2. • Terugblik trips bestrijding in snij-chrysant
• Van agenda spuiten via geleide bestrijding naar
geïntegreerde gewasbescherming
• Waar staan we nu
• Knelpunten
• Aandachtspunten in potplanten
3. Gewasbescherming in snij-chrysant -1-
1989
Stichting Natuur & Milieu: Chrysant is een gif-bloem
Start NTS Gewasbeschermingsproject bij Daan de
Kok
1991 – 1995
Omslag van gewasbescherming
volgens een vast schema naar
Geleide Bestrijding,
gewasbescherming op basis van waarnemen
4. Gewasbescherming in snij-chrysant -2-
+/- 2000
Spint wordt chemisch problematisch, te veel spint-
middelen werken onvoldoende
1e stappen met introductie van Phytoseilus tegen
spint.
Inzet strategie: 2 weken na
planten 12 tot 15
Phytoseilus per m2
Succesvol, want er is
reproductie, de 2e generatie
ruimt de spint zo’n 6-7 weken na planten op
5. Gewasbescherming in snij-chrysant -3-
+/- 2005
Trips wordt steeds problematischer. Belangrijkste
redenen:
• Begin deze eeuw is Conserve (spinosad) nog
effectief in NL en Afrika. Effectiviteit neemt af.
• Het middelenpakket wordt steeds smaller, veel
breedwerkende correctiemiddelen
verdwijnen. Daardoor versneld
mindere werking van de
toegelaten middelen.
6. Gewasbescherming in snij-chrysant -4-
2005 - 2015
Zoektocht naar een effectieve bestrijding van trips
binnen een geïntegreerd systeem:
• GNO’s:
- Botanigard (Beauveria bassiana) en andere
entomopathogene schimmels
- Nemasys/Entonem (Steinernema feltiae)
- NeemAzal (Azadirachtine-A)
• Bugline (Syngenta) met cucummeris
snel & makkelijk in te brengen
• Swirskii verblazen (Koppert)
10. Gewasbescherming in snij-chrysant -8-
2015
4 telers in Gelderland starten samen met Brinkman
en ArgroBio met Montdorensis strooien met
toevoeging van voedermijten. Resultaten zijn
succesvol en hoopvol.
2017
Koppert switcht van Swirskii naar Montdorensis
2018
Bioline zet ook volop in op Montdorensis
11.
12. Belangrijkste redenen voor succes
• Montdorensis pakt ook het
2e larve stadium van trips
• Montdorensis is vraat-
zuchtiger dan andere
roofmijten
• Montdorensis lijkt zich beter
thuis te voelen in chrysant
dan Swirskii
• Toevoeging van voedermijten
blijkt essentieel te zijn
15. Voorspuiten / Afspuiten
• Voorspuiten kan nodig zijn bij infectiedruk
vanuit de vorige teelt en/of via binnenkomend
plantmateriaal (bv. Vertimec, NeemAzal/Azatin,
Nemasys/Entonem of Raptol)
• Afspuiten kan nodig zijn bij te hoge aantallen
trips/spint of biologische bestrijders in de
laatste fase van de teelt (bv. Winner)
16. 2017 Knelpunten door succes -1-
Keerzijde van een succesvolle geïntegreerde
bestrijding in chrysant: je krijgt er een hoop nieuwe
problemen voor terug:
• Luis: correctie met Plenum en Teppeki met de
etiket beperking in de frekwentie van toepassen
wordt dit problematisch
• Mineervlieg: het integreerbare middel tegen
mineervlieg – Trigard – is niet meer toegelaten voor
grondgebonden. Diglyphus werkt goed van week 16
tot 40. Dacnusa in de winter (moeilijk verkrijgbaar/
mindere werking)
17. 2017 Knelpunten door succes -2-
• Rupsen: vroeg waarnemen is belangrijk, maar
gebeurt niet altijd goed genoeg. Doordat geen
Match (lufenuron), Conserve (spinosad) & Nocturn
(pyridalyl) voor de trips worden gespoten is er meer
ruimte voor rups.
• Wantsen: geen middelen beschikbaar die ook goed
integreerbaar zijn.
18. 2018 en verder Optimalisatie -1-
Kosten-technisch:
• Hoeveel roofmijten zijn er per teelt nodig?
• Kan Montdorensis ook spint onder controle houden?
Vitaliteit:
• Krijg je ook geleverd wat er op papier staat
(Landelijke commissie Chrysant checkt dit
incidenteel)
19. 2018 en verder Optimalisatie -2-
Reproductie
• Welke voedermijt moet je hebben
• Nevenwerking middelen (residu op binnenkomend
plantmateriaal, bespuitingen
tijdens de teelt).
Inzet in de opkweek
• Green challenges – Voordeel van Orius is dat deze
de volwassen trips pakt. Teelt snij-chrysant is te kort
voor een effectieve inzet, daarom starten in de
opkweekfase.
20. 2018 en verder Optimalisatie -3-
Weerbare plant en teeltsysteem
- Hier ligt nog een heel veld open
- Soms gaat het goed, soms gaat het fout
- Een grondteelt met veel substraat volume is een
ander verhaal dan een potplanten teelt met een
beperkt substraat volume
21. Aandachtspunten bij opstarten biologie -1-
• Schoon uitgangsmateriaal – vooral bij teelten waar
wekelijks stek en plantmateriaal binnenkomt een
belangrijk aandachtspunt!
• Bedrijfshygiëne
• Weet welke roofmijt zich thuisvoelt in uw gewas.
Ervaring leert dat dit niet per definitie Montdorensis
moet zijn. Swirskii, Cucumeris of Limonicus kan ook.
Bij lange teelten kan je ook denken aan Orius.
22. Aandachtspunten bij opstarten biologie -2-
• “Voordeel” korte teelt in de potplanten: de
plaaginsecten worden met de plant verkocht.
Daardoor minder snel een plaag.
• Kennis van gewasbescherming (ziekten, plagen,
bestrijders, middelen) is essentieel en kan beter.
• Idem dito: Een goed gewasbeschermings-
management systeem is essentieel (scouten
registreren beslissen uitvoeren
controleren/scouten registreren werkt
het/beslissen uitvoeren …… etc