De verspreiding van koloniale genotmiddelen in het hertogdom Brabant Verbruik van koffie, thee, cacao en tabak tijdens de 18de eeuw, dr. Johan Poukens (Universiteit Antwerpen), 2018
Enkele maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden de toenmalige politieke en militaire autoriteiten van zowel de centrale als de geallieerde mogendheden geconfronteerd met een steeds groter wordend aantal verminkte soldaten. Onder meer de nieuwe en op industriële leest geschoeide oorlogsmiddelen zoals mitrailleurs en het gebruik van chemische gassen brachten met zich mee dat vele soldaten geconfronteerd werden met een blijvende handicap. Zij vormden “een enorm sociaal probleem”. De vraag werd dan ook gesteld op welke manier men die gemutileerde lijven en geesten opnieuw kon integreren in de maatschappij. Eén van de pistes die werd verkend en benadrukt was de landbouw. In deze presentatie zal worden toegelicht op welke manier Franse en Belgische autoriteiten via de landbouw en veeteelt hun invalide soldaten probeerden te reïntegreren in de maatschappij en ook tot op welke hoogte men in deze opzet slaagde.
Presentatie voor seminariereeks van het Interfacultair Centrum Agrarische Geschiedenis (ICAG, KU Leuven), 2020.
Zowat elke familie heeft ze: de gekoesterde recepten die op geen enkele feestdis ontbreken. 'Zo maken ze het niet meer' wordt dan aan menige tafel gezucht, wanneer de dampende schotels vol familiegeheimen worden opgediend. Ze worden doorgefluisterd van generatie op generatie, een onvervangbaar stukje erfgoed.
Ter gelegenheid van erfgoeddag 23 april 2006 (in het teken van kleur) nam de provincie Vlaams-Brabant het initiatief om een stukje van het verborgen rijke familiale culinaire erfgoed te onthullen, onder de naam 'Eten om nooit te vergeten. Geuren & kleuren van toen voor nu'. Een heel aantal recepten werd verzameld, met smaak gekeurd en gebundeld in een publicatie. CAG speelde een centrale rol bij de redactie.
De omvangrijke Provinciale collectie Bulskampveld bevat de uitrusting van tientallen verschillende ambachten, die in diverse deelcollecties gegroepeerd zijn. Zowel vormelijk als inhoudelijk vormen ze een bonte mix met een groot aandeel aan handwerktuigen, maar evengoed meettuigen, spantuigen, meubels en machines. De collectie geeft een representatieve inkijk in het dagelijks leven in de Provincie West-Vlaanderen van weleer.
Het MOT kreeg begin 2015 de opdracht om de nog niet behandelde ambachtelijke deelcollecties aan te pakken, wegens zijn expertise in de identificatie en beschrijving van werktuigen.
Om de nationale erkenning van de Frietkotcultuur te vieren, gaf de Frietkotraad in 2017 een unieke, drietalige Frietkotgazet uit. Meer dan 300 000 exemplaren werden via de frituren verdeeld. Talrijke onderdelen van de Frietkotcultuur kwamen erin aan bod.
Dit rapport is gemaakt door het Centrum Agrarische Geschiedenis in het kader van het waarderingsproject ‘Naar waarde geschat. Een integraal waarderingstraject voor vier agrarische erfgoedcollecties in Vlaanderen en Brussel’.
Het project is een samenwerking tussen CAG, Texture
Kortrijk, Openluchtmuseum Bokrijk, Jenevermuseum Hasselt en het Museum van de Belgische Brouwers in Brussel.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure, Thomas Dirkx en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Door de herdenking van 100 jaar WOI krijgen landbouwers steeds meer vragen van bezoekers of klanten over de Eerste Wereldoorlog. Dit prikkelt hen om de geschiedenis van hun eigen hoeve en regio te achterhalen en vervolgens te ontsluiten voor hun publieksgericht aanbod. Via het project 'WOI op't erf' reikten CAG en Inagro hulpmiddelen aan om de landbouwers te helpen bij deze zoektocht.
Deze handleiding kadert in het project ‘WOI op ’t erf’ en is een initiatief van Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) en Inagro in samenwerking met het Departement Landbouw en Visserij,
Onroerend Erfgoed en provincie West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Sarah Luyten en Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
De streek van Midden- en Zuid-West-Vlaanderen evolueerde vanaf de tweede helft van de 19de eeuw van een uitgesproken agrarisch gebied tot een regio met een erg divers industrieel karakter. Deze economische metamorfose zorgde in tal van domeinen voor verschuivingen: de infrastructurele ontwikkeling nam een hoge vlucht en het demografische profiel van de streek werd grondig hertekend. Naast de herinrichting van het landschap kende de opkomst van nijverheden ook heel wat sociale implicaties.
Het alomtegenwoordige industriële erfgoed maakt ontegensprekelijk deel uit van het toeristische profiel van de streek. Het mist echter betrouwbaar cijfermateriaal voor een bepaalde periode, gemeente of nijverheid om de historische fundamenten van het cultuurtoeristisch verhaal te verstevigen.
Om hier een antwoord op te bieden maakte CAG in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen werk van een toegankelijke databank met een exhaustieve verzameling statistisch materiaal die erfgoedwerkers kunnen gebruiken bij de ontsluiting van het industriële streekverleden. Naast een grondige interpretatie en analyse van de cijfers, werd ook ruimte gelaten voor een beredeneerd overzicht van bedrijven. Het resultaat werd ook in deze publicatie gegoten, die deze inzichten in een ruimer kader voorstelt, met aandacht voor de opkomst en de neergang van de verschillende nijverheden, de infrastructurele ontwikkelingen en de sociale evoluties.
