1. Co mmu n it y A rt
verb i n d i n g e n t u s s en kuns t en s Amenleving
Cindy Crijns 20062708
Docent:
Mieke Klaver
2.
3. i nh o udso p g Av e
1.
2.
3.
4.
5.
5.
7.
8.
9.
11.
12.
4. 1 inleiding
Het begrip Community Art is sinds 2003 (Fonds voor Cultuurparticipatie, 2008) voor het eerst opgedoken in
Nederland. Aangezien dit nog zo’n jong begrip is in Nederland, zijn er veel speculaties over de definitie van
Community Art. Wat is Community Art nu eigenlijk?
Doormiddel van gastsprekers, bezoeken aan instellingen en desktop research, vorm ik mijn eigen perspectief en
belicht ook andere perspectieven.
De opbouw van dit document is als volgt: in hoofdstuk 1 wordt mijn visie op Community Art beschreven.
Verschillende invalshoeken vanuit verschillende professies worden in hoofdstuk 2 gegeven. In hoofdstuk 3
worden een aantal criteria voor Community Art vastgesteld aan de hand van een schema (Cleveringa, 2009). In
hoofdstuk 4 benoem ik alle Community Art projecten, die ik bezocht heb, in het boek heb opgezocht of via het
internet heb gevonden. In hoofdstuk 5 geef ik een algemene conclusie en de bronnen zijn te vinden in
hoofdstuk 6 en 7.
1.
5. 2 deFi nit i e C o m m u n i t y Art
Community Art (CA) heeft vele definities. Ik denk dat dit ook nooit zal veranderen, aangezien de term kunst
ook haast niet definieerbaar is. CA is net als kunst een dynamisch begrip, dat altijd in beweging is. Het
hoofddoel van CA blijft echter altijd overeind: CA legt nieuwe verbindingen tussen kunst en de
samenleving. Het stelt mensen in staat om te ontdekken wat kunst te bieden heeft en stelt kunst in staat om
meer betekenis te krijgen.
Voor het doel van het document definieer ik CA als een publiekelijk kunstproject, waarbij een kunstenaar en de
doelgroep(gemeenschap) betrokken worden. De kunstenaar wordt betrokken om een nieuw perspectief op een
situatie binnen de gemeenschap te bieden. De gemeenschap wordt betrokken om kunst toegankelijker te maken
en te zorgen voor een positiever beeld. Door de gemeenschap te laten participeren met het kunstproject wordt
een brug gebouwd tussen mensen met verschillende achtergronden. Artistieke waarde en sociale cohesie, die
plaatst vind tijdens het project, zijn van gelijke waarde.
In hoofdstuk 4 worden criteria van CA belicht, dit is echter geen vereiste. Het project verandert gaandeweg en
de nadruk op een element van het project kan verschillen. Een kunstenaar hecht, misschien geen waarde aan een
fysieke plek, maar wel aan artistieke competenties en sociale cohesie.
Niet iedere kunstenaar is geschikt om aan CA projecten te werken. De kunstenaar moet goed kunnen/willen
communiceren met de doelgroep. Hij/zij moet ook goed kunnen organiseren en geld kunnen beheren. Deze
eigenschappen zijn essentieel om een CA project tot een succes te maken.
2.
6. 3 versChi l l e n d e i n vAls hoeken beliChten
In dit hoofdstuk worden de verschillende invalshoeken van Community Art (CA)beschreven van Merlijn
Twaalfhoven, Ingrid van Santen en Ruud van der Veen. Merlijn is componist en theatermaker en pleit ervoor
om kunst niet in een theater of galerie tentoon te stellen, maar werk te laten zien op ongebruikelijke plekken of
niet-professionele deelnemers te betrekken bij de kunst. Ingrid van Santen is kunsthistoricus zij verklaard de
natuurlijke totstandkoming van de CA aan de hand van de geschiedenis. Van eenrichtingsverkeer tussen
kunstenaar naar publiek tot actieve participatie van het publiek bij kunst. Ruud van der Veen geeft les aan
Columbia University in New York. Ruud vindt de Art in CA een belangrijk begrip. Volgens Ruud heeft CA een
veranderd karakter en ontstaan er door de jaren heen verschilde nieuwe vormen.
