‘De etnografische invloed kwam via Paul Klee & Max Ernst’, interview met Jaap...JaapGoedemoed
Jaap Goedemoed vertelt over de relatie tussen zijn kunstwerken en etnografica. Al vanaf 1982 schildert hij en vier jaar later gaat hij etnografica verzamelen.
Weer vier jaar later is de invloed hiervan in zijn werk waarneembaar.
Presentatie door dr. Paul Kempeneers op vrijdag 24 mei 2013 om 19.30 uur in de Raadzaal van het Stadhuis, Stationsstraat 39 in Landen. Studie over de plaatsnamen van Attenhoven.
Voor zijn toponymie van Vertrijk raadpleegde dr. Paul Kempeneers alle beschikbare archivalische bronnen. De auteur beschreef dan het hele namenbestand in een aantal rubrieken. Zo ontstond tegelijk een wetenschappelijk en leesbaar boek. Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-30.html
‘De etnografische invloed kwam via Paul Klee & Max Ernst’, interview met Jaap...JaapGoedemoed
Jaap Goedemoed vertelt over de relatie tussen zijn kunstwerken en etnografica. Al vanaf 1982 schildert hij en vier jaar later gaat hij etnografica verzamelen.
Weer vier jaar later is de invloed hiervan in zijn werk waarneembaar.
Presentatie door dr. Paul Kempeneers op vrijdag 24 mei 2013 om 19.30 uur in de Raadzaal van het Stadhuis, Stationsstraat 39 in Landen. Studie over de plaatsnamen van Attenhoven.
Voor zijn toponymie van Vertrijk raadpleegde dr. Paul Kempeneers alle beschikbare archivalische bronnen. De auteur beschreef dan het hele namenbestand in een aantal rubrieken. Zo ontstond tegelijk een wetenschappelijk en leesbaar boek. Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-30.html
Voorstelling van dr. fil. Paul Kempeneers over zijn nieuwe publicatie "Aarschot. Plaatsnamen en hun Geschiedenis". Gepresenteerd op 28 augustus 2009 in het Cultureel Centrum te Aarschot. Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-15.html
Het boek "Langdorp. Plaatsnamen en hun geschiedenis" werd op 30 maart voorgesteld in Aarschot:
• Welkomstwoord door schepen van Cultuur Steven Omblets
• PowerPointpresentatie door doctor Paul Kempeneers over de research voor het schrijven van een toponymie van Langdorp
• Toespraak door burgemeester André Peeters
• Toekenning van de Jozef Terweduweprijs aan doctor Paul Kempeneers door de burgemeester en de schepen van Cultuur
• Overhandiging van de eerste exemplaren van het boek aan de burgemeester en schepen van Cultuur
• Receptie in de cafetaria van Cultuurcentrum Het Gasthuis aangeboden door het AGB van de stad Aarschot
• Afhalen en signeren van het boek
Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-17.html
Een schilder en zijn netwerk. Lambert Jacobsz en een nieuw beeld van de zeventiende-eeuwse schilderkunst in Friesland, Auteur: Piet Bakker
Als u vragen of aanvullende informatie heeft, mail dan met info@hvnf.nl
Voor zijn toponymie van Kerkom raadpleegde dr. Paul Kempeneers alle beschikbare archivalische bronnen. De auteur beschreef dan het hele namenbestand in een aantal rubrieken. Zo ontstond tegelijk een wetenschappelijk en leesbaar boek. Zie http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-28.html
An article about the religious art of Dirk Mooij and the (not complete) catalogue of his works. This was never published on paper but on the internet as a Blog and links. These pages were a first design for the book about him.
Presentatie van het boek "Waasmont. Plaatsnamen en hun geschiedenis." van dr. fil. Paul Kempeneers op 12 december 2018 in de Raadzaal van het stadhuis van Landen.
Deel van cursus restauratie van schilderijen op andere dan geweven dragers sy...bvba kerat
Schilderijenrestauratie kan een heel avontuur zijn. Een schilderij wordt best van aan alle kanten bekeken.
