2. Inhoudsopgave
Inleiding 3
Waarom deze verdiepte wijkanalyse 3
Bronnen 3
Korte schets van de wijk 3
Woonbuurten 4
Thema I – Bevolking 7
Bevolking en leeftijdsopbouw 7
Bevolkingsprognose 7
Etniciteit 7
Huishoudens 8
Thema II – Wonen en woonomgeving 9
Wat zeggen de cijfers? 9
Voorzieningen 10
Verkeer 11
Wat zeggen de professionals? 11
Wat zeggen de bewoners? 12
Thema III – Werk en inkomen 16
Wat zeggen de cijfers? 16
Uitkering en inkomen 16
Taal en inburgering 17
Wat zeggen de professionals? 17
Wat zeggen de bewoners? 18
Thema IV – Gezondheid en zorg 20
Wat zeggen de cijfers? 20
Medische voorzieningen 20
Gezondheid 20
Wat zeggen de professionals? 20
Wat zeggen de bewoners? 22
Thema V – Opgroeien 23
Wat zeggen de cijfers? 23
Wat zeggen de professionals? 25
Wat zeggen de bewoners? 27
ii
3. Thema VI – Veiligheid 28
Wat zeggen de cijfers? 28
Politieregistratie criminaliteit in
Buitenhof-West 28
Registratie overlast in heel Buitenhof 28
Wat zeggen de professionals? 28
Thema VII –
Samenleven en participatie 30
Wat zeggen de cijfers? 30
Bewonersinitiatieven, participatie 30
Leefstijlen 30
Wat zeggen de professionals? 31
Wat zeggen de bewoners? 31
Bijlage –
Analyse omnibusresultaten buitenhof 33
Waardering woning 33
Waardering buurt 33
Ontwikkeling van de buurt 33
Kindvriendelijkheid 34
Verbondenheid met de buurt 34
Participatie 35
Verantwoordelijkheidsgevoel 35
Verhuisplannen 35
Contact met buren 36
Veiligheidsbeleving 36
1
4. VOORDIJKSHOORN
Juniusbuurt
Reinier de Graafbuurt
Buitenhof-Noord
Het Rode Dorp
Gillisbuurt
O
BUITENHOF Pijperring
Fledderusbuurt
Kerkpolder Vrijheidsbuurt
Verzetstrijdersbuurt
Buitenhof-Zuid
TANTHOF-WEST
2
5. Inleiding
Waarom deze verdiepte wijkanalyse?
Professionals en bewoners in Buitenhof signaleren dat er de laatste jaren sprake is van toenemende
sociaal-economische problematiek in de wijk. Deze problematiek is in Buitenhof specifiek
verbonden met de buurten Buitenhof-Noord, Gillisbuurt, het Rode Dorp en in iets mindere mate
met de Reinier de Graafbuurt. Andere buurten kennen ook bewoners met sociaal-economische
achterstand, maar niet op de schaal en omvang zoals in de genoemde buurten. Deze geconstateerde
ontwikkeling willen we in deze verdieping gedetailleerd in kaart brengen. Het accent zal liggen op de
drie bovengenoemde buurten, maar wel tegen de achtergrond van de gehele wijk.
Deze verdieping wil de aanzet zijn tot het schrijven van een gebiedsontwikkelingsperspectief
en wijkontwikkelingsprogramma, waarin maatregelen voorgesteld worden om het fysieke en
sociale klimaat in de betreffende buurten te verbeteren en daarmee bovenstaande ontwikkeling
te keren. Deze aanpak, onder de titel ‘Pilot-project aanpak aandachtsbuurten in Buitenhof’, is
een integrale en gezamenlijke aanpak van gemeente, maatschappelijke partners en de bewoners
(vertegenwoordigers). Deze analyse is de eerste stap in dit proces en wil als een foto een goed
beeld tonen van de huidige stand van zaken in Buitenhof. Het beeld maakt duidelijk dat het om een
momentopname gaat en dat de wijk vanuit een bepaald perspectief wordt getoond. Het moment
van opname is de 2de helft van 2007 en het perspectief is dat van de professionals die werkzaam
zijn aan of in de wijk. Uiteraard kent dit beeld dus zijn beperkingen, maar wij zijn wel van mening
dat de informatie goed bruikbaar is voor het gestelde doel: de basis leggen voor een ontwikkelings-
en investeringsprogramma voor Buitenhof.
Bronnen
Deze wijkanalyse is gebaseerd op een grote hoeveelheid beschikbare kwalitatieve en
kwantitatieve informatie bij gemeente en partners. Ook de woontest en branding die door
de vier Delftse wooncorporaties gezamenlijk in 2006 zijn uitgevoerd, zijn hierin uiteraard
belangrijke informatiebronnen.
In opdracht van Wijkzaken heeft het vakteam Onderzoek en Statistiek bovendien 13 gesprekken
gevoerd met actieve bewoners uit de Buitenhof (Buitenhof-Noord, Gillisbuurt en het Rode Dorp).
De gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een topiclist. Onderwerpen waren: werk en inkomen,
taalvaardigheid, opgroeien, gezondheid en samenleven.
De gesprekken zijn gevoerd in november/december 2007. De respondenten wonen over het
algemeen al heel lang in de buurt (variërend van 4 tot 40 jaar), een deel woont er al vanaf het begin.
Korte schets van de wijk
Buitenhof is een typische jaren ’60 en ’70 uitbreidingswijk met veel hoogbouwgalerijflats, dus veel
meergezinswoningen. Het dominante beeld en het karakter van Buitenhof worden vooral bepaald
door twee wegen en een aantal opvallende ijkpunten. De wegen zijn de Buitenhofdreef en de
Martinus Nijhofflaan. Tussen de tien buurten in Buitenhof liggen groenstroken en waterpartijen
die oost-west lopen en de buurten van elkaar scheiden. Hierdoor vormen de buurten als het ware
‘groene kamers’. Deze kamers zijn vooral georiënteerd op de Buitenhofdreef, zodat de totale
3
6. wijk vooral naar binnen is gekeerd. De waterpartijen komen in het westelijke deel van de wijk,
in het park Buitenhof, bij elkaar. Het park vormt de overgang met het buitengebied Kerkpolder,
dat fungeert als ecologische zone en recreatiegebied.
Opvallende gebouwen door hun hoogte zijn de sterflats op de kruising Buitenhofdreef/Martinus
Nijhofflaan, de ERA-flats langs de Brahmslaan, het Bethelgebouw van het ziekenhuis, onderdelen van
het studentencomplex aan de Van Hasseltlaan en ook het bejaardencentrum ‘de Vijverhof’ aan de
Buitenhofdreef/Zagwijnpad.
Buitenhof is, in de typering van woonmilieus die we in Delft hanteren, een anonieme wijk.
Onder een woonmilieu verstaan we een omgeving waarin wonen, werken, uitgaan en winkelen
samengaan en waarin zowel de woningen als hun bewoners een grote variëteit laten zien.
Het anonieme karakter van Buitenhof wordt vooral bepaald door de aard van de bebouwing:
flats en portieketagewoningen.
Woonbuurten
Gillisbuurt
De Gillisbuurt is een van de buurten in Buitenhof waar sociaal-economisch zwakke bewoners zich
concentreren. De Gillisbuurt bestaat uit flats, met een anoniem woonmilieu waar weinig sociale
samenhang is tussen de bewoners. In de Gillisbuurt wonen relatief veel kinderen en jongeren,
het aandeel ouderen is laag. Er staan uitsluitend sociale huurwoningen. In de Gillisbuurt heeft de
meerderheid van de bewoners een niet-westerse etniciteit.
De Gillisbuurt is de laagst gewaardeerde buurt onder bewoners, een groot deel (45%) is van plan
om in de komende twee jaar te verhuizen. De participatie bij buurtactiviteiten lag in de Gillisbuurt
wat hoger dan gemiddeld; het aanbod aan activiteiten was dan ook groot.
Juniusbuurt
De Juniusbuurt is gelegen in het noordoosten van de wijk, dicht bij winkelcentrum De Hoven
(Voorhof), waardoor veel voorzieningen op een kleine afstand beschikbaar zijn. In de Juniusbuurt
heeft 30% van de bewoners een niet-westerse etniciteit. De woningvoorraad bestaat voor
bijna 90% uit sociale huurwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen is laag.
Het gemiddeld inkomen van de bewoners is ook laag.
Fledderusbuurt
In de Fledderusbuurt staan alleen sociale huurwoningen. De buurt bestaat uit flats met een relatief
lage WOZ-waarde. Er wonen relatief veel ouderen in de Fledderusbuurt.
Een zeer grote groep bewoners (48%) vindt dat de buurt er in het afgelopen jaar op is achter-
uitgegaan. Bovendien zijn de bewoners pessimistisch over de toekomstige ontwikkeling van de
buurt. Toch is de verhuisgeneigdheid in de Fledderusbuurt relatief laag. Ook voelt een boven-
gemiddeld aandeel van de bewoners zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid van de buurt.
Overigens vertaalt dit verantwoordelijkheidsgevoel zich niet in een verhoogde participatie bij
activiteiten in de buurt of in inspanningen van de bewoners om de buurt te verbeteren.
4
7. Reinier de Graafbuurt
De woningen in de Reinier de Graafbuurt hebben gemiddeld de laagste waarde van alle buurten in
de wijk. In deze buurt staan uitsluitend huurwoningen. Het Reinier de Graaf Gasthuis beslaat het
grootste deel van de buurt.
De bevolkingssamenstelling van de buurt verandert snel. Het aandeel bewoners met een niet-
westerse achtergrond nam binnen enkele jaren toe van een vijfde tot bijna een derde. De bewoners
met een Nederlandse etniciteit zijn nog net in de meerderheid (55%). Qua leeftijdsopbouw is de
buurt niet evenwichtig: er wonen relatief veel mensen met een middelbare leeftijd.
Buitenhof-Noord
In Buitenhof-Noord wonen bewoners anoniem. In de buurt staan voornamelijk sociale
huurwoningen. Buitenhof-Noord heeft de meeste inwoners van alle buurten in de wijk (3.761).
Iets minder dan een vijfde van de woningen bestaat uit eengezinswoningen. In de buurt wonen
relatief veel ouderen: 29% van de bewoners is 65 jaar of ouder.
Meer dan een derde van de bewoners vindt dat de buurt achteruitgegaan is in het afgelopen jaar.
Een even grote groep bewoners verwacht dat de buurt er in de komende jaren op achteruitgaat.
Het Rode Dorp
De woningvoorraad van Het Rode Dorp bestaat uit vrijwel uitsluitend sociale huurwoningen.
De woningen hebben een zeer lage WOZ-waarde, na die in de Reinier de Graafbuurt de laagste
van de wijk. In Het Rode Dorp is het aandeel bewoners met een niet-westerse etniciteit even
groot als het aandeel met de Nederlandse etniciteit.
In Het Rode Dorp wonen veel jonge kinderen: 22% van de bewoners is onder de vijftien jaar.
Volgens bewoners is er een risico dat Het Rode Dorp wegzakt; meer dan een derde verwacht in de
komende jaren een achteruitgang van de buurt. De verhuisgeneigdheid is ook hoog, bewoners die
de mogelijkheid hebben om te vertrekken zullen dat naar verwachting doen.
Pijperring
De Pijperring is een kleine buurt met nog geen 400 inwoners aan de oostkant van Buitenhof.
De woningvoorraad bestaat voor 90% uit sociale huurwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde
van de woningen is laag, maar iets minder laag dan in enkele andere buurten in Buitenhof.
Het gemiddeld inkomen ligt ook wat hoger dan in de Gillisbuurt en de Fledderusbuurt.
Het woonmilieu kan worden getypeerd als anoniem, met voornamelijk flats en portieketage-
woningen. Een kwart van de bewoners is 65 jaar of ouder.