merlijn’s perspectief op kunst is uitzonderlijk. Ik vind ook dat kunst niet op een sokkel geplaatst hoeft te
worden of in het museum moet staan, maar geëmotioneerd raken door simpele dingen in het leven lijkt me
moeilijk. Hij gaf een voorbeeld: “wanneer iemand geëmotioneerd raakt door een regendruppel, vind men dit
raar. Wanneer iemand geëmotioneerd raakt door een mooi sonnet, vind men dit de normaalste zaak van de
wereld.” Ik denk dat dingen wel op een andere manier moeten worden gepresenteerd, dan in ons dagelijks
leven. Wanneer het publiek door een regendruppel geëmotioneerd zouden worden, zat heel Nederland in een
chronische depressie. Op een andere manier presenteren van de werkelijkheid of fantasie is de taak van de
kunstenaar.
Merlijn vindt dat veel kunstenaars zich beperken tot zijn ‘ding.’
De kunstenaar maakt het werk: schilderij, toneelstukken, enz. en
presenteert dat als zijn kunstwerk. De toeschouwer mag toekijken
en zijn mening en gevoel bij het kunstwerk vormen. Volgens
Merlijn komt de inspiratie van de kunstenaar op deze manier niet
over. De toeschouwer plaats het stuk in zijn eigen
referentiekader en blijf in zijn eigen wereld. Kunst in de wereld
is anders dan kunst in een kunstsetting. Kunst in een kunstset-
ting is vooral kijken, dan voelen en denken. Kunst in de wereld is
interactief net als het leven en patroon- en gewoontedoorbrekend
(Twaalfhoven, 2009).
3.
7. ingrid perspectief op CA is dat het een natuurlijke uitkomst is van de voorafgaande vormen van kunst. Het
begint met een kunstenaar die zijn werk presenteert naar het aan publiek. In de jaren 60-70 verschuift de focus
van ‘ding’ naar mens. Kunst speelt meer in op de behoefte uit de veranderende samenleving. In 1993 bedacht
John Knight een fietsbel voor Den Haag. Het Haagse symbool: de ooievaar, was gebruikt als inspiratie. Het
wapen van Den Haag stond op de fietsbel. De fietsbel rinkelde niet, maar kwaakte. Het project heeft de basis
gelegd voor een openheid voor kunst in de openbare ruimte die niet langer gebaseerd was op een vast, fysiek
‘ding’.De kikkerbel kon de Hagenaar bemachtigen door hun eigen fietsbel in te leveren. De oude bel ging voor
hergebruik naar Cuba.
ruud van der veen gaf aan dat CA meer is dan een eeuw oude traditie in buurtwerk. Door de jaren heen zijn
er, volgens Ruud, meerdere takken van de grote boom CA ontstaan. De drie grootste takken zijn:
cultuurverspreiding met als doel laagopgeleide in contact brengen met de grote kunst, kunst die aansluit bij de
cultuur van de bewoners en actieve kunstbeoefening is samenhang met sociale actie of vormwerk. Het laatste
punt is de dominante vorm van CA.
Hij wijdt dan ook veel aandacht aan het begrip kunst. Ruud vindt kunst, kunst wanneer iets mooi is. Mooi is op
verschillende manieren definieerbaar: wanneer iets een mooie vorm heeft, wanneer het goed de werkelijkheid
weergeeft, wanneer het een visie en gevoel van de maker uitdrukt en wanneer iets origineel is.
4 g e h An t e e r d e C r i t e r iA
Sikko Cleveringa heeft een schema(figuur 1) ontwikkeld om Community Art(CA) overzichtelijk te maken. Het
is een maatstaf voor CA. het schema geeft een indicatie over de factoren van het CA project. Dit schema
wordt gebruikt om de CA projecten, die ik bezocht heb overzichtelijk te maken.
