENDGYMNASTIEKOCHTENDGYMNASTIEKOCHTENDGYMNASTIEK
Nehade vertelde oververtelde oververtelde over HET STRIPMUSEUM IN BRUSSELHET STRIPMUSEUM IN BRUSSELHET STRIPMUSEUM IN BRUSSELHET STRIPMUSEUM IN BRUSSEL
Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?Wat hebben we geleerd?
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden wat een bijvoeglijk naamwoord is. Een bijvoeglijk naamwoord vertelt meer
over een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: de BLAUWE kameel, de MOOIE fiets,
de DONKERE kelder.
We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.We leerden dat Parijs de hoofdstad van Frankrijk is.
We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.We leerden hoe je kan cijferen met kommagetallen.
Het mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dagHet mooiste van de dag
Onze plannenOnze plannenOnze plannenOnze plannenOnze plannenOnze plannenOnze plannenOnze plannen
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
Volgende dinsdag, op 24 september gaan we op uitstap naar het bos. We gaan er heen
met de bus. We blijven de hele dag in het bos. ‘s Middags gaan we picknicken.
Iedereen brengt boterhammetjes mee. De meester zorgt voor drinken. We hebben ook
stevige schoenen en een regenjas nodig.
We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.We gaan zelf strips tekenen. Eerst gaan we leren hoe dat moet.
21. Hoe verloopt het leren in een freinetgroep?
1. Maak elk kind individueel sterk door gebruik te maken van de eigen
expressiemogelijkheden van het kind.
2. Houd rekening met verschillen tussen kinderen.
3. Bouw aan een (h)echte groep met een coöperatieve spirit.
4. Zorg voor groepsbelevingen in een rijke leeromgeving.
5. Geloof in de aangeboren onderzoekende houding (verwondering,
authentieke vragen en interesse) van kinderen en sluit daar op aan.
6. Ga samen met de kinderen op ontdekkingstocht in de wereld en
laat hen onderweg alle nodige vaardigheden oefenen.
7. Geef kinderen de kans ondernemend te zijn en leer hen hoe ze hun
eigen doelen, met steeds meer zelfsturing kunnen bereiken.
8. Laat kinderen samen, van elkaar en door elkaar leren, leg hun
leerontdekkingen vast in de rugzak van de klas.
9. Vul aan met systematisch leren en je uitdagende
oefenmogelijkheden, zodat alle relevante leerinhouden evenwichtig
en in voldoende mate aan bod komen en waardoor elk individueel
kind de kans krijgt om zich de leerontdekkingen uit de klasrugzak
eigen te maken.