Dit project liep in 2010-'11, in samenwerking met Erfgoedcel Kortrijk, Erfgoedcel TERF, Overleg Cultuur Regio Kortrijk, Toerisme Leiestreek, RESOC Midden-West-Vlaanderen en RESOC Zuid-West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven.
Enkele maanden na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werden de toenmalige politieke en militaire autoriteiten van zowel de centrale als de geallieerde mogendheden geconfronteerd met een steeds groter wordend aantal verminkte soldaten. Onder meer de nieuwe en op industriële leest geschoeide oorlogsmiddelen zoals mitrailleurs en het gebruik van chemische gassen brachten met zich mee dat vele soldaten geconfronteerd werden met een blijvende handicap. Zij vormden “een enorm sociaal probleem”. De vraag werd dan ook gesteld op welke manier men die gemutileerde lijven en geesten opnieuw kon integreren in de maatschappij. Eén van de pistes die werd verkend en benadrukt was de landbouw. In deze presentatie zal worden toegelicht op welke manier Franse en Belgische autoriteiten via de landbouw en veeteelt hun invalide soldaten probeerden te reïntegreren in de maatschappij en ook tot op welke hoogte men in deze opzet slaagde.
Presentatie voor seminariereeks van het Interfacultair Centrum Agrarische Geschiedenis (ICAG, KU Leuven), 2020.
Zowat elke familie heeft ze: de gekoesterde recepten die op geen enkele feestdis ontbreken. 'Zo maken ze het niet meer' wordt dan aan menige tafel gezucht, wanneer de dampende schotels vol familiegeheimen worden opgediend. Ze worden doorgefluisterd van generatie op generatie, een onvervangbaar stukje erfgoed.
Ter gelegenheid van erfgoeddag 23 april 2006 (in het teken van kleur) nam de provincie Vlaams-Brabant het initiatief om een stukje van het verborgen rijke familiale culinaire erfgoed te onthullen, onder de naam 'Eten om nooit te vergeten. Geuren & kleuren van toen voor nu'. Een heel aantal recepten werd verzameld, met smaak gekeurd en gebundeld in een publicatie. CAG speelde een centrale rol bij de redactie.
De omvangrijke Provinciale collectie Bulskampveld bevat de uitrusting van tientallen verschillende ambachten, die in diverse deelcollecties gegroepeerd zijn. Zowel vormelijk als inhoudelijk vormen ze een bonte mix met een groot aandeel aan handwerktuigen, maar evengoed meettuigen, spantuigen, meubels en machines. De collectie geeft een representatieve inkijk in het dagelijks leven in de Provincie West-Vlaanderen van weleer.
Het MOT kreeg begin 2015 de opdracht om de nog niet behandelde ambachtelijke deelcollecties aan te pakken, wegens zijn expertise in de identificatie en beschrijving van werktuigen.
Om de nationale erkenning van de Frietkotcultuur te vieren, gaf de Frietkotraad in 2017 een unieke, drietalige Frietkotgazet uit. Meer dan 300 000 exemplaren werden via de frituren verdeeld. Talrijke onderdelen van de Frietkotcultuur kwamen erin aan bod.
Dit rapport is gemaakt door het Centrum Agrarische Geschiedenis in het kader van het waarderingsproject ‘Naar waarde geschat. Een integraal waarderingstraject voor vier agrarische erfgoedcollecties in Vlaanderen en Brussel’.
Het project is een samenwerking tussen CAG, Texture
Kortrijk, Openluchtmuseum Bokrijk, Jenevermuseum Hasselt en het Museum van de Belgische Brouwers in Brussel.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure, Thomas Dirkx en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Door de herdenking van 100 jaar WOI krijgen landbouwers steeds meer vragen van bezoekers of klanten over de Eerste Wereldoorlog. Dit prikkelt hen om de geschiedenis van hun eigen hoeve en regio te achterhalen en vervolgens te ontsluiten voor hun publieksgericht aanbod. Via het project 'WOI op't erf' reikten CAG en Inagro hulpmiddelen aan om de landbouwers te helpen bij deze zoektocht.
Deze handleiding kadert in het project ‘WOI op ’t erf’ en is een initiatief van Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) en Inagro in samenwerking met het Departement Landbouw en Visserij,
Onroerend Erfgoed en provincie West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Sarah Luyten en Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
De streek van Midden- en Zuid-West-Vlaanderen evolueerde vanaf de tweede helft van de 19de eeuw van een uitgesproken agrarisch gebied tot een regio met een erg divers industrieel karakter. Deze economische metamorfose zorgde in tal van domeinen voor verschuivingen: de infrastructurele ontwikkeling nam een hoge vlucht en het demografische profiel van de streek werd grondig hertekend. Naast de herinrichting van het landschap kende de opkomst van nijverheden ook heel wat sociale implicaties.
Het alomtegenwoordige industriële erfgoed maakt ontegensprekelijk deel uit van het toeristische profiel van de streek. Het mist echter betrouwbaar cijfermateriaal voor een bepaalde periode, gemeente of nijverheid om de historische fundamenten van het cultuurtoeristisch verhaal te verstevigen.
Om hier een antwoord op te bieden maakte CAG in opdracht van de Provincie West-Vlaanderen werk van een toegankelijke databank met een exhaustieve verzameling statistisch materiaal die erfgoedwerkers kunnen gebruiken bij de ontsluiting van het industriële streekverleden. Naast een grondige interpretatie en analyse van de cijfers, werd ook ruimte gelaten voor een beredeneerd overzicht van bedrijven. Het resultaat werd ook in deze publicatie gegoten, die deze inzichten in een ruimer kader voorstelt, met aandacht voor de opkomst en de neergang van de verschillende nijverheden, de infrastructurele ontwikkelingen en de sociale evoluties.
