SlideShare a Scribd company logo
1 of 45
PELOPONNESISCHE   E. Mos-
                  Burgers
      OORLOGEN
500   REPUBLIEK:         KLASSIEKE TIJD (500 – 338)          PERZISCHE RIJK
      Lucius Junius      490: Marathon (Miltiades)           Darius (522-486)
      Brutus: 1e         480: Thermopylae (Leonidas†)        Xerxes (486-465)
      consul (509)          Salamis (Themistocles 490-470)   Artaxerxes I (465-24)
                         479: Plataeae (Pausanias)
                         477-404: Delisch-Attische
                         Zeebond
                         c. 470-461: Cimon
                         c. 460-429: Pericles
                         461-446: Oorlog Athene Sparta
      451: XII Tafelen   449: “Vrede van Callias” m Perzen
                         431-404: Peloponnesische Oorlog     Darius II (424-404)
                         Pericles – Cleon – Alcibiades
                         404: Aigospotamoi (Lysander
                         Sparta)
400   396: Veji          386: Koningsvrede                   Artaxerxes II (404-358)
      367: Leges         377-355: 2e Attische Zeebond        Artaxerxes III (358-338)
      Liciniae Sextiae   371: Leuctra (Epaminondas Thebe)    Arses (338-336)
      338: Latijnse      362: Mantinea (Epaminondas†)        Darius III (336-330)
      Bond †             359-336: Philippus II (Macedonië)
                         338: Chaeronea
OVERZICHT PERZISCHE OORLOGEN

490:   Marathon
       Darius – Athene/Plataeae: Grieken winnen

481:   Thermopylae
       Xerxes – 300 Spartanen en bondgenoten: Perzen winnen

480:   Salamis
       Xerxes – Athene en bondgenoten: Grieken winnen

479:   Plataea
       Mardonios – Grieken olv. Spartanen: Grieken winnen
GRIEKSE INVLOED NEEMT TOE

 Griekse identiteit in toenemende mate
  Gedefinieerd door vergelijking met Perzen

  De Barbaar/de ander vs. de Grieken
 Spartanen trekken zich terug op Peloponnesos:
  Ze laten de leiding van strijd tegen de Perzen over aan
  Athene.
    - Sparta had geen goede vloot
    - Oorlogsterrein, westkust Klein- Azie lag overzee
   - Sparta wilde niet ver van huis vechten: bang voor
  helotenopstand

 Athene schaart zich als hoofd van Delisch- Attische zeebond
   Tegen de Perzen (477) (o.l.v. Themistocles opgericht)
DELISCH-ATTISCHE ZEEBOND
DELISCH-ATTISCHE ZEEBOND
           (477-404)
Opgericht om oorlog tegen Perzië voort te
 zetten en Grieken van Klein-Azië te
 bevrijden
Tribuut in schepen of geld
Ontwikkeling tot archē, hegemoniaal rijk.
454: schatkist van Delos naar Athene
431-404: in oorlog met Sparta.
 “Peloponnesische oorlog”
404: opgeheven op bevel van Sparta.
Pericles drijvende kracht
DE PELOPONNESISCHE OORLOGEN IN 3
              FASEN
          431-404 V. CHR.
 431-421: Archidamische oorlog
   Bestaande spanningen tussen Athene en Sparta over
  overheersing in Griekenland komen tot uitbarsting.
 Oiv. Perikles trekken de Atheners zich terug binnen de muren
  (voedselinvoer over zee), Spartanen doen jaarlijkse inval in
  Attica.
 430-429 Ondanks pest en dood van Perikles is deze strategie
  succesvol.
 421 -413 vrede van Nikias, gevolgd door toenemende spanningen
  en hervatting oorlog.
 415-413. Siciliaanse expeditie wordt fiasco voor Athene .
  Dubbelhartige rol Alkibiades. Sparta gaat over tot permanente
  bezetting Attica Deceliea) , en bouwt vloot met financiële steun
  van Perzië.
 411-410 Oligarchische coup in Athene mislukt.
 413- 404 Dekeleïsche oorlog
  De oorlog wordt besloten na blokkade van Athene (hongersnood).
  Delische bond en Atheense verdedigingswerken ontmanteld.
  Kortstondige instelling van oligarchische junta (de zgn 30).
OORLOG TEGEN SPARTA:
     VOOR PELOPONNESISCHE OORLOG
 Loop 5e eeuw: Bond werd machtsinstrument, vooral o.l.v.
  Pericles.
 Meeste lidstaten: financiële bijdrage aan bondskas op Delos:
  daaruit bondsvloot en legermacht betaald.
 466-461 (Cimon)  oorlog tegen Sparta + bondgenoten
  (vanwege groeiend imerpialisme van Athene)
 Athene: 12 jaar lang (461- 449  Sparta en Perzië als vijand.)

 454: Atheners (Pericles) brachten de bondskas over van Delos
  naar Athene
  Besteding van een deel van deze kas: voor de verfraaiing van
  Athene
 449- vrede met Perzen
 446: compromisvrede met Sparta sluiten
 Na 449  strijd Spar ta afgelopen
           bond bleef bestaan
           oor spronkelijke doelstelling van strijd tegen Perzen
                        ver vallen.
          bondsgebied was Atheens rijk geworden
          bondgenoten gedwongen lid te blijven en te betalen van
  bijdragen.
 Athene  bemoeit zich ook met interne zaken bondgenoten
  - in rechtspraak en financiële aangelegenheden
  - in ver schillende lidstaten bevriende democratische regeringen aan
  macht.
  Athener s stichten netwerk van kolonies (kler-ouchie-en)  op
  strategische punten in bondsgebied
  - kolonies waren onderdelen van polis Athene, kolonisten = Atheense
  Burgers  dus geen nieuwe zelfstandige stadstaten zoals in Archaische
  tijd.
  - kolonies  militaire steunpunten Athene 
   kolonisatie verhoogt aantal hoplieten 
ATHEENSE LEIDERS

   Atheense leiders in 5 e eeuw
   -     Themistokles; 490 -470
   -     Cimon: 470 -461
   -     Pericles : 460 -429
     Kwamen uit aristocratische bovenlaag, maar loyaal
    tegenover democratie
THEMISTOCLES
                   (490-470)

 Themistocles (+ later Pericles) 
- streven naar Atheense overheersing over Griekenland
- zagen in dat dit in conflict zou komen met Sparta


 bouwden lange muren om Athene en havenstad
Piraeus. (Pericles bouwt derde muur)
 alles over zee vechten,
 Atheense vloot beheerste zee rondom Griekenland
 Sparta voor muren laten liggen

• Combinatie van expansionisme naar buiten +
  democratische gezindheid naar binnen
CIMON
                        (470-461)
 Cimon
   meer behoudend
   wil Sparta ontzien, vindt democratie te radicaal
  kwam ten val in 461 ;
  oorlog Athene en Sparta.(466-61)
PERICLES (460-429)
           J A A R L I J K S T O T S T R AT E E G G E K O Z E N 4 4 3 - 4 2 9
                                ROMEINSE KOPIE
                                 VAT I C A A N S M U S E U M
• 454: Atheners (Pericles) brachten de bondskas over van
  Delos naar Athene
• 449- vrede met Perzen
• 446: compromisvrede met Sparta sluiten
• 446-431: hoogtepunt machtsontplooiing, welvaart en
  culturele bloei van Athene Vredesperiode met Sparta.

