2. de voorgeschiedenis…
David gezalfd (1Sam.16)
David en Goliath (1Sam.17)
Saul pleegt aanslagen op David (1Sam.18)
David vlucht voor Saul (1Sam.19)
vlucht door het venster
in Najot (rust) bij Rama (hoge plaats)
3. verwijst naar… de Zoon van David
uit Bethlehem
gezalfd = de Messias
vermorzelt ‘de kop’ van de tegenstander
(hoofd van Goliath naar Jeruzalem)
wordt vervolgd door Saulus (> jodendom)
uit het zicht (>venster) verdwenen
onaantastbaar in rust in de hoge plaats
(>gezeten aan de rechterhand Gods)
4. 1Samuël 201 – 23
David en Jonathan sluiten verbond
zoon van koning Saul
de kroonprins
type van de gelovige
joden in tijd van
verwerping
6. zzz
24
… Toen de nieuwe maan was
aangebroken, zette de koning zich aan de
dis om te eten.
7.
8. “nieuwe maan”
bazuin geblazen (Psalm 81:4)
nieuw begin
zon => God – bruidegom (Psalm 19:5)
maan => vrouw (Israël) > bruid
9. zzz
25
En de koning zat op zijn gewone plaats,
op de plaats bij de wand. Jonatan stond op,
Abner zette zich naast Saul, maar de plaats
van David bleef ledig.
23. Hij zal ons na twee dagen doen herleven,
ten derden dage zal Hij ons oprichten, en
wij zullen leven voor zijn aangezicht
Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar
jagen Hem te kennen. Zo zeker als de
dageraad is zijn opgang. Dan komt Hij
tot ons…
Hosea 6:2,3