In de namiddag van 31 juli 1950 had Gaston Eyskens (CVP) een gesprek met Robert Murphy, de Amerikaanse ambassadeur in Brussel. Eyskens in zijn memoires:’Op zijn verzoek was ik naar de Amerikaanse ambassade gegaan voor een gesprek over de toestand in ons land. Murphy maakte zich zorgen over de recente gebeurtenissen. Hij interesseerde zich in het bijzonder voor de toestand in het Vlaamse landsgedeelte. Ik verklaarde hem dat de Vlamingen achter de koning stonden en dat zij zeer ontgoocheld zouden zijn bij een slechte afloop van de Koningskwestie. Wellicht zouden er in Vlaanderen zware incidenten uitbreken, zei ik, maar geen revolutie. Zover zouden de Vlamingen volgens mij niet gaan.’