23 maart 2017, Rotterdam

1. 23 maart 2017
Rotterdam

3. Matteüs 24
29 Onmiddelijk echter
na de verdrukking van die dagen,
zal de zon verduisterd worden
en de maan zal haar lichtschijnsel niet geven
en de sterren zullen vallen vanaf de hemel
en de machten van de hemelen
zullen geschud worden.
= 1260 dagen, 42 maanden
(Openb.11:2,3; 12:6)

4. Matteüs 24
29 Onmiddelijk echter
na de verdrukking van die dagen,
zal de zon verduisterd worden
en de maan zal haar lichtschijnsel niet geven
en de sterren zullen vallen vanaf de hemel
en de machten van de hemelen
zullen geschud worden.
deze verschijnselen aan zon, maan en sterren
markeren het eind van Israëls grote verdrukking
en het begin van "de dag van toorn"
(Openb.6:12; Joël 2:31)

5. Matteüs 24
30 En dan zal het teken verschijnen
van de Zoon van de mens in [de] hemel
en dan zullen heftig treuren
al de stammen van het land
en zij zullen zien de Zoon van de mens,
komende op de wolken van de hemel,
met macht en grote heerlijkheid.
nl. de verschijning van de Ben Adam

6. Matteüs 24
30 En dan zal het teken verschijnen
van de Zoon van de mens in [de] hemel
en dan zullen heftig treuren
al de stammen van het land
en zij zullen zien de Zoon van de mens,
komende op de wolken van de hemel,
met macht en grote heerlijkheid.
want ze zien degene die zijn (ooit)
doorstaken (Zach.12:10; Openb.1:7)

7. Matteüs 24
30 En dan zal het teken verschijnen
van de Zoon van de mens in [de] hemel
en dan zullen heftig treuren
al de stammen van het land
en zij zullen zien de Zoon van de mens,
komende op de wolken van de hemel,
met macht en grote heerlijkheid.
Kolosse 3:4
Wanneer dan ook
de Christus openbaar gemaakt zal worden,
het leven jullie,
dan zullen jullie ook samen met Hem
openbaar gemaakt worden in heerlijkheid.

8. Matteüs 24
31 En hij zal
de boodschappers van hem afvaardigen,
met groot bazuin[geschal]
en zij zullen bijeen vergaderen
de uitverkorenen van Hem,
vanuit de vier winden,
vanaf [de] uiteinden van hemelen
tot de [andere] uiteinden van hen.
de bijeenverzameling van Israël
vanuit de hele wereld
(o.a. Deut.30:1-6)

10. 3 En JAHWEH zal uittrekken
en strijden te midden van de natiën,
zoals ten dage dat Hij streed,
ten dage van een aanval.
-Zacharia 14-

11. 4 En zijn voeten zullen staan
in die dag op de Olijfberg,
die op het zicht van Jeruzalem ligt
vanaf het oosten.
En de Olijfberg wordt middendoor gespleten,
oostwaarts en westwaarts,
tot een zeer groot ravijn.
En de helft van de berg zal noordwaarts wijken
en de helft zuidwaarts.
-Zacharia 14-

12. 5 En jullie zullen vluchten
in het ravijn van mijn bergen,
want het ravijn van bergen
zal reiken tot Atsel.
Jullie zullen vluchten
zoals jullie vluchtten voor de aardbeving
in de dagen van Uzzia,
de koning van Juda.
En JAHWEH mijn God zal komen,
alle heiligen met U.
-Zacharia 14-
> vluchten buiten het land >

13. EDOM
Bozra,
Petra

14. 6 En in die dag
zal er geen kostbaar licht zijn,
maar dikke duisternis.
7 En het zal één dag zijn,
die bij JAHWEH bekend is,
geen dag en geen nacht,
ten tijde van de avond zal er licht zijn.
-Zacharia 14-
overdag donker > zon verduisterd

16. 12 Ik zal Jakob verzamelen,
[ja] verzamelen,
allen van u bijeenbrengen,
[ja] bijeenbrengen.
Ik zal het overblijfsel van Israël
samen brengen
als een kudde kleinvee [in] Bozra,
als een bijeengedreven kudde
in het midden van de schaapskooi,
het zal er gonzen van mensen.
-Micha 2-

17. 12 Ik zal Jakob verzamelen,
[ja] verzamelen,
allen van u bijeenbrengen,
[ja] bijeenbrengen.
Ik zal het overblijfsel van Israël
samen brengen
als een kudde kleinvee [in] Bozra,
als een bijeengedreven kudde
in het midden van de schaapskooi,
het zal er gonzen van mensen.
-Micha 2-