Het schema werkt als volgt: de creatieve kracht is de kunstenaar, die het project vormgeeft. Onze
projectgroep is de aanjager van alle factoren in het schema. Het ‘systeemwereld publiek’ geeft de betrok-
kenheid van mensen weer, die buiten het project staan. De maatschappelijke sector geeft aan in hoeverre het
project bijdraagt aan de maatschappij (helpt een kunstaar bv: bij een buurtkrant?). De fysieke plek geeft weer of
het kunstwerk een vaste verblijfplaats heeft of misschien soms niet. De artistieke competenties geeft aan, in
hoeverre kunstenaars aan het project werken. De leefwereld van de doelgroep geeft weer of het project dicht
bij het hart ligt van de mensen die participeren aan het project. De sociale competenties geven aan in hoeverre
mensen, ook met verschillende achtergronden, met elkaar verbonden worden. de gemeenschap geeft weer in
hoeverre de totale gemeenschap betrokken is bij het project. De culturele sector as, geeft aan in hoeverre het
project aansluit/aanvult bij de cultuur van een gemeenschap. Hoe meer de lijn aan de buitenste assen ligt, des te
duurzamer het project (Cleveringa, 2009).
4.
8. 5 o nde r Z o C h t e p r o J e C ten
In dit hoofdstuk beschrijf ik mijn queeste naar de definitie van CA. Ik ben op drie verschillende locaties
bezocht, twee projecten uit het boek gekozen en ik heb het internet afgestruind voor vijf andere CA projecten.
5.1 WA A r b e n ik ge We e s t ?
theater pierrot heb ik gekozen, omdat dit net als het project (KIS groep 8) een cultuuranker is. In Escamp
komt ook een theater en werkplaatsen in 2010. Pierrot/Cultuuranker Laak geeft ruimte aan groepen en verenig-
ingen op voorwaarde dat er maandelijks een gezamenlijk evenement plaatsvindt. Daarnaast ontwikkelt Pierrot
eigen projecten op het gebied van de podiumkunsten. Dirk de Bruin geeft aan dat CA vanuit de visie van Pier-
rot, bestaat uit theater maken voor en door de wijkbewoners. Dat kan een theaterproductie zijn met
amateurspelers en een professionele regisseur, of juist andersom. Het gaat erom dat er een wisselwerking
ontstaat tussen amateurs en professionals. Het mooiste is als de thematiek aansluit op de belevingswereld van
(1 van de doelgroepen) van wijkbewoners. De kunst is overigens nooit ondergeschikt aan het doel.
5.
figuur1: Theater Pierrot
9. Ik heb Mobiel projectbureau OpTrek bezocht, omdat ik woon in Transvaal en had nog nooit gehoord van dit
project. Sabrina Lindemann, één van de initiatiefnemers, heb ik gesproken over de projecten van Optrek en
haar visie op CA. Bij het prille begin van OpTrek probeerde ze mensen een op een te benaderen. Deze strategie
werkte niet, aangezien mensen weer verhuisde. Ze zijn zich dus gaan richten op sleutelfiguren. Verschillende
organisaties en verenigen in Transvaal. Een interessant project is hotel transvaal. Het project maakt gebruik
van het overschot aan lege ruimtes in de wijk. De kamers zijn daarom niet gehuisvest in één gebouw maar
verspreid over de hele wijk. De bestaande voorzieningen van de wijk zijn die van het hotel.
De kamers hadden 1-5 sterren en zijn op bijzondere wijze ingericht door winkeliers uit de buurt en kunstenaars.
Overal in Nederland gaan wijken op de schop. Daarmee verdwijnt wellicht de verpaupering, maar ook een
geschiedenis en sociale structuren. Met het hotel wil men de tussen fase tussen oud en nieuw met elkaar
verbinden (de Stad bv, 2008).
