1. Dag 3 kantoor! Ik en mijn familie gaan jullie vandaag iets meer vertellen over het computersysteem.

2. Zoals jullie weten bestaat ons computersysteem uit apparatuur (=hardware) en programmatuur (=software). De programmatuur kunnen we opsplitsen. Maar hier weet ik niet zo veel over, gelukkig mijn vader wel.

3. Papa, kan jij mij verder helpen? Natuurlijk !

4. Het eerste soort programmatuur dat er bestaat is systeemprogrammatuur. Dit is in de eerste plaats voor de computer zelf bedoeld. Het systeemprogrammatuur bestaat uit een aantal programma’s die de apparaten van het computersysteem besturen en beheren. Kan je hier voorbeelden van geven papa?

5. Windows XP, MAC-OS, Linux, een programma om je schijf leeg te maken … Dit zijn allemaal voorbeelden van systeemprogrammatuur. En wat is dan het 2 de soort programmatuur papa?

6. Dat is het toepassingsysteem. Dit is bedoeld voor de persoon die gebruikt maakt van de computer. Dit zijn programma’s waarmee de gebruiker welbepaalde taken kan uitvoeren. Vandaar het woord toepassing.

7. Weet je hier voorbeelden van papa?

8. MS Word, MS Excel, programma’s waar je spelletjes mee kan spelen … Wat ben je toch slim papa !