God is licht en werkt in Zijn plan via duisternis. Hij zet zelfs een tegenstander in om dat te realiseren en Zijn liefde te doen kennen aan alle mensen.
God bewerkt alles overeenkomstig de raad van Zijn wil. Hij volvoert Zijn grote plan in vijf tijdperken en zal dat tot een goed einde brengen. Zijn voornemen van eonen voert Hij uit in Christus Jezus, in deze tijd door de gemeente die het lichaam van Christus is.
God is operating all in accord with the counsel of His will
4. Aan wie werd geschreven?
- Noord-Galatische theorie (tot eind 19e eeuw)
- Zuid-Galatische theorie (vanaf eind 19e eeuw)
5.
6. Paulus, apostel – niet vanwege mensen,
noch door een mens, maar door Jezus
Christus en God de Vader, die Hem opwekt
uit de doden
Galaten 1:1
7. Saulus: afgezonderd (Galaten 1:15) in Antiochië
in Syrië (Handelingen 11:20; 13:2,3), samen
met Barnabas, door de heilige geest
8. Tijdens eerste reis - in Antiochië in Pisidië predikt
Paulus rechtvaardiging door geloof
Handelingen 13:39,40,48
9. rechtvaardiging door geloof:
waarvan jullie niet gerechtvaardigd konden worden
in de wet van Mozes (opzettelijk, onopzettelijk) –
Numeri 15:30; Hebreeën 10:26
10. Tijdens eerste reis – in Lystra gestenigd
(Handelingen 14:19)
Na de reis blijkt: deur van het geloof voor de natiën
geopend - Handelingen 14:27
11. Bij terugkeer in Antiochië in Syrië komt
Petrus om over de reis te horen
Galaten 2:11-14
12. Er kwamen uit de kring van Jakobus
Petrus trok zich terug (bij het eten)
13. Onrust: geloof alleen is
onvoldoende, ook de wet van Mozes
gehoorzamen, onder de Thora gaan
leven. Eventueel besnijdenis en
werken van de Thora doen. (Galaten 2:4)
14. Structuur Galaten
Inleidende woorden en groet, 1:1-5
KERN:
evangelie van onbesnedenen tegenover mengevangelie 1:6-9
Hun tegenstrijdig karakter
Paulus’ verweer:
de bron van zijn evangelie, 1:10-2:21
Paulus tegenover Petrus
Leerstellig verweer:
de essentie van zijn evangelie, 3:1-12
belofte (met geloof en genade) tegenover wet
Praktijk:
de vrucht van zijn evangelie, 5:13-6:10
geest tegenover vlees
KERN:
valse leraren, 6:11-17
Hun tegenstrijdig gedrag
Afsluitende groeten, 6:18