SlideShare a Scribd company logo
1 of 2
Ik heb veel gedragen,<br />Gedachten over Multatuli.PRIVATE <br />Zo luidt de hartekreet van een gedreven, emotioneel overgevoelige en tegelijkertijd een met intellect en humor behept man. Eduard Douwes Dekker, die onder dit pseudoniem quot;
Multatuliquot;
 (ik heb veel geleden/gedragen), schreef werd helaas in de verkeerde tijd geboren. Als hij in onze tijd geboren was had hij wellicht meer weerklank gevonden door zijn emoties en ongenoegen met het functioneren van deze wereld te uiten. Dat was in zijn tijd echter niet comme il faux. In onze tijd kan een in eigen ogen miskend genie uit zijn onbegrepen-zijn nog een zekere status distilleren. Douwes Dekker werd werkelijk niet begrepen. Slechts enkele van zijn literaire vrienden konden zijn werk wel waarderen. Niet dat zijn tijd geen gedreven mensen kende, maar dit was of op het strijdtoneel, of op het godsdienstig vlak. Multatuli was te zacht voor actieve strijd en atheïst, waardoor deze mogelijkheden voor hem uitgesloten waren. Negatieve opmerkingen over of parodieën op godsdienst of godsdienstige personen kon men toen niet waarderen. Het type van dominee Grembaard werd alom bejubeld (kent u die uitdrukking?), dominee Wavelaar, een minstens zo sterk type uit de Max Havelaar, was heiligheidsschennis. <br />Zijn genoemde gedrevenheid en wat dies meer zij komt het best tot uitdrukking in zijn, al genoemde, bekendste werk, de quot;
Max Havelaar, of de koffie-veilingen der Nederlandsche Handel-maatschappijquot;
 (1860). Gelijk Luther de maat vol vond en het Nieuwe Testament in zes weken in het Duits vertaalde, waarbij hij regelmatig met inktpotten gooide om de duivel te verdrijven, zo schreef Douwes Dekker in enkele weken quot;
het schoonste Hollandsch letterkundig werk der eeuwquot;
, zoals van Deyssel het noemde. Terwijl Luther min of meer comfortabel op het kasteel van zijn vriend verbleef, was Douwes Dekker, door iedereen afgewezen, gedoemd zijn werk op een zolderkamer in Brussel onder behoeftige omstandigheden te schrijven. Het origineel beslaat 860 bladzijden. Hij moet aan een stuk door hebben geschreven. Zelfs als we weten dat het ten dele autobiografisch is, is dit toch een opmerkelijke prestatie. Het boek verhaalt deels over zijn eigen ervaringen als assistent-resident in Lebak, gezien door de ogen van de verhaalfiguur Max Havelaar. Zijn eigen ervaringen in diezelfde dienst hadden hem, nauwelijks in functie, een aanklacht doen indienen tegen een inlands hoofd van de bevolking. De aanklacht was machtsmisbruik, knevelarij en afpersing van de bevolking, praktijken die door het Nederlands gezag getolereerd werden omwille van de quot;
rustige rustquot;
. Nadat zijn kritiek terzijde was gelegd, vroeg hij eervol ontslag aan. Hierna volgde een periode van omzwervingen, veelal zonder zijn gezin en in benarde omstandigheden. In 1859 schreef hij toen de quot;
Max Havelaarquot;