Verzetstrijdersbuurt
Deze buurt ligt aan de zuidwestkant van Buitenhof. De buurt ligt tegen recreatiegebied Kerkpolder
aan. De woningen in de Verzetstrijdersbuurt hebben de hoogste WOZ-waarde van de wijk.
Na Buitenhof-Noord telt de Verzetstrijdersbuurt de meeste inwoners. De bewoners staan er
sociaal-economisch gemiddeld goed voor. Het inkomen van de bevolking ligt aanzienlijk boven
het gemiddelde.
5
8. Vrijheidsbuurt
De Vrijheidsbuurt is gelegen in de zuidwesthoek van Buitenhof. In de Vrijheidsbuurt wonen relatief
de minste inwoners met een niet-westerse etniciteit van heel Buitenhof. De verhouding tussen
huur- en koopwoningen ligt anders dan in de noordelijke buurten van Buitenhof. Meer dan de
helft van de woningen bestaat uit koopwoningen. Qua leeftijdsopbouw is de Vrijheidsbuurt een
gemêleerde buurt, de bewoners zijn vrij gelijkmatig over de leeftijdscategorieën verdeeld.
Buitenhof-Zuid
Het gemiddeld besteedbaar inkomen van huishoudens in Buitenhof-Zuid is hoog. In de buurt
staan vrijwel uitsluitend koopwoningen. De gemiddelde WOZ-waarde van de woningen is hoog.
Het zijn uitsluitend eengezinswoningen,. In tegenstelling tot in de meeste andere buurten staan
er geen flats. Er wonen in de buurt veel gezinnen met jonge kinderen. Maar liefst 30% van
de bewoners is jonger dan vijftien jaar. Sociaal-economisch gezien staan de bewoners er goed
voor, het gemiddeld inkomen is het hoogst van alle buurten in Buitenhof.
Leeswijzer
In deze wijkanalyse zal achtereenvolgens ingegaan worden op de volgende thema’s:
1 Bevolking
2 Wonen en woonomgeving
3 Werk en inkomen
4 Gezondheid en zorg
5 Opgroeien
6 Veiligheid
7 Samenleven en participatie
In de hoofdstukken is een driedeling gemaakt om de informatie te ordenen. De driedeling bestaat uit:
• Wat zeggen de cijfers?
• Wat zeggen de professionals?
• Wat zeggen de bewoners?
Met uitzondering van hoofdstuk 1 is deze indeling consequent gehandhaafd.
De bronnen van gegevens worden zoveel mogelijk in de tekst vermeld. Statistische gegevens zijn
zonder uitzondering afkomstig van het vakteam Onderzoek en Statistiek gemeente Delft, peildatum
1 januari 2006. Indien dit afwijkt, wordt het vermeld. Alle cijfers, tenzij anders vermeld, hebben
betrekking op de hele wijk, want op buurtniveau zijn ze doorgaans niet beschikbaar.
6
9. Thema I – Bevolking
Bevolking en leeftijdsopbouw
Op 1 januari 2006 telde Buitenhof 14.348 bewoners. Hiervan is 33% (4.815) jonger dan 24 jaar.
De leeftijdsopbouw wijkt af van de andere wijken: er wonen relatief veel kinderen, jongeren en
55-plussers. De groep van 40- tot 64-jarigen is relatief klein. Het aandeel 65-plussers is de laatste
jaren toegenomen tot 18% en deze groep is nu evenals de groep 65-plussers in Voorhof het grootst
in Delft. Dit hoge percentage ouderen heeft onder andere geleid tot de ontwikkeling van een
woonservicezone rondom het Verdiplein.
Tabel 1 Bevolking naar leeftijd in Buitenhof (per 1-1-2006)
leeftijd aantal
0-4 831
5-9 867
10 - 14 868
15 - 19 961
20 - 54 6.671
55 - 59 851
65+ 2.592
Bron: Gemeente Delft, Onderzoek en Statistiek
Bevolkingsprognose
Buitenhof behoorde in 2005 tot de wijken met de grootste bevolkingsafname: namelijk -70.
De prognoses voor 2010 en 2015 laten zien dat de bevolking eerst nog meer afneemt, maar daarna
weer begint te stijgen.
Tabel 2 Bevolkingsprognose Buitenhof
N 0-14 (%) 15-39 (%) 40-64 (%) 65+ (%)
2010 13.800 16,9 33,9 29,9 19,2
2015 14.055 16,7 34,7 28,2 20,4
Bron: Gemeente Delft, Onderzoek en Statistiek
Etniciteit
Buitenhof heeft, samen met Voorhof, het grootste aantal inwoners met een buitenlandse afkomst
van alle wijken in Delft (respectievelijk 38,5% en 46,3%). Het sterkst vertegenwoordigd zijn de
Turken, Surinamers, Irakezen, Nederlands Indiërs, Iraniërs, Marokkanen en Antillianen. Van alle in
7
10. Delft wonende Turken (2.361) wonen er 749 in Voorhof en 718 in Buitenhof (bijna 30%).
In de buurten Buitenhof-Noord, het Rode Dorp en de Gillisbuurt wonen in totaal 6.507 inwoners,
46% van de bevolking. Hiervan is 52% van niet-westerse afkomst. In de Gillisbuurt ligt het
percentage niet-westerse bewoners op 68,2%.
Huishoudens
In 2006 waren er 6.930 huishoudens in Buitenhof.
De samenstelling hiervan is weergegeven in Tabel 3.
Tabel 3 Samenstelling huishoudens in Buitenhof (in %)
samenstelling %
Echtpaar zonder kinderen 24%
Echtpaar met kinderen 20%
Eenoudergezin 10%
Alleenstaand man 24%
Alleenstaand vrouw 22%
Deze cijfers komen overeen met het Delfts gemiddelde. Alleen het aantal eenoudergezinnen
is hoger (samen met het Delftse Hout het hoogste aantal van Delft).
In 2005 zijn er 1.097 personen uit Buitenhof binnen de gemeente verhuisd. Hiervan verhuisden
er 377 binnen dezelfde wijk en 195 naar Voorhof.
De migratie tussen andere buurten is beduidend kleiner. In 2006 kwam de grootste instroom
in Buitenhof-Noord uit Den Haag, Rijswijk, Rotterdam en Zoetermeer. Voor de Gillisbuurt en
het Rode Dorp is dit hetzelfde. Vertrekkende bewoners van Buitenhof-Noord gaan vooral naar
Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer. Vertrekkende bewoners uit de Gillisbuurt gaan vooral
naar Den Haag en Rotterdam en vertrekkende bewoners uit het Rode Dorp gaan met name naar
Den Haag, Rijswijk en Zoetermeer.
Aandachtspunten
Een derde van de bevolking in Buitenhof is jonger dan 24 jaar:
• specifiek aandacht voor jeugd
Relatief hoge concentratie allochtone bevolkingsgroepen in de aandachtsbuurten:
• werken aan grotere differentiatie woningvoorraad
8
11. Thema II – Wonen en woonomgeving
Wat zeggen de cijfers?
Buitenhof telt het kleinste aandeel koopwoningen van Delft (20%). De overige 80% is huur,
met name sociale huur (circa 95% van de huurwoningen) en in bezit van de woningcorporaties
Woonbron,Vestia,Vidomes en DuWo. 10% van de verhuurde woningen wordt particulier verhuurd.
Buitenhof heeft 7.113 woonruimten, het hoogste aantal woonruimten per wijk in Delft. Buitenhof
scoort met slechts 23% laag op het aantal eengezinswoningen. Alleen Voorhof scoort lager met 19%.
Het meest voorkomende woningtype zijn flatwoningen of de zogenaamde meergezinswoningen (60%).
De drie aandachtsbuurten kennen een hoge bevolkingsdichtheid: 46% van de bewoners in Buitenhof
woont in een van deze drie buurten. Buitenhof heeft in totaal tien buurten.
Buitenhof is een typische jaren ’60 en ’70 wijk: het grootste deel van de woningen is gebouwd in de
periodes 1960-1969 (23%) en 1970-1979 (56%). Een fysiek zwak punt is het eenzijdige woningtype.
Er zijn weinig duurdere (huur)woningen en er is weinig aanbod van grondgebonden (middel)dure
koopwoningen.
Opvallend is dat er tussen 2000 en 2005 geen nieuwe woningen zijn gebouwd. Verder valt op
dat er in 2005 666 flatwoningen werden aangeboden1. Dit is 36% meer ten opzichte van 2004.
Hetzelfde geldt voor HAT-eenheden; hiervan werden er 602 aangeboden. Dit is een stijging van
22% ten opzichte van 2004.
Tabel 4 Woonruimteverdeling per buurt
buurt aantal adressen aantal woonruimten
Reinier de Graafbuurt 479 676
Buitenhof-Noord 1.762 1.913
Juniusbuurt 231 231
Gillisbuurt 655 655
Fledderusbuurt 497 497
Het Rode Dorp 490 490
Pijperring 358 358
Verzetstrijdersbuurt 1.289 1.289
Vrijheidsbuurt 731 732
Buitenhof-Zuid 269 269
Kerkpolder 3 3
Totaal 6.764 7.113
1 Woonnet Haaglanden
9
12. Er wordt tot 2013 een toename van de woningvoorraad verwacht met zo’n 700 woningen.
Het betreft hier een aantal kleinere en grote projecten. Deze woningen worden onder andere
gebouwd aan de Martinus Nijhoflaan, de Buitenhofdreef, de Chopinlaan en het ziekenhuisterrein.
Qua ouderenhuisvesting heeft Buitenhof in de Vijverhof 130 aanleunwoningen en in
Die Buytenweye 172 aanleunwoningen. In Verzorgingstehuis Die Buytenweye zijn nog eens
130 woningen. Verder heeft Buitenhof een aantal 55-plus flats (Gaechflat, Mozartlaan, sterflats,
Chopinlaan/Mahlerhof.
Het aantal 55-plussers in Buitenhof bedraagt 4.150, waarvan 1.328 mensen boven de 75 jaar zijn.
De gemiddelde verblijfsduur van inwoners van de Buitenhof ligt, met ruim zeven jaar, iets boven het
Delfts gemiddelde. In de buurten Pijperring en Fledderus woont men langer, respectievelijk 11,5 en
10,8 jaar2.
Mensen die vertrekken uit de buurt doen dit vooral vanwege de sfeer en het onveilige en onrustige
karakter3.
In 2004/2005 hebben 2.015 huishoudens huurtoeslag ontvangen (29,8%). Hiervan hebben 1.388
huishoudens een minimuminkomen, bestaat 934 uit alleenstaanden en 634 uit bejaarden4.
Door de afdeling Ruimtelijke Ordening van de gemeente is een SWOT-analyse gemaakt van de
ruimtelijke aspecten op wijkniveau. Samenvattend zijn de sterke kanten van de wijk onder andere
de ruime opzet, de groene woonomgeving en het fietsroutenetwerk. Zwakke kanten zijn de
eenzijdige woningtypes, de anonieme beleving van het groen en de vuiloverlast in de openbare
ruimte.
Kansen zijn de eerder genoemde nieuwbouwprojecten, het vergroten van variatie in en
betekenis van bestaand groen, en de investeringsstrategie en voorraadbeheer van de corporaties.
Bedreigingen zijn er ook in de vorm van toename van verkeer- en parkeerdruk door de groei van
automobiliteit, groen onder druk als gevolg van de ontwikkelingsplannen en de toename van milieu-
effecten (luchtkwaliteit, fijnstof, geluid) door grootschalige infrastructuur (Kruithuisweg, Provinciale
weg, ‘verlengde’ Reinier de Graafweg).
Voorzieningen
De wijk Buitenhof heeft in totaal 65 formele speelplekken: 44 gemeentelijke speelplekken,
18 gemeentelijke trapvelden en 3 speelplekken van woningcorporaties. Dit is een relatief hoog
aantal, alleen Tanthof heeft met 70 speelplekken meer locaties dan Buitenhof.