• Pericles liet bevolking terugtrekken binnen de Lange muren
• Atheense vloot plunderde ondertussen de kusten van
  Peloponnesos->Spartaanse bevoorrading bemoeilijkt.
• Na vredesperiode: nieuwe oorlog
  431: Begin Peloponnesische oorlog
• 429: dood Pericles na pest
  uitgebroken binnen de Lange muren.

• Combinatie van expansionisme naar buiten + democratische
  gezindheid naar binnen
STRATEGIE PERICLES
SUCCES EERSTE OORLOGSPERIODE (431-
               421)
 Pericles goede voorbereiding oorlog:
  - krijgskas 6000 talenten
  - lange termijnstrategie ontwikkeld:
   wilde Sparta uitputten :
       korte aanvallen vanuit zee
      Spartanan uitlokken tot dure belegering van Ath + Piraeus.
  - Attische bevolking concentreerde hij binnen de lange muren
  rondom Ath + Piraeus.
  - hij deed geen veldslagen op land
      Sparta had beste hoplieten + talrijke bondgenoten >
  overmacht
  - zwaktepunt van Spar ta  krijgskas: te weinig geld voor een
  lange oorlog.
 Pericles dood: 429
  + erge epidemie 429-427
  niet helemaal aan Pericles’ plan gehouden
   toch succes eerste oorlogsperiode: 431-421
 421: Athene sloot vrede (Vrede van Nikias: 421-413)
413-404: ATHENE VERLIEST
O.A. DOOR MISLUKTE EXPEDITIE SICILIË
 Tweede oorlogsperiode: 413-404 (na vredesperiode)  Athene
  verloor.
   Oorzaken:
  - 415-413
   Athene had beste deel leger en vloot verspeeld
   overmoedige mislukte poging Sicilië te overheersen.

  - Syracuse (Sicilie)  (na Athene volksrijkste Gr. Stad)
   versloeg Atheners met Spartaanse hulp.
   m.b.v de aristocratische volksmenner Alcibiades 
  had Ath. Volksvergadering aangezet tot deze expeditie, maar hij
  liep over naar Sparta  raad Spartanen aan:
   1. vast punt in Attica te bezetten,
  2. Syracuse te helpen
  3. contact met Perzië te zoeken
 404: Vrede, eind oorlog
405: NEDERLAAG ATHENEN DOOR
      LYSANDER (BIJ AIGOSPOTAMOI)
 Spartanen bezetten fort Decelea in Attica hinderden
  landbouw in Attica en
  mijbouw in zilvermijnen Laureion.
 - duizenden slaven lopen weg --. Athene miste belangrijkste
  bronnen van voedsel en geld
-        Perzië  kiest kant Sparta  gaf middelen voor sterke
  vloot Sparta  bondgenoten van Athene verlokt over te lopen
  naar Sparta.
-        In het begin  Atheners nog paar zeeoverwinningen
  o.l.v. Alcibiades, die weer was overgelopen (na conflicten met
  Spar taanse leiders en Perzische satrapen)
   maar 405  Atheense vloot verslagen door Spartaan
  Lysander bij Aigo-spota-moi (in Dardanellen)
VREDE VAN 404

Opheffing Delisch-Attische Zeebond
Neerhalen lange muren van Athene
Afschaffing democratie door Lysander.
 Regime van de 30 (oligarchie).
 30 mannen schrijven een nieuwe constitutie.
 Boulē afgeschaft, burgerschap beperkt.
 Schrikbewind o.l.v. Critias.
Opstand o.l.v. ballingen.
403: herstel democratie met goedkeuring
 van Sparta
PELOPONNESISCHE OORLOG
   (431-404) OVERZICHT:
 Oorlog Delisch-Attische Bond tegen Peloponnesische bond.
 Oorzaak: vrees van Sparta voor de groeiende macht van
  Athene (Thucydides)
 Aanleiding: conflict om Corcyra (Korfoe)
 Belegering Athene; pestepidemie; Pericles sterft (429).
 421: vrede van Nicias
 415: mislukte expeditie tegen Sicilië . Instigatie Alcibiades.
  411: oligarchische staatsgreep. Regime van de 400. Mislukt
  omdat theten op de vloot oligarchie niet erkennen.
 407: Perzië helpt Sparta -> bouw Spartaanse vloot.
 405: Atheense nederlaag bij Aigospotamoi tegen Lysander
 404: vrede: Athene moest capituleren door gebrek aan
  voedsel.
NA PELOPONNESISCHE OORLOG (404-
               336)
 De periode 404-336 vC
 404-338 nog steeds coalitieoorlogen om hegemonie tussen
  Sparta, Thebe en Athene.
 Athene  nog steeds belangrijkste marktplaats, volksrijkste
  stad en voornaamste cultuurcentrum Gr.land.
 Sparta  steeds meer tekort aan Spartiaten
 De perzen
   speelden met subsidies en intriges
   Griekse bonden en poleis tegen elkaar uit gespeeld
   voorkomen dat ze zich zouden verenigen en gezamenlijk
  tegen Perzië zouden eren.
  - ze raakten langzamerhand achter in militaire tactiek en
  ervaring op Grieken.
CORINTHISCHE OORLOG (395-386)

 396: Spartaan Agesilaus valt Klein-Azië binnen.
 Oorlog tussen Sparta <-> Athene, Thebe, Corinthe,
  Argos, Perzië, e.a. 394: Perzische vloot o.l.v. Athener
  Conon verslaat Sparta bij Cnidos. Perzië kiest echter zijde van
  Sparta. Verdeel-en-heerspolitiek.
 386: Koningsvrede (of: vrede van Antalcidas, Spartaanse
  onderhandelaar), gedicteerd door koning Artaxerxes II van
  Perzië:
 Bepalingen:
 1) Griekse steden “autonoom” (dus niet onderworpen aan
  andere stadstaten.
 2) Griekse steden in Klein -Azië en Cyprus onder Perzische
  heerschappij.
PERZISCHE BEMOEIENIS SAMENGEVAT

 Twee fasen in Per z isc he bemoeienis met Griekenland :
  1 . 1 e helf t 5 e eeuw: oorlog met Grieken
  2. 413-340  verdeel –en -heer stactiek  telkens andere Griekse staten
  met subsidies onder steunen .
 Voorbeeld :

