3. ACTIE RESULTAAT
Ik zet het glas op tafel. Het glas staat op tafel.
Ik leg het mes op de tafel. Het mes ligt op de tafel.
Els steekt alles in haar tas.
Ik stop mijn zakdoek in mijn
zak.
Alles zit in de tas.
Mijn zakdoek zit in mijn zak.
Ik hang het schilderij aan de
muur.
Het schilderij hangt aan de
muur.ATTENTIE! (NIET actief gebruiken!)
Ik doe de bloemen in de vaas. (= ik zet de bloemen in
de vaas)
Ik doe mijn zakdoek in mijn tas. (= ik steek mijn zakdoek
in mijn tas)
Ik doe de messen in de lade. (= ik leg de messen in de
Liggen en leggen
4. Els fietst naar huis. Thuis zet ze haar fiets voor de deur. Ze
doet haar jas uit, hangt hem aan de kapstok en loopt naar
de keuken. Ze legt de spaghetti en de rijst op de tafel en zet
de blikken, de koffie en de confituur in de keukenkast. De
yoghurt en de kaas, de groenten, de kip en de eieren legt ze
in de koelkast en het fruit legt ze in de mand op de tafel.
Haar portefeuille zit in haar tas. Ze zoekt haar bankkaart.
Waar heeft ze die gelegd? Nu weet ze het weer. Haar
bankkaart zit in haar portefeuille, samen met haar briefjes
en muntstukken.
Als ze klaar is, gaat ze op een stoel zitten, want ze is een
beetje moe. Ze heeft zin om even te gaan liggen en een
halfuurtje te slapen, maar dat kan ze niet. Ze moet nog naar
Lisa, want dat heeft ze beloofd. Haar jas hangt aan de
kapstok en haar tas staat/ligt in de keuken op de grond,
naast de kast. Ze neemt haar jas en tas, loopt naar de deur
Actie en situatie
5. Infinitief Stam Perfectum
zijn ben geweest
hebben heb gehad
doen doe gedaan
drinken drink gedronken
kijken kijk gekeken
schrijven schrijf geschreven
gaan ga gegaan
eten eet gegeten
liggen lig gelegen
zitten zit gezeten
ONREGELMATIGE VORMEN
Perfectum =
- totaal anders
- vocaalwissel
Het perfectum (I)
7. Infinitief Stam Perfectum
uitnodigen nodig uit uitgenodigd
uitleggen leg uit uitgelegd
openmaken maak open opengemaakt
REGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN
Perfectum =
- regelmatig
- scheidbaar
ONREGELMATIGE SCHEIDBARE WERKWOORDEN
Infinitief Stam Perfectum
meenemen neem mee meegenomen
aantrekken trek aan aangetrokken
terugvinden vind terug teruggevonde
n
Perfectum =
- onregelmatig
- scheidbaar
Het perfectum (III)