Omgevingstaak

1. Instructieblad
 Voor we vertrekken:
We gaan straks naar de Markt. Vanaf we vertrekken tot we terug op school zijn, dragen jullie
jullie fluohesje. Ik wil dus niemand zien zonder. Onderweg naar de Markt en wanneer we
terugkeren loop je per twee naast elkaar. Wanneer ik stop zeg, is iedereen stil en staat
iedereen stil. Je mag praten met elkaar, maar je blijft je op de weg focussen. Ik wil niemand
horen roepen. Wanneer er tijdens de activiteit iemand aan het woord is, ben je stil. Net zoals
in de klas steek je je vinger in de lucht wanneer je wil antwoorden. Is dit voor iedereen
duidelijk?
We gaan straks een opdracht doen. Om die opdracht goed te kunnen uitvoeren, wil ik dat
jullie goed kijken hoe we wandelen. Je zoekt ook de naam van de straten.
We gaan vertrekken.
 Wanneer we aan de Markt komen:
Ik heb jullie nu allemaal een bundel gegeven. Je luistert eerst goed.
 Opdracht 1: de weg kwijt
Jullie mogen jullie bundel nemen op pagina 1. Jullie gaan straks zelf de weg aanduiden die
we gewandeld hebben op de kaart. Je beschrijft de weg op de lijntjes onder de kaart.
De reisweg tussen twee plaatsen aanduiden op een plattegrond doe je door te zoeken naar
straatnamen en plaatsen die je al kent. Een reisweg beschrijven doe je door te vertellen
waar je beginpunt is. Je denkt daarna na naar welke richtingen je moet (rechts,links of
rechtdoor) en waneer je moet stoppen.
Je doet dit alleen. Daarna ga je per twee en één groepje van drie staan. De ene persoon gaat
de weg beschrijven. De andere persoon duidt de weg aan op de tweede kaart op pagina 1.
Daarna controleer je of je juist bent. Hierna wissel je van rol om. Wanneer ik stop roep,
verzamelen jullie allemaal terug hier en is het stil.
Stop!
 Opdracht 2: Rarara wat is er veranderd?
We gaan eens bekijken hoe de kerk is geëvolueerd in de tijd. Je neemt waar hoe een gebouw
evolueert in de tijd door te vergelijken hoe iets er vroeger uitzag en hoe het er nu uitziet.
Jullie mogen pagina 2 in jullie bundel nemen. Jullie zien daar een foto van de Sint-Cornelius
kerk staan. Dit is hoe de kerk eruitzag in 1900. Je gaat de foto vergelijken met hoe de kerk er
nu uitziet. Je schrijft dit op de lijntjes.

2. -Oke wie kan mij zeggen wat er anders is? De toren
Heel goed gezien! De kerk ziet er anders uit dan toen door de oorlog. Door de oorlog is de
kerk verwoest geweest. Ze hebben de kerk dus opnieuw moeten heropbouwen en ze
hebben toen gekozen voor een grotere toren. Je mag dit opschrijven in je werkbundel.
Wanneer ik stop zeggen, verzamelen we terug hier en is het stil.
Stop!
 Opdracht 3: De nieuwe Markt
Jullie mogen pagina 3 nemen in jullie bundel. Jullie gaan de Markt herinrichten voor
leeftijdsgenoten. Dat wil zeggen kinderen van jouw leeftijd.
Een omgeving inrichten doe je door na te denken over de interesses van je doelpubliek.
Jullie doelpubliek is dus leeftijdsgenoten. Je houdt rekening met de voorziene ruimte. Je
denkt na over het doel dat je met de inrichting wil bereiken.
Je krijgt hiervoor 15 minuten de tijd. Tegen dan wil ik zien dat pagina 3 is ingevuld.
 Reflectie
-Wat vond je moeilijk?
-Wat vond je gemakkelijk?
-Wat vond je leuk? Waarom?
-Wat vond je niet leuk? Waarom?
-Wat heb je geleerd?
Jullie mogen de bundel terug aan mij afgeven.
 Voor we opnieuw vertrekken
We gaan terugkeren naar school. Jullie hebben goed gewerkt.
-Wie kan mij nog eens zeggen wat de afspraken zijn tijdens het terugwandelen? Per twee
lopen, focussen op de baan, niet roepen