SlideShare a Scribd company logo
“Verhalen over adoptie gaan vaak over
zware ellende, of het zijn juist jubelende suc-
cesverhalen. Dat er ook een genuanceerde
versie is, hoor je meestal niet. Terwijl adoptie
zoveel facetten heeft. Ik ben
geboren in Paramaribo, Suriname, in de
tijd dat het land nog een kolonie van
Nederland was. Mijn moeder was amper
negentien jaar toen ze in verwachting
raakte van mij. Mijn vader was een ge­
trouwde man met destijds al twee kinde­
ren. Beiden zijn ze Hindoestaans en binnen
die cultuur was een ongehuwde moeder
een schande voor de familie. De familie
van mijn biologische moeder besloot dat
ik moest worden afgestaan. Mijn moeder
heeft mij na de bevalling alleen in de
verloskamer even gezien, daarna ben ik
meteen weggehaald. Ze heeft nog een
week in het ziekenhuis gelegen, tussen
andere pas bevallen moeders die hun
kindjes wel bij zich hadden. Die gedachte
doet me heel veel pijn. Een stukje verder­
op lag ik op de babyafdeling. Ik werd
verzorgd, kreeg mijn natje en mijn droog­
je, maar er was geen vertrouwd moeder­
figuur om me aan te hechten. Ik heb daar
de rest van mijn leven de naweeën van
gevoeld. In het aangaan van relaties mis ik
een basisvertrouwen.”
Liefde alleen is niet genoeg
“Zes weken heb ik in dat ziekenhuisbedje
gelegen, tot ik naar Nederland vertrok. Ik
ben bij mijn Nederlandse ouders terecht­
gekomen via het hoofd van de kraam­
afdeling, de zus van mijn adoptiemoeder.
Mijn adoptieouders waren toen 39 en 42
jaar, ongewenst kinderloos en gelovig
‘Hetvoelt
De in Suriname geboren
Nannie de Gier(46) werd
als baby van zes geadop-
teerd doorNederlandse
adoptieouders. Ze kijkt
zekerniet terug op een
vervelende jeugd, maarze
heeft erde rest van haar
leven wel de naweeën van
gevoeld. “Ik mis een
basisvertrouwen.”
Nannie werd geadopteerd
katholieke mensen. Mijn tante kende mijn
situatie en die van mijn adoptieouders en
dacht: één plus één is twee. Ik maak mijn
zus en haar man gelukkig met een kind
en red een klein meisje van een onzekere
toekomst. Met een verpleegster die op
verlof ging, ben ik op het vliegtuig naar
Nederland gezet, waar mijn ‘nieuwe’
ouders op me wachtten. Nog diezelfde
middag hing ik met mijn koppie boven de
doopvont, in het bijzijn van de rest van de
familie. Als Hindoe geboren, vanaf dat
moment katholiek.
Een jaar later kwam mijn zusje Thea. Uit
hetzelfde ziekenhuis, op dezelfde manier,
maar uit andere ouders. Het was belangrijk
dat zij ook een meisje was, want een broer
en zus zonder bloedband zouden op latere
leeftijd weleens gevoelens voor elkaar
kunnen krijgen. Het geeft aan dat het
allemaal ‘baby-op-bestelling’ was. Wat
adoptie verder op de lange termijn met
zich meebracht, hebben mijn ouders zich
niet afgevraagd. Ze deden het ook niet
vanuit een hoger ideaal. Wij kwamen
omdat zij vader en moeder wilden zijn.
En ach, als je maar genoeg liefde geeft,
komt het allemaal wel goed, dachten ze.
Liefde kregen we ook. Ik kijk niet terug op
een vervelende jeugd. Want wat er ook ▶
alsofikbaby-op-
bestellingwas’
40 11 | 14 4111 | 14
Persoonlijk
Ook vragen over je achtergrond?
Nannie schakelde bij de verwerking van haar adoptie-achtergrond en de
zoektocht naar haar biologische ouders kenniscentrum Fiom in. Fiom biedt
ondersteuning bij ongewenste zwangerschap, afstammingsvragen en het
zoeken naar biologische familie. Zie voor informatie: www.fiom.nl
speelde onderhuids, in mijn jeugd nam het
dagelijks leven de overhand. Ik herinner
me hoe ik op zaterdagochtend vaak ging
zwemmen met mijn vader, en hoe we dan
bij thuiskomst aanvielen op mijn moeders
gehaktschotel. Mijn liefste herinnering aan
mijn vader is dat we samen goed konden
behangen. Hij smeerde, ik plakte en we
kletsten over van alles en nog wat.
Maar liefde alleen is niet voldoende en
kan ook verstikkend werken. Mijn moeder
was van de goede vrede bewaren. Het
moest altijd gezellig zijn en moeilijke
ik Hindoe. Het is allemaal zo relatief.
Verder gedroeg ik me heel voorbeeldig.
Dat had ook anders gekund, want de
ingrediënten om hevig in protest te gaan
waren er. Maar juist de adoptie maakte