In de wijk is een multifunctionele wijkaccommodatie gelegen aan de Buitenhofdreef 274. Onder
andere buurtvereniging Fledderus en de Hindoestaanse Vereniging Shanti maken hier gebruik
van. Aan de rand van de wijk ligt een moskee, vele verschillende voorzieningen voor sport en/of
2 Wijkbarometer 2004
3 Woontest 2006
4 Monitor Lage Inkomens 2006
10
13. recreatie en jongerencentrum The Culture. Ook is er een bibliotheek, die gedeeld wordt
met de Voorhof.
Er zijn twee buurtwinkelcentra, het Verdiplein en de Vrijheidslaan, met in totaal veertien winkels,
waarvan elf voor dagelijkse en drie voor niet dagelijkse boodschappen. ‘Trekker’ van het
winkelcentrum Vrijheidslaan is de C1000. Deze supermarkt heeft een buurtoverstijgende
functie. Aandachtspunt is de forse verkeers- en parkeerdruk rondom het winkelcentrum.
Om het winkelcentrum ook in de toekomst goed te laten presteren worden er met de onder-
nemers van het winkelcentrum gesprekken gevoerd om een nieuw winkelcentrum te bouwen.
Hierbij is het uitgangspunt de lay-out van het winkelcentrum naar buiten te laten keren en een
wandelpromenade/winkelplein te creëren tussen de C1000 en de andere winkels.
In verhouding tot het grote aantal inwoners is het aantal winkels en bijbehorend oppervak in
vergelijking met de rest van Delft laag. Er zijn maar 15 winkels, met een totaal vloeroppervlak
van 2.238 m². Dat is 2% van het totale Delftse winkelbestand en beslaat 1,5% van de totale
winkelvloeroppervlakte in Delft.
Dit heeft uiteraard te maken met de nabije ligging van winkelcentrum ‘In de Hoven’ in Voorhof.
Winkelcentrum Verdiplein beschikt over een redelijk gezond marktgebied. In deze buurt (met een
sterke vertegenwoordiging van lagere inkomensklassen) heeft het buurtwinkelcentrum een sterk
sociale functie, een plek waar mensen elkaar ontmoeten en even bijpraten. Het winkelcentrum
Verdiplein is onlangs verbouwd en ook de buitenruimte is opgeknapt.
In 2006 waren er in Buitenhof 174 vestigingen van bedrijven. In deze bedrijven waren 4.526
personen werkzaam. Dit is 7% meer dan in 2005. Een van de grote werkgevers in de wijk is
het ziekenhuis.
Verkeer
Buitenhof kende voor 2008 nog geen gereguleerd parkeren. In 2008 werd gereguleerd
parkeren ingevoerd bij de hofjes van de Reinier de Graafweg, om zo de parkeeroverlast van
ziekenhuisbezoekers tegen te gaan. Ook is in hetzelfde jaar een ‘haal- en breng gedragactie’,
gericht op ouders, georganiseerd. Dit om de verkeersveiligheid te bevorderen. Hieraan heeft,
naast alle basisscholen, nog een groot aantal partijen meegedaan, zoals de wijkwerkgroep Brede
school, de verkeerscommissie Van Rijslaan, de politie, het welzijnswerk en de vakteams Wijkzaken
en Mobiliteit.
Wat zeggen de professionals?
Het Complexbeheerplan Gillisbuurt 2007 van Woonbron beschrijft een aantal problemen in de
buurt Gillis. Deels zijn deze van beheertechnische aard, deels van sociaal-maatschappelijke aard.
De problemen van vooral sociaal maatschappelijke aard doen zich ook voor in Buitenhof-Noord
en het Rode Dorp. Professionals constateren dat de multi-problematiek (lage inkomens, schulden,
psychiatrische problemen, opvoedproblematiek) in de drie buurten trendmatig toeneemt, vooral
onder bewoners met een niet-westerse etniciteit. Dit wordt nog versterkt door de toename van
11
14. instroom van kansarmen. Deze groep komt voor de veelal goedkope (sociale huur), maar ruime
woningen, die plaats bieden aan grote gezinnen met een klein budget. De nieuwe instroom in de
drie buurten is grotendeels van allochtone afkomst. Het probleem hierbij is dat veel van deze
gezinnen kampen met psychosociale problematiek (oorlogstrauma’s, schulden, antisociaal gedrag,
opvoedingsproblematiek en psychiatrische problemen bij allochtone moeders door bijvoorbeeld
ernstige heimwee).
De professionals die in Gillis werkzaam zijn, constateren dat de gemeenschappelijke ruimten snel
vervuild raken, er sprake is van veel vernielingen, er een behoorlijke grofvuilproblematiek is, er
relatief veel overlast is (met name rond de HAT-woningen) en dat het groen niet uitnodigt tot
recreatief gebruik.
In Gillis wordt de verhuurbaarheid van woningen elk jaar slechter. Een woning moet steeds vaker
worden aangeboden voordat deze verhuurd kan worden. De gemiddelde acceptatiegraad was
13,1. Dit wil zeggen dat een woning 13,1 keer moest worden aangeboden voordat een huurder de
woning accepteert. Er is blijkbaar steeds minder animo onder woningzoekenden voor een woning
in Gillis. De mutatiegraad loopt bovendien op en ligt nu rond de 16%.
Er wonen relatief veel jonge mensen in Gillis: 46,3% is jonger dan 25 jaar en 25% is jonger dan
14 jaar, waarvan 81% allochtoon is.
De buurt is een ‘modale multiculturele gezinswijk’ met een eenzijdig woningtype, namelijk flats.
Men woont er redelijk anoniem. De menging van vijfkamerflats en HAT-woningen in één
wooncomplex leidt tot ongewenste spanningen door een groot verschil in leefstijlen.
De groep oudere, veelal blanke bewoners die al lang in Gillis wonen, voelt zich steeds minder thuis.
De nieuwe instroom wordt als bedreigend ervaren en men wil eigenlijk weg. Gillis bestaat sinds
enkele jaren veelal uit allochtonen die door de vele nationaliteiten en culturen en talen niets met
elkaar hebben en langs elkaar heen leven. Men heeft geen betrokkenheid bij de woonomgeving en
met elkaar, het ‘hangt als los zand aan elkaar, het is ieder voor zich’.
In het WCT (Wijkcoördinatieteam) constateert men ook dat Gillis te maken heeft met overlast
van hangjongeren en criminele jongeren. Dit manifesteert zich onder andere bij de voetbalkooi
en in het jongerencentrum The Culture.
Wat zeggen de bewoners?
In 2006 zijn door de vier Delftse wooncorporaties een Woontest en een branding uitgevoerd.
Dit heeft plaatsgevonden in de volgende buurten: Junius, Reinier de Graaf, Buitenhof-Noord,
Rode Dorp, Gillis, Pijperring en Fledderus.
12
15. De branding heeft een duidelijk beeld opgeleverd van sterke kanten en waarden van de wijk. Dit zijn:
• Op zichzelf – gemeenschap
• Ruimte – rustig wonen
• Ontvankelijk – ontmoeten
• Verzorgd – keurig
• Actief – pro-actief
Daarnaast was de doelstelling van de Woontest om te achterhalen hoe bewoners de woning en
de woonomgeving ervaren, welke leefstijl zij hebben en wat zij wensen op woongebied. Enkele
uitkomsten waren:
• Vooral in het Rode Dorp en de Gillisbuurt zijn mensen ontevreden over het zwerfvuil,
burenoverlast, geluidsoverlast en het gebrek aan sociale cohesie door de (te) gemengde
bevolkingssamenstelling.
• Bewoners zijn over het algemeen tevreden over het type woning.
• Men is ontevreden over rommel op straat, architectuur en kwaliteit/onderhoud van de woning.
• Groenvoorzieningen worden gewaardeerd.
• Ouderenvoorzieningen en het buurthuis worden matig gewaardeerd.
• Zogenaamde groene (groepsgeoriënteerde) en gele (traditionele) belevingswerelden zijn
oververtegenwoordigd.
• Buurten staan op zichzelf.
Uit de Woontest blijkt dus dat veel buurten in Buitenhof zogenaamde ‘groene’ en ‘gele’ buurten zijn.
Dit geeft een duidelijk inkijkje in de woonbeleving en leefstijl van bewoners. Voor een groot deel
zijn zij dus groepsgeoriënteerd, hechten ze aan sociale controle en geborgenheid, prefereren zij een
rustig stedelijk woonmilieu, zijn ze sterk buurtgericht en gericht op sociale contacten en geven ze
de voorkeur aan de combinatie van wonen en winkels.
Wat betreft de huidige fysieke omgeving heeft men aangeven dat de bebouwing als saai en eenzijdig
wordt ervaren. Ook vindt men de buurten te dichtbebouwd.
De bereikbaarheid en de winkels in de buurt worden goed beoordeeld. De voorzieningen voor de
jeugd en senioren worden slecht beoordeeld. Seniorenvoorzieningen zijn er niet veel, maar worden
wel belangrijk gevonden. Ook vindt men het belangrijk om een goed buurthuis te hebben.
Het groen en de recreatiemogelijkheden in de wijk worden wel gewaardeerd. De voorzieningen
voor kleine kinderen, speelplaatsen en kinderopvang vindt men goed in Buitenhof.
In Gillis is men het meest ontevreden over het vele zwerfvuil, het wildplassen, de geluidsoverlast
en het ontbreken van goede speelplekken voor kinderen. De vele bomen en groene tussenruimten
worden zeer gewaardeerd.
In het Rode Dorp heeft men de meeste problemen met rondslingerend vuil, vuil dat van balkons
wordt afgegooid en burenoverlast. Het groen in de wijk en de rust die dit uitstraalt wordt door
velen gewaardeerd.
13
16. In Buitenhof-Noord heeft men moeite met de rommel die vanaf de balkons op straat gegooid
wordt. Gewaardeerd wordt het uitzicht vanuit de woningen (zicht op het Westland) en het vele
groen.
Mensen die vertrekken uit de buurt doen dit nu vooral vanwege de sfeer en het onveilige en
onrustige karakter. Men zoekt dus enerzijds meer variatie in de fysieke omgeving en de bebouwing
en anderzijds meer eenheid in de sociale samenstelling. In sociaal opzicht ervaart men spanningen
door de grote hoeveelheid verschillende typen mensen en culturen. De hoge bevolkingsdichtheid
maakt dat men behoefte heeft aan duidelijke leefregels. Men zou liever met gelijkgestemden wonen.
Ouderen in de wijk hebben via het project ouderenproof bijna 60 aanbevelingen opgesteld op het
gebied van wonen, zorg en welzijn. Belangrijke aanbevelingen wat betreft zorg en welzijn zijn: zorg
voor voldoende en diverse activiteiten voor ouderen in de wijk, het bieden van mogelijkheden
tot ontmoeting, zet een eettafelproject op, zet burenhulpprojecten in en start een telefooncirkel,
rekening houdend met de ervaringen van telefooncirkel Tanthof.
Opvallend is dat de adviezen zich richten op ontmoeting en zorg voor elkaar. Gezien de
ontwikkeling van het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen en mensen met een psychische,
verstandelijke of lichamelijke handicap, is dit van belang in een wijk als Buitenhof. Het langer
zelfstandig wonen vergroot de kans op sociaal isolement.
Interviews
Vanuit de interviews met de 13 bewoners komt het volgende algemene beeld naar voren:
• De buurt is multicultureler geworden en de sociaal-economische status is veranderd. Alle
respondenten zijn van mening dat het imago van de buurt sterk is achteruitgaan. Maar niet
iedereen kan zich vinden in het negatieve imago van de buurt. Het imago is volgens alle bewoners
slechter dan de daadwerkelijke situatie. In de Gillisbuurt lijkt men iets pessimistischer dan in
de andere buurten. Maar er zijn ook problemen kleiner geworden de afgelopen jaren, zoals de
overlast van hangjongeren.
• Bewoners noemen als positieve punten in hun wijk: veel groen en ruimte. Ook de goede
bereikbaarheid en de voorzieningen worden als positief genoemd. Het multiculturele karakter
van de wijk wordt als aantrekkelijk gezien.
