2. in Bethlehem gezalfd tot koning (1Sam.16)
vermorzelt kop Goliath (1 Sam.17)
door Saul vervolgd en op de vlucht (1 Sam.18/19)
David verbergt zich tot de derde dag (1Sam.20)
David eet van de toonbroden (1Sam.21)
2
3. 1Samuël 22
3
1 David ging vandaar weg ...
Gat
1Samuël 2110-15
David is waanzinnig
in de ogen van de
Filistijnen
4. 1Samuël 22
4
1 ... en ontkwam naar de spelonk van
Adullam...
Adullam > olam
= verborgenheid
5. 1Samuël 22
5
1 ... en ontkwam naar de spelonk van
Adullam...
= bij het Eikendal
> Goliat verslagen
6. 1Samuël 22
6
1 ... Toen zijn broeders en zijn gehele
familie dit hoorden, kwamen zij daar bij
hem.
7. 1Samuël 22
7
2 Ook voegde zich bij hem ieder die in
moeilijkheden verkeerde...
SV: "die benauwd was"
9. 1Samuël 22
9
2 ... ieder die verbitterd was...
lett. "bitter van ziel"
6 Geeft ... wijn aan wie bitter van ziel zijn;
7 opdat hij drinke en zijn armoede vergete, en aan
zijn moeite niet meer denke.
Spreuken 31
10. 26 Ziet slechts, broeders, wat gij
waart, toen gij geroepen werd: niet vele
wijzen naar het vlees, niet vele
invloedrijken, niet vele aanzienlijken. 27
Integendeel... 28 wat voor de wereld
ONAANZIENLIJK en VERACHT is, heeft
God uitverkoren, dat, wat niets is, om
aan hetgeen wel iets is, zijn kracht te
ontnemen, 29 opdat geen vlees zou
roemen voor God.
1Korinthe 1
10