Dit project liep in 2010-'11, in samenwerking met Erfgoedcel Kortrijk, Erfgoedcel TERF, Overleg Cultuur Regio Kortrijk, Toerisme Leiestreek, RESOC Midden-West-Vlaanderen en RESOC Zuid-West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven.
Voedsel heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld in onze geschiedenis. De jongste tijd geniet het erfgoed van eten en drinken steeds meer belangstelling. Bier, frieten, witloof en andere streekproducten… ze behoren alle tot ons culinair erfgoed. Een volledig overzicht van wat er bewaard is gebleven van dit specifieke erfgoed in Vlaanderen en Brussel, ontbreekt echter.
Daarom startte het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) in 2012 met de inventarisatie van publiek toegankelijke collecties met objecten over voeding. De projectmedewerkster registreerde welke collecties er zijn en welke objecten ze bevatten. Ze maakte een stand van zaken op en ging na wat de uitdagingen en kansen zijn voor deze collecties en hun beheerders. Alle verzamelde informatie werd verwerkt in een publiek toegankelijk rapport.
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd door het Centrum Agrarische Geschiedenis in samenwerking met het Bakkerijmuseum Veurne, FOST (VUB), Heemkunde Vlaanderen, Jenevermuseum Hasselt, MIAT, Openluchtmuseum Bokrijk, provincie Vlaams-Brabant en ’t Grom.
Het project werd uitgevoerd door Sarah Luyten onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
In het najaar van 2013 startte CAG met de duurzame registratie en evaluatie van de collectie landbouwwerktuigen van het (voormalige) Landbouwmuseum Leiedal vzw (Kortrijk).
De collectie omvat een grote diversiteit aan werktuigen uit verschillende landbouwsectoren en bevat een aantal unieke en zeldzame stukken, allen gebruikt in de periode 1850-1950. De homogeen opgebouwde collectie beschikt over een hoge intrinsieke waarde maar verkeerde de laatste jaren in een moeilijke depotsituatie.
Het doel van het registratie- en inventarisatieproject – dat de naam 'Terug in handen' meekreeg – was om de collectie toegankelijk, handelbaar en beheersbaar te maken voor beheerders, onderzoekers, geïnteresseerden en beleidsmakers.
Dit rapport is het resultaat van een samenwerking tussen verschillende partners: Landbouwmuseum Leiedal vzw, Stad Kortrijk, zuidwest, Provincie West-Vlaanderen en Centrum
Agrarische Geschiedenis.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van Inagro in het kader van het leaderproject ‘LANDTOER: Multifunctionele landbouwers verhogen het toeristischrecreatief aanbod in het Tielts Plateau.
De regio Tielts Plateau omvat volgende gemeenten: Aarsele, Beernem, Dentergem, Egem, Hertsberge, Kanegem, Koolskamp, Markegem, Oedelem, Pittem, Ruddervoorde, Schuiferskapelle, Sint-Joris, Tielt, Waardamme, Wingene en
Zwevezele.
Via www.onthaalopdeboerderij.be promoot Inagro initiatieven die landbouw en platteland dichter bij de mensen brengen. Van recreatieve bezoekboerderijen over hoeveproducten tot
landbouweducatie.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Sarah Luyten onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG)
In het landschapsbeeld van de Mandelvallei zijn de typische vlasschuren, roterijen en zwingelarijen uit de jaren 1935-1959 nog steeds in het straatbeeld aanwezig. Sommigen kregen een herbestemming en worden nu gebruikt als opslagplaats, anderen werden omgebouwd tot woonhuis. Jammer genoeg zijn heel wat van de overgebleven vlassites verkommerd.
In het voorjaar van 2007 voerde CAG een quickscan om het onroerend vlaserfgoed uit de Mandelvallei in kaart te brengen. Na een grondige prospectie in de Mandelvallei kunnen we besluiten dat voornamelijk de site Mommerency in Ingelmunster, de site Lannoo in Oostrozebeke, Stragier in Izegem en het groengebied rond de Mandel in Dentergem zowel vanuit erfgoed als toeristisch recreatief oogpunt van belang kunnen zijn.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Sabine Daenens.
Vijftien gemeenten verenigden zich in de projectvereniging Erfgoedregio Hageland. Zij vroegen CAG om het belang van arbeidsmigratie in het rurale Hageland te bestuderen, van 1850 tot vandaag. Het onderzoek resulteerde in dit eindrapport.
In dit onderzoek komen zowel tijdelijke als definitieve emigratie en immigratie aan bod, met een hoofdklemtoom op seizoensarbeid.
Het project werd uitgevoerd door dr. Greet Draye onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KULeuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van de provincie West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Er bestaan enorm veel beeldcollecties over de regio Pajottenland en Zennevallei. Deze collecties bevatten een onschatbare waarde aan informatie over het verleden van de streek. Wat een tekst alleen maar suggereert, kan een beeld écht laten zien.
Via deze beelden kunnen we het verleden terug tot leven brengen en is er een boeiend en zeer herkenbaar verhaal te vertellen. Ondanks hun iconografisch historisch belang worden zij dikwijls vergeten. We willen deze beelden dan ook op een kwalitatieve wijze registreren en ontsluiten voor een breed en divers publiek, zodat deze bron van informatie niet verloren gaat.
Een correcte en uniforme registratie van het beschikbare
beeldmateriaal is noodzakelijk om een goede bewaring voor de toekomst te garanderen. Een degelijke beschrijving is hierbij een meerwaarde, zeker voor latere generaties.