dat ik die echte harde confrontatie niet
aanging. Diep van binnen vond ik eigenlijk
dat ik niet mocht ‘zeuren’. Want we
waren toch ‘goed’ terechtgekomen?
Nu denk ik: dat is nog maar de vraag.
Ik ben érgens terechtgekomen. Wie zegt
dat dit de beste optie was? Ik had ook bij
andere mensen kunnen opgroeien. En als
interview:marloestervoort.fotografie:rolindawindhorst.haarenmake-up:tirzahwaasdorp.
36ste ging samenwonen, wist ik dat ik met
mezelf aan de slag moest, als ik wilde dat
deze relatie slaagde. Ik heb hulp gezocht
en ben de confrontatie met mijn verleden
aangegaan. De emoties die ik lang weg­
gestopt had kwamen boven. Emoties over
hoe het was om als bruin meisje op te
groeien in een blanke omgeving. Ik was
me op peuterleeftijd al heel erg bewust
van mijn andere huidskleur, mijn zus en ik
zijn ook heel lang de enigen op school
geweest met een andere kleur. Altijd was
er de angst om te worden afgewezen.
Gebrek aan herkenning van mezelf in mijn
ouders. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook
in hoe zij dingen deden en hoe ze dachten.
Een diploma halen vonden mijn ouders
belangrijk, maar dat je daarna nog verder
wilde studeren vonden ze onzin. We
moesten het niet zo hoog in onze bol
hebben. Het traditionele, roomse karakter
van mijn opvoeding speelde daarin een
grote rol. Mijn moeder zag het als levens-
invulling voor een vrouw om te trouwen
en kinderen te krijgen. Alles wat ik deed,
moest passen in dat beeld.
Naar buiten treden met het ontevreden
gevoel over mijn opvoeding, voelde als
verraad naar mijn ouders. Onder bege-
leiding ben ik toch het gesprek met ze
aangegaan. Ik voelde dat zij niet kregen
van mij wat ze hadden gehoopt. Ik was
niet de dochter die zij voor ogen hadden
gehad en ik wilde uitleggen hoe dat kwam.
Ik heb ze verteld dat ik niet blij was met
hoe zij in mijn jeugd met me om waren
gegaan, en dan vooral met de adoptie­
vraagstukken. Dat als je zelf geen open
kaart naar je kinderen speelt, je ook niet
kunt verwachten dat zij alles met je delen.
Mijn vader begreep het wel, mijn moeder
reageerde in eerste instantie defensief.
Ze hadden het toch met de beste intenties
gedaan? Die intenties heb ik nooit in
twijfel getrokken, maar juist hun goede
bedoelingen maakten het moeilijk te
praten over wat er niet goed was gegaan.
Pas na de dood van mijn vader in 2008
kon ik het er met mijn moeder wezenlijk
over hebben. Ik was inmiddels de veertig
gepasseerd, en na verschillende medische
pogingen om samen met mijn vriend
zwanger te raken, wist ik dat ik kinderloos
zou blijven. Mijn moeder en ik herkenden
ons nooit in elkaar, maar die ongewilde
kinderloosheid was iets waarover we
konden praten. Ze was ook een van de
weinigen die me vroegen hoe ik me daar­
onder voelde. Pas toen opende ze zich naar
me en vertelde ze wat zij allemaal had
doorstaan. Ik realiseerde me dat ze diep in
haar hart altijd die ongewenst kinderloze
vrouw was gebleven. En ik kon me dat
gevoel nu zo veel beter voorstellen, nu
we lotgenoten waren geworden.”
Culturele kloof
“Mijn biologische ouders heb ik uiteinde­
lijk allebei ontmoet. Via contacten die mijn
tante nog in Suriname had, heb ik mijn
moeder gevonden. Na een aantal jaren
schriftelijk contact heb ik haar voor het
eerst ontmoet toen ik 21 was. Mijn adop­
tieouders waren erbij, en familie van mijn
biologische moeder ook. Het was een ver­
vreemdende ervaring. Haar stem klonk
me vertrouwd in de oren, maar verder was
het geen feest van herkenning. Ze leek me
een heel lieve vrouw, maar de communi­
catie was moeizaam omdat ze slecht
Nederlands sprak. De culturele kloof
voelde groot en ik wist me geen raad met
familieleden die me wilden binnenhalen
als de verloren dochter: ik ben het enige
kind van mijn biologische moeder. Die
druk werd me te veel, en ik besloot daar­
om het contact te beperken tot briefjes
en kaartjes. Pas vijftien jaar later heb ik
de draad weer opgepakt en nu zie ik haar
regelmatig. Ze stelt zich bescheiden op
en claimt me niet, ze is vooral blij dat we
elkaar kunnen zien. Ik vind dat ook heel
prettig. Nu ik haar beter leer kennen, her­
ken ik bepaalde dingen van haar in mezelf.