Sabrina noemde het liever geen CA, maar geëngageerde kunst. Dit komt, omdat CA geassocieerd wordt met het
oplossen van sociale problemen. Wikipedia geeft de volgende definitie: “Community Art is een benaming die
gebruikt wordt voor kunstzinnige projecten rondom sociale vraagstukken.” Dit suggereert dat sociale
vraagstukken het belangrijkste zijn. Ik denk dat dit gedachtegoed ontsproten is uit het feit, dat Community
Art een relatief jong begrip is in Nederland en het eerst voorkwam in 2003 in beleidsstukken van de overheid.
Sociale cohesie vindt Sabrina ondergeschikt, daar zijn maatschappelijk werkers voor. Vanuit de kunst wordt
ingespeeld op de wijkvernieuwing, niet zo zeer wat bewoners willen. Haar publiek zijn de wijkbewoners en de
politiek. Hotel Transvaal is ook op het NOS geweest.
figuur2: OpTrek
6.
10. villa escamp is een CA project, dat als brug dient voor het nieuwe stadsdeel kantoor. Dit stadsdeelkantoor
moet nog worden gebouwd. Villa Escamp heeft al een aantal activiteiten, dat het stadsdeelkantoor ook krijgt,
namelijk: tuinkamer, plankamer, museum, trouwzaal en de bibliotheek. Bij Villa Escamp heb ik gesproken met
Abdel Yousfi, die ook mee heeft gewerkt aan de bibliotheek. In de bibliotheek staan geen boeken, maar video
schermpjes met telefoonhoorns. De schrijver verteld zijn verhaal in het kort. Schrijvers komen ook langs om
samen met het publiek het boek te bespreken. Op deze manier wordt worden de mensen dichter bij elkaar
gebracht en de doelgroep heeft meer behoefte aan geluid en beeld.
figuur3: Villa Escamp
5.2 eX C u r s ie s vA n u it hA A gse hogesChool
stroom den haag is een centrum voor beeldende kunst en architectuur. Vroeger was kunst, kunst. Fotografie
en architectuur pasten daar niet tussen. Tegenwoordig zijn de verschillende disciplines vervaagd. Zij nemen
liever niet het woord CA in de mond, aangezien zij kunst belangrijk vinden. Niet het oplossen van sociale
problemen.
7.
11. Het bezoek aan vAk te delft heeft veel indruk op me gemaakt. Er was een vrouw, die een deel van haar
leven blootlegde via theater. Ik heb niet hetzelfde meegemaakt, als zij toch werd ik meegezogen in het stuk. De
voorstelling ging over haar eigen leven, dit gaf het een extra dimensie. VAK definieerde CA, als: “CA legt
nieuwe verbindingen tussen kunst en samenleving. Het stelt meer mensen in staat om te ontdekken wat kunst te
bieden heeft en stelt kunst staat om meer betekenis krijgen.” Met deze definitie ben ik het gedeeltelijk eens. Ik
denk dat deze definitie nog te vaag is.
gemak is een tentoonstellingruimte voor Gemeentemuseum Den Haag, de Vrije Academie en Werkplaats voor
Beelden Kunsten. Dit geeft de instelling een hoge artistieke waarde. De tentoonstellingen zijn naar aanleiding
van lezingen, interviews en debatten. Het stelt mensen instaat om over maatschappelijk kwesties te debatteren
(Gemak, 2009). De directrice Marie Jeanne de Rooij gaf uitleg over CA. Zolang een onderwerp op een andere
manier belicht wordt die mensen inspireert, is ‘het’ kunst. Zij vond het jammer dat de politiek zich niet
bemoeide met kunst. Nu wordt door een raad, met alleen kunstaars, besloten wat kunst is.