 Corinthisc he oorlog (395 -386)
   Per z en steunden eer st Athene en wat afvallige bondgenoten van Spar ta
  (corinthe en Thebe)  Spar ta stond nl. niet toe  dat Perzen na 404 de K -
  Aziatische westkust terug zouden nemen.
  - Perzen: bekostigden ca. 394 her stel van Atheense zeemacht en lange
  muren  toen Athene te mac htig werd Perzen hielpen Spar ta .
  - 386: Koningsvrede : Perzische koning dicteer t vrede
   Atheense her stel werd ver traagd
   Spar ta bleef machtigste staat in Gr.land  Perzen herkregen
  heer schappij over Gr. Steden aan westkust K - Azië
TWEEDE ATTISCHE BOND
          (377-355)
 Opgericht door Athene, tegen Sparta gericht, om te verzekeren
  dat Sparta vrijheid en autonomie van de Grieken zou
  respecteren. Na 371 wordt Thebe voornaamste tegenstander.
 Garanties tegen Atheense suprematie
 Sparta snel opnieuw moeilijkheden
 Verschil met eerste bond
  - bondgenoten betaalden geen schatting
  - bongenoten waren autonoom in interne aangelegenheid
  -medezeggenschap in bondsraad over buitenlandse politiek
 Bond heeft kort gefunctioneerd na 362 trad Athene harder op
  en stichtte klerouchieën in bondsgebied  belangrijkste
  bondgenoten komen in opstand (357-355)  bond viel uiteen.
 357-55: bondgenoten oorlog -> einde bond
TWEEDE ATTISCHE ZEEBOND
OVERHEERSING VAN THEBE
        (371-362)
 382-379: Sparta bezet Thebe;
 379: volksopstand. Thebaans herstel onder
  Epaminonas. Herstel Boeotische Bond.
371: Epaminondas verslaat Sparta bij
 Leuctra. Thebaanse overheersing in
 Griekenland.
362: Epaminondas verslagen bij Mantinea
 door coalitie van Sparta, Athene, Mantinea,
 Elis.
LEUCTRA (BOEOTIË)
GRIEKENLAND CA. 362 V. CHR.
MANTINEA (362 BC)
EPAMINONDAS VERSLAGEN
OPKOMST VAN MACEDONIË

Philippus II (359 -336)
 357: pakt Amphipolis van Athene af (tijdens
  bondgenotenoorlog)
 Breidt macht over Griekenland uit ( Thessalië), Olynthus (349).
 346: heilige oorlog tegen de Phociërs.
 340: Philippus II bezet Perinthus en Byzantium, Artaxerxes III
  grijpt direct in (voor het eerst sinds Xerxes)
 338: Philippus verslaat coalitie van Thebe en Athene bij
  Chaeronea
 337: Corinthische bond: Philippus hēgemōn. Besluit Perzië aan
  te vallen. ( Geen schatting betalen
    onderlinge oorlogen en revoluties uitbannen
    vrij en autonoom in interne zaken)
 336: expeditie naar Klein-Azië
 336: Philippus vermoord.
Alexander de Grote (336 -323)
PHILIPPUS

 Macedoische koning Philippus II (359-336)
   moderniseerde leger naar Thebaans model
   maakte meester van goudmijnen Thracië
   bewonderde Gr. Cultuur  wilde leiding verwer ven over heel
  Griekenland
   bereikte doel, gebruikmakend van onderlinge verdeeldheid
   342-338: Atheners + Thebanen proberen hem tegen te
  houden  maar hun legers verslagen in 338 vC bij Chaeronea.

 Philippus 337: Corinthische bond: Macedonië + alle Griekse
 staten, behalve Sparta
 Geen schatting betalen
  onderlinge oorlogen en revoluties uitbannen
  vrij en autonoom in interne zaken
 Waarschijnlijk wilde hij Perzië aanvallen en K- Azië
 veroveren maar in 336 vermoord.  privé-ruzie
GRIEKENLAND CA. 338 V. CHR.
ISOCRATES (436-338)
PL EIT T E VO O R ST R IJ D T EG EN PER Z IË O N D ER AT H EEN SE
    ( PAN EG YR IC US ), L AT ER M AC ED O N ISC H E L EID IN G
         ( PH IL IPPU S EN BR IEF AAN PH IL IPPU S, 3 3 8 )

 Redenaar en publicist Isocrates (436-338)
  vond vereniging van alle Grieken onder
 sterke leider goed middel tegen eindeloze
 oorlogen
  verovering van K-Azië  massale
 kolonisatie van Grieken daar  zou veel
 problemen oplossen
  pleit voor oorlog van alle Griekse staten
 tegen Perzië.
 -     Migratie van Grieken naar Azië al op
 gang gekomen
 -     Veel Griekse huursoldaten in Perzische
 dienst
 -    Toenemend handelsverkeer via via
 Griekse steden aan westkust van K-Azië, die
 sinds 386 van Perzië waren.-->
 voorafschaduwing van hellenistische tijd
DEMOSTHENES (384-322 V. CHR.)
    AT H E E N S R E D E N A A R , F E L O P P O N E N T VA N P H I L I P P U S
(PHILIPPICAE) EN ALEXANDER. STREED MEE BIJ CHAERONEA.
NA NEDERLAAG IN LAMISCHE OORLOG (323-322) ZELFMOORD.


                    338: eind periode der vrije autonome stadstaten
                    - Redenaar en politicus Demosthenes(384-322)
                     tegenstander van Philippus
                     wilde volledige zelfstandigheid en macht Athene
                    handhaven.
ALEXANDER DE GROTE (336-323)
HET RIJK VAN ALEXANDER DE
          GROTE
DE HELLENISTISCHE PERIODE

Begin:
 338: Chaeronea
 336-323: Alexander de Grote . Alexander sterft te Babylon.
   331:   Slag bij Gaugamela
   330:   Dood van Darius III
   301:   Slag bij Ipsus, Antigonus Monophthal mus sneuvelt
   280:   Dood van Seleucus I, de laatste diadooch

Einde
 222: Sellasia (Antigonus III Doson verslaat Cleomenes III van Sparta)
 148: Rome maakt Macedonië tot provincie, einde Antigonidische rijk.
 64: Pompejus maakt Syrië tot provincie, einde Seleucidische rijk
 31: slag bij Actium (Oc tavianus verslaat Marcus Antonius en Cleopatra)
 30: Rome maakt Egypte tot provincie , einde van Ptolemeïsche rijk
 632: dood van Mohammed.
Rome                     Griekenland en                       Azië                                      Egypte
                               Macedonië
338   338: Latijnse Bond †     338: Chaeronea                                                                 Alexander
                               Alexander de Grote (336 / 331 -323)
                               Philippus III Arrhidaeus (323-317)                                             323:Ptolemaeus
                               Alexander IV (317- 310)
                                                                                                              satraap
                               Antiogonus Monophthalmus (305-301)
                                                                                                              305: koning
                               301: slag bij Ipsus. Antigonus † Demetrius
305   287: Lex Hortensia       Antigoniden (276-148)                Seleuciden (311/305-64)                   Ptolemeeën
      275: Beneventum                                               Seleucus I                                (323/05-30)
                               Antigonus II Gonatas (276-
      264-41: 1e Pun. oorlog                                        Antiochus I (281-261)                     Ptolemaeus I
                               239)                                 Antiochus II (261-246)                    Ptol. II (283-46)
                                                                    Seleucus II (246-226)                     Ptol. III (246-222)
                                                                    Seleucus III (226-223)