Zij is ook stil en laat haar emoties niet snel
blijken, maar ook kleine dingen, zoals hoe
zij een plastic tasje opvouwt en opbergt,
doe ik precies hetzelfde. Als ik die over­
eenkomsten zie, moet ik van binnen
grijnzen.
Mijn biologische vader vond ik met
professionele hulp. Hij bleek een aardige
en vriendelijke man met mooie verhalen.
Met zijn vrouw heeft hij nog drie dochters
en drie zonen. Zijn vrouw weet niet dat
wij contact hebben, maar zijn andere kin­
deren weten inmiddels allemaal van mijn
bestaan, en vier van hen heb ik ook ont­
moet. Het hele gezin bleek halverwege de
jaren tachtig naar Nederland te zijn ver­
huisd, en ze wonen nu toevallig allemaal
niet ver bij me vandaan. Tijdens een eerste
ontmoeting met één van mijn halfbroers
kwamen we erachter dat wij elkaar al eer­
der waren tegengekomen. We fietsten de­
zelfde route naar ons werk en ooit keek hij
mij bij een stoplicht heel indringend aan,
want ik lijk op mijn jongste halfzus. Bizar.
Door een hersenbloeding is het spraak-
vermogen van mijn vader aangetast,
contact met hem is lastig. Uit de verhalen
van zijn kinderen hoor ik wat voor vader
hij voor hen is geweest, en daarmee ook
wat voor vader ik had kunnen hebben.
Tijdens een bezoek met een halfbroer aan
mijn vader was het mooi de band tussen
hen te zien. Tegelijkertijd voelde ik me
‘Naar buiten treden met het
ontevreden gevoel over
mijn opvoeding, voelde als
verraad naar mijn ouders’
ook zo’n buitenstaander. Zij zijn het gezin,
waarvan ik geen deel ben of kan zijn.”
Balans
“Mijn adoptieouders leven inmiddels geen
van beiden meer, mijn moeder overleed
een jaar na mijn vader. Het laatste jaar van
haar leven hebben we een paar mooie ge­
sprekken gevoerd. Vanuit de balans die we
leken te hebben gevonden, had ik graag
nog zo veel meer van haar willen weten en
met haar willen delen. Nu ze er allebei niet
meer zijn, mis ik ze meer dan ik me had
kunnen voorstellen. Ook al snapten ze niet
wat me bezighield, ze waren er altijd. Het
voelt kaler en leger. Ik heb een heel goede
band met mijn zusje Thea, maar het gezin
waarvan wij deel uitmaakten bestaat niet
meer. En dat doet toch pijn.” ■
gesprekken of discussies werden niet
gevoerd of snel afgekapt. Vooral praten
over mijn achtergrond was lastig. Zodra
het daarover ging, stond mijn moeder met
een dikke keel en tranen in haar ogen voor
me, bang dat ik haar zou ontkennen als
moeder. Ik conformeerde me. Als geadop­
teerd kind zet je de veiligheid die je hebt
niet op het spel: je wilt niet nog een keer
worden verlaten. Dus speelde ik netjes de
rol die mijn ouders van me verwachtten.
Omdat ik nooit echt mezelf kon zijn, kreeg
ik een gammel zelfbeeld en had ik weinig
zelfvertrouwen.”
Voorbeeldig kind
“Het geloof was belangrijk voor mijn
ouders. Als jong meisje ging ik daarin mee.
Pas in de puberteit begon ik in opstand
te komen. Op mijn zeventiende besloot ik
radicaal: nu ga ik niet meer. Dat vonden
mijn ouders heel erg, maar echt escaleren
deed het niet, want ze wilden me niet
kwijtraken. Mijn moeder zei wel: je hebt
Jezus nodig! En ik dacht alleen maar: als ik
bij mijn eigen ouders was opgegroeid, was
ik niet naar Nederland was gekomen, wil
dat niet zeggen dat ik per definitie slechter
af was geweest. Dat is het tweeslachtige
aan het bestaan als geadopteerde en het
ontwikkelen van je identiteit: het is alle­
maal zo betrekkelijk. Als je bij je eigen
ouders opgroeit, weet je dat je daar thuis­
hoort, alternatieve scenario’s zijn er niet.
Maar voor mij had het leven op heel veel
manieren kunnen verlopen.
Dat ik me een lange periode in mijn
puberteit ontzettend lamlendig voelde,
bracht niemand in verband met mijn
adoptie-achtergrond. Ik dreef op ratio,
mijn overlevingsmechanisme, ontdekte ik
later. Heel lang was ik toeschouwer van
mijn eigen leven, en geen deelnemer.
Ik hield vooral rekening met andermans
gevoelens, maar niet met die van
mezelf.”
Altijd angst voor afwijzing
“Dat ik last had van emotionele blokkades
was me in de loop van de tijd wel duidelijk
geworden. Ik vond het moeilijk om
relaties aan te gaan, en toen ik op mijn
42 11 | 14 4311 | 14