Want een restauratie van een kunstwerk is net als de verbouwing van een oud huis: je hebt een bepaald plan voor ogen en je begint er welgemoed aan, maar je weet nooit wat je zoal tegenkomt.
Een behandeling is nodig om het schilderij weer in een goede staat te krijgen.
het blijft altijd spannend, ook voor een ervaren restaurator.
Wat mankeert er zoal aan het schilderij?
Het eerste wat in het oog springt is de gelige kleur van de voorstelling, veroorzaakt door de verkleurde vernis. Olieverfschilderijen worden altijd van een beschermende vernislaag voorzien. Die zorgt ervoor dat de verf niet beschadigt en dat de voorstelling glans krijgt. Maar vernis vergeelt op den duur en het resultaat daarvan zien we hier. De blauwe en grijze tinten die in de lucht zitten worden door de gele vernis afgedekt, waardoor het schilderij er een beetje duf uitziet. Een vernisafname zorgt altijd voor een mooi effect, waarbij het net is alsof er een vitrage voor het schilderij wordt weggetrokken.
Maar met alleen het weghalen van de oude vernislaag zijn we er niet. Onder die laag kun je pas echt zien wat er met het schilderij aan de hand is. En daar beginnen dan ook de problemen. Zo is de verflaag tamelijk dun, bijvoorbeeld in de hemel, waar het linnen van het schildersdoek doorheen is te zien. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat het schilderij in de eerste helft van de twintigste eeuw al eens een keer is gerestaureerd. Daarbij is de oorspronkelijke vernislaag verwijderd, waardoor de verflaag op een aantal plaatsen is aangetast. De restaurator van destijds heeft geprobeerd daar wat aan te doen, door gedeeltelijke overschilderingen of retouches aan te brengen.
Op de lange duur gaan die retouches verkleuren en dat levert storende vlekken in de voorstelling op, die het kijkplezier niet bepaald verhogen.
Hoe erg de dunne verflaag is aangetast door de eerdere restauratie, is pas te zien als alle retouches zijn verwijderd. Alweer de analogie met een verbouwing: als het behang en het pleisterwerk is verwijderd, kun je pas goed zien hoe de muren er aan toe zijn.
Ook de tuigage van de schepen kan door de eerdere restauratie zijn aangetast en gedeeltelijk zijn weggepoetst. Dat hebben we meer aan de hand gehad. In het ergste geval roept de restauratrice dan de hulp van onze modelrestaurator in, om aanwijzingen te krijgen hoe de tuigage moet hebben gelopen zodat ze die kan reconstrueren.
Bij de restauratie worden de beschadigde delen in de voorstelling opnieuw geretoucheerd. Maar voordat dat gebeurt, wordt er eerst een beschermende vernislaag aangebracht over de oorspronkelijke voorstelling. Het wachtwoord hierbij is reversibiliteit: een mooi woord voor het uitgangspunt dat een restauratie altijd ongedaan moet kunnen worden gemaakt. Want ook een nieuwe vernislaag vergeelt op den duur weer en over een goede eeuw moet het schilderij ook een nieuwe
Voorstelling van dr. fil. Paul Kempeneers over zijn nieuwe publicatie "Aarschot. Plaatsnamen en hun Geschiedenis". Gepresenteerd op 28 augustus 2009 in het Cultureel Centrum te Aarschot. Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-15.html
Het boek "Langdorp. Plaatsnamen en hun geschiedenis" werd op 30 maart voorgesteld in Aarschot:
• Welkomstwoord door schepen van Cultuur Steven Omblets
• PowerPointpresentatie door doctor Paul Kempeneers over de research voor het schrijven van een toponymie van Langdorp
• Toespraak door burgemeester André Peeters
• Toekenning van de Jozef Terweduweprijs aan doctor Paul Kempeneers door de burgemeester en de schepen van Cultuur
• Overhandiging van de eerste exemplaren van het boek aan de burgemeester en schepen van Cultuur
• Receptie in de cafetaria van Cultuurcentrum Het Gasthuis aangeboden door het AGB van de stad Aarschot
• Afhalen en signeren van het boek
Zie ook http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-17.html
Een schilder en zijn netwerk. Lambert Jacobsz en een nieuw beeld van de zeventiende-eeuwse schilderkunst in Friesland, Auteur: Piet Bakker
Als u vragen of aanvullende informatie heeft, mail dan met info@hvnf.nl
Voor zijn toponymie van Kerkom raadpleegde dr. Paul Kempeneers alle beschikbare archivalische bronnen. De auteur beschreef dan het hele namenbestand in een aantal rubrieken. Zo ontstond tegelijk een wetenschappelijk en leesbaar boek. Zie http://www.kempeneers.org/publicaties/boek5-28.html
An article about the religious art of Dirk Mooij and the (not complete) catalogue of his works. This was never published on paper but on the internet as a Blog and links. These pages were a first design for the book about him.