18. EDOM
Bozra,
Petra

19. 13 De doorbreker
zal voor hun aangezicht doorbreken
en zij passeren [de] poort en gaan daarin uit.
En hun koning
zal voor hun aangezicht passeren
en JAHWEH aan hun hoofd.
-Micha 2-
Hebreeuws: Perez

21. 34 Ik zal u voeren uit het midden der volken
en u bijeenbrengen uit de landen
waarin u verstrooid bent,
met sterke hand, met uitgestrekte arm
en met uitgestorte grimmigheid.
-Ezechiël 20-

22. 35 Ik zal u brengen
naar de woestijn der volken
en daar met u in het gericht treden,
van aangezicht tot aangezicht.
-Ezechiël 20-
men zal de Heer (=zijn Ikoon)
daar dus zien

23. 36 Zoals Ik met uw vaderen
in het gericht getreden ben
in de woestijn van het land Egypte,
zo zal Ik ook met u in het gericht treden,
luidt het woord van mijn Heer JAHWEH.
-Ezechiël 20-
= ook in de woestijn

24. 37 Ik zal u onder de herdersstaf doen doorgaan
en u brengen in de band van het verbond.
-Ezechiël 20-
= een selectie (zie volgens vers)

25. 37 Ik zal u onder de herdersstaf doen doorgaan
en u brengen in de band van het verbond.
-Ezechiël 20-
maar nu: een nieuw verbond!
(Jer.31:31)

26. 38 Ik zal de weerspannigen uit u uitschiften
en hen die tegen Mij overtreden hebben;
wel zal Ik hen leiden uit het land
waarin zij als vreemdelingen vertoeven,
maar in het land van Israel zullen zij niet komen.
En u zult weten, dat Ik JAHWEH ben.
-Ezechiël 20-
de verzameling van Israël
buiten het land,
in de woestijn van Edom, Bozra

28. 1 Te dien tijde,
luidt het woord van JAHWEH,
zal Ik voor alle geslachten van Israel
tot een God zijn
en zullen zij Mij tot een volk zijn.
2 Zo zegt JAHWEH:
Het volk der ontkomenen
aan het zwaard
vond genade in de woestijn,
Israel, op weg naar zijn rust.
-Jeremia 31-

29. 1 Te dien tijde,
luidt het woord van JAHWEH,
zal Ik voor alle geslachten van Israel
tot een God zijn
en zullen zij Mij tot een volk zijn.
2 Zo zegt JAHWEH:
Het volk der ontkomenen
aan het zwaard
vindt genade in de woestijn,
Israel, op weg naar zijn rust.
-Jeremia 31-

31. 1 Wie is het, die van Edom komt,
in helrode klederen van Bosra,
die daar praalt in zijn gewaad,
fier voortschrijdt in zijn grote kracht?
Ik ben het, die in gerechtigheid spreek,
machtig om te verlossen.
2 Waarom is dat rood aan uw gewaad,
en zijn uw klederen als die
van iemand die de wijnpers treedt?
-Jesaja 63-

32. 3 Ik heb de pers alleen getreden
en van de volken was niemand bij Mij,
Ik trad hen in mijn toorn
en vertrad hen in mijn grimmigheid;
toen spatte hun bloed op mijn klederen
en ik bezoedelde mijn ganse gewaad.
4 Want een dag van wraak
had Ik in de zin
en het jaar van mijn verlossing
was gekomen.
-Jesaja 63-

34. 14 Daarom zie, Ik zal haar lokken,
en haar leiden in de woestijn,
en spreken tot haar hart.
-Hosea 2-

35. 15 Ik zal haar vanaf daar
haar wijngaarden geven,
en het dal Achor maken
tot een deur der hoop.
Dan zal zij daar zingen
als in de dagen van haar jeugd,
als ten dage toen zij trok uit Egypte.
16 En het zal te dien dage geschieden,
luidt het woord van JAHWEH,
dat gij Mij noemen zult:
mijn man, en niet meer: mijn Baal.
-Hosea 2-

36. 18 Te dien dage zal Ik
voor hen een verbond sluiten
met het gedierte des velds,
het gevogelte des hemels
en het kruipend gedierte der aarde.
Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig
in het land verbreken,
en hen veilig doen wonen.
19 Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig:
Ik zal u Mij tot bruid werven
door gerechtigheid en recht,
door goedertierenheid en ontferming;
20 Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw;
en gij zult JAHWEH kennen.
-Hosea 2-