More Related Content

Similar to 14-11-nannie-werd-geadopteerd

Mgs1504p24 28 bammoeder
Mgs1504p24 28 bammoederMgs1504p24 28 bammoeder
Mgs1504p24 28 bammoeder
Annemarie Kap
 
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2guest19d1f48
 
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-ouders
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-oudersm46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-ouders
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-oudersMarloes Tervoort
 
DDL-20141030-04004GO001
DDL-20141030-04004GO001DDL-20141030-04004GO001
DDL-20141030-04004GO001Peter Verhaegh
 
Liesbeth List heeft haar leven lief
Liesbeth List heeft haar leven liefLiesbeth List heeft haar leven lief
Liesbeth List heeft haar leven lief
bregtjeknaap
 
PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019
ssuser4a804c
 
In alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is KaatIn alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is Kaat
Kim Noach
 
In alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is KaatIn alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is Kaat
Kim Noach
 
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine RijswijkOnmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
RicardoMarchetti3
 
Panorama Over Yes We Can Clinics
Panorama Over Yes We Can ClinicsPanorama Over Yes We Can Clinics
Panorama Over Yes We Can Clinicsreitsmas
 
Lessen in liefde
Lessen in liefdeLessen in liefde
Lessen in liefdeRika Ponnet
 
Tweelingverlies
TweelingverliesTweelingverlies
Tweelingverlies
hildelingier
 
Cv krijn zorg
Cv krijn zorgCv krijn zorg
Cv krijn zorg
Krijn kok
 
StadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineStadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineFrank Penders
 
Fnvb Magazine Daan Westerink
Fnvb Magazine Daan WesterinkFnvb Magazine Daan Westerink
Fnvb Magazine Daan Westerink
Daan Westerink
 
