In deze bijbelstudie bekijken we meerdere aspecten van engelen in de bijbel. De bijbel spreekt in COLOSENSES 1:15 In de persoon van Christus is de onzichtbare God zichtbaar geworden, Hij is als eerstgeborene verheven boven de hele schepping. 16 In Christus is alles in de hemelen en op aarde geschapen, al het zichtbare en onzichtbare. Koningen en wereldheersers, regeringen en andere autoriteiten, alles is in Christus gemaakt tot zijn eer. 17 Hij was er al voordat er iets bestond en alles wat bestaat, is er dankzij Hem.
We bespreken de Aard van de Engelen, de persoonlijkheid en uiterlijk van engelen, de rangorde, de hemelse oorsprong van de zonde, de geestelijke oorlog en de rangorde van de demonen.
3. plan van aanpak...
❑ vandaag bespreking van Genesis 6:
het historische deel met o.a.:
• de aanleiding tot de zondvloed
• de zonen Gods
• de Nephilim
❑ de volgende keer:
bespreking van drie passages in het NT:
• 1Petrus 3: de geesten in de gevangenis
• 2Petrus 2: de gevangen engelen in de Tartarus
• Judas: de engelen die hun oorsprong ontrouw
werden
4. Genesis 6
1 En toen de mens
zich begon te vermeerderen
op het aangezicht van de aardbodem,
werden hen dochters geboren.
Hebr. haAdam
5. Genesis 6
1 En toen de mens
zich begon te vermeerderen
op het aangezicht van de aardbodem,
werden hen dochters geboren.
= Adam en Eva - "het zaad der vrouw"
Genesis 5
4 En de dagen van Adam, nadat hij
Seth verwekt had, waren achthonderd
jaar en hij verwekte zonen en dochters.
6. Genesis 6
2 En de zonen van de God zagen
dat de dochters van de mens goed waren
en zij namen zich vrouwen,
wie zij maar verkozen.
"zonen Gods" kennelijk geen mensen:
zonen <=> dochters
van de God <=> van de mens
altijd in het OT: hemelwezens
Job 1:6; 2:1; 38:7 >
7. Job 1
6 Er was de dag dat de zonen Gods kwamen
om zich op te stellen voor JAHWEH
en ook de satan kwam in hun midden.
8. Job 1
6 Er was de dag dat de zonen Gods kwamen
om zich op te stellen voor JAHWEH
en ook de satan kwam in hun midden.
Job 2
1 En op de dag kwamen de zonen Gods
om zich op te stellen voor JAHWEH
en ook de satan kwam in hun midden
om zich op te stellen voor JAHWEH.
9. Job 38
6 Waarop zijn haar grondstukken neergelaten?
Of wie heeft haar hoeksteen aangewezen,
7 toen de morgensterren tezamen jubelden
en al de zonen van God juichten?
= (ver) vóór de creatie van de mens
de zonen Gods => pre-adamieten
ook betrokken bij de creatie van Adam? >
10. Genesis 1
26 En God zei:
laat ons een mens maken,
in ons beeld,
als onze gelijkenis,
opdat zij heersen ...
wie zijn die "ons" naast God?
wiens beeld en gelijkenis is de mens
behalve van God?
gecreëerd uit erfelijk materiaal van
"de zonen Gods"?
11. Genesis 6
2 En de zonen van de God zagen
dat de dochters van de mens goed waren
en zij namen zich vrouwen,
wie zij maar verkozen.
zonen Gods (kennelijk) wel mens-achtig
bewoonden zij reeds de aarde?
voor wie was Kaïn bang? (4:14) >
12. Genesis 4
13 En Kaïn zei tegen JAHWEH:
mijn verdorvenheid is te groot om te dragen.
14 Zie, U verdrijft mij vandaag
van de oppervlakte van de aardbodem
en ik wordt verborgen voor Uw aangezicht,
en ik zal een dolende
en zwervende zijn op de aarde
en ieder die mij vindt,
zal mij doden.
13. Genesis 6
2 En de zonen van God zagen
dat de dochters van de mens goed waren
en zij namen zich vrouwen,
wie zij maar verkozen.
en manifesteerden zich dus als mensen
14. Genesis 6
3 En JAHWEH zei,
mijn geest zal niet blijven in de mens
tot de aeon,
aangezien hij ook vlees is.
Zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.