. Over dit boek verontrust bood minister van Koloniën Rochussen hem een betrekking in de West aan, om hem uit het zicht te krijgen. Douwes Dekker weigerde, solliciteerde naar een invloedrijke functie (Raad van Indië) en, nadat hij hiervoor geweigerd was, publiceerde hij zijn boek door bemiddeling en met tekstwijzigingen van Jacob van Lennep. Het is een aanklacht tegen de praktijken van Nederland en de Nederlandse regering in Indië, opgedragen aan Willem III, aan wie hij aan het eind van het boek zijn klacht kenbaar maakt (quot;
Er ligt een roofstaat tussen West-Friesland en de Schelde...quot;
). <br />Deze uitgave gaf hem zeker geen erkenning of een doorbraak van zijn schrijverschap. Hij heeft jaren geaarzeld tussen de politiek en zijn schrijversambities. Hoewel hij dus, zoals uit de commentaren van literaire vrienden uit zijn tijd blijkt, wel degelijk kon schrijven, koos hij de verkeerde onderwerpen. Zijn miskenning is echter niet geheel toe te schrijven aan de onverschilligheid van zijn omgeving ten aanzien van de door hem gehekelde misstanden. Hij had zijn karakter niet mee. Zijn verhouding tot zijn medemensen werd onder het algemeen gekenmerkt door misverstanden. In het literaire leven voerde dit tot een voortdurende polemiek. Op vele manieren kon hij het leven, althans in die maatschappij, niet aan. Zo kon hij bijvoorbeeld ook niet met geld omgaan. Hij was voortdurend blut en probeerde dan aan de speeltafel zijn chronisch geldgebrek op te heffen.<br />Na vele omzwervingen, met name in Duitsland en Italië, vestigde hij zich tenslotte in Nieder-Ingelheim, met behulp van door bewonderaars bijeengebrachte fondsen. <br />Hoewel het als in dit stuk als leidraad gebruikte boek de quot;
Max Havelaarquot;
 het bekendste is (zijn andere werken worden vrijwel niet meer gelezen) oogste Douwes Dekker ook met andere werken literair succes. In de quot;
Ideeënquot;
, een bonte verzameling aforismen, parabels en uiterst subjectieve commentaren op politieke en maatschappelijke misstanden, toont Douwes Dekker zich de quot;
virtuoos van het sarcasmequot;
 (Busken Huet). In deze lijn kunnen we ook quot;
Woutertje Pietersequot;
 zien, de eerste Nederlandse roman van het kinderleven. Het is een idylisch-romantische uitbeelding van een gevoelig en van edele daden dromend jongetje in het karikaturaal getekende kleinburgelijke milieu van broer Stoffel, juffrouw Laps en Meester Pennewip. Ook hierin komen we Douwes Dekker zelf weer tegen: de pur-sang romanticus, die niet alleen buiten zijn eeuw stond in zijn politieke opvattingen, maar ook, door de manier waarop hij misstanden literair aan de kaak stelde, de Nederlandse schrijftaal bevrijdde van haar toenmalige klassicistische stijfheid en onnatuur, die zeker nu nog de moeite van het lezen waard zijn.<br />Drs. Sjon Onnekink. <br />Overige werken:<br />Het gebed van de onwetende (1861)<br />Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb! (1861)<br />Minnebrieven (1861)<br />Over vrije arbeid in Nederlandsch Indië (1862)<br />De zegen Gods door Waterloo (1865)<br />Een en ander, naar aanleiding van Bosscha's Pruisen en Nederland (1867)<br />Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten (1871)<br />Millioenenstudieën (1872)<br />Toneelstukken:<br />De bruid daarboven (1864)<br />Vorstenschool (1872)<br />Aleid (1891)<br />
Ik heb veel gedragen, gedachten over Multatuli.