      218-01: 2e Pun. oorlog   Antigonus III Doson (229-221)        Antiochus III (223-187)                   Ptol IV (222-04)
                               222: Slag bij Sellasia               200: Antiochus verovert Syrië/Palestina
                                                                    188: Vrede van Apamea

200   L. Aemilius Paullus      Perseus (179-168)                    Seleucus IV (187-175)                     Ptol V (205-180)
                                                                    Antiochus IV (175-164)                    Ptol VI (181-45)
      168                      168: Slag bij Pydna                  168: Makkabeese opsatnd

      149-46: 3e Pun. Oorlog   148: Macedonia                                                141 Parthen
      133: Tib. Gracchus       146: Corinthe †                                               Mithradates I

100   Marius, Sulla,                                                Antiochus XIII



      Pompejus                                                      64 Syria +
                                                                    Judaea

      44 Caesar †                                                                                             Cleopatra VII



30    KEIZERTIJD               27 Achaea                            Jezus (4v-30nC)                           30 Aegyptus
vC    Augustus (27v-14nC)
“HET HELLENISME”

 Johann Gustav Droysen (1808-1884) Geschichte
  Alexanders des Grossen (1833), Geschichte des
  Hellenismus (1877).

 „„Der Name Alexander bedeutet das Ende einer Weltepoche,
  den Anfang einer neuen.‟‟
 „Hellenismus‟.
 „die Verbreitung Griechischer Herrschaft und Griechischer
  Bildung über die Völker ausgelebter Kulturen ‟
 Griekse èn Oosterse culturen „ausgelebte Kulturen‟.
 Hellenisme = vergrieksing (?)
 Hellenisme = mengcultuur (?)
 Hellenistische periode synthese tussen Grieks en Oosters,
  bakermat voor het christendom.
DE HELLENISTISCHE STATEN CA. 240
             V. CHR
HELLENISTISCHE PERIODE

 Perzische rijk en rijk van Alexander vallen uiteen in kleinere
  monarchieën
 Griekse monarchieën domineren oostelijk MZ -bekken: S e l e u c i di s c he
    r i j k ( A z i ë ) , P t o l e m e ï s c h e r i j k ( E g yp t e ) , A n t i g o n i d i s c h e r i j k ( M a c e d o n i ë )
 Vermenging, vergrieksing of juxtapositie?
 Stedenstichtingen: nieuwe Griekse steden; Griekse kolonies in
  oude oosterse steden
 Het excentrieke in de kunst
 Godsdienst: n i e u we c u l t e n ( S e r a p i s , I s i s , Tyc h ē ) , g o d e n k o n i n g e n , k o n i n g e n
    goden (heersersultus)
 Nieuwe filosofische stromingen:                                  S t o a ( Z e n o va n C i t i u m ) , E p i c u r u s ,
    C yn i s m e ( D i o g e n e s va n S i n o p e ) ; g r o e i m ys t e r i e c u l t e n .
   Verbreiding Babylonische astronomie en astrologie
   Wetenschappelijke ontdekkingen in Alexandrië
   Schaalvergroting
   Oligarchisering en hiërarchisering in Griekse steden
RI J K VE RDE E LD ON DE R Z OON S A LE X A N DER DE G ROT E :
        A N T IGONIDE S , SE LE UC US I , P TOLE M AE US
DE HELLENISTISCHE PERIODE

Begin:
 338: Chaeronea
 336-323: Alexander de Grote . Alexander sterft te Babylon.
   331:   Slag bij Gaugamela
   330:   Dood van Darius III
   301:   Slag bij Ipsus, Antigonus Monophthal mus sneuvelt
   280:   Dood van Seleucus I, de laatste diadooch

Einde
 222: Sellasia (Antigonus III Doson verslaat Cleomenes III van Sparta)
 148: Rome maakt Macedonië tot provincie, einde Antigonidische rijk.
 64: Pompejus maakt Syrië tot provincie, einde Seleucidische rijk
 31: slag bij Actium (Oc tavianus verslaat Marcus Antonius en Cleopatra)
 30: Rome maakt Egypte tot provincie , einde van Ptolemeïsche rijk
 632: dood van Mohammed.

More Related Content

More from Elise Mos-Burgers

More from Elise Mos-Burgers (7)

Participium latijn emb
Participium latijn embParticipium latijn emb
Participium latijn emb
 
Romeinse koningen
Romeinse koningenRomeinse koningen
Romeinse koningen
 
Les 9 tekstblok lingua latina
Les 9 tekstblok lingua latinaLes 9 tekstblok lingua latina
Les 9 tekstblok lingua latina
 
Filosofie emb
Filosofie embFilosofie emb
Filosofie emb
 
Tempels emb
Tempels embTempels emb
Tempels emb
 
Architectuur en geschiedenis
Architectuur en geschiedenisArchitectuur en geschiedenis
Architectuur en geschiedenis
 