• Sommigen vinden wel dat het geen ‘nette’ buurt meer is, zowel wat betreft omgangsvormen als
aangezicht. Hoe de buurt eruit ziet is voor de bewoners erg belangrijk. Toen de buurt 40 jaar
geleden gebouwd werd, was het een ‘nette’ buurt. Steeds meer gezinnen (die het zich kunnen
veroorloven) trekken weg, omdat ze zich er niet meer thuis voelen.
• Een bewoonster geeft aan dat ze, als ze nu kleine kinderen zou hebben, uit de buurt zou
verhuizen. Vroeger was de buurt gezelliger en was er meer contact. Sommige bewoners geven
aan dat ze contacten hebben met bewoners met een andere etniciteit, andere bewoners
14
17. geven aan hier meer moeite mee te hebben. Vooral allochtone bewoners geven aan dat
allochtonen zich heel erg in hun eigen etnische groep terugtrekken. Ook hebben de etnische
groepen onderling vooroordelen, onder kinderen en jongeren komt dit minstens zoveel voor.
• Veel bewoners pleiten voor een meer gedifferentieerd woningaanbod om zo een meer gemengde
wijk te creëren, zowel wat betreft etnische afkomst als sociaal-economische klasse. Bewoners
geven aan dit al heel lang te opperen. Allochtone bewoners zijn hier nog stelliger in dan de
autochtone bewoners. Op dit moment wordt de buurt volgens de bewoners ook geconfronteerd
met instroom uit de Poptahof. Daarbij geeft de stadsvernieuwing in Den Haag ook druk.
• Hoe langer mensen in de buurt wonen hoe negatiever ze zijn over de veranderingen. Nieuwere
bewoners zijn veel positiever van toon.
Aandachtspunten
De woningvoorraad is eenzijdig: 80% huur, 60% flatwoning, tekort aan duurdere huurwoningen
en tekort aan grondgebonden (middel)dure koopwoningen:
• werken aan grotere differentiatie woningvoorraad
Een derde van de huurders ontvangt huurtoeslag:
• werken aan grotere differentiatie woningvoorraad
Vertrekmotivatie van zittende bewoners uit aandachtsbuurten is voornamelijk gebaseerd
op de sfeer en het onveilige en onrustige karakter:
• leefbaarheid in buurten versterken
Relatief veel overlast rondom HAT-woningen; combinatie HAT-woningen met seniorenwoningen
in één wooncomplex zorgt voor veel overlast:
• situering HAT-woningen heroverwegen
Gemiddelde acceptatiegraag van woningen in de Gillisbuurt is 13,1:
• aantrekkelijkheid woonomgeving versterken
Rondom jongerencentrum The Culture en de nabijgelegen voetbalkooi is veel sprake van
hangjongeren en criminele jongeren:
• aanpak jongerenoverlast
Gebrek aan sociale cohesie door grote diversiteit bevolking:
• leefbaarheid in buurten versterken
15
18. Thema III – Werk en inkomen
Wat zeggen de cijfers?
Uitkering en inkomen
Het percentage huishoudens dat geen inkomen heeft uit werk, maar bijvoorbeeld uit pensioen of
uitkering, bedraagt 46%. Het aandeel niet-actieven per wijk is hiermee in Buitenhof het grootst.
48,2% van de bewoners heeft een jaarinkomen van minder dan € 23.800 waarvan 24,8% zelfs een
jaarinkomen heeft van minder dan € 17.000 (gemiddeld in Delft 21,9%)
In Buitenhof leeft 12,1% van de huishoudens op het sociaal minimum en 26,9% heeft een inkomen
tot 130% van het minimum5.
In Delft heeft 9,3% van de huishoudens een laag inkomen, dat wil zeggen minder dan
€ 9.249 (netto jaarinkomen) voor een alleenstaande. Deze lage inkomens zijn met name te vinden
in de wijken Vrijenban (11,7%), Buitenhof (11,3%) en Voorhof (10,9%). In het Rode Dorp en Gillis
ligt dit percentage rond de 30%. Dit is gekoppeld aan de concentratie van bijstandsgerechtigden:
60% van de bijstandsgerechtigden van Delft woont namelijk in deze wijken.
Ten opzichte van andere wijken kenmerkt Buitenhof zich door het hoogste aantal werklozen met
een bijstandsuitkering, arbeidsongeschikten en (kleine) pensioenontvangers6.
Overigens is het aandeel huishoudens met een laag inkomen gedaald van 20,5% in 1996 tot 16,9%
in 2000 en 11,3% in 2006.
Tabel 5 Gemiddeld besteedbaar inkomen per buurt
buurt inkomen
Het Rode Dorp € 22.900
Gillisbuurt € 23.000
Reinier de Graafweg € 23.100
Buitenhof-Noord € 26.900
Van alle Delftse werkzoekenden woont 23% in Buitenhof (per 1 januari 2006). Van de
werkzoekenden is 37% langer dan drie jaar werkloos, in Voorhof is dit 34% (Delft: 32%).
Van alle werklozen is 77% van allochtone afkomst. Grootste groepen werklozen zijn Irakezen,
Turken, Surinamers, Antillianen, Marokkanen en Iraniërs.
Meer dan de helft (55%) van de werklozen in Buitenhof is laag opgeleid7 (Delft: 46%).
In heel Delft heeft 17% van de beroepsbevolking een laag opleidingsniveau. In Buitenhof en Voorhof
5 Monitor Lage Inkomens Delft 2006
6 Statistisch Jaarboek 2006
7 Onder Laagopgeleid wordt een opleidingsniveau van basisonderwijs/VMBO verstaan
16
19. zijn er naar verhouding meer personen met alleen basisonderwijs dan in de andere wijken.
Dit betreft zowel Nederlands basisonderwijs als basisonderwijs dat in het land van herkomst
is genoten. Er zijn geen cijfers voorhanden over analfabetisme onder deze groep.
Taal en inburgering
Sinds 1 januari 2007 is in Nederland de Wet Inburgering van kracht. In de wet staat dat mensen
die in Nederland komen wonen, de Nederlandse taal moeten leren en ongeveer weten hoe de
Nederlandse samenleving in elkaar zit.
Volgens de Wet Inburgering bestaan er twee groepen die of inburgeringsplichtig of inburgerings-
behoeftig zijn.
Inburgeringsplichtig zijn vreemdelingen/vluchtelingen met een status en/of zij die met ingang
van 1 januari 2007 in Nederland zijn komen wonen en geen acht jaar onderwijs in Nederland
hebben genoten (met uitzondering van EU-ingezetenen). Totaal gaat het om grofweg 2.000
Delftenaren, het aandeel Buitenhoffers daaraan is 16%, dat zijn 397 personen; 63 hiervan hebben
een WWB-uitkering (Wet Werk en Bijstand).
Inburgeringsbehoeftigen zijn genaturaliseerde Nederlanders of doelgroepen met een taal-
achterstand, die niet inburgeringsplichtig zijn. De gemeenteraad heeft vijf ‘voorrangsdoelgroepen’
aangewezen: geloofsdienaren, uitkeringsgerechtigden (WWB’ers), opvoeders van minderjarige
kinderen, inwoners van Poptahof en jongeren.
Deelname is op basis van vrijwilligheid. Scholing heeft naast het leren van de taal ook betrekking
op (praktische) aspecten van de samenleving en kent een duaal traject (gericht op opvoeding en
onderwijs of gericht op werk).
Raming is dat het gaat om ongeveer 15.000 Delftenaren. Het aandeel Buitenhoffers hierin is 18%,
dat zijn 2.734 personen. Hiervan hebben 340 personen een WWB-uitkering.
Volgens de Wet Inburgering moet de gemeente voor inburgeringsplichtigen en inburgerings-
behoeftigen een aanbod doen. In 2008 zijn er 422 mensen in Delft een inburgeringstraject
gestart.
Als we kijken naar bovenstaande cijfers en de bevolkingsopbouw, is er nog een groot gedeelte
van de (allochtone) bevolking dat mogelijk wel een vraag heeft, maar niet onder bovenstaande
doelgroepen valt. Zo heeft in Buitenhof een groot percentage van de bevolking geen
startkwalificatie, dat wil zeggen minimaal een opleiding op Havo/Vwo of Mbo-niveau.
Deze Delftenaren kunnen gebruik maken van Volwasseneneducatie. Hier kan men trainingen op
gebied van taal, rekenen, budgetteren en solliciteren volgen.
Wat zeggen de professionals?
Het Interkerkelijk Sociaal Fonds spreekt in haar jaarverslag 2005 haar zorg uit over het
drastisch toegenomen aantal cliënten. Ook de Budgetwinkel/Duit geeft aan dat de meeste
cliënten uit Buitenhof en Voorhof komen. Zij geeft aan dat er sprake is van een multi-problematiek
op het gebied van inkomen, schulden, opvoedingsproblemen en psychosociale problemen.
17
20. De problematiek is gekoppeld aan het lage inkomen en dit heeft weer te maken met het
ontbreken van startkwalificaties.
Door DUIT zijn in 2006 relatief veel huisbezoeken afgelegd in Buitenhof. Het precieze aantal is
niet bekend in verband met een stadsbrede administratie. Ook is onbekend hoeveel meldingen
‘Meldpunt bezorgd’ heeft ontvangen met betrekking tot de Buitenhof. Professionals vanuit de
schuldhulpverlening, corporaties, onderwijs, gemeente, welzijnsorganisatie, politie en (jeugd)
gezondheidszorg onderschrijven gezamenlijk dit beeld.
Scholen en het jeugdgezondheidszorgteam geven aan dat zij taalachterstand bij kinderen en
ouders signaleren. Een aantal ouders spreekt en verstaat geen Nederlands en ook hun moedertaal
verslechtert naar mate zij langer in Nederland wonen. Dit bemoeilijkt het leren van de Nederlandse
taal nog eens extra.
Wat zeggen de bewoners?
Interviews
• Een groot gedeelte van de bewoners in de wijk heeft volgens de respondenten geen inkomen
uit werk. Dit geldt niet voor de respondenten.
• De respondenten merken niet zoveel van het feit dat veel mensen geen werk hebben. Ze zien
veel bewoners die een regelmatig leefritme hebben.
• Hoe het met de taalvaardigheid gesteld is, is niet voor alle bewoners duidelijk. Dit komt
voornamelijk doordat er weinig onderling contact is. Sommige bewoners geven aan dat
allochtonen soms niet alle formulieren en dergelijke kunnen begrijpen. Anderen geven aan dat
de gemeente misschien meer zou moeten vertalen. Over het algemeen zijn allochtone bewoners
kritischer over de taalvaardigheid van allochtonen dan de autochtone respondenten. Men vindt
het in ieder geval niet bevorderlijk dat veel allochtonen in hun eigen etnische kring blijven en
weinig contacten met Nederlanders hebben.
• De bewoners geven aan dat er veel mensen zijn die hulp nodig hebben en een laagdrempelig punt
missen waar de problematiek bespreekbaar kan worden gemaakt. Informatie over welke ‘potjes
met geld’ waar beschikbaar zijn ontbreekt.
18
21. Aandachtspunten
46% van de huishoudens is niet-actief, maar gepensioneerd, arbeidsongeschikt of werkzoekend:
• trajecten op maat ontwikkelen,
• gepensioneerde bewoners inzetten voor de buurt
12,1% van de huishoudens leeft op het sociaal minimum. In het Rode Dorp en de Gillisbuurt
heeft 30% van de huishoudens een laag inkomen:
• communicatie gemeentelijke tegemoetkomingen en maatregelen,
• aandacht voor kinderen in lage-inkomenssituaties
55% van de werklozen in Buitenhof is laag opgeleid (alleen basisonderwijs of VMBO):
• scholing
16% van de Delftse inburgeringsplichtigen woont in Buitenhof:
• traject op maat ontwikkelen
Merendeel van de cliënten van de Budgetwinkel komt uit Buitenhof en Voorhof. Schulden staan
bijna nooit op zichzelf, er is bijna altijd sprake van multi-problematiek (lage opleiding, geen werk,
laag inkomen, opvoedingsproblemen, psychosociale problematiek):
• nauwere samenwerking diverse hulpverleners
19
22. Thema IV – Gezondheid en zorg
Wat zeggen de cijfers?
