SlideShare a Scribd company logo
1 of 30
Download to read offline
Proefstuderen Bachelor Kunstmatige Intelligentie


     Computationele Linguïstiek 
                     15 April 2011


                       Wouter Beek
               http://www.wouterbeek.com
Deel I: Overzicht Kunstmatige 
         Intelligentie
Definitie Kunstmatige Intelligentie


De bestudering van (menselijke) intelligentie 
aan de hand van computationele modellen.
Kunstmatige Intelligentie 

• Is niet één vakgebied, maar een conglomeraat 
  van vakgebieden.
• Deze hebben veelal hun eigen methoden en 
  technieken.
• Doel is om wetenschap en techniek samen te 
  brengen.
Curriculum Kunstmatige Intelligentie

 •   Informatica: Het bouwen van computerprogramma's.
 •   Logica: De wiskunde van het correct redeneren.
 •   Taalkunde: Bestuderen van structuren in taal.
 •   Visuele en auditieve waarneming.
 •   Robotica
 •   Psychologie: Bestuderen van menselijk denken.
 •   Filosofie: Relatie tussen geest en brein.
Waarom Kunstmatige Intelligentie?
• Als je menselijke intelligentie wil begrijpen.
• Als je complexe computertoepassingen wil maken.
• Als je niet kunt/wilt kiezen.
Deel II: 
Computationele Linguïstiek
Waarom is taal zo belangrijk voor het 
                 denken?
• Wat is intelligentie? / Wat is denken?
• Het meeste denken is talig.
• Taal is een essentieel aspect van intelligentie.
• Wat taal zo bijzonder maakt zijn de restricties die op 
  de sequenties van woorden van toepassing zijn.
• Betekenis bestaat uit de structurele configuraties van 
  woorden.
Het verband tussen taal en denken
• De structuur van de taal is verwant aan de 
  structuur van het denken.
• Bijvoorbeeld:
  – “Loopt paard het” heeft geen betekenis.
  – Maar “Het paard loopt” heeft een betekenis.
  – Bovendien: “Het paard loopt” drukt een gedachte 
    uit.
  – En: “Het paard loopt” kan worden gebruikt.
Waarom taal binnen KI moet worden 
              bestudeerd
• Er is een verband tussen de grammatica van de taal 
  en de structuur van het denken.
• Dus kennis van de grammatica leidt tot kennis over 
  het denken.
• Wanneer we grammatica kunnen namaken, kunnen 
  we een belangrijke component van het denken 
  namaken.
• Daarom is het namaken van grammatica een 
  belangrijk onderdeel van KI.
Deel III: Generatieve 
   Grammatica
Constituentenstructuur


                                      Z

                    ND                        WD

                           ZN                        ND


           LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN
           de      oude     kat     ziet      een       grote         hond



   LID = lidwoord ; BN = bijvoegelijk naamwoord ; ZN = zelfstandig naamwoord ;
WWn = werkwoord ; ND = naamwoordelijk deel ; WD = werkwoordelijk deel ; Z = zin
Z     ND, WD
Generatieve Grammatica                                             ND   LID, ZN

                                                                   ZN  BN, ZN
                                                                   ZN  kat
                                                                   ZN  hond
                           Z
                                                                   WD  WW1
                                 WD                                WD  WW2, ND
         ND
                                          ND                       WW1  loopt
                ZN                                  ZN             WW2  ziet

LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN              LID  de
de      oude     kat     ziet      een        grote         hond   LID  een 
                                                                   LID  elke

                                                                   BN  oude
                                                                   BN  jonge
                                                                   BN  grote
Z     ND, WD
     Z        ND   LID, ZN

         WD   ZN  BN, ZN
ND
              ZN  kat
              ZN  hond

              WD  WW1
              WD  WW2, ND

              WW1  loopt
              WW2  ziet

              LID  de
              LID  een 
              LID  elke

              BN  oude
              BN  jonge
              BN  grote
Z     ND, WD
                Z        ND   LID, ZN

      ND            WD   ZN  BN, ZN
                         ZN  kat
           ZN            ZN  hond

LID                      WD  WW1
                         WD  WW2, ND

                         WW1  loopt
                         WW2  ziet

                         LID  de
                         LID  een 
                         LID  elke

                         BN  oude
                         BN  jonge
                         BN  grote
Z     ND, WD
                    Z
                             ND   LID, ZN