Griekse beelden emb
Griekse beelden embGriekse beelden emb
Griekse beelden emb
 

Peloponnesische oorlogen emb

  • 1. PELOPONNESISCHE E. Mos- Burgers OORLOGEN
  • 2. 500 REPUBLIEK: KLASSIEKE TIJD (500 – 338) PERZISCHE RIJK Lucius Junius 490: Marathon (Miltiades) Darius (522-486) Brutus: 1e 480: Thermopylae (Leonidas†) Xerxes (486-465) consul (509) Salamis (Themistocles 490-470) Artaxerxes I (465-24) 479: Plataeae (Pausanias) 477-404: Delisch-Attische Zeebond c. 470-461: Cimon c. 460-429: Pericles 461-446: Oorlog Athene Sparta 451: XII Tafelen 449: “Vrede van Callias” m Perzen 431-404: Peloponnesische Oorlog Darius II (424-404) Pericles – Cleon – Alcibiades 404: Aigospotamoi (Lysander Sparta) 400 396: Veji 386: Koningsvrede Artaxerxes II (404-358) 367: Leges 377-355: 2e Attische Zeebond Artaxerxes III (358-338) Liciniae Sextiae 371: Leuctra (Epaminondas Thebe) Arses (338-336) 338: Latijnse 362: Mantinea (Epaminondas†) Darius III (336-330) Bond † 359-336: Philippus II (Macedonië) 338: Chaeronea
  • 3.
  • 4. OVERZICHT PERZISCHE OORLOGEN 490: Marathon Darius – Athene/Plataeae: Grieken winnen 481: Thermopylae Xerxes – 300 Spartanen en bondgenoten: Perzen winnen 480: Salamis Xerxes – Athene en bondgenoten: Grieken winnen 479: Plataea Mardonios – Grieken olv. Spartanen: Grieken winnen
  • 5. GRIEKSE INVLOED NEEMT TOE  Griekse identiteit in toenemende mate Gedefinieerd door vergelijking met Perzen De Barbaar/de ander vs. de Grieken  Spartanen trekken zich terug op Peloponnesos: Ze laten de leiding van strijd tegen de Perzen over aan Athene. - Sparta had geen goede vloot - Oorlogsterrein, westkust Klein- Azie lag overzee - Sparta wilde niet ver van huis vechten: bang voor helotenopstand  Athene schaart zich als hoofd van Delisch- Attische zeebond  Tegen de Perzen (477) (o.l.v. Themistocles opgericht)
  • 7. DELISCH-ATTISCHE ZEEBOND (477-404) Opgericht om oorlog tegen Perzië voort te zetten en Grieken van Klein-Azië te bevrijden Tribuut in schepen of geld Ontwikkeling tot archē, hegemoniaal rijk. 454: schatkist van Delos naar Athene 431-404: in oorlog met Sparta. “Peloponnesische oorlog” 404: opgeheven op bevel van Sparta. Pericles drijvende kracht
  • 8. DE PELOPONNESISCHE OORLOGEN IN 3 FASEN 431-404 V. CHR.  431-421: Archidamische oorlog Bestaande spanningen tussen Athene en Sparta over overheersing in Griekenland komen tot uitbarsting.  Oiv. Perikles trekken de Atheners zich terug binnen de muren (voedselinvoer over zee), Spartanen doen jaarlijkse inval in Attica.  430-429 Ondanks pest en dood van Perikles is deze strategie succesvol.  421 -413 vrede van Nikias, gevolgd door toenemende spanningen en hervatting oorlog.  415-413. Siciliaanse expeditie wordt fiasco voor Athene . Dubbelhartige rol Alkibiades. Sparta gaat over tot permanente bezetting Attica Deceliea) , en bouwt vloot met financiële steun van Perzië.  411-410 Oligarchische coup in Athene mislukt.  413- 404 Dekeleïsche oorlog De oorlog wordt besloten na blokkade van Athene (hongersnood). Delische bond en Atheense verdedigingswerken ontmanteld. Kortstondige instelling van oligarchische junta (de zgn 30).
  • 9. OORLOG TEGEN SPARTA: VOOR PELOPONNESISCHE OORLOG  Loop 5e eeuw: Bond werd machtsinstrument, vooral o.l.v. Pericles.  Meeste lidstaten: financiële bijdrage aan bondskas op Delos: daaruit bondsvloot en legermacht betaald.  466-461 (Cimon)  oorlog tegen Sparta + bondgenoten (vanwege groeiend imerpialisme van Athene)  Athene: 12 jaar lang (461- 449  Sparta en Perzië als vijand.)  454: Atheners (Pericles) brachten de bondskas over van Delos naar Athene Besteding van een deel van deze kas: voor de verfraaiing van Athene  449- vrede met Perzen  446: compromisvrede met Sparta sluiten
  • 10.  Na 449  strijd Spar ta afgelopen  bond bleef bestaan  oor spronkelijke doelstelling van strijd tegen Perzen ver vallen.  bondsgebied was Atheens rijk geworden  bondgenoten gedwongen lid te blijven en te betalen van bijdragen.  Athene  bemoeit zich ook met interne zaken bondgenoten - in rechtspraak en financiële aangelegenheden - in ver schillende lidstaten bevriende democratische regeringen aan macht.   Athener s stichten netwerk van kolonies (kler-ouchie-en)  op strategische punten in bondsgebied - kolonies waren onderdelen van polis Athene, kolonisten = Atheense Burgers  dus geen nieuwe zelfstandige stadstaten zoals in Archaische tijd. - kolonies  militaire steunpunten Athene   kolonisatie verhoogt aantal hoplieten 
  • 11. ATHEENSE LEIDERS  Atheense leiders in 5 e eeuw  - Themistokles; 490 -470  - Cimon: 470 -461  - Pericles : 460 -429  Kwamen uit aristocratische bovenlaag, maar loyaal tegenover democratie
  • 12. THEMISTOCLES (490-470) Themistocles (+ later Pericles)  - streven naar Atheense overheersing over Griekenland - zagen in dat dit in conflict zou komen met Sparta  bouwden lange muren om Athene en havenstad Piraeus. (Pericles bouwt derde muur)  alles over zee vechten,  Atheense vloot beheerste zee rondom Griekenland  Sparta voor muren laten liggen • Combinatie van expansionisme naar buiten + democratische gezindheid naar binnen
  • 13. CIMON (470-461)  Cimon  meer behoudend  wil Sparta ontzien, vindt democratie te radicaal kwam ten val in 461 ; oorlog Athene en Sparta.(466-61)
  • 14. PERICLES (460-429) J A A R L I J K S T O T S T R AT E E G G E K O Z E N 4 4 3 - 4 2 9 ROMEINSE KOPIE VAT I C A A N S M U S E U M • 454: Atheners (Pericles) brachten de bondskas over van Delos naar Athene • 449- vrede met Perzen • 446: compromisvrede met Sparta sluiten • 446-431: hoogtepunt machtsontplooiing, welvaart en culturele bloei van Athene Vredesperiode met Sparta. • Pericles liet bevolking terugtrekken binnen de Lange muren • Atheense vloot plunderde ondertussen de kusten van Peloponnesos->Spartaanse bevoorrading bemoeilijkt. • Na vredesperiode: nieuwe oorlog 431: Begin Peloponnesische oorlog • 429: dood Pericles na pest uitgebroken binnen de Lange muren. • Combinatie van expansionisme naar buiten + democratische gezindheid naar binnen