Tijdens het registreren van beeldmateriaal in het kader van het project “Groetjes uit het Pajottenland en de Zennevallei” (2010-2012) is ook gebleken dat de toekomst van sommige collecties niet verzekerd is. Het is dus hoognodig om deze beelden op een juiste manier te bewaren. Digitaliseren, beschrijven en ontsluiten op de erfgoedbank van de provincies Limburg
en Vlaams-Brabant, www.erfgoedplus.be, is hierbij al een stap in de goede richting.
Op deze manier zijn de beelden toegankelijker voor een breder publiek. Naar aanleiding van het project “Groetjes uit het Pajottenland en de Zennevallei” is een
welomlijnd en gebruiksvriendelijk stappenplan uitgewerkt. De zoektocht naar beeldmateriaal evenals het bewerken, beschrijven en ontsluiten volgen een vast stramien dat in deze handleiding wordt toegelicht. Deze gegevens zijn gebaseerd op internationaal erkende standaarden en conform de standaarden van de interprovinciale erfgoeddatabank www.erfgoedplus.be.
Het landschap in Haspengouw en de Voerstreek is het resultaat van een lange en boeiende geschiedenis. Eeuwenlang hebben natuurelementen en bewoners dit landschap vormgegeven en gekneed. Het doorgronden en begrijpen van deze ontwikkeling is het werkveld van geologen, geografen, historici, archeologen, biologen...
Het is een complex en boeiend verhaal, dat op steeds meer belangstelling kan rekenen. Niet alleen de lokale bevolking, maar ook recreanten en toeristen zijn sterk geïnteresseerd in het verhaal achter deze natuurlijke en cultuurhistorische getuigen van een rijk verleden.
Het LEADER-project Het landschap vertelt... wou enkele aspecten van de recente landschapsgeschiedenis van Haspengouw in kaart brengen, en de bevolking nog meer bewust maken van de boeiende verhalen die het landschap in zich draagt.
In samenwerking met de lokale partners heeft het CAG van eind 2009 tot begin 2011 onderzoek verrichten naar de algemene landbouwgeschiedenis van de regio, het landgebruik, de evolutie van kleine landschapselementen, de omgang met het landschap vroeger en nu, etc. Klemtoon lag op de ontwikkelingen van de voorbije 200 jaar.
Een belangrijke aanvulling bij dit onderzoek vormden gesprekken en interviews met bewoners, "gebruikers" en experts van het Haspengouwse landschap.
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en partners.
Het project werd uitgevoerd door Nathalie Ceunen onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), K.U.Leuven.
Heuvelland is één van de meest traditionele landbouwgemeenten van Vlaanderen. De landbouw bepaalt voor grotendeels de identiteit en het toeristisch imago van het landschap. In deze dunbevolkte streek was het daarbij tot voor kort voor het grootste deel van de bevolking de enige bron van inkomsten.
Over de evolutie van de landbouw en het landelijke leven in de 20ste eeuw werd nog niet veel onderzoek verricht. De gemeente Heuvelland, CAG, erfgoedcel CO7 en de provincie West-Vlaanderen sloegen daarom de handen in elkaar om deze lacune in te vullen.
De eerste fase van het project bestond uit het registreren en verwerken van een 20-tal getuigenissen en verhalen van landbouwers op rust. De interessantste getuigenissen werden op video vastgelegd. De resultaten werden getoetst aan en aangevuld met diverse andere bronnen, waaronder de landbouwtellingen.
Ook werd er naar aanleiding van het project deze handleiding opgesteld voor het afnemen van interviews voor het optekenen van mondelinge geschiedenis.
Dit project werd gecoördineerd door Mathias Cheyns.
CAG startte in september 2004 met een inhoudelijke en beheersmatige doorlichting van het agrarisch erfgoed in Vlaanderen. Het resultaat van deze studie was enerzijds een instrument voor een gefundeerd beleid en beheer voor dit deel van het erfgoedveld. Anderzijds wilde dit project het agrarisch erfgoed in de kijker zetten bij overheid en publiek. Het was tevens de basis voor de ontwikkeling van instrumenten die het gehele erfgoedveld ten goede komen.
Dit project had drie belangrijke doelstellingen. Allereerst het roerend en vastgelegd materieel agrarisch erfgoed (verzamelingen van relicten die rechtstreeks betrekking hebben op het agrarische bedrijf 1850 - 1980) in kaart brengen binnen de context van de voedingsketen en van het platteland. Het project analyseerde de collecties, het behoud en beheer ervan en de publiekswerking er rond. Het bood tevens een masterplan voor een globaal beleid voor dit erfgoed uit de periode 1850 -1980 in Vlaanderen. Het project resulteerde tot slot in een aantal praktische instrumenten zoals een studiedag en een webinventaris.
Projectmedewerker was Bert Woestenborghs. Medewerking kwam van de projectpartners Heemkunde Vlaanderen en het Vlaams Centrum voor Volkscultuur.
Twee fietsroutes langs oude spoorwegbeddingen in Zuid-West-Vlaanderen, de Trimaarzate en het Guldenspoorpad, werden door de provincie West-Vlaanderen heringericht. In opdracht van de provincie werd een onderzoek uitgevoerd, om als basis te dienen voor allerhande educatieve en informatieve doeleinden zoals een website, bebording en brochures.
Er werd gekeken naar de oude spoorlijnen en hun gebruik en naar interessante 'haltes' op de lijnen zoals (voormalige) stations, bruggen en industrie. Maar ook de evolutie van landbouw en landschap in de regio wordt beschreven. Een derde luik bestaat uit het verzamelen en beschrijven van oud en nieuw beeld- en kaartmateriaal.
