Eer wij u zoeken zijt gij daar

5. God is niet ver van je af

6. Eer wij u zoeken zijt Gij daar …

9. Verlaten. Verdreven. Vervolgd.

10. V e r b o n d e n

11. voor jou en je nakomelingen … zoveel als stof op de aarde … je gebied zal zich uitbreiden … alle volken … zó gezegend …

12. Ik ben er

13. Ik ben er

14. Ach … God …

15. Totdat …

16. Jouw zoektocht? God vindt jou. Je bent verbonden.

17. Gedoopt … Lekker boeiend.

18. Ik ben er

19. Verbonden

20. Reeds staat Gij klaar en komt ons vriendelijk tegen. Uw liefde vindt ons langs verborgen wegen. Eer wij U zoeken zijt Gij daar.

21. Verbonden

22. God vond Jakob

24. Eerlijk? Neuh … Handig? Beetje té. Dicht bij God? Liever niet … Schuld.

25. Schuld.

26. Schuld.Schuld.Vergeving.

29. Gods zoon is neergedaald

32. Ik ben er

33. Ik ben er

34. Als God mij ter zijde staat …

35. Als …

36. Luz Peniel Betel Jakob Israel

37. Eer wij u zoeken zijt Gij daar …

38. Tjeerd de Boer Jaap Wolters 2006

Recommended