Unlocking the Power of ChatGPT and AI in Testing - A Real-World Look, present...
Past simple vs present perfect
1. Past simple vs Present
perfect
Vorm en toepassing met voorbeelden
2. Past simple = verleden tijd
• Vorm
• 2e vorm van het rijtje
• Bij de regelmatige ww voeg je ed toe
• Work – worked decide - decided
• Bij onregelmatige ww moet je ze uit het hoofd kennen
• Eat ate eaten - sleep slept slept - see saw seen
3. Past simple
• Gebruik
• het is definitief afgelopen
• tijdsbepaling in de zin
• je kunt de wanneer vraag stellen
• Je vraag naar een tijdstip
4. Past simple
• Voorbeelden:
• When did you take that picture?
• He met his favourite footballplayer in Barcelona last year.
• We skipped the English lesson yesterday.
• John took a gap year and left for South Africa
5. Present perfect + voltooid tegenwoordige tijd
• Vorm
• = have/has + voltooid deelwoord (3e vorm van het rijtje)
• He has not seen her for a while.
• I have seen a lot of nice beaches this summer
6. Present perfect
• Gebruik=
• Bij een handeling begonnen in het verleden en duurt nog steeds voort of is
net afgelopen.
• Deze zinnen kun je herkennen doordat er signaal woorden in staan.
• For, since, yet, never, ever, always, already, recently, today, now, this year.
• Er staat geen tijdsbepaling in de zin, maar een er wordt vaak een periode
aangeduid.
• Je kunt de hoe lang vraag stellen
• Je vraag naar een periode
• Als het resultaat van de zin, zichtbaar is in het heden.
7. Present perfect
• Voorbeelden:
• How are you feeling today: I feel awful, It’s like I have been hit by a truck.
(resultaat zichtbaar in het heden)
• I am very sad because I have failed my driving test.(resultaat zichtbaar in
het heden)
• I have lived here all my life. (periode)
• I have never been to Australia yet! (periode)