GroterGroeien mei 2010 Enigkind
GroterGroeien mei 2010 EnigkindGroterGroeien mei 2010 Enigkind
GroterGroeien mei 2010 Enigkind
Mirjam van Zelst
 

Similar to 14-11-nannie-werd-geadopteerd (20)

Mgs1504p24 28 bammoeder
Mgs1504p24 28 bammoederMgs1504p24 28 bammoeder
Mgs1504p24 28 bammoeder
 
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2
Adoptieverhaal Eindhovens Dagblad 2
 
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-ouders
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-oudersm46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-ouders
m46-relatieswelke-herinneringen-maak-jij-met-je-ouders
 
DDL-20141030-04004GO001
DDL-20141030-04004GO001DDL-20141030-04004GO001
DDL-20141030-04004GO001
 
Liesbeth List heeft haar leven lief
Liesbeth List heeft haar leven liefLiesbeth List heeft haar leven lief
Liesbeth List heeft haar leven lief
 
Verlies
VerliesVerlies
Verlies
 
PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019PsyXpert-nr1-2019
PsyXpert-nr1-2019
 
In alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is KaatIn alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is Kaat
 
In alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is KaatIn alles intens, dat is Kaat
In alles intens, dat is Kaat
 
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine RijswijkOnmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
Onmisbare helden - Mantelzorg magazine Rijswijk
 
Christina Curry
Christina CurryChristina Curry
Christina Curry
 
Panorama Over Yes We Can Clinics
Panorama Over Yes We Can ClinicsPanorama Over Yes We Can Clinics
Panorama Over Yes We Can Clinics
 
Verhaal ton oud hagenaar
Verhaal ton oud hagenaarVerhaal ton oud hagenaar
Verhaal ton oud hagenaar
 
Lessen in liefde
Lessen in liefdeLessen in liefde
Lessen in liefde
 
emo-interview2
emo-interview2emo-interview2
emo-interview2
 
Tweelingverlies
TweelingverliesTweelingverlies
Tweelingverlies
 
Cv krijn zorg
Cv krijn zorgCv krijn zorg
Cv krijn zorg
 
StadsGezichten_online
StadsGezichten_onlineStadsGezichten_online
StadsGezichten_online
 
Fnvb Magazine Daan Westerink
Fnvb Magazine Daan WesterinkFnvb Magazine Daan Westerink
Fnvb Magazine Daan Westerink
 
GroterGroeien mei 2010 Enigkind
GroterGroeien mei 2010 EnigkindGroterGroeien mei 2010 Enigkind
GroterGroeien mei 2010 Enigkind
 