Medische voorzieningen
In Buitenhof is het Reinier de Graafziekenhuis gevestigd, naast nog een aantal andere zorg-
instellingen. Er zijn vier huisartsenpraktijken. Dit is weinig in vergelijking met de rest van de stad.
Buitenhof beschikt over zes tandartspraktijken, dit is relatief gezien veel.
Ook is er, vanuit het jeugdgezondheidscentrum aan de Händellaan, een Jeugdgezondheidsteam
werkzaam in Buitenhof. Dit team bestaat uit: schoolmaatschappelijk werk en opvoedingsadvies,
GGD (verpleegkundigen en artsen) en Careyn (verpleegkundigen en artsen).
Gezondheid
Bij gebrek aan gegevens over de gezondheid op wijkniveau, gebruiken we de meest recente
gegevens van de GGD over Delft en de regio.
In 2005 heeft de GGD ZuidHollandWest onderzoek gedaan naar de gezondheid van volwassenen
van 19 tot en met 64 jaar. De uitkomsten zijn regionaal en lokaal, maar niet op wijkniveau
beschikbaar. Echter, de algemene lijn is voor Buitenhof zeker herkenbaar. Deze laat problematiek
zien op het gebied van:
• Leefstijl: alcohol, voeding en lichaamsbeweging
• Opvoedingsondersteuning
• Psychosociale problematiek
• Sociaal-economische gezondheidsverschillen
De OGGZ monitor uit 2006 geeft cijfers weer over de hele regio. In de regio Delft zijn 1.525
mensen bekend die gebruik maken van een van de instellingen die hulp verlenen op het gebied
van huiselijk geweld, dak/thuisloosheid, zorgwekkende zorgmijders of verslavingszorg.
Onbekend is hoeveel personen woonachtig zijn in Buitenhof.
Het is onduidelijk aan hoeveel cliënten PerspeKtief woonbegeleiding biedt in Buitenhof.
Wel is het zo dat een woongroep (18 woningen) ontwikkeld wordt boven het nieuw te bouwen
gezondheidscentrum aan de Händellaan.
Ten aanzien van Huiselijk Geweld zijn 119 slachtoffers in Delft bekend bij het advies- en steunpunt
huiselijk geweld en bij stichting Kwadraad. Daarnaast worden 24 gezinnen waar huiselijk geweld
gepleegd wordt ambulant begeleid. En is bekend dat naar schatting circa zeven ernstig bedreigde
vrouwen/gezinnen uit Delft elders worden opgevangen. De trend is dat steeds meer allochtone
vrouwen een verzoek doen om hulp.
Wat zeggen de professionals
In april 2007 heeft een kleine groep professionals die betrokken zijn bij de jeugdgezondheidszorg in
Buitenhof zich gebogen over het jeugdgezondheidsprofiel wat de GGD gemaakt heeft over Delft en
20
23. de regio. Aan de aanwezigen was gevraagd om zich over het cijfermatig profiel te buigen en op basis
daarvan hun bevindingen over Buitenhof te delen.
De belangrijkste uitkomsten specifiek voor Buitenhof op het gebied van gezondheid en zorg waren
volgens deze groep van JGZ-verpleegkundigen en artsen en medewerkers van de GGD:
• Er is een stijgend aantal risicokinderen.
• Veel kinderen hebben een ongezonde leefstijl (overgewicht, weinig bewegen, genotmiddelen,
gokverslaving).
• Er zijn psychosociale problemen (onder andere slecht/weinig slapen).
• Tienerzwangerschappen komen relatief veel voor; vooral bij allochtone meisjes8. Vaak zijn deze
meisjes nog maar kort in Nederland. Ze spreken geen Nederlands en hebben niet de kans in te
burgeren. Ze hebben veel heimwee. Deze meisjes wonen vaak bij de schoonouders en hoewel
dat veel steun geeft, is deze steun wel zeer cultureel bepaald.
• In contacten met cliënten is de taal een grote barrière voor goede communicatie.
Op 12 september 2007 heeft er een werkconferentie plaatsgevonden met professionals uit de
eerste (en ook tweede) lijn. De conferentie is georganiseerd door de gemeente, GGD en Stichting
Eerstelijns Ondersteuning (ELO). De gemeente gebruikt de uitkomsten van de conferentie
voor de vormgeving van een nieuw lokaal volksgezondheidsbeleid. Gezamenlijke doelstelling
is om samenwerking te bevorderen en een wijkagenda op te stellen. De vervolgstap is een
vervolgbijeenkomst in de wijk zelf. Deze vervolgbijeenkomst heeft plaatsgevonden op 30 oktober
2007. Belangrijkste uitkomst van dit overleg is de behoefte van eerstelijns professionals om elkaar
te leren kennen, te weten bij wie men terecht kan met een specifieke hulpvraag en de behoefte aan
een goede en tijdige terugkoppeling op de door hen gestelde hulpvraag of melding.
Woningcorporatie Woonbron signaleert een toename van overlast op de Reinier de Graafweg van
bewoners van met name de HAT-woningen. Een deel van hen woont hier via IPSE of Perspektief.
Woonbron wil mogelijke woonoverlast voorkomen door huurcontracten af te sluiten met IPSE
of Perspektief die bewoners begeleiden.
Tevens komt uit gesprekken met onder andere scholen naar voren dat er veel psychische
problematiek is onder ouders, onder andere trauma’s die zijn opgedaan in het land van herkomst.
De allochtone zorgconsult van GGZ Delfland geeft vijf aandachtspunten voor Buitenhof aan:
1 Er is sprake van geestelijke problematiek/trauma’s al dan niet opgedaan in het thuisland,
dit geldt voor ongeveer 20% van de allochtone cliënten.
2 80% van de cliënten heeft financiële problemen/schulden en dit is vaak de aanleiding tot
meerdere problemen. Mede door schulden raken mensen ook in geestelijke nood.
3 Er is sprake van drugs en alcoholverslaving bij een aantal van de cliënten.
8 Deze constatering wordt niet ondersteund door de cijfers. In Delft zijn er in 2007 62 tienermoeders geregistreerd,
20 daarvan wonen in Buitenhof
21
24. 4 Veel van de cliënten vallen tussen de wal en het schip bij de officiële instanties zoals het CWI,
Sociale Dienst, de woningcorporaties, Eneco. Er is sprake van uitval waardoor de schulden-
problematiek alleen maar verslechtert.
5 Het grootste deel van de cliënten uit Delft komt uit de drie buurten Gillis, Buitenhof-Noord en
het Rode Dorp.
6 Een groeiende groep cliënten zijn de Antilianen met vaak forse psychiatrische problemen,
vaak in combinatie met verslavingsproblematiek.
De meeste zorgvragers van de allochtone zorgconsulenten zijn Somaliërs, Afghanen, Irakezen
en Turken. Vanaf juli 2006 tot juni 2007 heeft men 163 zorgvragers bereikt en zijn er in totaal
276 gesprekken gevoerd met de hulpverleners en de zorgvragers.
Wat zeggen de bewoners?
Interviews
• De respondenten zijn van mening dat verslaving aan alcohol, drugs of gokken in de buurt niet zo
veel voorkomt. Aan de ene kant merken bewoners op dat dit zich aan hun zicht kan onttrekken,
maar de islamitische cultuur van veel bewoners zou ook een grote rol kunnen spelen.
• Volgens de respondenten zou er meer gesport kunnen worden door de bewoners en met name
door de kinderen. Op zich zijn de voorzieningen er wel, maar het ontbreekt het (de ouders) aan
geld om de contributie te betalen. Gezond eten wordt ook genoemd als aandachtspunt.
Aandachtspunten
Er is sprake van problematiek op de volgende terreinen:
a Leefstijl: alcohol, voeding en lichaamsbeweging
b Opvoedingsondersteuning
c Psychosociale problematiek
d Sociaal-economische gezondheidsverschillen:
• trajecten op maat ontwikkelen
Professionals in de zorg constateren een ongezonde leefstijl bij kinderen, multiproblematiek en
trauma’s bij migranten, die opgedaan zijn in het thuisland:
• aanpak op maat voor de verschillende doelgroepen
De allochtone zorgconsulent van GGZ Delfland geeft aan dat het grootste deel van de cliënten
uit Delft uit de drie buurten Gillis, Buitenhof-Noord en het Rode Dorp komt:
• kennis- en informatie-uitwisseling tussen professionals in de wijk organiseren
• aanpak op maat ontwikkelen
22
25. Thema V – Opgroeien
Wat zeggen de cijfers?
In Buitenhof is 33% van de bevolking jonger dan 24 jaar. Dit betreft 662 0- tot 3-jarigen, 1.389 4- tot
11-jarigen, 1.056 12- tot 17-jarigen en 1.708 17- tot 24-jarigen. Het aandeel kinderen en jongeren
is hiermee in Buitenhof relatief hoog. Een derde van de gezinnen in Buitenhof is een éénoudergezin.
Dit betreft 770 gezinnen.
In Buitenhof staan vier basisscholen: De Rembrandtschool, Delftse Dalton, Titus Brandsma en de
Horizon. Zo’n 70% van de kinderen (847) gaat naar een van deze scholen, zo’n 30% gaat in andere
wijken naar school (400 kinderen).
Een groot deel van de kinderen uit Buitenhof Noord gaat naar de Horizon. De Rembrandtschool
trekt kinderen uit het Rode Dorp en de Delftse Dalton trekt kinderen uit Gillis.
De Horizon is een zogenaamde GOA-school (Gemeentelijke Onderwijs Achterstandsschool).
Onder de Horizon valt de school, de peuterspeelzaal Roots, de kinderopvang Octopus, de Brede
school en de BOS-activiteiten.9 School, kinderopvang en vrijetijdsactiviteiten vormen een op
elkaar afgestemd aanbod van activiteiten voor kinderen (2-13 jaar) in de wijk. Goed en leerzaam
onderwijs, boeiende en verrijkende vrijetijdsactiviteiten en een uitdagende kinderopvang maken
hiervan onderdeel uit. Om hieraan gestalte te geven is in het schooljaar 2006-2007 gestart
met het project dagarrangementen. Het dagarrangement is een koppeling en uitbreiding van de
reeds bestaande voorzieningen: Bredeschool/BOS-activiteiten, onderwijs achterstandenbeleid en
jeugdgezondheidscentrum/zorgteam. De rode draad in het ontwikkelen van het dagarrangement
is het versterken van de ontwikkelkansen voor kinderen. De cruciale factor in het dagarrangement
vormt samenwerking tussen de verschillende schakels van onderwijs, opvang en vrije tijds-
activiteiten. In het nieuwe schooljaar 2007-2008 kunnen kinderen meedoen aan beweging- en
cultuuractiviteiten op de maandagen. Sommige activiteiten worden georganiseerd door aanbieders
uit Buitenhof zelf.
Plusaanpak: in het schooljaar 2007-2008 worden op de Horizon extra Brede schoolactiviteiten
voor groep 5 tot en met 8 georganiseerd, met als doel de deelname aan het reguliere aanbod te
stimuleren. De school signaleert een toenemende sociale problematiek in Buitenhof west. Er is
weinig kans voor gezinnen om zich te ontwikkelen. Degenen die wel kansen krijgen vertrekken
uit de buurt. De school merkt dit aan het grote verloop op school. Slechts 10% van de leerlingen
doorloopt de hele schoolperiode van groep 1 tot en met groep 8. Circa 90% van de leerlingen
is van allochtone afkomst. De Rembrandtschool meldt dat er steeds meer sprake is van dezelfde
problematiek als waarmee de Horizon kampt. 25% van de nieuwe instroom heeft een niet-westerse
etniciteit. Enkele professionals signaleren dat de instroom van bewoners met een niet-westerse
etniciteit naast de Gillisbuurt in andere buurten ook snel toeneemt. Zij noemen het Rode Dorp,
de Pijperring, het Zagwijnpad en de Montgomerylaan.