          ND            WD
                             ZN  BN, ZN
                             ZN  kat
               ZN            ZN  hond

LID                          WD  WW1
                             WD  WW2, ND
de
                             WW1  loopt
                             WW2  ziet

                             LID  de
                             LID  een 
                             LID  elke

                             BN  oude
                             BN  jonge
                             BN  grote
Z     ND, WD
                     Z
                              ND   LID, ZN

         ND              WD
                              ZN  BN, ZN
                              ZN  kat
               ZN
                              ZN  hond

LID     BN      ZN            WD  WW1
                              WD  WW2, ND
de
                              WW1  loopt
                              WW2  ziet

                              LID  de
                              LID  een 
                              LID  elke

                              BN  oude
                              BN  jonge
                              BN  grote
Z     ND, WD
                     Z
                              ND   LID, ZN

         ND              WD
                              ZN  BN, ZN
                              ZN  kat
               ZN
                              ZN  hond

LID     BN      ZN            WD  WW1
                              WD  WW2, ND
de     oude   kat
                              WW1  loopt
                              WW2  ziet

                              LID  de
                              LID  een 
                              LID  elke

                              BN  oude
                              BN  jonge
                              BN  grote
Z     ND, WD
                         Z
                                                         ND   LID, ZN

         ND                     WD                       ZN  BN, ZN
                                        ND               ZN  kat
               ZN
                                                  ZN     ZN  hond

LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN    WD  WW1
                                                         WD  WW2, ND
de     oude   kat    ziet     een    grote        hond
                                                         WW1  loopt
                                                         WW2  ziet

                                                         LID  de
                                                         LID  een 
                                                         LID  elke

                                                         BN  oude
                                                         BN  jonge
                                                         BN  grote
• Generatieve Grammatica
 Theorie over de structuur van de taal

 Mathematische definitie van verzameling zinnen met
 bijbehorende boomstructuren.

• Formele semantiek
 Theorie over de betekenis van taal

 Mathematische definitie van verzameling zinnen met
 bijbehorende logische formules.
Deel IV: Automatisch vertalen

Woord voor woord vertalen gaat niet goed.

Daarom passen we generatieve grammatica's toe.
Vertaalschema
– Nederlands: BN, ZN
– Frans:          ZN, BN




                   ZN    BN, ZN

                           
                   ZN    ZN, BN
Z       ND, WD

                                                                         ND     LID, ZN
    Nederlands                                                           ND     EN

                                                                         EigenNaam  Jan

                                                                         ZN     BN, ZN
                                                                         ZN     hond

                                                                         WD    WW2, ND

                                                                         WW2  ziet
                             Z
                                                                         LID     een
                                 WD
           NG                                                            BN     gemene
                                            ND
                                                       ZN

EigenNaan              WW2     LID       BN             ZN
Jan                           ziet        een        gemene       hond
Z       ND, WD

                                                                           ND     LID, ZN
    Frans                                                                  ND     EN

                                                                           EigenNaam  Jean

                                                                           ZN     BN, ZN
                                                                           ZN     chien

                                                                           WD    WW2, ND

                             Z                                             WW2  voit

                                                                           LID     un
                                 WD
           ND                                                              BN     méchant
                                             ND
                                                       ZN

EigenNaam             WW2     LID      ZN             BN
Jean                           voit        un       chien        méchant
Een lastig probleem
• 1957, lancering van de Sputnik.
• “In from three to eight years we will have a 
  machine with the general intelligence of an
  average human being.” [Marvin Minsky]
• Evaluatie in 1966:
  – “The spirit is willing, but the flesh is weak.” 
    (Markus 14:38)
  – “The vodka is good, but the meat is rotten.”
Deel V: Betekenis
Compositionele betekenis
• Een zin heeft betekenis (want kan wel of niet 
  het geval zijn).
• Kunnen we de betekenis van alle zinnen 
  opbouwen uit ‘betekenissen’ van de 
  woorden?
Z

                       ND                        WD

                                                 ND

               LID       ZN         WW2         EN
               een    hond        bijt            jan




een                                  .   .∃ .                ∧
hond                                       .
een hond                              .∃ .                  ∧        	
bijt                                    . .                  ,
jan
bijt jan                                     .          ,
een hond bijt jan             ∃ .                 ∧              ,
Practicum
       Assistenten:
      Sharon Gieske,
   Bastiaan van der Weij