  • 15. STRATEGIE PERICLES SUCCES EERSTE OORLOGSPERIODE (431- 421)  Pericles goede voorbereiding oorlog: - krijgskas 6000 talenten - lange termijnstrategie ontwikkeld:  wilde Sparta uitputten : korte aanvallen vanuit zee Spartanan uitlokken tot dure belegering van Ath + Piraeus. - Attische bevolking concentreerde hij binnen de lange muren rondom Ath + Piraeus. - hij deed geen veldslagen op land  Sparta had beste hoplieten + talrijke bondgenoten > overmacht - zwaktepunt van Spar ta  krijgskas: te weinig geld voor een lange oorlog.  Pericles dood: 429 + erge epidemie 429-427 niet helemaal aan Pericles’ plan gehouden  toch succes eerste oorlogsperiode: 431-421  421: Athene sloot vrede (Vrede van Nikias: 421-413)
  • 16.
  • 17. 413-404: ATHENE VERLIEST O.A. DOOR MISLUKTE EXPEDITIE SICILIË  Tweede oorlogsperiode: 413-404 (na vredesperiode)  Athene verloor. Oorzaken: - 415-413  Athene had beste deel leger en vloot verspeeld  overmoedige mislukte poging Sicilië te overheersen. - Syracuse (Sicilie)  (na Athene volksrijkste Gr. Stad)  versloeg Atheners met Spartaanse hulp.  m.b.v de aristocratische volksmenner Alcibiades  had Ath. Volksvergadering aangezet tot deze expeditie, maar hij liep over naar Sparta  raad Spartanen aan: 1. vast punt in Attica te bezetten, 2. Syracuse te helpen 3. contact met Perzië te zoeken  404: Vrede, eind oorlog
  • 18. 405: NEDERLAAG ATHENEN DOOR LYSANDER (BIJ AIGOSPOTAMOI)  Spartanen bezetten fort Decelea in Attica hinderden landbouw in Attica en mijbouw in zilvermijnen Laureion.  - duizenden slaven lopen weg --. Athene miste belangrijkste bronnen van voedsel en geld - Perzië  kiest kant Sparta  gaf middelen voor sterke vloot Sparta  bondgenoten van Athene verlokt over te lopen naar Sparta. - In het begin  Atheners nog paar zeeoverwinningen o.l.v. Alcibiades, die weer was overgelopen (na conflicten met Spar taanse leiders en Perzische satrapen)  maar 405  Atheense vloot verslagen door Spartaan Lysander bij Aigo-spota-moi (in Dardanellen)
  • 19. VREDE VAN 404 Opheffing Delisch-Attische Zeebond Neerhalen lange muren van Athene Afschaffing democratie door Lysander. Regime van de 30 (oligarchie). 30 mannen schrijven een nieuwe constitutie. Boulē afgeschaft, burgerschap beperkt. Schrikbewind o.l.v. Critias. Opstand o.l.v. ballingen. 403: herstel democratie met goedkeuring van Sparta
  • 20. PELOPONNESISCHE OORLOG (431-404) OVERZICHT:  Oorlog Delisch-Attische Bond tegen Peloponnesische bond.  Oorzaak: vrees van Sparta voor de groeiende macht van Athene (Thucydides)  Aanleiding: conflict om Corcyra (Korfoe)  Belegering Athene; pestepidemie; Pericles sterft (429).  421: vrede van Nicias  415: mislukte expeditie tegen Sicilië . Instigatie Alcibiades. 411: oligarchische staatsgreep. Regime van de 400. Mislukt omdat theten op de vloot oligarchie niet erkennen.  407: Perzië helpt Sparta -> bouw Spartaanse vloot.  405: Atheense nederlaag bij Aigospotamoi tegen Lysander  404: vrede: Athene moest capituleren door gebrek aan voedsel.
  • 21.
  • 22. NA PELOPONNESISCHE OORLOG (404- 336)  De periode 404-336 vC  404-338 nog steeds coalitieoorlogen om hegemonie tussen Sparta, Thebe en Athene.  Athene  nog steeds belangrijkste marktplaats, volksrijkste stad en voornaamste cultuurcentrum Gr.land.  Sparta  steeds meer tekort aan Spartiaten  De perzen  speelden met subsidies en intriges  Griekse bonden en poleis tegen elkaar uit gespeeld  voorkomen dat ze zich zouden verenigen en gezamenlijk tegen Perzië zouden eren. - ze raakten langzamerhand achter in militaire tactiek en ervaring op Grieken.
  • 23. CORINTHISCHE OORLOG (395-386)  396: Spartaan Agesilaus valt Klein-Azië binnen.  Oorlog tussen Sparta <-> Athene, Thebe, Corinthe, Argos, Perzië, e.a. 394: Perzische vloot o.l.v. Athener Conon verslaat Sparta bij Cnidos. Perzië kiest echter zijde van Sparta. Verdeel-en-heerspolitiek.  386: Koningsvrede (of: vrede van Antalcidas, Spartaanse onderhandelaar), gedicteerd door koning Artaxerxes II van Perzië:  Bepalingen:  1) Griekse steden “autonoom” (dus niet onderworpen aan andere stadstaten.  2) Griekse steden in Klein -Azië en Cyprus onder Perzische heerschappij.
  • 24. PERZISCHE BEMOEIENIS SAMENGEVAT  Twee fasen in Per z isc he bemoeienis met Griekenland : 1 . 1 e helf t 5 e eeuw: oorlog met Grieken 2. 413-340  verdeel –en -heer stactiek  telkens andere Griekse staten met subsidies onder steunen .  Voorbeeld :  Corinthisc he oorlog (395 -386)  Per z en steunden eer st Athene en wat afvallige bondgenoten van Spar ta (corinthe en Thebe)  Spar ta stond nl. niet toe  dat Perzen na 404 de K - Aziatische westkust terug zouden nemen. - Perzen: bekostigden ca. 394 her stel van Atheense zeemacht en lange muren  toen Athene te mac htig werd Perzen hielpen Spar ta . - 386: Koningsvrede : Perzische koning dicteer t vrede  Atheense her stel werd ver traagd  Spar ta bleef machtigste staat in Gr.land  Perzen herkregen heer schappij over Gr. Steden aan westkust K - Azië
  • 25. TWEEDE ATTISCHE BOND (377-355)  Opgericht door Athene, tegen Sparta gericht, om te verzekeren dat Sparta vrijheid en autonomie van de Grieken zou respecteren. Na 371 wordt Thebe voornaamste tegenstander.  Garanties tegen Atheense suprematie  Sparta snel opnieuw moeilijkheden  Verschil met eerste bond - bondgenoten betaalden geen schatting - bongenoten waren autonoom in interne aangelegenheid -medezeggenschap in bondsraad over buitenlandse politiek  Bond heeft kort gefunctioneerd na 362 trad Athene harder op en stichtte klerouchieën in bondsgebied  belangrijkste bondgenoten komen in opstand (357-355)  bond viel uiteen.  357-55: bondgenoten oorlog -> einde bond
  • 27. OVERHEERSING VAN THEBE (371-362)  382-379: Sparta bezet Thebe;  379: volksopstand. Thebaans herstel onder Epaminonas. Herstel Boeotische Bond. 371: Epaminondas verslaat Sparta bij Leuctra. Thebaanse overheersing in Griekenland. 362: Epaminondas verslagen bij Mantinea door coalitie van Sparta, Athene, Mantinea, Elis.
  • 31. OPKOMST VAN MACEDONIË Philippus II (359 -336)  357: pakt Amphipolis van Athene af (tijdens bondgenotenoorlog)  Breidt macht over Griekenland uit ( Thessalië), Olynthus (349).  346: heilige oorlog tegen de Phociërs.  340: Philippus II bezet Perinthus en Byzantium, Artaxerxes III grijpt direct in (voor het eerst sinds Xerxes)  338: Philippus verslaat coalitie van Thebe en Athene bij Chaeronea  337: Corinthische bond: Philippus hēgemōn. Besluit Perzië aan te vallen. ( Geen schatting betalen onderlinge oorlogen en revoluties uitbannen vrij en autonoom in interne zaken)  336: expeditie naar Klein-Azië  336: Philippus vermoord. Alexander de Grote (336 -323)