14-11-nannie-werd-geadopteerd

  • 1. “Verhalen over adoptie gaan vaak over zware ellende, of het zijn juist jubelende suc- cesverhalen. Dat er ook een genuanceerde versie is, hoor je meestal niet. Terwijl adoptie zoveel facetten heeft. Ik ben geboren in Paramaribo, Suriname, in de tijd dat het land nog een kolonie van Nederland was. Mijn moeder was amper negentien jaar toen ze in verwachting raakte van mij. Mijn vader was een ge­ trouwde man met destijds al twee kinde­ ren. Beiden zijn ze Hindoestaans en binnen die cultuur was een ongehuwde moeder een schande voor de familie. De familie van mijn biologische moeder besloot dat ik moest worden afgestaan. Mijn moeder heeft mij na de bevalling alleen in de verloskamer even gezien, daarna ben ik meteen weggehaald. Ze heeft nog een week in het ziekenhuis gelegen, tussen andere pas bevallen moeders die hun kindjes wel bij zich hadden. Die gedachte doet me heel veel pijn. Een stukje verder­ op lag ik op de babyafdeling. Ik werd verzorgd, kreeg mijn natje en mijn droog­ je, maar er was geen vertrouwd moeder­ figuur om me aan te hechten. Ik heb daar de rest van mijn leven de naweeën van gevoeld. In het aangaan van relaties mis ik een basisvertrouwen.” Liefde alleen is niet genoeg “Zes weken heb ik in dat ziekenhuisbedje gelegen, tot ik naar Nederland vertrok. Ik ben bij mijn Nederlandse ouders terecht­ gekomen via het hoofd van de kraam­ afdeling, de zus van mijn adoptiemoeder. Mijn adoptieouders waren toen 39 en 42 jaar, ongewenst kinderloos en gelovig ‘Hetvoelt De in Suriname geboren Nannie de Gier(46) werd als baby van zes geadop- teerd doorNederlandse adoptieouders. Ze kijkt zekerniet terug op een vervelende jeugd, maarze heeft erde rest van haar leven wel de naweeën van gevoeld. “Ik mis een basisvertrouwen.” Nannie werd geadopteerd katholieke mensen. Mijn tante kende mijn situatie en die van mijn adoptieouders en dacht: één plus één is twee. Ik maak mijn zus en haar man gelukkig met een kind en red een klein meisje van een onzekere toekomst. Met een verpleegster die op verlof ging, ben ik op het vliegtuig naar Nederland gezet, waar mijn ‘nieuwe’ ouders op me wachtten. Nog diezelfde middag hing ik met mijn koppie boven de doopvont, in het bijzijn van de rest van de familie. Als Hindoe geboren, vanaf dat moment katholiek. Een jaar later kwam mijn zusje Thea. Uit hetzelfde ziekenhuis, op dezelfde manier, maar uit andere ouders. Het was belangrijk dat zij ook een meisje was, want een broer en zus zonder bloedband zouden op latere leeftijd weleens gevoelens voor elkaar kunnen krijgen. Het geeft aan dat het allemaal ‘baby-op-bestelling’ was. Wat adoptie verder op de lange termijn met zich meebracht, hebben mijn ouders zich niet afgevraagd. Ze deden het ook niet vanuit een hoger ideaal. Wij kwamen omdat zij vader en moeder wilden zijn. En ach, als je maar genoeg liefde geeft, komt het allemaal wel goed, dachten ze. Liefde kregen we ook. Ik kijk niet terug op een vervelende jeugd. Want wat er ook ▶ alsofikbaby-op- bestellingwas’ 40 11 | 14 4111 | 14 Persoonlijk
  • 2. Ook vragen over je achtergrond? Nannie schakelde bij de verwerking van haar adoptie-achtergrond en de zoektocht naar haar biologische ouders kenniscentrum Fiom in. Fiom biedt ondersteuning bij ongewenste zwangerschap, afstammingsvragen en het zoeken naar biologische familie. Zie voor informatie: www.fiom.nl speelde onderhuids, in mijn jeugd nam het dagelijks leven de overhand. Ik herinner me hoe ik op zaterdagochtend vaak ging zwemmen met mijn vader, en hoe we dan bij thuiskomst aanvielen op mijn moeders gehaktschotel. Mijn liefste herinnering aan mijn vader is dat we samen goed konden behangen. Hij smeerde, ik plakte en we kletsten over van alles en nog wat. Maar liefde alleen is niet voldoende en kan ook verstikkend werken. Mijn moeder was van de goede vrede bewaren. Het moest altijd gezellig zijn en moeilijke ik Hindoe. Het is allemaal zo relatief. Verder gedroeg ik me heel voorbeeldig. Dat had ook anders gekund, want de ingrediënten om hevig in protest te gaan waren er. Maar juist de adoptie maakte dat ik die echte harde confrontatie niet aanging. Diep van binnen vond ik eigenlijk dat ik niet mocht ‘zeuren’. Want we waren toch ‘goed’ terechtgekomen? Nu denk ik: dat is nog maar de vraag. Ik ben érgens terechtgekomen. Wie zegt dat dit de beste optie was? Ik had ook bij andere mensen kunnen opgroeien. En als interview:marloestervoort.fotografie:rolindawindhorst.haarenmake-up:tirzahwaasdorp. 