Het project werd uitgevoerd door Greet Draye onder leiding van
prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport is het resultaat van een samenwerking tussen het Centrum Agrarische Geschiedenis, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Ridderschap van de Roerstok der Brouwers. Het Centrum Agrarische Geschiedenis registreerde en beschreef de erfgoedcollectie van de
Ridderschap. De registratie gebeurde met het oog op de opening van een bierbelevingscentrum in de Brusselse Beurs.
Een duidelijk overzicht van de (erfgoedwaarde van de) collectie moet helpen om in een later stadium objecten te kiezen die zullen verhuizen, en de objecten die niet zullen verhuizen naar het nieuwe centrum, te herbestemmen. Bij het project hoort eveneens een publieksluik. Op basis van dit rapport zal het huidige museum worden voorzien van drietalige informatiebordjes.
Het project werd uitgevoerd door dr. Greet Draye onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van Provincie West-Vlaanderen. Het is de neerslag van een inhoudelijk vooronderzoek naar het ‘Land van Streuvels’, van Stijn Streuvels. Het aangeleverde materiaal kan de diverse applicaties van het gelijknamige fiets- en wandelroutenetwerk stofferen met toegankelijke achtergrondinformatie over de ontwikkeling van de landbouw, het landschap en de lokale cultuurgeschiedenis. Het kan bovendien bijdragen om de historische eigenheid en identiteit van het gebied te schetsen en te communiceren naar een breed publiek van bewoners en recreanten in verdere initiatieven.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure, Greet Draye en Joris Spolspoel onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en Centrum Agrarische Geschiedenis vzw (CAG).
Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en de Stad Waregem aan het Centrum Agrarische Geschiedenis. Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ kwam de vraag van de stad Waregem om hun kleine landbouwcollectie (ca. 120 stuks) in het traject op te nemen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
In 2013 sloot de Provincie West-Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst af voor drie jaar (2014-2016) met het Centrum Agrarische Geschiedenis vzw (CAG) voor het project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’, met als doel om de agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen in kaart te brengen en te waarderen.
Spil van het project was de Provinciale collectie Bulskampveld, zowel op het vlak van registratie als op het vlak van ontsluiting. Op die manier wenste de Provinciale dienst Cultuur samen met CAG de basis te leggen voor het toekomstig beheer van deze collecties.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen aan het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Binnen het kader van het project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ registreerde het Centrum Agrarische Geschiedenis de Provinciale Collectie Bulskampveld in Beernem, en meer specifiek de deelcollectie landbouw en voeding. In opdracht van en in samenwerking met de
Provincie West-Vlaanderen werd een traject uitgetekend om de collectie op een gedetailleerde en wetenschappelijk onderbouwde manier in kaart te brengen. Het doel was om de inventarisatie van de collectie – die gestart was door provinciale medewerkers – aan te vullen en te vervolledigen. De
registratie door CAG omvatte hoofdzakelijk de objecten die een duidelijke link met landbouw en voeding hadden.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Deze studie maakt deel uit van een breder project ‘Tiense suiker en de IJzerenweg’, onder coördinatie van Regionaal Landschap Zuid Hageland, in samenwerking met de Tiense Suikerraffinaderij en Stad Tienen. Dit project is mogelijk dankzij de financiële steun van de provincie Vlaams-Brabant.
Het project werd uitgevoerd door Greet Draye onder leiding van
prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen aan het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ lag in 2015 de focus op de collectie van het Vlaams Heem- en Volkskundig Openluchtmuseum Bachten de Kupe in Izenberge (Alveringem). De provincie West-Vlaanderen en CAG willen in de periode 2014- 2016 de problematiek van het agrarisch erfgoed structureel aanpakken en de kennis verruimen over agrarische collecties in de provincie. De klemtoon ligt op registratie, waardering, selectie en valorisatie van enkele basiscollecties.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Mondelinge geschiedenis is een zeer toegankelijke manier om terug te gaan naar het verleden. Deze populaire en interessante onderzoeksmethode vraagt echter ook een specifieke voorbereiding en know how. Bovendien bestaat er niet één juiste werkwijze. Verschillende thema’s, doelstellingen en interviewsituaties vragen telkens om een andere benadering.
Daarom is dit geen rigide handleiding maar veeleer een leidraad met praktische tips voor erfgoedwerkers die interviews willen afnemen.
Het project werd uitgevoerd door Chantal Bisschop onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van de Stad Geraardsbergen en de gemeente Lierde met steun van een Europees subsidiëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling, LEADER.
Het project werd uitgevoerd door Annelien Sys onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Voedsel heeft altijd al een belangrijke rol gespeeld in onze geschiedenis. De jongste tijd geniet het erfgoed van eten en drinken steeds meer belangstelling. Bier, frieten, witloof en andere streekproducten… ze behoren alle tot ons culinair erfgoed. Een volledig overzicht van wat er bewaard is gebleven van dit specifieke erfgoed in Vlaanderen en Brussel, ontbreekt echter.
Daarom startte het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) in 2012 met de inventarisatie van publiek toegankelijke collecties met objecten over voeding. De projectmedewerkster registreerde welke collecties er zijn en welke objecten ze bevatten. Ze maakte een stand van zaken op en ging na wat de uitdagingen en kansen zijn voor deze collecties en hun beheerders. Alle verzamelde informatie werd verwerkt in een publiek toegankelijk rapport.