         Opdracht:
http://www.wouterbeek.com

More Related Content

Viewers also liked

Introduction to AI - Ninth Lecture
Introduction to AI - Ninth LectureIntroduction to AI - Ninth Lecture
Introduction to AI - Ninth LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Seventh Lecture
Introduction to AI - Seventh LectureIntroduction to AI - Seventh Lecture
Introduction to AI - Seventh LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Eight Lecture
Introduction to AI - Eight LectureIntroduction to AI - Eight Lecture
Introduction to AI - Eight LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Sixth Lecture
Introduction to AI - Sixth LectureIntroduction to AI - Sixth Lecture
Introduction to AI - Sixth LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Third Lecture
Introduction to AI - Third LectureIntroduction to AI - Third Lecture
Introduction to AI - Third LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Second Lecture
Introduction to AI - Second LectureIntroduction to AI - Second Lecture
Introduction to AI - Second LectureWouter Beek
 
Introduction to AI - Fifth Lecture
Introduction to AI - Fifth LectureIntroduction to AI - Fifth Lecture
Introduction to AI - Fifth LectureWouter Beek
 
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13Wouter Beek
 
Introduction to AI - Fourth Lecture
Introduction to AI - Fourth LectureIntroduction to AI - Fourth Lecture
Introduction to AI - Fourth LectureWouter Beek
 
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn Approach
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn ApproachIntelligent Tutoring Systems: The DynaLearn Approach
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn ApproachWouter Beek
 

Viewers also liked (10)

Introduction to AI - Ninth Lecture
Introduction to AI - Ninth LectureIntroduction to AI - Ninth Lecture
Introduction to AI - Ninth Lecture
 
Introduction to AI - Seventh Lecture
Introduction to AI - Seventh LectureIntroduction to AI - Seventh Lecture
Introduction to AI - Seventh Lecture
 
Introduction to AI - Eight Lecture
Introduction to AI - Eight LectureIntroduction to AI - Eight Lecture
Introduction to AI - Eight Lecture
 
Introduction to AI - Sixth Lecture
Introduction to AI - Sixth LectureIntroduction to AI - Sixth Lecture
Introduction to AI - Sixth Lecture
 
Introduction to AI - Third Lecture
Introduction to AI - Third LectureIntroduction to AI - Third Lecture
Introduction to AI - Third Lecture
 
Introduction to AI - Second Lecture
Introduction to AI - Second LectureIntroduction to AI - Second Lecture
Introduction to AI - Second Lecture
 
Introduction to AI - Fifth Lecture
Introduction to AI - Fifth LectureIntroduction to AI - Fifth Lecture
Introduction to AI - Fifth Lecture
 
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13
Smart Data for Smart Meters - Presentation at Pilod2 Meeting 2013-11-13
 
Introduction to AI - Fourth Lecture
Introduction to AI - Fourth LectureIntroduction to AI - Fourth Lecture
Introduction to AI - Fourth Lecture
 
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn Approach
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn ApproachIntelligent Tutoring Systems: The DynaLearn Approach
Intelligent Tutoring Systems: The DynaLearn Approach
 