Presentatie van het boek "Waasmont. Plaatsnamen en hun geschiedenis." van dr. fil. Paul Kempeneers op 12 december 2018 in de Raadzaal van het stadhuis van Landen.
Deel van cursus restauratie van schilderijen op andere dan geweven dragers sy...bvba kerat
Schilderijenrestauratie kan een heel avontuur zijn. Een schilderij wordt best van aan alle kanten bekeken.
Want een restauratie van een kunstwerk is net als de verbouwing van een oud huis: je hebt een bepaald plan voor ogen en je begint er welgemoed aan, maar je weet nooit wat je zoal tegenkomt.
Een behandeling is nodig om het schilderij weer in een goede staat te krijgen.
het blijft altijd spannend, ook voor een ervaren restaurator.
Wat mankeert er zoal aan het schilderij?
Het eerste wat in het oog springt is de gelige kleur van de voorstelling, veroorzaakt door de verkleurde vernis. Olieverfschilderijen worden altijd van een beschermende vernislaag voorzien. Die zorgt ervoor dat de verf niet beschadigt en dat de voorstelling glans krijgt. Maar vernis vergeelt op den duur en het resultaat daarvan zien we hier. De blauwe en grijze tinten die in de lucht zitten worden door de gele vernis afgedekt, waardoor het schilderij er een beetje duf uitziet. Een vernisafname zorgt altijd voor een mooi effect, waarbij het net is alsof er een vitrage voor het schilderij wordt weggetrokken.
Maar met alleen het weghalen van de oude vernislaag zijn we er niet. Onder die laag kun je pas echt zien wat er met het schilderij aan de hand is. En daar beginnen dan ook de problemen. Zo is de verflaag tamelijk dun, bijvoorbeeld in de hemel, waar het linnen van het schildersdoek doorheen is te zien. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat het schilderij in de eerste helft van de twintigste eeuw al eens een keer is gerestaureerd. Daarbij is de oorspronkelijke vernislaag verwijderd, waardoor de verflaag op een aantal plaatsen is aangetast. De restaurator van destijds heeft geprobeerd daar wat aan te doen, door gedeeltelijke overschilderingen of retouches aan te brengen.
Op de lange duur gaan die retouches verkleuren en dat levert storende vlekken in de voorstelling op, die het kijkplezier niet bepaald verhogen.
Hoe erg de dunne verflaag is aangetast door de eerdere restauratie, is pas te zien als alle retouches zijn verwijderd. Alweer de analogie met een verbouwing: als het behang en het pleisterwerk is verwijderd, kun je pas goed zien hoe de muren er aan toe zijn.
Ook de tuigage van de schepen kan door de eerdere restauratie zijn aangetast en gedeeltelijk zijn weggepoetst. Dat hebben we meer aan de hand gehad. In het ergste geval roept de restauratrice dan de hulp van onze modelrestaurator in, om aanwijzingen te krijgen hoe de tuigage moet hebben gelopen zodat ze die kan reconstrueren.