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd door het Centrum Agrarische Geschiedenis in samenwerking met het Bakkerijmuseum Veurne, FOST (VUB), Heemkunde Vlaanderen, Jenevermuseum Hasselt, MIAT, Openluchtmuseum Bokrijk, provincie Vlaams-Brabant en ’t Grom.
Het project werd uitgevoerd door Sarah Luyten onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
In het najaar van 2013 startte CAG met de duurzame registratie en evaluatie van de collectie landbouwwerktuigen van het (voormalige) Landbouwmuseum Leiedal vzw (Kortrijk).
De collectie omvat een grote diversiteit aan werktuigen uit verschillende landbouwsectoren en bevat een aantal unieke en zeldzame stukken, allen gebruikt in de periode 1850-1950. De homogeen opgebouwde collectie beschikt over een hoge intrinsieke waarde maar verkeerde de laatste jaren in een moeilijke depotsituatie.
Het doel van het registratie- en inventarisatieproject – dat de naam 'Terug in handen' meekreeg – was om de collectie toegankelijk, handelbaar en beheersbaar te maken voor beheerders, onderzoekers, geïnteresseerden en beleidsmakers.
Dit rapport is het resultaat van een samenwerking tussen verschillende partners: Landbouwmuseum Leiedal vzw, Stad Kortrijk, zuidwest, Provincie West-Vlaanderen en Centrum
Agrarische Geschiedenis.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van Inagro in het kader van het leaderproject ‘LANDTOER: Multifunctionele landbouwers verhogen het toeristischrecreatief aanbod in het Tielts Plateau.
De regio Tielts Plateau omvat volgende gemeenten: Aarsele, Beernem, Dentergem, Egem, Hertsberge, Kanegem, Koolskamp, Markegem, Oedelem, Pittem, Ruddervoorde, Schuiferskapelle, Sint-Joris, Tielt, Waardamme, Wingene en
Zwevezele.
Via www.onthaalopdeboerderij.be promoot Inagro initiatieven die landbouw en platteland dichter bij de mensen brengen. Van recreatieve bezoekboerderijen over hoeveproducten tot
landbouweducatie.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Sarah Luyten onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (CAG)
In het landschapsbeeld van de Mandelvallei zijn de typische vlasschuren, roterijen en zwingelarijen uit de jaren 1935-1959 nog steeds in het straatbeeld aanwezig. Sommigen kregen een herbestemming en worden nu gebruikt als opslagplaats, anderen werden omgebouwd tot woonhuis. Jammer genoeg zijn heel wat van de overgebleven vlassites verkommerd.
In het voorjaar van 2007 voerde CAG een quickscan om het onroerend vlaserfgoed uit de Mandelvallei in kaart te brengen. Na een grondige prospectie in de Mandelvallei kunnen we besluiten dat voornamelijk de site Mommerency in Ingelmunster, de site Lannoo in Oostrozebeke, Stragier in Izegem en het groengebied rond de Mandel in Dentergem zowel vanuit erfgoed als toeristisch recreatief oogpunt van belang kunnen zijn.
Dit onderzoek werd uitgevoerd door Sabine Daenens.
Vijftien gemeenten verenigden zich in de projectvereniging Erfgoedregio Hageland. Zij vroegen CAG om het belang van arbeidsmigratie in het rurale Hageland te bestuderen, van 1850 tot vandaag. Het onderzoek resulteerde in dit eindrapport.
In dit onderzoek komen zowel tijdelijke als definitieve emigratie en immigratie aan bod, met een hoofdklemtoom op seizoensarbeid.
Het project werd uitgevoerd door dr. Greet Draye onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KULeuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van de provincie West-Vlaanderen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw
Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Er bestaan enorm veel beeldcollecties over de regio Pajottenland en Zennevallei. Deze collecties bevatten een onschatbare waarde aan informatie over het verleden van de streek. Wat een tekst alleen maar suggereert, kan een beeld écht laten zien.
Via deze beelden kunnen we het verleden terug tot leven brengen en is er een boeiend en zeer herkenbaar verhaal te vertellen. Ondanks hun iconografisch historisch belang worden zij dikwijls vergeten. We willen deze beelden dan ook op een kwalitatieve wijze registreren en ontsluiten voor een breed en divers publiek, zodat deze bron van informatie niet verloren gaat.
Een correcte en uniforme registratie van het beschikbare
beeldmateriaal is noodzakelijk om een goede bewaring voor de toekomst te garanderen. Een degelijke beschrijving is hierbij een meerwaarde, zeker voor latere generaties.
Tijdens het registreren van beeldmateriaal in het kader van het project “Groetjes uit het Pajottenland en de Zennevallei” (2010-2012) is ook gebleken dat de toekomst van sommige collecties niet verzekerd is. Het is dus hoognodig om deze beelden op een juiste manier te bewaren. Digitaliseren, beschrijven en ontsluiten op de erfgoedbank van de provincies Limburg
en Vlaams-Brabant, www.erfgoedplus.be, is hierbij al een stap in de goede richting.
Op deze manier zijn de beelden toegankelijker voor een breder publiek. Naar aanleiding van het project “Groetjes uit het Pajottenland en de Zennevallei” is een
welomlijnd en gebruiksvriendelijk stappenplan uitgewerkt. De zoektocht naar beeldmateriaal evenals het bewerken, beschrijven en ontsluiten volgen een vast stramien dat in deze handleiding wordt toegelicht. Deze gegevens zijn gebaseerd op internationaal erkende standaarden en conform de standaarden van de interprovinciale erfgoeddatabank www.erfgoedplus.be.