Proefstuderen 2011

  • 1. Proefstuderen Bachelor Kunstmatige Intelligentie Computationele Linguïstiek  15 April 2011 Wouter Beek http://www.wouterbeek.com
  • 4. Kunstmatige Intelligentie  • Is niet één vakgebied, maar een conglomeraat  van vakgebieden. • Deze hebben veelal hun eigen methoden en  technieken. • Doel is om wetenschap en techniek samen te  brengen.
  • 5. Curriculum Kunstmatige Intelligentie • Informatica: Het bouwen van computerprogramma's. • Logica: De wiskunde van het correct redeneren. • Taalkunde: Bestuderen van structuren in taal. • Visuele en auditieve waarneming. • Robotica • Psychologie: Bestuderen van menselijk denken. • Filosofie: Relatie tussen geest en brein.
  • 8. Waarom is taal zo belangrijk voor het  denken? • Wat is intelligentie? / Wat is denken? • Het meeste denken is talig. • Taal is een essentieel aspect van intelligentie. • Wat taal zo bijzonder maakt zijn de restricties die op  de sequenties van woorden van toepassing zijn. • Betekenis bestaat uit de structurele configuraties van  woorden.
  • 9. Het verband tussen taal en denken • De structuur van de taal is verwant aan de  structuur van het denken. • Bijvoorbeeld: – “Loopt paard het” heeft geen betekenis. – Maar “Het paard loopt” heeft een betekenis. – Bovendien: “Het paard loopt” drukt een gedachte  uit. – En: “Het paard loopt” kan worden gebruikt.
  • 10. Waarom taal binnen KI moet worden  bestudeerd • Er is een verband tussen de grammatica van de taal  en de structuur van het denken. • Dus kennis van de grammatica leidt tot kennis over  het denken. • Wanneer we grammatica kunnen namaken, kunnen  we een belangrijke component van het denken  namaken. • Daarom is het namaken van grammatica een  belangrijk onderdeel van KI.
  • 12. Constituentenstructuur Z ND WD ZN ND LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN de      oude     kat     ziet      een       grote         hond LID = lidwoord ; BN = bijvoegelijk naamwoord ; ZN = zelfstandig naamwoord ; WWn = werkwoord ; ND = naamwoordelijk deel ; WD = werkwoordelijk deel ; Z = zin
  • 13. Z     ND, WD Generatieve Grammatica ND   LID, ZN ZN  BN, ZN ZN  kat ZN  hond Z WD  WW1 WD WD  WW2, ND ND ND WW1  loopt ZN ZN WW2  ziet LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN LID  de de      oude     kat     ziet      een        grote         hond LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 14. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN WD ZN  BN, ZN ND ZN  kat ZN  hond WD  WW1 WD  WW2, ND WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 15. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN ND WD ZN  BN, ZN ZN  kat ZN ZN  hond LID WD  WW1 WD  WW2, ND WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 16. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN ND WD ZN  BN, ZN ZN  kat ZN ZN  hond LID     WD  WW1 WD  WW2, ND de WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 17. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN ND WD ZN  BN, ZN ZN  kat ZN ZN  hond LID     BN      ZN WD  WW1 WD  WW2, ND de WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 18. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN ND WD ZN  BN, ZN ZN  kat ZN ZN  hond LID     BN      ZN WD  WW1 WD  WW2, ND de     oude   kat WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 19. Z     ND, WD Z ND   LID, ZN ND WD ZN  BN, ZN ND ZN  kat ZN ZN ZN  hond LID     BN      ZN   WW2   LID      BN             ZN WD  WW1 WD  WW2, ND de     oude   kat    ziet     een    grote        hond WW1  loopt WW2  ziet LID  de LID  een  LID  elke BN  oude BN  jonge BN  grote
  • 20. • Generatieve Grammatica Theorie over de structuur van de taal Mathematische definitie van verzameling zinnen met bijbehorende boomstructuren. • Formele semantiek Theorie over de betekenis van taal Mathematische definitie van verzameling zinnen met bijbehorende logische formules.
  • 23. – Nederlands: BN, ZN – Frans:          ZN, BN ZN    BN, ZN  ZN    ZN, BN
  • 24. Z       ND, WD ND     LID, ZN Nederlands ND     EN EigenNaam  Jan ZN     BN, ZN ZN     hond WD    WW2, ND WW2  ziet Z LID     een WD NG BN     gemene ND ZN EigenNaan              WW2     LID       BN             ZN Jan                           ziet        een        gemene       hond
  • 25. Z       ND, WD ND     LID, ZN Frans ND     EN EigenNaam  Jean ZN     BN, ZN ZN     chien WD    WW2, ND Z WW2  voit LID     un WD ND BN     méchant ND ZN EigenNaam             WW2     LID      ZN             BN Jean                           voit        un       chien        méchant
  • 26. Een lastig probleem • 1957, lancering van de Sputnik. • “In from three to eight years we will have a  machine with the general intelligence of an average human being.” [Marvin Minsky] • Evaluatie in 1966: – “The spirit is willing, but the flesh is weak.”  (Markus 14:38) – “The vodka is good, but the meat is rotten.”
  • 28. Compositionele betekenis • Een zin heeft betekenis (want kan wel of niet  het geval zijn). • Kunnen we de betekenis van alle zinnen  opbouwen uit ‘betekenissen’ van de  woorden?
  • 29. Z ND WD ND LID       ZN         WW2         EN een    hond        bijt            jan een . .∃ . ∧ hond . een hond .∃ . ∧ bijt . . , jan bijt jan . , een hond bijt jan ∃ . ∧ ,
  • 30. Practicum Assistenten: Sharon Gieske, Bastiaan van der Weij Opdracht: http://www.wouterbeek.com