1. Basko trainersavond
“Back to basics”
15-4-2013

2. Introductie
 Martin van de Rakt
 Onderwijs
 HOD
 Oranje-Zwart
 KNHB
 Nijmegen

3. Agenda
 19.00 start
 20.00 pauze
 20.15 praktijk

4. Terug kijken

5. Wat zijn de basistechnieken
 Schrijf in een 2/3 tal de basistechnieken op.

6. Wat zijn de basistechnieken?
Basistechnieken zijn afhankelijk van een aantal factoren:
Niveau / leeftijd. Een speler uit de D-jeugd behoeft niet over
dezelfde bagage te beschikken als een speler uit de A-categorie.
Positie. Moet een aanvaller over dezelfde passingkwaliteiten
beschikken als een verdediger of kan het zo zijn dat een speler die op
links staat over andere of meer technieken zou moeten beschikken
dan een speler die rechts georiënteerd is?
Talent. Een speler met veel talent kan sneller doorgroeien en
sneller nieuwe technieken beheersen. Door dit te stimuleren kan het
talent zich verder door ontwikkelen.

7. Verdeling
 1. Dribbeltechnieken: forehand, backhand, éénhandig
drijven, lifttechnieken, passeertechnieken met
richtingsveranderingen, shuffle.
 2. Passing- en scoringstechnieken: slaan, pushen, hoge
bal, flatsen, kaats, sleeppush, slapshot,lage
backhandslag, hoge backhandslag, korte backhandslag
(blow).
 3. Aannametechnieken: open en gesloten
aanname, forehand & backhand, hoge en lage
aanname, aanname in beweging, aannemen hoge bal.
 4. Verdedigingstechnieken: steekbeweging (jab), laag
verdedigen forehand en backhand, shave.

8. Grip
 Pannenkoekgreep:
 Linkerhand:
 V-greep
 Boven aan de stick
 Tegenover de platte kant van de stick
 Handrug wijst naar links
 Rechterhand:
 V greep
 Onder en voor de linkerhand
 Alle vingers stevig om de stick
 Aaneengesloten bij de linkerhand
 Handrug wijst naar rechts

9. Grip
 Dubbel V-greep
 Linkerhand:
 Bovenaan de stick
 Handrug wijst naar links
 Rechterhand:
 Handrug wijst naar rechts
 Aaneengesloten aan linkerhand

10. Grip
 Basisgreep
 Linkerhand:
 Bovenaan de stick
 Handrug wijst naar links
 Rechterhand:
 Strak linkerhand ontspannen

11. Aantal technieken:
 Spelen van de bal”
 Forehandslag
 Flats
 Push
 Backhandslag
 Schuifslag
 Aanname:
 Backhand aanname
 Lopen met de bal:
 Drijven
 Indiandrible

12. Forehandslag

13. Forehandslag

14. Forehandslag
 Houding:
 Dubbele V-grip
 Laag zitten
 De armen vrij van het lichaam
 De handen aaneengesloten
 De voeten haaks op de passlijn
 Actie:
 Maak een vlakke achterzwaai
 Draai de linkerschouder richting de bal
 Stap met de linkervoet naar de bal
 Stick:
 In de achterzwaai knik je de pols
 De stick is laag op het moment van raken
 Bal:
 Links voor het lichaam

15.  Waar op het veld gebruik je de forehandslag?

16. Flats

17. Flats

18.  Houding:
De flats
 Dubbele V greep
 Je lichaamsgewicht op je linkerbeen
 De armen zijn vrijwel gestrekt
 De handen zijn op het moment van raken vlak boven de linkervoet
 Actie
 Maak de achterzwaai over de grond
 Draai de linkerschouder richting de bal
 Stap met de linkervoet naar de bal
 Kruis de polsen in de doorzwaai
 Stick:
 De punt blijft omhoog wijzen
 De stick is vrijwel horizontaal op moment van aanraken
 Bal:
 Recht voor de linkervoet
 Speel de bal op de steel net boven de krul

19.  Waar gebruik je de flats?

20. Push

21. Push

22. Push
 Houding:
 Basisgreep
 De armen zijn vrij van het lichaam
 Regelmatig opkijken (vision)
 Actie
 Duw de bal vanuit balcontact
 Draai de rechterschouder richting de bal
 Stick:
 De stick wijst schuin naar rechts
 Bal:
 Voor of naast je lichaam

23.  Waar/wanneer gebruik je de push

24. Backhandslag

25. Backhandslag
 Houding:
 Pannenkoekgreep
 Lichaamsgewicht op je voorste been
 Armen vrijwel gestrekt
 De handen zijn op moment van raken boven je rechtervoet
 Actie
 Maak een verticale achterzwaai
 Draai de rechterschouder richting de bal
 Stap met de rechtervoet naar de bal
 Stick:
 Hef de stick in de achterzwaai met de linkerpols
 De stick ligt vrijwel plat op het moment van raken
 Bal:
 Recht voor het lichaam

26.  Waar/wanneer gebruik je de backhandslag?

27. Schuifslag

28. Schuifslag
 Houding:
 Basisgreep
 Actie
 Sla de bal met de handen uit elkaar
 Gebruik een korte achterzwaai vanuit de armen
 De stick zwaait in de richting van de passlijn
 Stick:
 Stickhoek 60 graden
 Bal:
 Buiten de rechtervoet

29.  Waar/wanneer gebruik je de schuifslag?

30. Backhandaanname

31. Backhandaanname
 Houding:
 Basisgreep
 Armen bij het lichaam
 Bovenlichaam ingedraaid naar links
 Actie
 Gebruik een controlemoment
 Breng de stick ruim voor stopmoment naar de grond
 De stick licht schuin (zodat hij niet opstuit)
 Kijk de bal op de stick
 Stick stil
 Stick:
 Stickhoek 60 graden
 Bal:
 Links naast de voeten

32. Drijven

33. Drijven

34. Drijven
 Houding:
 Basisgreep
 Armen vrij van het lichaam (elleboog omhoog)
 Actie
 Lopen met balcontact
 Stick:
 Stickhoek 45 graden
 Bal:
 Voor het lichaam (opties openhouden)

35. Indian trible

36. Indian trible
 Houding:
 Basisgreep (linkerhand is de draaihand, deze draait de stick van
forehand naar backhand)
 Draaibeweging komt vanuit linkerpols/onderarm
 Armen vrij het het lichaam
 Actie
 Forehand backhand
 A-ritmisch
 Stick:
 Stickhoek 60 graden
 Bal:
 Voor het lichaam

37. Stellingen
 1. De forehand slag moeten we trainen vanaf de
hockeyschool?

38. Stellingen
 De backhandslag moeten we al trainen in de E.

39. Pauze

40. Praktijk
 We maken 3 groepen:
 Trainers
 Spelers
 Observanten

41. Rol
 Trainers:
 Maken een oefening bij een basistechniek
 Spelers:
 Volgen de training
 Observanten:
 Hoe is het trainersgedrag?
 Zijn er aanwijzingen m.b.t. de techniek?

42. Afsluiting