  • 32. PHILIPPUS  Macedoische koning Philippus II (359-336)  moderniseerde leger naar Thebaans model  maakte meester van goudmijnen Thracië  bewonderde Gr. Cultuur  wilde leiding verwer ven over heel Griekenland  bereikte doel, gebruikmakend van onderlinge verdeeldheid  342-338: Atheners + Thebanen proberen hem tegen te houden  maar hun legers verslagen in 338 vC bij Chaeronea.  Philippus 337: Corinthische bond: Macedonië + alle Griekse staten, behalve Sparta  Geen schatting betalen onderlinge oorlogen en revoluties uitbannen vrij en autonoom in interne zaken  Waarschijnlijk wilde hij Perzië aanvallen en K- Azië veroveren maar in 336 vermoord.  privé-ruzie
  • 33.
  • 35. ISOCRATES (436-338) PL EIT T E VO O R ST R IJ D T EG EN PER Z IË O N D ER AT H EEN SE ( PAN EG YR IC US ), L AT ER M AC ED O N ISC H E L EID IN G ( PH IL IPPU S EN BR IEF AAN PH IL IPPU S, 3 3 8 ) Redenaar en publicist Isocrates (436-338)  vond vereniging van alle Grieken onder sterke leider goed middel tegen eindeloze oorlogen  verovering van K-Azië  massale kolonisatie van Grieken daar  zou veel problemen oplossen  pleit voor oorlog van alle Griekse staten tegen Perzië. - Migratie van Grieken naar Azië al op gang gekomen - Veel Griekse huursoldaten in Perzische dienst - Toenemend handelsverkeer via via Griekse steden aan westkust van K-Azië, die sinds 386 van Perzië waren.--> voorafschaduwing van hellenistische tijd
  • 36. DEMOSTHENES (384-322 V. CHR.) AT H E E N S R E D E N A A R , F E L O P P O N E N T VA N P H I L I P P U S (PHILIPPICAE) EN ALEXANDER. STREED MEE BIJ CHAERONEA. NA NEDERLAAG IN LAMISCHE OORLOG (323-322) ZELFMOORD. 338: eind periode der vrije autonome stadstaten - Redenaar en politicus Demosthenes(384-322)  tegenstander van Philippus  wilde volledige zelfstandigheid en macht Athene handhaven.
  • 37. ALEXANDER DE GROTE (336-323)
  • 38. HET RIJK VAN ALEXANDER DE GROTE
  • 39. DE HELLENISTISCHE PERIODE Begin:  338: Chaeronea  336-323: Alexander de Grote . Alexander sterft te Babylon.  331: Slag bij Gaugamela  330: Dood van Darius III  301: Slag bij Ipsus, Antigonus Monophthal mus sneuvelt  280: Dood van Seleucus I, de laatste diadooch Einde  222: Sellasia (Antigonus III Doson verslaat Cleomenes III van Sparta)  148: Rome maakt Macedonië tot provincie, einde Antigonidische rijk.  64: Pompejus maakt Syrië tot provincie, einde Seleucidische rijk  31: slag bij Actium (Oc tavianus verslaat Marcus Antonius en Cleopatra)  30: Rome maakt Egypte tot provincie , einde van Ptolemeïsche rijk  632: dood van Mohammed.
  • 40. Rome Griekenland en Azië Egypte Macedonië 338 338: Latijnse Bond † 338: Chaeronea Alexander Alexander de Grote (336 / 331 -323) Philippus III Arrhidaeus (323-317) 323:Ptolemaeus Alexander IV (317- 310) satraap Antiogonus Monophthalmus (305-301) 305: koning 301: slag bij Ipsus. Antigonus † Demetrius 305 287: Lex Hortensia Antigoniden (276-148) Seleuciden (311/305-64) Ptolemeeën 275: Beneventum Seleucus I (323/05-30) Antigonus II Gonatas (276- 264-41: 1e Pun. oorlog Antiochus I (281-261) Ptolemaeus I 239) Antiochus II (261-246) Ptol. II (283-46) Seleucus II (246-226) Ptol. III (246-222) Seleucus III (226-223) 218-01: 2e Pun. oorlog Antigonus III Doson (229-221) Antiochus III (223-187) Ptol IV (222-04) 222: Slag bij Sellasia 200: Antiochus verovert Syrië/Palestina 188: Vrede van Apamea 200 L. Aemilius Paullus Perseus (179-168) Seleucus IV (187-175) Ptol V (205-180) Antiochus IV (175-164) Ptol VI (181-45) 168 168: Slag bij Pydna 168: Makkabeese opsatnd 149-46: 3e Pun. Oorlog 148: Macedonia 141 Parthen 133: Tib. Gracchus 146: Corinthe † Mithradates I 100 Marius, Sulla, Antiochus XIII Pompejus 64 Syria + Judaea 44 Caesar † Cleopatra VII 30 KEIZERTIJD 27 Achaea Jezus (4v-30nC) 30 Aegyptus vC Augustus (27v-14nC)
  • 41. “HET HELLENISME”  Johann Gustav Droysen (1808-1884) Geschichte Alexanders des Grossen (1833), Geschichte des Hellenismus (1877).  „„Der Name Alexander bedeutet das Ende einer Weltepoche, den Anfang einer neuen.‟‟  „Hellenismus‟.  „die Verbreitung Griechischer Herrschaft und Griechischer Bildung über die Völker ausgelebter Kulturen ‟  Griekse èn Oosterse culturen „ausgelebte Kulturen‟.  Hellenisme = vergrieksing (?)  Hellenisme = mengcultuur (?)  Hellenistische periode synthese tussen Grieks en Oosters, bakermat voor het christendom.
  • 42. DE HELLENISTISCHE STATEN CA. 240 V. CHR
  • 43. HELLENISTISCHE PERIODE  Perzische rijk en rijk van Alexander vallen uiteen in kleinere monarchieën  Griekse monarchieën domineren oostelijk MZ -bekken: S e l e u c i di s c he r i j k ( A z i ë ) , P t o l e m e ï s c h e r i j k ( E g yp t e ) , A n t i g o n i d i s c h e r i j k ( M a c e d o n i ë )  Vermenging, vergrieksing of juxtapositie?  Stedenstichtingen: nieuwe Griekse steden; Griekse kolonies in oude oosterse steden  Het excentrieke in de kunst  Godsdienst: n i e u we c u l t e n ( S e r a p i s , I s i s , Tyc h ē ) , g o d e n k o n i n g e n , k o n i n g e n goden (heersersultus)  Nieuwe filosofische stromingen: S t o a ( Z e n o va n C i t i u m ) , E p i c u r u s , C yn i s m e ( D i o g e n e s va n S i n o p e ) ; g r o e i m ys t e r i e c u l t e n .  Verbreiding Babylonische astronomie en astrologie  Wetenschappelijke ontdekkingen in Alexandrië  Schaalvergroting  Oligarchisering en hiërarchisering in Griekse steden
  • 44. RI J K VE RDE E LD ON DE R Z OON S A LE X A N DER DE G ROT E : A N T IGONIDE S , SE LE UC US I , P TOLE M AE US
  • 45. DE HELLENISTISCHE PERIODE Begin:  338: Chaeronea  336-323: Alexander de Grote . Alexander sterft te Babylon.  331: Slag bij Gaugamela  330: Dood van Darius III  301: Slag bij Ipsus, Antigonus Monophthal mus sneuvelt  280: Dood van Seleucus I, de laatste diadooch Einde  222: Sellasia (Antigonus III Doson verslaat Cleomenes III van Sparta)  148: Rome maakt Macedonië tot provincie, einde Antigonidische rijk.  64: Pompejus maakt Syrië tot provincie, einde Seleucidische rijk  31: slag bij Actium (Oc tavianus verslaat Marcus Antonius en Cleopatra)  30: Rome maakt Egypte tot provincie , einde van Ptolemeïsche rijk  632: dood van Mohammed.