Het landschap in Haspengouw en de Voerstreek is het resultaat van een lange en boeiende geschiedenis. Eeuwenlang hebben natuurelementen en bewoners dit landschap vormgegeven en gekneed. Het doorgronden en begrijpen van deze ontwikkeling is het werkveld van geologen, geografen, historici, archeologen, biologen...
Het is een complex en boeiend verhaal, dat op steeds meer belangstelling kan rekenen. Niet alleen de lokale bevolking, maar ook recreanten en toeristen zijn sterk geïnteresseerd in het verhaal achter deze natuurlijke en cultuurhistorische getuigen van een rijk verleden.
Het LEADER-project Het landschap vertelt... wou enkele aspecten van de recente landschapsgeschiedenis van Haspengouw in kaart brengen, en de bevolking nog meer bewust maken van de boeiende verhalen die het landschap in zich draagt.
In samenwerking met de lokale partners heeft het CAG van eind 2009 tot begin 2011 onderzoek verrichten naar de algemene landbouwgeschiedenis van de regio, het landgebruik, de evolutie van kleine landschapselementen, de omgang met het landschap vroeger en nu, etc. Klemtoon lag op de ontwikkelingen van de voorbije 200 jaar.
Een belangrijke aanvulling bij dit onderzoek vormden gesprekken en interviews met bewoners, "gebruikers" en experts van het Haspengouwse landschap.
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van het Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren en partners.
Het project werd uitgevoerd door Nathalie Ceunen onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), K.U.Leuven.
Heuvelland is één van de meest traditionele landbouwgemeenten van Vlaanderen. De landbouw bepaalt voor grotendeels de identiteit en het toeristisch imago van het landschap. In deze dunbevolkte streek was het daarbij tot voor kort voor het grootste deel van de bevolking de enige bron van inkomsten.
Over de evolutie van de landbouw en het landelijke leven in de 20ste eeuw werd nog niet veel onderzoek verricht. De gemeente Heuvelland, CAG, erfgoedcel CO7 en de provincie West-Vlaanderen sloegen daarom de handen in elkaar om deze lacune in te vullen.
De eerste fase van het project bestond uit het registreren en verwerken van een 20-tal getuigenissen en verhalen van landbouwers op rust. De interessantste getuigenissen werden op video vastgelegd. De resultaten werden getoetst aan en aangevuld met diverse andere bronnen, waaronder de landbouwtellingen.
Ook werd er naar aanleiding van het project deze handleiding opgesteld voor het afnemen van interviews voor het optekenen van mondelinge geschiedenis.
Dit project werd gecoördineerd door Mathias Cheyns.
CAG startte in september 2004 met een inhoudelijke en beheersmatige doorlichting van het agrarisch erfgoed in Vlaanderen. Het resultaat van deze studie was enerzijds een instrument voor een gefundeerd beleid en beheer voor dit deel van het erfgoedveld. Anderzijds wilde dit project het agrarisch erfgoed in de kijker zetten bij overheid en publiek. Het was tevens de basis voor de ontwikkeling van instrumenten die het gehele erfgoedveld ten goede komen.
Dit project had drie belangrijke doelstellingen. Allereerst het roerend en vastgelegd materieel agrarisch erfgoed (verzamelingen van relicten die rechtstreeks betrekking hebben op het agrarische bedrijf 1850 - 1980) in kaart brengen binnen de context van de voedingsketen en van het platteland. Het project analyseerde de collecties, het behoud en beheer ervan en de publiekswerking er rond. Het bood tevens een masterplan voor een globaal beleid voor dit erfgoed uit de periode 1850 -1980 in Vlaanderen. Het project resulteerde tot slot in een aantal praktische instrumenten zoals een studiedag en een webinventaris.
Projectmedewerker was Bert Woestenborghs. Medewerking kwam van de projectpartners Heemkunde Vlaanderen en het Vlaams Centrum voor Volkscultuur.
Twee fietsroutes langs oude spoorwegbeddingen in Zuid-West-Vlaanderen, de Trimaarzate en het Guldenspoorpad, werden door de provincie West-Vlaanderen heringericht. In opdracht van de provincie werd een onderzoek uitgevoerd, om als basis te dienen voor allerhande educatieve en informatieve doeleinden zoals een website, bebording en brochures.
Er werd gekeken naar de oude spoorlijnen en hun gebruik en naar interessante 'haltes' op de lijnen zoals (voormalige) stations, bruggen en industrie. Maar ook de evolutie van landbouw en landschap in de regio wordt beschreven. Een derde luik bestaat uit het verzamelen en beschrijven van oud en nieuw beeld- en kaartmateriaal.
Het project werd uitgevoerd door Greet Draye onder leiding van
prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport is het resultaat van een samenwerking tussen het Centrum Agrarische Geschiedenis, de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Ridderschap van de Roerstok der Brouwers. Het Centrum Agrarische Geschiedenis registreerde en beschreef de erfgoedcollectie van de
Ridderschap. De registratie gebeurde met het oog op de opening van een bierbelevingscentrum in de Brusselse Beurs.
Een duidelijk overzicht van de (erfgoedwaarde van de) collectie moet helpen om in een later stadium objecten te kiezen die zullen verhuizen, en de objecten die niet zullen verhuizen naar het nieuwe centrum, te herbestemmen. Bij het project hoort eveneens een publieksluik. Op basis van dit rapport zal het huidige museum worden voorzien van drietalige informatiebordjes.