9 BOS: Buurt, Onderwijs, Sport
23
26. In Buitenhof is het aantal meldingen met betrekking tot hinderlijke jeugd hoger dan de andere
wijken. Dit betreft meldingen bij de politie. Buitenhof scoort slechter dan heel Delft wat betreft
meldingen over hinderlijke jeugd. Voor heel Delft is dit 20% en voor Buitenhof is dit 29% van het
totaal aantal meldingen die te maken hebben met overlast10.
Door de gemeente wordt sinds september 2007 onderzoek gedaan naar jongeren die samenkomen
in jongerencentrum The Culture in Buitenhof, omdat rondom deze groep problemen en spanningen
zijn ontstaan. Het concept Quick–Scan van het programma Veiligheid is inmiddels gereed.
Iets over de sfeer waarin jongeren opgroeien zie je terug in de teksten van Scheme 015. Dit zijn
rappers uit Gillis, met teksten als: “Op straat word je opgevoed, niet door je ouders. Drugsgebruik,
criminaliteit, wapens, ontbreken van perspectief”.
De zorg van professionals richt zich voornamelijk op de groep 12- tot 18-jarigen. Jongeren uit deze
groep zorgen voor een groot deel van de kleine criminaliteit, zoals vervuiling en vooral vernielingen.
Op het gebied van voorzieningen voor jongeren is er jongerenwerk dat verbonden is aan Jongeren-
centrum The Culture. Hier is voor 30,5 uur in de week jongerenwerk, verdeeld over zeven
dagdelen, plus één dagdeel specifiek voor meiden. De activiteiten voor jonge allochtone meiden
vinden plaats in de Hang Out. Daarnaast is er via SECOS (BWD) ambulant jongerenwerk dat in
Delft op overlastplekken ingezet kan worden.
Ook zijn er diverse speelplekken en trapvelden in de openbare ruimte. Uit ondervraging van het
Delfts Internet Panel 2007, de scholen, de wijkwerkgroep van de brede school en de op 27 juni
2007 gehouden stedelijke bijeenkomst over speelplekken, is naar voren gekomen dat er naar
verhouding veel speelplekken en trapvelden zijn in Buitenhof. Men is over het algemeen redelijk
tevreden over deze plekken. Daar tegenover staat dat in Buitenhof de meeste 0- tot 19-jarigen
wonen van Delft (3.527)
10 Wijkscans bureau Delft van de politie Haaglanden 2006
24
27. Tabel 6 Aantal speelplaatsen en trapvelden per wijk per 1/1/2007
wijk speelplaatsen trapvelden speeltuinen speelplaatsen totaal
gemeente gemeente woningbouwcorp.
Wippolder 7 3 4 14
Vrijenban 17 4 3 3 27
Binnenstad 19 2 1 22
Hof van Delft 13 2 1 9 25
Voordijkshoorn 13 4 4 21
Buitenhof 44 18 3 65
Voorhof 13 4 9 26
Tanthof west 34 7 1 42
Tanthof oost 35 3 – 38
Totaal 194 47 4 34 280
Stedelijke Kinderboerderij Waterspeeltuin Skatebaan 7
voorzieningen 2 2 1
Uit de inventarisatie bleek verder dat er behoefte bestaat aan een aantal informele speelplekken
met begeleiding. Dit zijn avontuurlijke speelplekken die niet met speeltoestellen, maar met
natuurlijke materialen zijn ingericht. Ook was er een duidelijke wens tot een bewaakte speeltuin.
In de Gillisbuurt is daarnaast behoefte aan een ‘speelbalachtige’ voorziening om kinderen onder
pedagogische begeleiding op straat met elkaar te laten spelen.
Wat zeggen de professionals?
In april 2007 heeft een kleine groep professionals, die betrokken zijn bij de jeugdgezondheidszorg in
Buitenhof, zich gebogen over het jeugdgezondheidsprofiel die de GGD gemaakt heeft over Delft en
de regio. Aan de aanwezigen was gevraagd om zich over het cijfermatig profiel te buigen en op basis
daarvan hun bevindingen over Buitenhof te delen.
De belangrijkste uitkomsten specifiek voor Buitenhof op het gebied van gezondheid en zorg waren,
volgens deze groep van JGZ-verpleegkundigen en artsen en medewerkers van de GGD:
Opvoeding
• Ouders zijn maar in geringe mate betrokken bij hun kind.
• De sociale omgeving is te eenvormig of het netwerk is te gering. In de flats kent men de directe
buren niet of nauwelijks. Daarnaast zijn er ook buurten, zoals het Rode Dorp waar (te) veel
cohesie is. Dit keurslijf beperkt mensen dan juist in de mogelijkheden.
• Veel ouders hebben schulden.
• Er zijn opvallend veel eenoudergezinnen (50%) met problematiek zoals armoede, sociaal
isolement en eenzaamheid. Daarnaast wordt in veel gezinnen de scheiding geheim gehouden,
wat het praten met kinderen en ouders hierover erg lastig maakt.
25
28. • Er is sprake van opvoedproblemen.
• Het pedagogisch inzicht is gering bij veel ouders, maar de ouders weigeren vaak hulp.
Ouders melden zichzelf nauwelijks bij het JGZ. Aangeboden hulp wordt door met name
allochtone ouders meestal geweigerd. Schaamte speelt hierbij een belangrijke rol. Zodra hulp
rondom een gezin goed is geregeld, is veelvuldig sprake van vluchtgedrag: het gezin vertrekt
uit Delft.
• Gedragsproblemen beginnen al in de peuterleeftijd en vragen al in groep 1 van de basisschool
veel aandacht. Naarmate de kinderen ouder worden, worden de problemen nog groter.
• Vooral in allochtone gezinnen is er een groot verschil in de positie van vader en moeder.
Vader woont wel thuis, maar bemoeit zich niet met de opvoeding.
• Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kind, maar zien zelf de noodzaak niet om in te grijpen.
Zodra een professional zaken met de ouders bespreekbaar wil maken, haken de ouders af.
Veiligheid
• Op middelbare scholen zijn loverboys actief, ook in de andere wijken. De omvang van dit
probleem is niet bekend, omdat het erg moeilijk is een aanklacht op te bouwen.11
• Er is sprake van overlast en criminaliteit onder jongeren.
• Elk schooljaar blijven er circa tien kinderen weg van school, zonder opgaaf van reden en nieuw
adres. De school doet de grootst mogelijke moeite om deze kinderen te lokaliseren, soms
zonder resultaat.
• Op school heeft naar schatting 25-30% van de kinderen een gedragsprobleem. Het lesgeven,
de primaire taak van school, komt in de verdrukking omdat het opvoeden op school veel tijd
en energie kost.
Ook vanuit het WCT (Wijkcoördinatieteam) wordt aandacht gevraagd voor de
opvoedingsproblematiek en het bijbehorende gedrag van jongeren. Gesignaleerd wordt dat het
hen vaak ontbreekt aan perspectief door een slechte (financiële) thuissituatie, geen afgeronde
opleiding en geen werk. Inspirerende voorbeelden waar de jongeren zich aan op kunnen trekken
ontbreken. Zorgelijk is bovendien dat afwijkend gedrag steeds jonger wordt waargenomen.
Op school (De Horizon) heeft naar schatting 25-30% van de kinderen een gedragsprobleem.
Bij een op de vijf jongeren (12-18 jaar) is er een indicatie voor psychosociale problematiek.
Bij jongeren van 14-15 jaar heeft een op de vier jongeren een indicatie. De Brede-schoolmakelaar
geeft aan dat activiteiten buiten de wijk voor een groep kinderen niet haalbaar is. Ouders zijn door
werk of door andere omstandigheden niet in staat hun kinderen naar stedelijke activiteiten te
brengen. Daarom blijven activiteiten in de buurt en wijkprogrammeren belangrijk. Wat de makelaar
ook opvalt is de lage ouderbetrokkenheid van ouders/verzorgers in de buurten Gillis, Het Rode
Dorp en Buitenhof Noord (ERA-flats). Ouders komen nauwelijks kijken naar presentaties van
hun kinderen.
11 Deze constatering wordt niet ondersteund door de cijfers en informatie van de politie en gemeente
26
29. Wat zeggen de bewoners?
Interviews
• Er zijn veel kinderen die niet veel kunnen doen in de buurt. Daarom hangen sommige kinderen
een beetje rond en halen soms ook wel narigheid uit.
• Aan de ene kant roemen bewoners de ruimte en de mogelijkheden voor buiten spelen. Maar er
zijn ook veel kinderen die van hun ouders niet alleen buiten mogen spelen. Alle respondenten
met kinderen geven aan dat hun kinderen niet alleen buiten mogen spelen. Bewoners schatten
in dat er veel kinderen binnen zitten. Een speelplaats voor kleine kinderen die beter zichtbaar is,
zou misschien een oplossing zijn.
• Er wordt niet zo heel veel georganiseerd voor de kinderen. Ouders hebben vaak weinig geld
om activiteiten en contributie te betalen. Er wordt in dit verband door sommige bewoners
gesproken over een terugkeer van de woensdagmiddagclub. Brede-schoolachtige faciliteiten zijn
niet echt bekend bij bewoners. Er is ook weinig netwerk tussen (ouders van) jonge kinderen
en deze komen daarom niet vaak bij elkaar over de vloer om te spelen. Veel ouders lijken hun
kinderen niet echt in de hand te hebben, volgens onze respondenten.
• Er zouden voornamelijk meer sportactiviteiten voor jongeren georganiseerd kunnen worden.
Jongeren sporten weinig.
• Jongeren uit het Rode Dorp zoeken vertier buiten de buurt. De jongeren voelen zich door het
slechte imago soms uitschot. Dit is niet echt bevorderlijk voor hun ontwikkeling.
Aandachtspunten
Een derde van de kinderen groeit op in een eenoudergezin, in 50% van de gevallen leidt dit
tot problemen:
• deskundige begeleiding
30% van de kinderen gaat buiten de wijk naar school:
• eventueel onderzoek doen naar de motivatie
Basisschool de Horizon heeft dagarrangementen en een plusaanbod ontwikkeld om zorg en
begeleiding voor de kinderen te bieden:
• samenwerking en ondersteuning van deze basisschool door professionals
Professionals in de zorg constateren een gering pedagogisch inzicht bij veel ouders
Veel vaders ontbreken in de gezinnen of bemoeien zich niet met de opvoeding:
• aanbod JGZ op maat ontwikkelen
27
30. Thema VI – Veiligheid
Wat zeggen de cijfers?
Onderstaand overzicht van de politie betreft alle aangiften van criminaliteit in Buitenhof-West.
Dit zijn dus niet alleen jongere plegers.
Politieregistraties criminaliteit in Buitenhof-West
Het totaal aantal aangiften van criminaliteit in Buitenhof is de laatste jaren gedaald.
In het algemeen is in het aantal aangiften van de meeste delicttypen, zowel in geheel Buitenhof als
in Buitenhof-West, een daling te zien over de jaren 2004 tot en met 2006. De enige uitzondering
hierop in Buitenhof, geldt voor woninginbraken in de Gillisbuurt (van 8 in 2004 en 2005 naar
23 in 2006). Het aantal woninginbraken in de rest van Buitenhof-West is echter flink afgenomen.
Ook in de delicttypen diefstal van fiets, diefstal uit een voertuig en diefstal uit een bedrijf zijn er
scherpe dalingen. Het aantal geweldsdelicten bedreiging, mishandeling en beroving is in Buitenhof
over de jaren 2004, 2005 en 2006 gedaald. In Buitenhof-Noord is een scherpe daling te zien in
het aantal mishandelingen. De cijfers van de andere geweldsdelicten schommelen wat per buurt.