More Related Content

Viewers also liked

Linea del tiempo_educacion_fisica(8)
Linea del tiempo_educacion_fisica(8)Linea del tiempo_educacion_fisica(8)
Linea del tiempo_educacion_fisica(8)Gloria Alvarado
 
Multimodal Presentation World Literature 1
Multimodal Presentation World Literature 1Multimodal Presentation World Literature 1
Multimodal Presentation World Literature 1dmills1989
 
ENGL220 Iliad Books I-IV
ENGL220 Iliad Books I-IVENGL220 Iliad Books I-IV
ENGL220 Iliad Books I-IVBVUTLTC
 
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)Yen Bunsoy
 
WORLD LITERATURE: A Brief Introduction
WORLD LITERATURE: A Brief IntroductionWORLD LITERATURE: A Brief Introduction
WORLD LITERATURE: A Brief IntroductionMYDA ANGELICA SUAN
 

Viewers also liked (8)

Linea del tiempo_educacion_fisica(8)
Linea del tiempo_educacion_fisica(8)Linea del tiempo_educacion_fisica(8)
Linea del tiempo_educacion_fisica(8)
 
Huron 5 c
Huron 5 cHuron 5 c
Huron 5 c
 
Work 1
Work 1Work 1
Work 1
 
Multimodal Presentation World Literature 1
Multimodal Presentation World Literature 1Multimodal Presentation World Literature 1
Multimodal Presentation World Literature 1
 
ENGL220 Iliad Books I-IV
ENGL220 Iliad Books I-IVENGL220 Iliad Books I-IV
ENGL220 Iliad Books I-IV
 
The Iliad
The Iliad The Iliad
The Iliad
 
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)
The Iliad by Homer (Yeng Bunsoy)
 
WORLD LITERATURE: A Brief Introduction
WORLD LITERATURE: A Brief IntroductionWORLD LITERATURE: A Brief Introduction
WORLD LITERATURE: A Brief Introduction
 

Ik heb veel gedragen, gedachten over Multatuli.