Het project werd uitgevoerd door dr. Greet Draye onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van Provincie West-Vlaanderen. Het is de neerslag van een inhoudelijk vooronderzoek naar het ‘Land van Streuvels’, van Stijn Streuvels. Het aangeleverde materiaal kan de diverse applicaties van het gelijknamige fiets- en wandelroutenetwerk stofferen met toegankelijke achtergrondinformatie over de ontwikkeling van de landbouw, het landschap en de lokale cultuurgeschiedenis. Het kan bovendien bijdragen om de historische eigenheid en identiteit van het gebied te schetsen en te communiceren naar een breed publiek van bewoners en recreanten in verdere initiatieven.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure, Greet Draye en Joris Spolspoel onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en Centrum Agrarische Geschiedenis vzw (CAG).
Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen en de Stad Waregem aan het Centrum Agrarische Geschiedenis. Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ kwam de vraag van de stad Waregem om hun kleine landbouwcollectie (ca. 120 stuks) in het traject op te nemen.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
In 2013 sloot de Provincie West-Vlaanderen een samenwerkingsovereenkomst af voor drie jaar (2014-2016) met het Centrum Agrarische Geschiedenis vzw (CAG) voor het project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’, met als doel om de agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen in kaart te brengen en te waarderen.
Spil van het project was de Provinciale collectie Bulskampveld, zowel op het vlak van registratie als op het vlak van ontsluiting. Op die manier wenste de Provinciale dienst Cultuur samen met CAG de basis te leggen voor het toekomstig beheer van deze collecties.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen aan het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Binnen het kader van het project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ registreerde het Centrum Agrarische Geschiedenis de Provinciale Collectie Bulskampveld in Beernem, en meer specifiek de deelcollectie landbouw en voeding. In opdracht van en in samenwerking met de
Provincie West-Vlaanderen werd een traject uitgetekend om de collectie op een gedetailleerde en wetenschappelijk onderbouwde manier in kaart te brengen. Het doel was om de inventarisatie van de collectie – die gestart was door provinciale medewerkers – aan te vullen en te vervolledigen. De
registratie door CAG omvatte hoofdzakelijk de objecten die een duidelijke link met landbouw en voeding hadden.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure en Bert Woestenborghs onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Deze studie maakt deel uit van een breder project ‘Tiense suiker en de IJzerenweg’, onder coördinatie van Regionaal Landschap Zuid Hageland, in samenwerking met de Tiense Suikerraffinaderij en Stad Tienen. Dit project is mogelijk dankzij de financiële steun van de provincie Vlaams-Brabant.
Het project werd uitgevoerd door Greet Draye onder leiding van
prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
Dit rapport maakt deel uit van een opdracht van de Provincie West-Vlaanderen aan het Centrum Agrarische Geschiedenis.
Binnen het kader van het provinciaal project ‘Agrarische erfgoedcollecties in West-Vlaanderen’ lag in 2015 de focus op de collectie van het Vlaams Heem- en Volkskundig Openluchtmuseum Bachten de Kupe in Izenberge (Alveringem). De provincie West-Vlaanderen en CAG willen in de periode 2014- 2016 de problematiek van het agrarisch erfgoed structureel aanpakken en de kennis verruimen over agrarische collecties in de provincie. De klemtoon ligt op registratie, waardering, selectie en valorisatie van enkele basiscollecties.
Het project werd uitgevoerd door Brecht Demasure onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Mondelinge geschiedenis is een zeer toegankelijke manier om terug te gaan naar het verleden. Deze populaire en interessante onderzoeksmethode vraagt echter ook een specifieke voorbereiding en know how. Bovendien bestaat er niet één juiste werkwijze. Verschillende thema’s, doelstellingen en interviewsituaties vragen telkens om een andere benadering.
Daarom is dit geen rigide handleiding maar veeleer een leidraad met praktische tips voor erfgoedwerkers die interviews willen afnemen.
Het project werd uitgevoerd door Chantal Bisschop onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
Dit rapport is het resultaat van een studie uitgevoerd in opdracht van de Stad Geraardsbergen en de gemeente Lierde met steun van een Europees subsidiëringsprogramma voor plattelandsontwikkeling, LEADER.
Het project werd uitgevoerd door Annelien Sys onder leiding van prof. dr. Yves Segers, Interfacultair Centrum voor Agrarische Geschiedenis (ICAG), KU Leuven en vzw Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG).
More from Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) (20)
De verspreiding van koloniale genotmiddelen in het hertogdom Brabant Verbruik van koffie, thee, cacao en tabak tijdens de 18de eeuw, dr. Johan Poukens (Universiteit Antwerpen), 2018
1. De verspreiding van koloniale
genotmiddelen in het hertogdom Brabant
Verbruik van koffie, thee, cacao en tabak tijdens de 18de
eeuw
ICAG-Seminarie (Leuven, 25 oktober 2018)
10. Fiscale evidenties van het verbruik van
thee, koffie en cacao in Brabant
• Impost, 1736-1739
• Theegeld, 1747
10
11. Totale binnenlandse consumptie (in kg) van koffie, thee en cacao in de
Oostenrijkse Nederlanden (1759-1791)
Bron: Coenen, “The Habsburg customs statistics”.
11
-
1
2
3
4
5
6
1759 1762 1765 1768 1771 1774 1777 1780 1783 1786 1789
x100000
Koffie/10
Thee
Cacao
12. Hoofdelijk verbruik van thee, koffie en cacao
12
Product 1730 1760 1790
Thee 0,040 kg 0,145 kg 0,080 kg
Koffie - 0,120 kg 1,350 kg
Cacao - 0,015 kg 0,020 kg
14. Opbrengst van de brandewijn- en jeneveraccijns, Mechelen (1637-
1794)
Bron: SAM, OA, K (Subsides), S II, 50-111; B (Comptes), S I, 373-468.
14
0
5000
10000
15000
20000
25000
Invoer
Productie
Totaal