In de eerste acht maanden van 2007 is een toename te zien in het aantal bedreigingen en
mishandelingen, met name in de Gillisbuurt en Buitenhof-Noord. Het aantal berovingen op straat
lijkt in 2007 af te nemen. Het aantal woninginbraken in de Gillisbuurt lijkt weer af te nemen
tot het niveau van 2004/2005.
Registraties overlast in heel Buitenhof
Registraties van overlast: het aantal politieregistraties van hinderlijke jeugd in geheel Buitenhof is
in 2006 (42) gehalveerd ten opzichte van 2005 (86) en ligt ook onder het niveau van 2004 (51)12.
In de voorlopige cijfers 2007 lijkt er weer een toename te zijn naar een verwacht aantal van
ongeveer 71 meldingen voor geheel 2007.
Het aantal registraties met betrekking tot overlast door drankgebruik, blijft over deze jaren
gelijk op 12 per jaar en lijkt in 2007 iets te dalen. Het aantal registraties overlast door drugsgebruik
in Buitenhof is toegenomen van 3 in 2004 tot 10 in 2006 en lijkt in 2007 weer licht te dalen.
Het aantal meldingen overlast door geluid lijkt, na enkele jaren van afname, naar verwachting
in 2007 weer toe te nemen. De meldingen van overlast door drankgebruik, drugsgebruik en
geluid kunnen niet alleen aan jongeren toegerekend worden. Aandachtspunt is wel dat de politie
signaleert dat er een toename is van criminele jongeren die vanuit andere plaatsen in Nederland
naar Buitenhof verhuizen.
Wat zeggen de professionals?
In de beleving van verschillende professionals is de overlast en het aantal vernielingen in de
afgelopen jaren afgenomen. De gemeentelijke beheerders van de speelplekken constateren dat
het aantal vernielingen op speelplekken sterk af is genomen. Wel treft men op speelplekken vaak
12 Bron: Politie Haaglanden, bureau Delft. Dit overzicht heeft betrekking op geheel Buitenhof.
28
31. afval aan afkomstig van jeugd die elkaar daar ontmoet. Volgens een professional is er, omdat veel
jongeren tot laat in de avond op straat spelen, juist veel sociale controle (sociale ogen) waardoor er
in de buurt weinig criminaliteit is.
29
32. Thema VII – Samenleven en participatie
Wat zeggen de cijfers?
Bewonersinitiatieven, participatie
In de hele wijk worden er regelmatig initiatieven genomen door bewoners die iets leuks willen
organiseren in hun straat of buurt. Vaak gebeurt dit niet in een georganiseerd verband zoals een
bewonerscommissie of vereniging van eigenaren, maar gaat het om een groepje bewoners dat
spontaan met een initiatief komt. Deze initiatieven worden waar mogelijk en wenselijk ondersteund
door de wijkprofessionals. Voorbeelden van zulke initiatieven zijn de bewonersactiviteiten
van de Debussyflat, de jaarlijkse Straatspeeldag in de van Rijslaan, de buurtactiviteiten van de
Ouverturebuurt, het Koninginnedagfeest in de Rooseveltlaan, de Koninginnedagfestiviteiten
georganiseerd door buurtvereniging Fledderus en Shanti, de Skatejam voor jongeren, de (sociale)
functie van buurttuin ‘De Goede Plek’, de verkeersactie in de Wilhelminalaan en de Gillisparty in
2006 die een groot succes was met zo’n 800 bezoekers. Een opvallend initiatief in 2006 was de
start van de Wijkkrant ‘Binnen de Buitenhof’ die vier keer per jaar verschijnt en een verbindende
en informatieve functie heeft. De redactie van deze krant bestaat uit actieve bewoners. Vele
van de in 2006 gehouden initiatieven hebben ook in 2007 plaatsgevonden. In 2007 zijn er zo’n
zes Straatfeesten georganiseerd door bewoners, waarvoor zij gemeentelijke subsidie ontvingen.
Bijzondere evenementen/hoogtepunten in 2007 waren het Kunst in de Wijken project ‘Muziek
in de Wijk’, met onder andere de zingende flat van Gregor Bak en een grote slotmanifestatie
in de zomer van 2007, het kinderparticipatieproject ‘De Wenswijk’ waar ruim 200 kinderen
van vier basisscholen aan deelnamen, de feestelijke opening van de oversteek van basisschool
De Horizon aan de Brahmslaan, een grote opzomerdag in het Rode Dorp georganiseerd door
Vestia, professionals en bewoners en deelname van kinderen en professionals aan de virtuele
Kindertop 2007 van minister Rouvoet en staatssecretaris Dijksma.
Leefstijlen
De verschillende nationaliteiten gaan op een goede en redelijke, ontspannen manier met elkaar
om, maar toch leiden de verschillende leefstijlen (jong en oud, autochtoon en allochtoon) ook tot
irritatie en botsingen. Door de diversiteit aan culturen zijn ook de tolerantiegrenzen verschillend.
Ouderen geven aan dat in bepaalde buurten het gevoel van onveiligheid groeit en de ergernissen
over gebrek aan omgangsvormen en omgangsnormen, herrie en vervuiling toenemen.
Deze ouderen, veelal van Nederlandse afkomst melden eerder een klacht dan bewoners van
allochtone afkomst. Bewoners met een Nederlandse afkomst zijn niet gewend aan een jongere
die ’s nachts op straat voetballen. Waar meer allochtonen wonen en jongeren op straat zijn,
is het gevoel van onveiligheid groter en zijn er meer ergernissen over omgangsnormen en
omgangsvormen, zoals hard praten en vuil13.
13 Wijkbarometer Buitenhof 2006
30
33. Het vermoeden bestaat dat de tolerantiegraad van een deel van de verouderde bewoners laag
is, zeker als het gaat om jongeren in de openbare ruimte. Wooncorporatie Woonbron maakt
melding van toenemende jongerenproblematiek in de Gillisbuurt, wat zich vooral uit in vernielingen,
geluidsoverlast en toenemende vervuiling. Wooncorporatie Vestia en politie maken melding van een
voortdurende woon/huurders overlast in het Rode Dorp. Hier gaat het vooral om bewoners die
elkaar bedreigen, mishandelingen in het privé-domein plegen en vernielingen door de jeugd.
Wat zeggen de professionals
Het wijkcoördinatieteam signaleert in de buurten Gillis, Rode Dorp en Buitenhof-Noord
een grote mate van anonimiteit en dit maakt dat bevolkingsgroepen langs elkaar heen leven.
Mensen kennen elkaar niet, spreken letterlijk en figuurlijk elkaars taal niet (de instroom bestaat
voor een groot deel uit kansarmen met een niet-westerse etniciteit uit andere gemeenten
in de regio en de rest van Nederland) en hebben weinig betrokkenheid bij elkaar en bij hun
woonomgeving. De grote doorloop op school en in de buurten vergroot de geringe betrokkenheid
nog eens extra. De leefstijlen en leefomstandigheden zijn zeer verschillend. In sommige woon-
complexen wonen zowel zorgbehoevenden, ouderen, grote allochtone gezinnen en sociaal
zwakkeren (HAT) dicht op elkaar. Dit wordt gezien als één van de oorzaken van de problemen.
Wat zeggen de bewoners?
Interviews
• Het grofvuil vormt bij uitstek de grootste ergernis tussen bewoners. Het wordt op twee
vaste momenten in de week opgehaald, zonder aanmelding. Toch gaat het vaak nog mis,
omdat bewoners het niet op de goede plek buiten zetten, of omdat het te laat wordt opgehaald.
Ook zwerft er vaak veel ander vuil door de buurt.
• Ook storen de respondenten zich er wel aan dat de omgangsvormen in de buurt, en dan met
name het taalgebruik, soms erg grof zijn. Ook worden sommige bewoners lastiggevallen op straat.
• Alle respondenten zijn zelf erg actief in de buurt, maar merken steeds meer op dat het moeilijker
wordt om voldoende mensen te vinden die zich ook in willen zetten voor de buurt. Het zijn
steeds dezelfde mensen die iets doen. Er zijn genoeg mensen die tijd hebben (omdat ze werkloos
zijn), maar het is heel moeilijk om ze enthousiast te maken. Zo’n 20 jaar geleden waren er veel
actieve flatraden. Nu zijn er bijvoorbeeld op een flat van 620 bewoners nog maar tien actieve
bewoners.
• Vroeger was er een beheerder per flat, nu is er een complexbeheerder. Dat maakt de drempel
om bepaalde zaken, bijvoorbeeld over het grofvuil, aan te kaarten wel hoger volgens de
bewoners.
• Het duurt vaak lang voordat Woonbron iets doet met klachten over de woningen.
31
34. • Het contact met de gemeente was vroeger iets directer. Er werd bijvoorbeeld elke week een
rondje door de wijk gemaakt met iemand van de gemeente. Nu zit de BWD er vaak tussen.
Het is allemaal geprofessionaliseerd, maar daardoor ook afstandelijker geworden. Van buurt-
gericht werken wordt niet echt iets gemerkt.
• De actieve buurtbewoners die geïnterviewd zijn, geven aan zelf wel bereid te zijn de helpende
hand uit te steken naar buurtbewoners en doen dat ook regelmatig.
• De bewoners geven aan dat het grote aantal verhuizingen de mate van sociale cohesie in de wijk
geen goed doet. Ook voor kinderen is het daarom soms moeilijk vriendjes te maken.
• Aan de ene kant vinden de bewoners de buurt wel gezellig, maar ze missen aan de andere kant
wel saamhorigheid.
Aandachtspunten
Gedurende het hele jaar worden er door diverse bewoners initiatieven genomen
voor feestelijke activiteiten in de verschillende buurten. Ook zijn er acties gericht op
verkeersveiligheid:
• stimuleer en faciliteer dergelijke acties in de meest ruime zin
Weinig mensen hebben interesse in algemene wijkbrede overleggen of georganiseerde
verbanden, zoals bewonerscommissies of flatcommissies:
• zoek naar alternatieve vormen om de mening van de bewoners naar boven te krijgen
• ondersteunen van bewoners die zich (potentieel) wel actief voor de flat of woonomgeving
willen inzetten
Er is weinig tolerantie tussen verschillende bevolkingsgroepen met betrekking tot gedrag
van onder andere jongeren in de openbare ruimte of rond de woongebouwen:
• aandacht voor pedagogische begeleiding op straat
• gesprek tussen bevolkingsgroepen faciliteren
In de aandachtsbuurten is sprake van anonimiteit en onverschilligheid tussen bewoners:
• gesprek en uitwisseling tussen bevolkingsgroepen stimuleren
32
35. Bijlage – Analyse Omnibusresultaten Buitenhof14
Waardering woning
De bewoners van Buitenhof waarderen de woning waarin zij wonen met een ruime voldoende
(7,4; Delft: 7,7). In Buitenhof-Noord komt de waardering voor de woningen overeen met het
gemiddelde van de wijk. In de Gillisbuurt (6,2) en Het Rode Dorp (6,6) is de waardering voor
de woningen onder het gemiddelde. Dit hangt mede samen met het feit dat er vrijwel uitsluitend
huurwoningen zijn in deze buurten. In het algemeen beoordelen bewoners van Delft huurwoningen
(7,2) lager dan koopwoningen (8,3). Ook beoordelen inwoners met een niet-westerse achtergrond
hun woning lager dan gemiddeld (6,6; Nederlandse afkomst: 7,9).
Waardering buurt
Driekwart van de bewoners van Buitenhof vindt de eigen buurt (zeer) prettig om te wonen.
Dit is evenwel het laagste percentage van alle wijken (Delft: 89%). Tevens vindt een relatief groot
deel de buurt (zeer) onprettig om te wonen (19%). Dit is veruit het hoogste percentage van alle
wijken (Delft: 9%). Op buurtniveau vallen de zeer hoge percentages in de Gillisbuurt en Het Rode
Dorp op. Ongeveer vier op de tien bewoners vinden hun buurt (zeer) onprettig om te wonen.