Hebr. haAdam = de eerste mens
"aangezien hij óók vlees is"
= evenals alle andere mensen
15. Genesis 6
3 En JAHWEH zei,
mijn geest zal niet blijven in de mens
tot de aeon,
aangezien hij ook vlees is.
Zijn dagen zullen honderdtwintig jaar zijn.
Adam werd 930 jaar oud (5:5)
dit was dus het jaar (930-120=) 810 AH
16. Genesis 6
4 De Nephilim waren op aarde
in die dagen
en ook daarna.
Toen kwamen de zonen Gods
tot de dochters van de mens
en zij baarden hen de machtige mannen,
de mannen van naam sinds de aeon.
Hebr. nephilim, lett. 'gevallenen'
LXX: giganten; NBG en SV: reuzen
alleen nog genoemd in Num.13:33 >
17. Numeri 13
33 Ook zagen wij daar de Nephilim
(de zonen van Enak behorend tot de Nephilim)
en wij waren als kleine treksprinkhanen
in onze eigen ogen en ook in hun ogen.
Deut.9:2
Een groot en lang volk, zonen van
Enakieten, die je wel kent en waarvan je
gehoord hebt: wie stelt zich op voor het
aangezicht van de zonen van Enak?
zoals ook de Refaieten (Deut.2:10,11, 20,21)
18. Numeri 13
33 Ook zagen wij daar de Nephilim
(de zonen van Enak behorend tot de Nephilim)
en wij waren als kleine treksprinkhanen
in onze eigen ogen en ook in hun ogen.
alle Enakieten zijn o.l.v. Jozua omgebracht
behalve in Gaza, Gad en Asdod (Joz.11:22)
• Og, de koning van Basan had een bed met
een lengte van 9 el (Deut.3:11);
• Goliath uit Gad was 6 el lang
(1Sam.17:4), was uit het geslacht van
Refa (had 12 vingers en 12 tenen;
1Sam.21:20)
19.
20. Genesis 6
4 De Nephilim waren op aarde
in die dagen
en ook daarna.
Toen kwamen de zonen Gods
tot de dochters van de mens
en zij baarden hen de machtige mannen,
de mannen van naam sinds de aeon.
= de laatste 120 jaar van Adam (810 AH)
21. Genesis 6
4 De Nephilim waren op aarde
in die dagen
en ook daarna.
Toen kwamen de zonen Gods
tot de dochters van de mens
en zij baarden hen de machtige mannen,
de mannen van naam sinds de aeon.
= vanaf 930 AH tot aan de vloed (1651 AH):
ruim 700 jaar!
22. Genesis 6
4 De nephilim waren op aarde
in die dagen
en ook daarna.
Toen kwamen de zonen Gods
tot de dochters van de mens
en zij baarden hen de machtige mannen,
de mannen van naam sinds de aeon.
Hebr. giborim; NBG51 en SV: de geweldigen
een hybride mensensoort
23. Genesis 6
4 De nephilim waren op aarde
in die dagen
en ook daarna.
Toen kwamen de zonen Gods
tot de dochters van de mens
en zij baarden hen de machtige mannen,
de mannen van naam sinds de aeon.
wereldwijd bewaarde overleveringen en
overblijfselen van reuzen en 'godenzonen':
Inca's, Maya's, Romeinen en Grieken
(mythologie, Titanen!)
24.
25. Genesis 6
5 En JAHWEH zag dat het kwaad
van de mens veel was op de aarde
en alle vorm van plannen van zijn hart
heel de dag slechts kwaad was.
26. Genesis 6
(...)
9 ...Noach was in zijn generaties
een rechtvaardig en onberispelijk man.
Noach wandelde met God.
Hebr. 'tamim'
het standaard-woord voor lichamelijk
gave offerdieren (Ex.12:5; 29:1, etc.)
= zijn stamboom was zuiver
27. Genesis 6
10 En Noach verwekte drie zonen:
Sem, Cham en Jafeth.
28. Genesis 6
11 En de aarde was verdorven
voor het aangezicht van God
en de aarde was vol van geweld.
tegenover de onberispelijke (gave) Noach en
zijn zonen - 'genetisch gemanipuleerd'
29. Genesis 6
11 En de aarde was verdorven
voor het aangezicht van God
en de aarde was vol van geweld.
vanwege de Nephilim
30. Genesis 6
12 En God zag de aarde
en zie, ze was verdorven
want alle vlees
had zijn weg op aarde verdorven.
vermengd en gedegenereerd
God gaat een nieuw begin maken!