36ste ging samenwonen, wist ik dat ik met mezelf aan de slag moest, als ik wilde dat deze relatie slaagde. Ik heb hulp gezocht en ben de confrontatie met mijn verleden aangegaan. De emoties die ik lang weg­ gestopt had kwamen boven. Emoties over hoe het was om als bruin meisje op te groeien in een blanke omgeving. Ik was me op peuterleeftijd al heel erg bewust van mijn andere huidskleur, mijn zus en ik zijn ook heel lang de enigen op school geweest met een andere kleur. Altijd was er de angst om te worden afgewezen. Gebrek aan herkenning van mezelf in mijn ouders. Niet alleen qua uiterlijk, maar ook in hoe zij dingen deden en hoe ze dachten. Een diploma halen vonden mijn ouders belangrijk, maar dat je daarna nog verder wilde studeren vonden ze onzin. We moesten het niet zo hoog in onze bol hebben. Het traditionele, roomse karakter van mijn opvoeding speelde daarin een grote rol. Mijn moeder zag het als levens- invulling voor een vrouw om te trouwen en kinderen te krijgen. Alles wat ik deed, moest passen in dat beeld. Naar buiten treden met het ontevreden gevoel over mijn opvoeding, voelde als verraad naar mijn ouders. Onder bege- leiding ben ik toch het gesprek met ze aangegaan. Ik voelde dat zij niet kregen van mij wat ze hadden gehoopt. Ik was niet de dochter die zij voor ogen hadden gehad en ik wilde uitleggen hoe dat kwam. Ik heb ze verteld dat ik niet blij was met hoe zij in mijn jeugd met me om waren gegaan, en dan vooral met de adoptie­ vraagstukken. Dat als je zelf geen open kaart naar je kinderen speelt, je ook niet kunt verwachten dat zij alles met je delen. Mijn vader begreep het wel, mijn moeder reageerde in eerste instantie defensief. Ze hadden het toch met de beste intenties gedaan? Die intenties heb ik nooit in twijfel getrokken, maar juist hun goede bedoelingen maakten het moeilijk te praten over wat er niet goed was gegaan. Pas na de dood van mijn vader in 2008 kon ik het er met mijn moeder wezenlijk over hebben. Ik was inmiddels de veertig gepasseerd, en na verschillende medische pogingen om samen met mijn vriend zwanger te raken, wist ik dat ik kinderloos zou blijven. Mijn moeder en ik herkenden ons nooit in elkaar, maar die ongewilde kinderloosheid was iets waarover we konden praten. Ze was ook een van de weinigen die me vroegen hoe ik me daar­ onder voelde. Pas toen opende ze zich naar me en vertelde ze wat zij allemaal had doorstaan. Ik realiseerde me dat ze diep in haar hart altijd die ongewenst kinderloze vrouw was gebleven. En ik kon me dat gevoel nu zo veel beter voorstellen, nu we lotgenoten waren geworden.” Culturele kloof “Mijn biologische ouders heb ik uiteinde­ lijk allebei ontmoet. Via contacten die mijn tante nog in Suriname had, heb ik mijn moeder gevonden. Na een aantal jaren schriftelijk contact heb ik haar voor het eerst ontmoet toen ik 21 was. Mijn adop­ tieouders waren erbij, en familie van mijn biologische moeder ook. Het was een ver­ vreemdende ervaring. Haar stem klonk me vertrouwd in de oren, maar verder was het geen feest van herkenning. Ze leek me een heel lieve vrouw, maar de communi­ catie was moeizaam omdat ze slecht Nederlands sprak. De culturele kloof voelde groot en ik wist me geen raad met familieleden die me wilden binnenhalen als de verloren dochter: ik ben het enige kind van mijn biologische moeder. Die druk werd me te veel, en ik besloot daar­ om het contact te beperken tot briefjes en kaartjes. Pas vijftien jaar later heb ik de draad weer opgepakt en nu zie ik haar regelmatig. Ze stelt zich bescheiden op en claimt me niet, ze is vooral blij dat we elkaar kunnen zien. Ik vind dat ook heel prettig. Nu ik haar beter leer kennen, her­ ken ik bepaalde dingen van haar in