‘de blauwe periode’ in Vlaardingen van Esther Didden is een CA project die de bewoners steunt bij de
grondige herstructurering van de wijk. Vele bewoners woonden er al jaren en moeten nu noodgedwongen hun
huizen verlaten. Esther wil met de titel: ‘De Blauwe Periode’ aangeven, dat de mensen niet in een zwart gat
vallen, zoals vele bewoners denken. Zij gaat met de bewoners in dialoog en beeld het verhaal van de bewoners
uit, samen met andere kunstenaars. De titel verwijst naar Picasso’s blauwe periode. In de kunst is de blauwe
periode een metafoor voor een periode die wordt gebruikt om het eigen profiel te herdefiniëren, een nieuwe
identiteit te ontwikkelen (Didden, 2008). Wanneer de huizen gesloopt worden, gaan de kunstwerken ook mee.
Ik vind dit een mooie symboliek bevatten.
5.3 C A p r o Je C t e n u it he t b oek
Voor de minor KIS wordt het boek ‘The Creative Community Builder’s Handbook’gebruikt. Het boek
(Borrup, 2009)spreekt van 2 grote overkoepelde strategieën: economische strategieën en sociale strategieën. Een
CA project kan op beide vlakken een positieve invloed hebben. Uit dit boek heb ik twee CA projecten gekozen
om te verwerken in dit rapport en in het schema. De twee projecten uit het boek: “Lanesboro Art Council and
the Town of Lanesboro” en “Voice of the River Project and Leo Adler Memorial Parkway.” Het zijn projecten
met als hoofddoel om het toerisme te verhogen. Ik heb deze twee projecten gekozen, aangezien ik verwachtte
dat een dorp juist door toerisme zijn charme verliest.
8.
12. het eerste project gaat over het dorp lanesboro in de staat Minnesota. Lanesboro heeft 788 inwoners en een
rijk historisch verleden. In 1979 reed er geen trein meer bij het dorp. In 1981 werd een non-profit organisatie
Lanesboro Art Council opgericht, zij sponsorde kunst in parken en muziek gelegenheden. 1998 had het bestuur
van het dorp een sociaal-cultureel plan samengesteld om Lanesboro een toeristendorp te maken voor wandelaars
en fietsers.
In dit plan stond dat er extra parken, speelplaatsen, een vis vijver en een groot wijkcentrum moest komen met
auditorium. De locale bevolking profiteert ook van deze maatregelen. Dit project was zeer effectief en heeft zijn
doelen behaald. Er kwamen meer toeristen, de historische huizen werden gerestaureerd, het theater werd
uitgebreid en er werd meer handel gecontesteerd.
het tweede project speelt zich af in baker city(10.000 inwoners), Oregon. Het is een stad, die ontstaan is
door de zoektocht naar goud in het gebied. Aangezien de stad in de bergen ligt is er een mooi uitzicht met een
ski baan. De zoektocht naar goud kwam tot zijn einde en de economie van de stad stond onder druk. Er vond
een verschuiving van banen plaats, van mijnwerker naar kleien bedrijfjes en toerisme. Deze verschuiving ging
gepaard met banenverlies in het gebied. Jongeren vertrokken uit de stad en onder de bevolking steeg het gebruik
van verdovende middelen.
In 1997 werd het plan ‘The Voice of the River Project’ gelanceerd. Het doel was om een pad te maken langs de
rivier. Dit pad zorgt voor meer toeristen, die van de natuur houden. Naast en bij het pad worden installatie van
publieke kunst gepresenteerd, die de geschiedenis en culturele landschap van Baker city laat zien. De publieke
kunst werd door bewoners, kunstenaars, ontwerpers en de gemeente ontwikkeld. Dit project heeft de
infrastructuur, identiteit en gemeenschapszin bij de bewoners, verbetert.
Gemeenschappen kunnen vertrapt worden door toerisme. Ongevoelige buitenstaanders of grote bedrijven die
brood in het dorpje gaan zien en de identiteit van gemeenschappen kapot maken. De identiteit, met al zijn
kwaliteiten, die het dorpje juist uniek maakte.
5.4 C A p r o Je C t e n in t e r n e t
het spinozaplantsoen is een buurt van 135 kleine huizen uit 1952 bij de Majellaknoop. Het is een authentiek
buurtje met een aantal culturele schatten van grote waarde. Desondanks balanceert deze buurt al 15 jaar op het
randje van sloop en renovatie. De onzekerheid die dit met zich meebrengt maakt het lastig voor bewoners om
een binding te vormen met de buurt en andere bewoners (stichting Mo’Move, 2008).