Editor's Notes

  1. - Sparta wildenietver van huisvechten: bang voorhelotenopstandSparta: fase van stilstand à burgers met volledigerechten, Spartiatenà namaf door à - lagegeboortecijfers- degradatie van verarmdeSpartiaten tot tweederangsburgersà SpartiatenwerdenkleinebevoorrechteminderheidtussenlagereSpartanen, perioiken en heloten.
  2. Athenershadden Sparta uitgedaagd: A. steunde het naburige Megara tegenCorinthe. Beidestedenwaren lid van Sparta’s peloponnesische bond.Bij de verdediging van Megara zagenze al gauw de zwakte van dezestad. Daaromboudenzevestingsmurenaanweerszijden van de wegnaar de haven Nisaea.Omdatditzo’ngoedidee was, besloten de Atheners het bijhuneigenstadook toe tepassen door eensoortgelijkverdediginssysteemneertezetten.De Atheensevolksvergaderingliet twee Lange Muren van de kustnaar de stadbouwen: Een 6 km langemuur van de PnyxheuvelnaarPiaeusEen 5 km langemuur van de mouseionheuvelnaar de vissershavenPhalerum ( 5 km zuidoostwaards van piraeus)Enkelejaren later adviseerde Pericles eenderdemuurtebouwen, ten zuiden van de muurnaarPriaeus. Hijliepevenwijdigaan de eerstemuur, zodateen 167 m brede corridor tussen haven en stadontstond.
  3. Na 449 à strijd Sparta afgelopenà bond bleefbestaan  à oorspronkelijkedoelstelling van strijdtegenPerzenvervallen. à bondsgebied was Atheensrijkgeworden à bondgenotengedwongen lid teblijven en tebetalen van bijdragen. àAthene à bemoeitzichook met interne zakenbondgenoten- in rechtspraak en financiëleaangelegenheden- in verschillendelidstatenà bevriendedemocratischeregeringenaanmacht.à Athenersstichtennetwerk van kolonies (kler-ouchie-en) à op strategischepunten in bondsgebied- kolonieswarenonderdelen van polis Athene, kolonisten= Ath. Burgers à dusgeennieuwezelfstandigestadstatenzoals in Archaischetijd. - kolonies à militairesteunpuntenAthene à à kolonisatieà verhoogtaantalhoplieten à 
  4. Bouwtmuur (twee van de drie)
  5. MaaktoorlogtussenAthene en Sparta mee.AthenerssteunentegelijkertijdEgyptischeopstandtegenPerziëà 455 à nederlaag in 454 à bondskasgaat van Delos naarAthene è vreesvoorPerzischeexpeditienaar Delos. 446: compromisvrede met Sparta sluiten --. Afzien van machtsuitbreiding M-Gr.land
  6. Pericles maakt begin Peloponnesischeoorlogmee (431-429)446-431: vrede met Sparta (Pericles is leidervanaf 460)Vanaf 431 nietmeerdus: Sparta vijand, begin Peloponnesischeoorlog.  Oorzaak: moeilijkhedentussenAthene en Sparta&apos;s maritiemebondgenoten: Corinthe en Megara.-         MeestevoorheenneutraleGrieksestadstaten--. Aankant van Sparta.-         Zwareoorlog. Vroegerwerdvredegezienalsstilstandoorlogstoestand.
  7.       GevolgenvoorAthene:Delisch-Att. Bond opgehevenlangemurenafgebrokenAtheneà werd pro-Spartaansoligarchisch à hield maar jaar stand à toenweerdemocratie. 
  8. 415: mislukte expeditie tegen Sicilië. Instigatie Alcibiades. Alcibiades vlucht wegens hermenaffaire.
  9. Op dezekaartzijn Thebe en Sparta met bondgenotenaangeduid: Tweededelisch-attischezeebond.De strijdomoverheersingwerduitgevochtentussendeze twee poleis tussen 371-362.Thebe won de strijd, maar moestze al snelweerafstaanaanMacedonië, eenvreemdenatie, die volopaan het uitbreiden was.Ditzouleiden tot het uitgestrekterijk van Alexander de Grote.
  10. Sociale en militaireveranderingen-         oologen met huursoldaten uitgevochtenà in overvloed, vooral op Peloponnesus-         kleineboerenverarmden-         concentratiegrondbezit in handen van rijken-         371: keerpunt in coalitieoorlogentussen Thebe, Sparta en Athene +bondgenoten-         à de Thebaan Epa-min-ondas à vernietigtSpartaanse leger bij Leuctra. à troknaar Peloponnesusà bevrijddeheloten in Messeniëà hiefPeloponnesische bond op à Sparta verloorhelft van zijn burgers, de bond, en belangrijksteheloten àtweederangsmogendheid, van regionalebetekenis-         Op Peloponnesusà serieoorlogenà tussenstadstaten en revolutiesdaarbinnenà arme burgers eisenherverdelinggronddelging van schuldminder oligarchischbestuur-         à revolutiesbreidenuitnaarMidden-Griekenland à stroomballingen en berooiden-         kostverdienenalshuursoldaten.-         VeelGrieksehuurlingentraden in Perzischedienst-         Thebe+ Athene--. Kondenvacuümdat Sparta achterlietà nietopvullen- macht van Thebe: teveelafhankelijk van éenbekwamestaatsman en militair: Epa-min-ondas à gingachteruità in 362 gesneuveld in veldslagbij Mantinea tegenSpartanen en overgelopenAthenersaankant Sparta (uit angst voor Thebe)
  11. OpkomstMacedonië-         Tot 360: achtergeblevengebied-         Land geregeerd door koning -&gt; eerstebinnengrondbezittendearistocratie-         Edelenregeerden op paternalistischewijze over afh. Boerenbevolking à op hunlandgoederen.-         Boerenleverden het voetvolk, aristocratievormdenruiterij.-         MacedoniërssprakenGrieks dialect, maar nietalsGriekenbeschouwd, à geendeenameOlympischespelen-         AlleenkoningshuisalsGrieksbeschoudà uit Argos afgestamd-         MacedoischekoningPhilippus II (359-336) 
  12. Philippus II (559-336)(ivoor, Museum Thessaloniki)