Este documento describe los procedimientos para tomar muestras representativas de suelos en campos agrícolas. Explica que una muestra representativa consiste en 15-20 submuestras compuestas de diferentes áreas. También detalla los pasos para tomar muestras de suelos, incluyendo la preparación, delimitación de unidades de muestreo en el campo, y precauciones para asegurar que las muestras sean representativas. Además, brinda información sobre el procesamiento de muestras de suelo en el laboratorio para anális
Este documento presenta una guía para evaluar la calidad del suelo utilizando ensayos de campo. Se describen procedimientos para medir propiedades físicas, químicas y biológicas del suelo, incluyendo densidad aparente, respiración del suelo, infiltración, pH, conductividad eléctrica, nitratos y observaciones morfológicas. La guía provee antecedentes e interpretaciones para cada ensayo y sugiere que los resultados deben analizarse en el contexto del uso de la tierra y objetivos e
Este documento describe los procedimientos para tomar muestras representativas de suelos en campos agrícolas. Explica que una muestra representativa consiste en 15-20 submuestras compuestas de diferentes áreas. También detalla los pasos para tomar muestras de suelos, incluyendo la preparación, delimitación de unidades de muestreo en el campo, y precauciones para asegurar que las muestras sean representativas. Además, brinda información sobre el procesamiento de muestras de suelo en el laboratorio para anális
Este documento presenta una guía para evaluar la calidad del suelo utilizando ensayos de campo. Se describen procedimientos para medir propiedades físicas, químicas y biológicas del suelo, incluyendo densidad aparente, respiración del suelo, infiltración, pH, conductividad eléctrica, nitratos y observaciones morfológicas. La guía provee antecedentes e interpretaciones para cada ensayo y sugiere que los resultados deben analizarse en el contexto del uso de la tierra y objetivos e
Met trots presenteren we De Voetbaltest! Wie is de spits, de verdediger en de aanvoerder in jouw team? Ontdek op speelse wijze ieders natuurlijke teamrol & de ideale teamopstelling. Doe De Voetbaltest!
Met trots presenteren we De Voetbaltest! Wie is de spits, de verdediger en de aanvoerder in jouw team? Ontdek op speelse wijze ieders natuurlijke teamrol & de ideale teamopstelling. Doe De Voetbaltest!
1. www.devoetbaltrainer.nl
C- JE UGD
Floris Steinhart studeerde af aan
de ALO in Amsterdam. Mede door
deze pedagogische achtergrond is
Steinhart een trainer die opleiden
hoog in het vaandel heeft. Hij werkt
fulltime als docent lichamelijke
opvoeding op het Hyperion Lyceum
(VWO) in Amsterdam. Steinhart
is, samen met Rory Roubos, bij FC
Volendam trainer van Onder 14
(C2). Daarnaast staat hij als interim-
trainer bij Onder 16 aan het roer.
Steinhart is in het bezit van het
diploma TC II en staat ingeschreven
voor TC I.
Floris Steinhart: “Het omschakelen naar aanvallen moet op tempo gebeuren. Dit bete-
kent enerzijds dat spelers aan de bal snel moeten handelen, maar ook al daarvóór. Het
kijken begint al op het moment dat de tegenstander op onze helft aan het aanvallen is.
Mijn spelers letten dan al op hun achterste lijn. Staat deze met veel ruimte in de rug
te verdedigen, heel hoog of één-op-één? Dan is het zaak dat we proberen om gelijk de
diepe bal spelen, want diep denken is diep doen. Een vervolgvraag is dan natuurlijk
wel hóe je die diepe bal speelt en waar dat afhankelijk van is. Standaard hierbij is het
open staan van de aanvallers en middenvelders, zodat zij gelijk kunnen wegsprinten
na een diepe bal of, als de situatie daarom vraagt, in de bal kunnen komen en na een
kaats opnieuw de diepte zoeken.”
Open staan
Floris Steinhart: “Aan het moment van omschakelen naar aanvallen gaat meestal een
fase van drukzetten vooraf. Ik laat mijn spelers kennis maken met twee manieren van
drukzetten, namelijk horizontale en verticale pressie. Dit wil zeggen of de 3 of 4 schuift
door naar middenveld (verticaal), of de 7 of 11 laat zijn directe tegenstander los en zet
druk op de 3 of 4 van tegenpartij (horizontaal). Het is een vereiste binnen de opleiding
om deze twee vormen te (her)kennen en ze op het juiste moment toe te leren passen.