9.
13. Om deze binding te versterken is spinozaplantsoen in het leven geroepen. Kunstenaars maken samen met
bewoners verschillende kunstprojecten. Deze werden gepresenteerd bij een minifestival. Bewoners van het
Spinozaplantsoen konden zich op een culturele en kunstzinnige manier uiten. Via deze kunstprojecten wil de
organisatie, bewoners een positief gevoel over de wijk meegegeven.
het bossche makershuis is een project om kunstenaars beter met elkaar te laten samenwerken in
‘s-Hertogenbosch. Romijn Conen was op zoek naar een goede werkruimte waar hij met andere kunstenaars
kon samenwerken. Tot zijn verbazing trof hij slecht onderhouden panden aan met kunstenaars die meer op zich
zelf waren. Vaak trokken kunstenaars weer weg, naar Rotterdam of Amsterdam. Romijn is toen begonnen met
panden vrij te maken en kunstaars te overtuigen om de deuren open te doen voor de buitenwereld. Deze panden
zijn gedoopt tot de Makershuizen (Fonds voor Cultuurparticipatie, 2008).
Hierin zijn niet alleen ateliers, maar ook ruimtes om hun werk te tonen. Hierdoor worden de kustenaars meer
verbonden met de stad. De opzet van deze panden is open en er is ruimte voor ontmoeting. Er worden projecten
georganiseerd waar buurt en stad bij betrokken worden (Het Bossche Makerhuis, 2009).De Makershuizen
zullen het cultureel klimaat sterk verbeteren en uiteindelijk zal de hele stad ‘s-Hertogenbosch hiervan
profiteren.
Het CA project ‘praktijkschool emmen’ heb ik gekozen, omdat jongeren (12-18 jaar) bevat. Het is een soort
eductief programma, waar leerlingen in contact worden gebracht kunst en cultuur. Leerlingen maken onder
begeleiding van een kunstenaar: muziek, dans, gedichten, schildweren, enz. Het aanbod verschilt per jaar.
Vooral de fysieke leefbaarheid, wordt met dit project versterkt. Het helpt jongeren om, om te gaan met
anderen en hun vrije tijd. De artistieke competenties zijn echter beperkt. De leerlingen worden wel begeleid
door kunstenaars, maar zijn afhankelijk van de ‘stemming’ van de leerlingen. De kunstwerken worden op
school tentoongesteld (Fonds voor Cultuurparticipatie, 2008).
‘Als het golft – senioren revue’ is een theatervoorstelling van het Rotterdams Wijktheater. Dit CA project
heb ik gekozen aangezien de opdracht voor Cultuuranker Escamp ook gericht is op de ouderen generatie. ‘Als
het golft’ is in het leven geroepen om een beeld te krijgen over het leven van 55+’ers in Rotterdam. Dit heeft
het theater bereikt door in gesprek te gaan met ouderen in Rotterdam. Het publiek zijn alle Rotterdammers
(Community Art Lab, 2009).
Al sinds 1992 maakt het Rotterdams Wijktheater theatervoorstellingen door en voor bewoners van de
Rotterdamse wijken. Het wijktheater vind een nauwe samenwerking met de spelers uit de Rotterdamse wijken
noodzakelijk. Zij worden begeleid door professionele schrijvers en regisseurs. De persoonlijke ervaringen van
de buurtbewoners wordt gebruikt in de voorstellingen, zodat het herkenbaar is. De voorstellingen
gaan ook de wijken in en worden gespeeld in zalen van buurthuizen en wijkcentra
(Rotterdams Wijktheater, 2009). 10.