Bij de restauratie worden de beschadigde delen in de voorstelling opnieuw geretoucheerd. Maar voordat dat gebeurt, wordt er eerst een beschermende vernislaag aangebracht over de oorspronkelijke voorstelling. Het wachtwoord hierbij is reversibiliteit: een mooi woord voor het uitgangspunt dat een restauratie altijd ongedaan moet kunnen worden gemaakt. Want ook een nieuwe vernislaag vergeelt op den duur weer en over een goede eeuw moet het schilderij ook een nieuwe
Carla Oldenburger: Kloostertuinen in Nederland: verleden, heden en toekomst
Carla Oldenburger: P.Broekhoven1985
1. ging. Ik heb me hierbij trachten te verplaatsen in de bele-
vingswereld van de spontane architekt. Het enige wat yan tevo-
ren vaststond was het formaat, alle andere variabelen (letter-
fonts, papier, kleuren etc.) zijn willekeurig (spontaan) gekozen.
Een andere dag, een (totaal) andere pagina, de spontane archi-
tekt is ook niet iedere dag gelijk gestemd. De enige concessie
is dat de tekst een gedeeltelijke 2 kolommenstructuur kent
t.b.v. de leesbaarheid. Het geheel is gedrukt op lOUVo krirrg-
looppapier en courantdruk. Ook de volgorde van het papier is
volkomen willekeurig geweest.
Evenals de spontane architekt heb ik gebruik gemaakt
van de middelen en technieken die binnen mijn bereik lagen.
De technieken die ik gebruikt heb zijn: zeefdruk, offset (proef-
pers), stempelen (gouache), spuiten en kopiëren (zwartlwit en
kleur). Enkele exemplaren zijn zelfs geschilderd voor het druk-
ken. Bij het drukprocedé heb ik voor zover mogelijk gebruik
gemaakt van restinkten (inkten die door andere studenten
gebruikt zijn voor drukwerk en als chemisch afval verwerkt
zouden moeten worden). Ook de kleurstelling is dus totaal wil-
lekeurig geweest! De belangstelling voor deze uitgave was
groot en de oplage varr 52 stuks is inmiddels uitverkocht.
Mededelingen
Oude Nieuwsbrieven
Nieuwsbrief 1,2,3 en 4 (aargang 1992 en 1993) zijn nog bij
het secretariaat verkrijgbaar. Nieuwsbrief 1,2 en 3 voor f4 en
Nieuwsbrief 4 voor f7,50 per stuk, inclusief verzendkosten. Na
overmaking van hetjuiste bedrag op girorekening 3086081 van
Stichting de Donderberggroep te Utrecht, onder vermelding
vatr gewenste aantallen Nieuwsbrief l, 2, 3 enlof 4, wordt het
gcvraagde zo spoedig mogelijk toegestuurd.
Folders
È inmiddels bij donateurs bekende folders over onze stichting
4fu nog steeds beschikbaar. Eenieder die deze folders gericht
rrI verspreiden in zijn of haar kennissenkring kan het secreta-
drr bellen om het gewenste aantal door te geven.
§ltatuten van de Stichting
hs bekend is op 7 mei 1993 De Donderberggroep officieel
ul§rfohting geworden. Voor belangstellenden is een kopie
Éè alce van oprichting van De Donderberggroep: Stichting
r Fo,llies, Tuinsieraden en Vermaaksarchitectuur beschik-
h. ï{a overmaking van f2,50 op girorekening 3086081 van
,ïfltog de Donderberggroep te Utrecht, onder vermelding
Collectie P. Broekhoven
L845n846
Thinsieraden en tuinplattegronden
CARLA OLDENBURGER-EBBERS
In 1993 kwam de Bibliotheek van de Landbouwuniversiteit in
het bezit van een collectie tekeningen in inkt en/of aquarel (24
stuks) van tuinsieraden en tuinplattegronden in landschapsstijl.
De meeste tekeningen zijn gesigneerd P. Broekhoven en geda-
teerd 1845 of 1846.