mezelf. Zij is ook stil en laat haar emoties niet snel blijken, maar ook kleine dingen, zoals hoe zij een plastic tasje opvouwt en opbergt, doe ik precies hetzelfde. Als ik die over­ eenkomsten zie, moet ik van binnen grijnzen. Mijn biologische vader vond ik met professionele hulp. Hij bleek een aardige en vriendelijke man met mooie verhalen. Met zijn vrouw heeft hij nog drie dochters en drie zonen. Zijn vrouw weet niet dat wij contact hebben, maar zijn andere kin­ deren weten inmiddels allemaal van mijn bestaan, en vier van hen heb ik ook ont­ moet. Het hele gezin bleek halverwege de jaren tachtig naar Nederland te zijn ver­ huisd, en ze wonen nu toevallig allemaal niet ver bij me vandaan. Tijdens een eerste ontmoeting met één van mijn halfbroers kwamen we erachter dat wij elkaar al eer­ der waren tegengekomen. We fietsten de­ zelfde route naar ons werk en ooit keek hij mij bij een stoplicht heel indringend aan, want ik lijk op mijn jongste halfzus. Bizar. Door een hersenbloeding is het spraak- vermogen van mijn vader aangetast, contact met hem is lastig. Uit de verhalen van zijn kinderen hoor ik wat voor vader hij voor hen is geweest, en daarmee ook wat voor vader ik had kunnen hebben. Tijdens een bezoek met een halfbroer aan mijn vader was het mooi de band tussen hen te zien. Tegelijkertijd voelde ik me ‘Naar buiten treden met het ontevreden gevoel over mijn opvoeding, voelde als verraad naar mijn ouders’ ook zo’n buitenstaander. Zij zijn het gezin, waarvan ik geen deel ben of kan zijn.” Balans “Mijn adoptieouders leven inmiddels geen van beiden meer, mijn moeder overleed een jaar na mijn vader. Het laatste jaar van haar leven hebben we een paar mooie ge­ sprekken gevoerd. Vanuit de balans die we leken te hebben gevonden, had ik graag nog zo veel meer van haar willen weten en met haar willen delen. Nu ze er allebei niet meer zijn, mis ik ze meer dan ik me had kunnen voorstellen. Ook al snapten ze niet wat me bezighield, ze waren er altijd. Het voelt kaler en leger. Ik heb een heel goede band met mijn zusje Thea, maar het gezin waarvan wij deel uitmaakten bestaat niet meer. En dat doet toch pijn.” ■ gesprekken of discussies werden niet gevoerd of snel afgekapt. Vooral praten over mijn achtergrond was lastig. Zodra het daarover ging, stond mijn moeder met een dikke keel en tranen in haar ogen voor me, bang dat ik haar zou ontkennen als moeder. Ik conformeerde me. Als geadop­ teerd kind zet je de veiligheid die je hebt niet op het spel: je wilt niet nog een keer worden verlaten. Dus speelde ik netjes de rol die mijn ouders van me verwachtten. Omdat ik nooit echt mezelf kon zijn, kreeg ik een gammel zelfbeeld en had ik weinig zelfvertrouwen.” Voorbeeldig kind “Het geloof was belangrijk voor mijn ouders. Als jong meisje ging ik daarin mee. Pas in de puberteit begon ik in opstand te komen. Op mijn zeventiende besloot ik radicaal: nu ga ik niet meer. Dat vonden mijn ouders heel erg, maar echt escaleren deed het niet, want ze wilden me niet kwijtraken. Mijn moeder zei wel: je hebt Jezus nodig! En ik dacht alleen maar: als ik bij mijn eigen ouders was opgegroeid, was ik niet naar Nederland was gekomen, wil dat niet zeggen dat ik per definitie slechter af was geweest. Dat is het tweeslachtige aan het bestaan als geadopteerde en het ontwikkelen van je identiteit: het is alle­ maal zo betrekkelijk. Als je bij je eigen ouders opgroeit, weet je dat je daar thuis­ hoort, alternatieve scenario’s zijn er niet. Maar voor mij had het leven op heel veel manieren kunnen verlopen. Dat ik me een lange periode in mijn puberteit ontzettend lamlendig voelde, bracht niemand in verband met mijn adoptie-achtergrond. Ik dreef op ratio, mijn overlevingsmechanisme, ontdekte ik later. Heel lang was ik toeschouwer van mijn eigen leven, en geen deelnemer. Ik hield vooral rekening met andermans gevoelens, maar niet met die van mezelf.” Altijd angst voor afwijzing “Dat ik last had van emotionele blokkades was me in de loop van de tijd wel duidelijk geworden. Ik vond het moeilijk om relaties aan te gaan, en toen ik op mijn 42 11 | 14 4311 | 14