14. ‘50pk.’ Is ontstaan uit het idee, dat de groep 50’ers in Nederland steeds groter wordt. 5,5 miljoen 50-plussers nu
en 7,5 miljoen in 2025. Er zijn niet alleen vitale 50+’ers, maar ook ouderen met matige of ernstige
beperkingen. Om deze mensen ook van kunst en cultuur te laten genieten, kunnen zij de “Er-op-Uit-Krant”
krijgen. In april 2008 bruiste Zuid-Holland van de culturele activiteiten speciaal voor mensen met
levenservaring. Musea, theaters, bibliotheken, centra voor de kunsten en filmhuizen boden in
april 2008 een bijzonder aanbod van unieke en vaak eenmalige culturele uitjes (50pk, 2009).
6 Co nCl u s i e
Community Art (CA) is meer dan opbouwwerk. Het betrekt en erkent de creatieve waarde van een gemeen-
schap. Het verbindt mensen met elkaar en met de wijk (Borrup, 2009). Het is niet bedoeld om primair sociale
problemen op te lossen, al wordt het daar soms voor ingezet. De meeste CA projecten helpen ook bij het bevor-
deren van de samenwerking tussen kunstaars. Net als bij het Bossche Makerhuis(zie 5.1 CA projecten internet)
worden kunstenaars uit hun autonome bestaan gehaald.
Bij ieder project, beschreven in dit document, worden kustenaars ingezet bij het project. Zo ook bij de twee
projecten uit het boek(5.3 CA projecten uit het boek), die als hoofddoel hebben om toeristen te trekken. Ik heb
deze gekozen aangezien ik dit niet als CA project zou betitelen. Toch werden bewoners betrokken en de
faciliteiten zorgde ook voor culturele competenties en sociale cohesie bij de bewoners zelf. Toeristen hoeven
niet de ondergang van de authenticiteit van een dorp/gemeenschap te betekenen. Toeristen brengen niet alleen
economische voordelen, maar zorgen voor sociale gelegenheden. Zolang het dorp/stad niet verandert voor de
toeristen of grote corporaties.
Het schema (Hoofdstuk 4) verandert ook gaande weg het project. Bij het project ‘de Blauwe periode’(5.2
Excursies vanuit de Haagse Hogeschool ) wordt de betrokkenheid van de doelgroep steeds minder net als de
sociale competenties. De mensen verhuizen en mensen komen minder in aanraking met elkaar. De goedkope
huur, brengt veel polen met zich mee, wat zorgt voor een taalbarrière. Herstructurering van een wijk brengen
veel veranderingen met zich mee, economisch, sociaal en maatschappelijk.
Een ander wijk herstructureringsproject is: ‘Hotel Transvaal’(5.1 Waar ben ik geweest?), dit bracht nieuwe
sociale structuren en economische vooruitgang te weeg. De artistieke waarde is hoog, aangezien alleen
kunstenaars aan de projecten werken. ‘Hotel Transvaal’ werkte ook samen met bedrijven en organisaties, maar
minder met de buurtbewoners. Contact houden met buurtbewoners is moeilijk, aangezien zij verhuizen en er
weer nieuwe bewoners komen.
11.
15. In het kader van het project ‘Cultuuranker Escamp’ (Minor KIS) heb ik twee projecten gekozen voor van het
ouderen segment(50+’ers) in onze samenleving. De ouderen doelgroep wordt vrijwel altijd ontzien bij culturele
activiteiten, naast alleen opera. De twee projecten (5.4 CA Projecten van internet) hebben me meer inzicht
gegeven op de leefwereld. Er bestaat wel degelijk animo, om culturele of artistieke activiteiten te ondernemen.
Er komen ook steeds meer mensen, uit die leeftijdscategorie, in onze samenleving. Een gat in de markt!
Ik heb er alle vertouwen in dat het begrip Community Art aan populariteit zal toenemen. Naar mate het begrip
volwassen wordt, bekender en er mooie projecten bij blijven komen, zal de kunstwereld ook zijn ogen openen
voor Community Art. Studenten aan de kunstacademie raken dan vanzelf vertrouwd met Community Art en
zullen hier wellicht verder in willen gaan.
12.