Van P. Broekhoven is tot heden niet veel meer bekend dan dat
hij in 1812 een plattegrond van Het Loo heeft vervaardigd,
nadat de tuin en een deel van het landgoed eromheen in land-
schapsstijl was veranderd. Onze tekeningen moeten dus vrij
laat in zijn werkzame leven gemaakt zijn of we zouden hier te
doen hebben met een zoon met dezelfde naam.
De collectie bestaat om te beginnen uit drie vellen met
totaal twintig tuinsieraden (hekken, banken, gedenktekens,
bruggen en een koepel), gesigneerd en gedateerd 5, 10 en 15
december 1845. Jammergenoeg heb ik naderhand moeten con-
stateren daÍdeze tekeningen alle gekopieerd zijn uit G. van
Laar's Magazijn van Tuinsieraaden ... (1802-1809). Ga deze
drie vellen van P. van Broekhoven maar vergelijken met Van
Laar's Platen no's 1, 2, 3,4, ll, t7, L8,98,99,100 en 135.
De volgende twee vellen bevatten een gÍoots tuinge-
bouw en een prachtig tuingebouw met een koepel, gesigneerd
en gedateerd resp.27 dec. [1845] en 19 dec. 1845. U raadt het
al, ook deze koepels zijn gepikt van Van Laar.ZiePlaatgT en
100.
In de collectie bevinden zich verder een tekening van een kapi-
teel en een tekening van daklijsten; drie technische tekeningen,
waaryan een met perspectivische vergrotingen (no. 3), een met
llËuten', wordt deze kopie toegestuurd.
Nieuwsbrief nr. 5 7
2. gelijkzijdige veelhoeken (no. 2) en een tekening op diagonaal
raster; een blad (no. 10) met een vlakverdeling in 64 driehoe-
ken (hakhoutbossen?) en een legenda (no. 4), waarop wordt
aangegeven hoe men in kaart aangeeft "weiland, lage heide,
moeras, hooge heide, klein geboomte, hoog geboomte, dennen
met klein geboomte, kreupelhout". Van deze zes tekeningen
zijn er vijf gesigneerd (zo niet het kapiteel) en de tekening met
de verschillende lijsten heeft hij waarschijnlijk gemaakt op Het
Loo, daar deze is gesigneerd P. Broekhoven, 't Loo Den 16
januarij 1846.
De volgende vier tekeningen zijn ontwerpen voor
stookkassen en een ananasbak, alle gesigneerd P. Broekhoven
en twee gedateerd: 18 en26 mei 1846.
De laatste acht tekeningen zijn het meest interessant
en bieden voorbeelden van plattegronden in landschapsstijl.
Twee plattegronden, u raadt het misschien alweer, gekopieerd
uit Van Laar's Magazijn van Tuinsieraaden, namelijk van Plaat
15 (in de vorÍn van een werktekening en een presentatieteke-
ning) en 16, en dan eindelijk zijn er nog vijf tekeningen met
plattegronden over. Hiervan horen er nog twee maal twee bij
elkaar. De nummers 5 en 6 zijn een werkÍekening en een uitge-
werkte presentatietekening van een en dezelfde buitenplaats en
dat geldt ook voor de nummers 7 en 8, een andere buitenplaats
voorstellende. Van het laatste ontwerpvoorbeeld (no. 9) is
slechts een tekening aanwezig.
Deze laatste drie interessante ontwerpvoorbeelden
zijn getekend in Broekhoven's eigen tekenstijl, waarop de
legenda toepasbaar zijn.Deze tekeningen zijn overigens niet
gedateerd.