In Buitenhof geven de bewoners hun buurt gemiddeld ook het laagste cijfer van Delft (6,5; Delft: 7,2).
Met name de Gillisbuurt (5,0) en Het Rode Dorp (5,3) beoordelen de bewoners laag. Bewoners van
Delft met een niet-westerse etniciteit beoordelen hun buurt gemiddeld relatief laag (6,4). Ook het
grote aandeel niet-westerlingen in ogenschouw genomen, scoren deze twee buurten echter erg laag.
Ook Buitenhof-Noord waarderen bewoners duidelijk onder het gemiddelde van de wijk (6,0).
De Fledderusbuurt (6,7) scoort wel rond het gemiddelde van de wijk. In deze buurt wonen wat
meer 65-plussers. De waardering voor de buurt neemt over het algemeen toe met de leeftijd:
met name bewoners van boven de 75 jaar hebben aanzienlijk meer waardering voor hun buurt
(gemiddeld 7,8).
Ontwikkeling van de buurt
De bewoners van Buitenhof zijn niet positief over de recente ontwikkeling van de buurt.
Een relatief grote groep is van mening dat de buurt er in de afgelopen 12 maanden op achteruit
gegaan is (29%, Delft: 19%). De bewoners van Buitenhof oordelen hiermee het vaakst negatief over
de ontwikkeling van hun buurt. In vergelijking met andere wijken is men in Buitenhof over diverse
ontwikkelingen in het afgelopen jaar negatiever. Zo ondervindt een bovengemiddeld deel van
de bewoners een toename van de overlast door jongeren (29%, Delft: 21%), rommel op straat
(37%, Delft: 30%) en vernielingen in de buurt (30%, Delft: 19%). Ook ervaren ze een achteruitgang
van de buurt wat betreft de samenstelling van de bevolking (22%, Delft: 13%), saamhorigheid/
gezelligheid in de buurt (14%, Delft: 8%) en veiligheid (20%, Delft: 13%). Op al deze onderwerpen
scoort Buitenhof het slechtst van alle wijken.
14 Gemeente Delft, Onderzoek & Statistiek, Omnibus 2008
33
36. In de Fledderusbuurt signaleren de bewoners nog meer dan gemiddeld in de wijk een achteruitgang
(48%). Ook de Gillisbuurt is volgens een grote groep inwoners achteruitgegaan in het afgelopen
jaar (45%), evenals Buitenhof-Noord (36%). Het Rode Dorp is volgens drie op de tien bewoners
achteruitgegaan, dit is bovengemiddeld voor Delft, maar op het gemiddelde van Buitenhof.
De verwachtingen voor de toekomstige ontwikkelingen van de buurt zijn in Buitenhof ook lager
dan in andere wijken. Het hoogste percentage bewoners van alle wijken verwacht dat de buurt er
in de komende jaren op achteruit gaat (31%, Delft: 23%). Deze groep pessimisten is een stuk groter
dan de optimisten die verwachten dat de buurt er de komende jaren op vooruit gaat (9%, Delft:
13%). De onderwerpen waaromtrent de toekomstverwachtingen negatief zijn, zijn dezelfde als de
punten waarop een relatief grote groep bewoners de afgelopen 12 maanden al achteruitgang heeft
ervaren: overlast door jongeren, rommel op straat, vernielingen, samenstelling van de bevolking,
saamhorigheid en veiligheid.
Op buurtniveau is het percentage optimisten in de Gillisbuurt wat hoger dan gemiddeld (16%).
Overigens verwacht ook hier een grotere groep dan gemiddeld een (verdere) achteruitgang van
de buurt (37%). Meer pessimisme is er in de Fledderusbuurt. Het aandeel bewoners dat daar een
vooruitgang verwacht is zeer klein (4%), terwijl een zeer grote groep achteruitgang verwacht (45%).
Zowel in Het Rode Dorp als in Buitenhof-Noord verwacht een vrij hoog percentage bewoners dat
de buurt er de komende jaren op achteruit zal gaan (35%).
Kindvriendelijkheid
De bewoners beoordelen de kindvriendelijkheid van Buitenhof als voldoende. Ze geven precies
hetzelfde cijfer als gemiddeld in Delft (6,2). Ook diverse voorzieningen die de kindvriendelijkheid
bepalen, zoals onderwijs en sport- en speelmogelijkheden, krijgen van de bewoners een gemiddelde
(en op vrijwel alle onderwerpen voldoende) waardering. Op buurtniveau zijn wel verschillen
te zien. De kindvriendelijkheid van de Fledderusbuurt is volgens de bewoners wat groter (6,6).
De Gillisbuurt scoort juist lager dan gemiddeld (5,5). De scores in Buitenhof-Noord (5,9) en
Het Rode Dorp (6,0) ontlopen het gemiddelde van de wijk en stad niet veel.
Verbondenheid met buurt
Een relatief klein deel van de inwoners voelt zich (sterk) verbonden met de eigen buurt (29%,
Delft: 36%). De groep bewoners die zich (geheel) niet verbonden voelt met de buurt is groter
(33%, Delft: 24%). Samen met Voorhof (waar de verbondenheid nog iets kleiner is) is Buitenhof
de enige wijk in Delft waar meer inwoners zich niet verbonden voelen met hun buurt dan wel.
In de Gillisbuurt ligt het gevoel van verbondenheid nog sterk onder het gemiddelde van de wijk.
Slechts iets meer dan een vijfde voelt zich verbonden met de buurt (22%), terwijl bijna twee keer
zoveel inwoners geen verbondenheid met de buurt voelt (40%).
Deze laatste groep is in Het Rode Dorp nog groter (45%). In die buurt zijn meer bewoners die
wel verbondenheid voelen (28%). Ook in Buitenhof-Noord is de verbondenheid met de buurt laag
(23%). De Fledderusbuurt scoort op het gemiddelde van de wijk.
34
37. Het gevoel van verbondenheid met de stad Delft is onder de bewoners van Buitenhof hoger (74%),
dit is samen met Tanthof nog wel de laagste score van alle wijken (Delft: 78%).
Participatie
De participatie bij activiteiten lag het afgelopen jaar op het Delfts gemiddelde. Ongeveer een op de
zes bewoners nam deel aan een activiteit in de buurt. In de Gillisbuurt lag dit aandeel wat hoger
(20%), in de Fledderbuurt was de participatie minder dan gemiddeld (9%), evenals in Buitenhof-
Noord (11%).
Precies een kwart van de bewoners is in het afgelopen jaar actief geweest om de buurt te
verbeteren (Delft 24%). Het ging hierbij vooral om kleine activiteiten, zoals het opruimen van
rommel, de straat vegen of melding maken van een klacht bij een instantie. In Het Rode Dorp (16%)
en de Fledderusbuurt (18%) spanden minder bewoners dan gemiddeld zich in om hun buurt te
verbeteren. Dit geldt in mindere mate ook voor de Gillisbuurt en Buitenhof-Noord (22%).
De deelname aan activiteiten van wijkcentrum of buurthuis lag in Buitenhof in het afgelopen jaar
het hoogst van alle wijken (10% van de bewoners, Delft: 7%). Op buurtniveau was de deelname in
de Gillisbuurt (16%), Buitenhof-Noord (13%), de Fledderusbuurt (12%) en het Rode Dorp (12%)
nog boven het gemiddelde.
Verantwoordelijkheidsgevoel
Een grote meerderheid van de bewoners voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in
de buurt (73%, Delft: 77%). Op Voorhof na, is het aandeel bewoners dat zich verantwoordelijk voelt
echter wel het laagst van alle wijken. Het verantwoordelijkheidsgevoel is minder dan gemiddeld
aanwezig in de Gillisbuurt (63%), het Rode Dorp (60%) en in Buitenhof-Noord (69%). Opvallend
is het bovengemiddeld aandeel bewoners dat zich verantwoordelijk voelt in de Fledderusbuurt,
waar het percentage zelfs boven het Delfts gemiddelde ligt (80%). Dit is opmerkelijk gezien het feit
dat in de Fledderusbuurt uitsluitend huurwoningen zijn. Over het algemeen voelen bewoners van
een huurwoning zich minder vaak verantwoordelijk voor de leefbaarheid van hun buurt (70%) dan
mensen met een koopwoning (85%). Toch lagen de daadwerkelijke participatie en het percentage
van de bewoners die de buurt actief verbeterden er juist relatief laag.
Verhuisplannen
Van de bewoners van Buitenhof is ruim een kwart van plan om in de komende twee jaar te
verhuizen (28%, Delft: 30%). In de Gillisbuurt (45%) en het Rode Dorp (44%) is de verhuis-
geneigdheid aanzienlijk hoger. De relatief hoge percentages hangen deels samen met het (vrijwel)
ontbreken van koopwoningen in deze buurten. Bewoners van huurwoningen zijn in het algemeen
veel meer verhuisgeneigd (38%) dan mensen in een koopwoning (19%). In de Fledderusbuurt zijn
iets minder bewoners dan gemiddeld van plan om in de komende twee jaar te verhuizen (25%).
Dit is een laag percentage gezien het feit dat ook in deze buurt uitsluitend huurwoningen staan.
Ook in Buitenhof-Noord is de verhuisgeneigdheid met 19% aanzienlijk lager dan gemiddeld
in Delft.
35
38. Contact met buren
Ruim zeven op de tien bewoners van Buitenhof hebben minimaal wekelijks contact met de buren,
dit is licht boven het Delfts gemiddelde (73%, Delft: 70%). Ook het percentage bewoners dat nooit
contact met de buren heeft, is bovengemiddeld. Dit percentage is, op de Binnenstad na, het hoogst
van alle wijken (9%, Delft:7%). In de Gillisbuurt (11%) en zeker in het Rode Dorp (19%) hebben
relatief veel inwoners nooit contact met de buren. Ook zijn de aandelen bewoners die de buren
wel minimaal wekelijks spreken in deze buurten onder het gemiddelde.
Veiligheidsbeleving
In Buitenhof voelt 68% van de bewoners zich veilig, dit is het laagste percentage van alle wijken
(Delft: 84%). Tevens zijn op buurtniveau grote verschillen te zien. De bewoners van de Gillisbuurt
(45%) en het Rode Dorp (50%) voelen zich veel minder dan gemiddeld veilig in hun eigen buurt.
Ook de score in Buitenhof-Noord (58%) is laag, terwijl de veiligheidsbeleving in de Fledderusbuurt
(69%) ongeveer gemiddeld is voor Buitenhof.
Opvallend uit de Omnibus
Afgelopen 12 maanden achteruitgang buurten / komende jaren wordt ook achteruitgang
verwacht
Waardering buurt het laagst van Delft
Kindvriendelijkheid Buitenhof vergelijkbaar met Delft (opvallend gezien sociaal-economische
zwakke positie van de wijk)
Verbondenheid en verantwoordelijkheidsgevoel laag
Veiligheidsbeleving laag
36
39. Colofon
Uitgave
Gemeente Delft
December 2009
Tekst
Vakteam Wijkzaken
Foto’s
Oosterwijk fotografie
Gemeente Delft
Vormgeving
KEPCOM Creatieve Communicatie, Delft
Druk
Drukkerij ImPressed
Oplage
500 exemplaren
Internet
Informatie wijkaanpak: www.gemeentedelft.info klik op
‘Wonen en de wijk’.
Statistische informatie: http://delft.buurtmonitor.nl/
Contact
Gemeente Delft, afdeling Wijkzaken
E-mail: wijkzaken@delft.nl
Gemeentelijk telefoonnummer: 14015
Met dank aan
Professionals op de ‘Dag van de Wijkanalyse’, wijkcoördinatieteams,
externe bronnen, Delftenaren die de stadsenquête hebben ingevuld
(Omnibus) of participeren in het burgerpanel (Delft Internet Panel),
en alle afdelingen van de gemeente Delft die input hebben geleverd.
IM/09.0367-1/500
37