3. Ik doe de deur open. Twee gezichten kijken me vriendelijk aan. “Euhm hoi.” zeg
ik twijfelend. “Haaai! Zegt het meisje vrolijk.” “Kom binnen.” antwoord ik. Wie het
ook zijn. Ze zien er aardig uit.
4. De jongen stapt naar binnen en drukt een kus op mijn lippen. Dat brengt me even
van mijn stuk. Ik weet niet eens hoe hij heet! Denk ik bij mezelf. Het meisje rolt
duidelijk met haar ogen en zegt dan: “Gek! Waarom heb je je uniform nog niet aan?!
Zonder uniform komen wij de school niet binnen hoor.”
5. “Ohja...” zeg ik. Ik race naar de kleren en tover er op goed geluk een uniformpje
tussenuit. Een kans om naar school te gaan laat ik niet schieten.
6. School is eigenlijk niet eens zo intressant. Wel gezellig natuurlijk... Maar niet
intressant. Thuis moet ik gelijk aan mijn huiswerk en daarna is het al bijna avond.
7. 'S avonds lees ik nog een boek. Het is heel erg spannend en eist mijn volle
aandacht op. Ik kijk op de voorkant. Edgar Ellen Poe, een bundel van de meest
griezelige engelse verhalen. Vooral omdat het engels is kost het veel aandacht
en energie.
8. Aan het eind van het hoofdstuk ben ik helemaal op, en ik leg het boek op mijn
nachtkastje. Ik sluit even mijn ogen. Met een grote grijns bedenk ik het hele
verhaal nog even na. Todat.... “Lilly!” Mijn naam.... een stem vanuit de verte. Ik
schrik. Wie is dat?!