In de wedstrijdbespreking beslis ik samen met de spelers hoe hoog we druk gaan zet-
ten. Bijvoorbeeld op dertig meter over de middenlijn op de helft van de tegenpartij. Dit
seizoen hebben we tien doelpunten gemaakt vanuit omschakelmomenten op dat speel-
veldgedeelte. De tegenstander maakt altijd fouten doordat we drukzetten op hun eigen
helft. Dit is vooral een kwestie van goed afspraken maken en uitvoeren. Een afspraak
is bijvoorbeeld dat op het moment van omschakelen naar aanval niet de spits de bal
krijgt, maar de inkomende 10. In de C merk ik dat tegenstanders moeite hebben met
dit georganiseerde drukzetten, omdat het tactisch het nodige vergt om daar onderuit te
voetballen.”
Het storen van de opbouw van de
tegenstander
Floris Steinhart: “Binnen FC Volendam werk ik met periodes. In elke periode wordt een
bepaald thema behandeld. Thema’s zijn bijvoorbeeld de samenwerking tussen keeper
en verdediging, tussen de verdediging en het middenveld of tussen het middenveld en
de aanval. Binnen deze thema’s komen de teamtaken van de KNVB in fases aan bod,
zoals het voorkomen van doelpunten in fase 1, het storen van de opbouw fase 2 en 3,
het opbouwen van de aanval in fase 1 en 2 en het creëren van kansen en het komen
tot scoren in fase 3 en 4. Bij FC Volendam onder 14 probeer ik de spelers bewust te
maken van de keuzes die ze mogen maken op het moment van omschakelen. Zowel
in aanvallende als in verdedigende zin. De vrijheid in het nemen van beslissingen én
de momenten die hierop volgen hebben namelijk alles te maken met opleiden. Spelers
moeten in de complexe situatie van 11-tegen-11 steeds de juiste keuze durven maken
uit voeren. Dat bij elkaar maakt voetbal een ingewikkeld spel waarin fouten gemaakt
mogen (en moeten) worden. Hierdoor ontstaat er een constante afwisseling tussen
aanvallen en verdedigen voor spelers. In het hedendaagse voetbal zijn die afwisselin-
gen heel belangrijk geworden. Het kan zich tot een wapen ontwikkelen dat teams zich
goed eigen kunnen maken.”
Bewust maken van keuzes
Floris Steinhart: “Bij C-junioren
kun je de counter bewust, maar
ook zeker onbewust trainen. Ik
kies voor het laatste en dan ook
nog eens bij de niet te coachen
partij. Indien we een vorm hebben
waarbij ik me richt op de opbouw
en dus ook de opbouwers coach,
maak ik ook regels voor de niet te
coachen partij. Een van die regels is
dat ze in kleine oefen/partijvormen
binnen vijf balcontacten de bal op
het doel moeten schieten. Of in
grotere vormen binnen vier secon-
den op de helft van de tegenpartij
moeten spelen. Hierdoor worden ze
gedwongen om de oplossing voor-
uit te zoeken en wordt de druk op
sneller handelen verhoogd.”
Het trainen van
de counter
50-51_c-jeugd.indd 50 22-04-15 14:34
2. 51 D e V o e t b a l t r a i n e r 2 1 0 2 0 1 5
De JeugdVoetbalTrainer
Trainingsvorm
Doel
verbeteren van opbouw door een betere samenwerking
tussen de verdediging en middenveld
Organisatie
het veld is 60 meter lang en 40 meter breed (7,5 meter
vanaf de zijlijn)
2 grote doelen
8 pylonen om het veld en de zones uit te zetten
7 hesjes in twee kleuren
10 ballen verdeeld over beide doelen
Inhoud
7:7 + 2 keepers
te coachen partij speelt in 1:4:2:1
niet te coachen partij speelt in 1:1:3:3
bij een uitbal, hoekschop of doelpunt start de keeper van
de te coachen partij met een rollende bal
er wordt met buitenspel gespeeld voor de niet te
coachen partij
de niet te coachen partij staat op 20 meter van de
middellijn
Coaching
De accenten liggen op de middenvelders van de te coachen
partij. Wanneer bied je je aan en wanneer blijf je weg?
Het is aan de niet te coachen partij om deze momenten te
herkennen, te anticiperen en druk te gaan zetten middels
horizontale of verticale pressie. Afspraken voor de niet te
coachen partij zijn:
Wanneer de bal veroverd wordt in zone 1, dan hebben
jullie 5 seconden om te scoren
Wanneer de bal veroverd wordt in zone 2, dan hebben
jullie 5 seconden om naar zone 1 te gaan
Wanneer de bal veroverd wordt in zone 3, dan hebben
jullie 10 balcontacten of 10 seconden om in zone 1 te
komen. Als dat lukt heb je vrij spel.
Methodiek
hele breedte van het veld gebruiken
een spits inbrengen bij de te coachen partij, waardoor de
niet te coachen partij in ondertal komt te staan en betere
keuzes moeten maken zonder bal
De VoetbalTrainer
VOLG
50
2
3
3
4
5
6
6 8
87
9
10
10
112
1 1
2
3
50-51_c-jeugd.indd 51 22-04-15 14:34