Zijn deze ontwerpen nu interessant? Zijn ze typisch
Nederlands? De lokaties zijn inderdaad typisch Nederlands, het
betreft hier namelijk twee buitenplaatsen met huis op een
eiland, in de lus van een rivier en het derde voorbeeld geeft een
huis binnen een kasteelgracht weer met een aanleg in land-
schapsstijl. De eerste twee plaatsen liggen in een agrarische
omgeving; de laatste in een zeer bosrijke omgeving. Op de drie
voorbeelden zijn geen heuvels te onderscheiden, het gaat in
alle gevallen om zeer vlak land. Het huis aan de voorzijde
biedt zicht op een open weide met solitairen en een maal loopt
een zichtlaan tussen huis en weg; aan beide zijden van deze
zichtlaarr liggen verschillende g.Lzons met solitairen en partijen
bloemdragende heesters. Langs het water overal oevers van
gras met partijen lage heesters en soms dennen. De afwisseling
tijdens de wandeling wordt verkregen door afwisseling in
geboomten en afwisseling in doorzichten. Er zijn echter
nauwelijks tuinsieraden in deze voorbeelden gepland. Een
enkel getekend vierkantje naast het grote huis zal toch waar-
schijnlijk een koetshuis of tuinmanshuis moeten verbeelden.
Deze opvaffing zonder tuinsieraden en met de nadruk op het
agrarisch karakter van een plaats is afkomstig van Thomas
Whately, die in zijn Observations on Modern Gardening
(1770) adviseeÍ niet te veel tuingebouwtjes te plaatsen. Vanaf
zijn tijd begint de aanleg met een romantisch karakter te ver-
schuiven nÍuu een aanleg met een landelijk agrarisch karakter.
Waarschijnlijk via C.C.L. Hirschfeld's Theorie der Gartenkunst
(1779-85) zijn deze ideeën in Nederland terechtgekomen en
het is dus niet verwonderlijk dat deze halverwege de negen-
tiende eeuw wijd verspreid raakten. Het gaat bij deze drie
voorbeelden dus om een eenvoudige vlakke Nederlandse aan-
leg van een buitenplaats, waar het economisch nut een belang-
rijke rol speelt. Je zou kunnen denken aan een aanleg in
Gelderland of Overijssel en het is natuurlijk ook te verwachten
dat de opdrachtgevers van Broekhoven uit deze hoek van
Nederland komen.
De conclusie van het verhaal is dat de Bibliotheek van
de Landbouwuniversiteit een aardige verzameling tekeningen
op het gebied van tuinkunst heeft verworven van een bijna nog
onbekende architect of tuinarchitect en dat deze architect voor
een deel te rade is gegaan bij Gijsbert van Laar. Een bijkom-
stigheid van het schrijven van dit korte artikeltje is dat het
Magazijn van Tuinsieraaden weer enige keren werd doorgebb
derd en dat weer naar de jaartallen van de eerste uitgave werd
gezocht en dat we nu eindelijk weten (uit de Nederlandse
Bibliografie 1801-1832) dat de eerste uitgave is verschenen itr
1802 (aflevering 1) tot 1809 (aflevering24).Zie ook een arti-
kel van mijn hand over de betekenis van de plattegronden in
het Magazijn van Tuinsieraaden in het vakblad GROEN, voor-
jaar 1994.
Checkli,st.s
WIMMEULENKAMP
Follies in Luik
5
6
7
8
9
Aubel: drie zelfbouwfollies langs de N648 bij Neer
Aubel, een garage, kippenhok, een driehoekig kastd
tje.
Baraque de la Gileppe/Jalhay: Monument (leeuw)
1878.
Baraque MicheVJalhay: uitkijkroren.
Bellegrade: Chateau de Fléron (privé) - Pavillon de
Chasse bij de Fosse du Loup (niet gevonden), tenpel-
tje, ijskelder.
Botrange: Butte Baltia (belvédère-Éap).
Botrange: uitkijktoren - het zg. Signal de Botrange.
Coo: paviljoen bij cascade.
Coo: Sylvie-zetel.
Comblainla-Tour: torentje van Comblain.
,S
LLlt L(
z9r ,r ^ .r ,C'J"'.,
,: ^,5u ,a VÉfÀvíEag
r§-,9
rb 2{' 3'}-35
3{r-{wg 13 3
q
i4'zt sz-33 s-6
8 Nieuwsbrief nr.5