  • 1. Ik heb veel gedragen,<br />Gedachten over Multatuli.PRIVATE <br />Zo luidt de hartekreet van een gedreven, emotioneel overgevoelige en tegelijkertijd een met intellect en humor behept man. Eduard Douwes Dekker, die onder dit pseudoniem quot; Multatuliquot; (ik heb veel geleden/gedragen), schreef werd helaas in de verkeerde tijd geboren. Als hij in onze tijd geboren was had hij wellicht meer weerklank gevonden door zijn emoties en ongenoegen met het functioneren van deze wereld te uiten. Dat was in zijn tijd echter niet comme il faux. In onze tijd kan een in eigen ogen miskend genie uit zijn onbegrepen-zijn nog een zekere status distilleren. Douwes Dekker werd werkelijk niet begrepen. Slechts enkele van zijn literaire vrienden konden zijn werk wel waarderen. Niet dat zijn tijd geen gedreven mensen kende, maar dit was of op het strijdtoneel, of op het godsdienstig vlak. Multatuli was te zacht voor actieve strijd en atheïst, waardoor deze mogelijkheden voor hem uitgesloten waren. Negatieve opmerkingen over of parodieën op godsdienst of godsdienstige personen kon men toen niet waarderen. Het type van dominee Grembaard werd alom bejubeld (kent u die uitdrukking?), dominee Wavelaar, een minstens zo sterk type uit de Max Havelaar, was heiligheidsschennis. <br />Zijn genoemde gedrevenheid en wat dies meer zij komt het best tot uitdrukking in zijn, al genoemde, bekendste werk, de quot; Max Havelaar, of de koffie-veilingen der Nederlandsche Handel-maatschappijquot; (1860). Gelijk Luther de maat vol vond en het Nieuwe Testament in zes weken in het Duits vertaalde, waarbij hij regelmatig met inktpotten gooide om de duivel te verdrijven, zo schreef Douwes Dekker in enkele weken quot; het schoonste Hollandsch letterkundig werk der eeuwquot; , zoals van Deyssel het noemde. Terwijl Luther min of meer comfortabel op het kasteel van zijn vriend verbleef, was Douwes Dekker, door iedereen afgewezen, gedoemd zijn werk op een zolderkamer in Brussel onder behoeftige omstandigheden te schrijven. Het origineel beslaat 860 bladzijden. Hij moet aan een stuk door hebben geschreven. Zelfs als we weten dat het ten dele autobiografisch is, is dit toch een opmerkelijke prestatie. Het boek verhaalt deels over zijn eigen ervaringen als assistent-resident in Lebak, gezien door de ogen van de verhaalfiguur Max Havelaar. Zijn eigen ervaringen in diezelfde dienst hadden hem, nauwelijks in functie, een aanklacht doen indienen tegen een inlands hoofd van de bevolking. De aanklacht was machtsmisbruik, knevelarij en afpersing van de bevolking, praktijken die door het Nederlands gezag getolereerd werden omwille van de quot; rustige rustquot; . Nadat zijn kritiek terzijde was gelegd, vroeg hij eervol ontslag aan. Hierna volgde een periode van omzwervingen, veelal zonder zijn gezin en in benarde omstandigheden. In 1859 schreef hij toen de quot; Max Havelaarquot; . Over dit boek verontrust bood minister van Koloniën Rochussen hem een betrekking in de West aan, om hem uit het zicht te krijgen. Douwes Dekker weigerde, solliciteerde naar een invloedrijke functie (Raad van Indië) en, nadat hij hiervoor geweigerd was, publiceerde hij zijn boek door bemiddeling en met tekstwijzigingen van Jacob van Lennep. Het is een aanklacht tegen de praktijken van Nederland en de Nederlandse regering in Indië, opgedragen aan Willem III, aan wie hij aan het eind van het boek zijn klacht kenbaar maakt (quot; Er ligt een roofstaat tussen West-Friesland en de Schelde...quot; ). <br />Deze uitgave gaf hem zeker geen erkenning of een doorbraak van zijn schrijverschap. Hij heeft jaren geaarzeld tussen de politiek en zijn schrijversambities. Hoewel hij dus, zoals uit de commentaren van literaire vrienden uit zijn tijd blijkt, wel degelijk kon schrijven, koos hij de verkeerde onderwerpen. Zijn miskenning is echter niet geheel toe te schrijven aan de onverschilligheid van zijn omgeving ten aanzien van de door hem gehekelde misstanden. Hij had zijn karakter niet mee. Zijn verhouding tot zijn medemensen werd onder het algemeen gekenmerkt door misverstanden. In het literaire leven voerde dit tot een voortdurende polemiek. Op vele manieren kon hij het leven, althans in die maatschappij, niet aan. Zo kon hij bijvoorbeeld ook niet met geld omgaan. Hij was voortdurend blut en probeerde dan aan de speeltafel zijn chronisch geldgebrek op te heffen.<br />Na vele omzwervingen, met name in Duitsland en Italië, vestigde hij zich tenslotte in Nieder-Ingelheim, met behulp van door bewonderaars bijeengebrachte fondsen. <br />Hoewel het als in dit stuk als leidraad gebruikte boek de quot; Max Havelaarquot; het bekendste is (zijn andere werken worden vrijwel niet meer gelezen) oogste Douwes Dekker ook met andere werken literair succes. In de quot; Ideeënquot; , een bonte verzameling aforismen, parabels en uiterst subjectieve commentaren op politieke en maatschappelijke misstanden, toont Douwes Dekker zich de quot; virtuoos van het sarcasmequot; (Busken Huet). In deze lijn kunnen we ook quot; Woutertje Pietersequot; zien, de eerste Nederlandse roman van het kinderleven. Het is een idylisch-romantische uitbeelding van een gevoelig en van edele daden dromend jongetje in het karikaturaal getekende kleinburgelijke milieu van broer Stoffel, juffrouw Laps en Meester Pennewip. Ook hierin komen we Douwes Dekker zelf weer tegen: de pur-sang romanticus, die niet alleen buiten zijn eeuw stond in zijn politieke opvattingen, maar ook, door de manier waarop hij misstanden literair aan de kaak stelde, de Nederlandse schrijftaal bevrijdde van haar toenmalige klassicistische stijfheid en onnatuur, die zeker nu nog de moeite van het lezen waard zijn.<br />Drs. Sjon Onnekink. <br />Overige werken:<br />Het gebed van de onwetende (1861)<br />Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb! (1861)<br />Minnebrieven (1861)<br />Over vrije arbeid in Nederlandsch Indië (1862)<br />De zegen Gods door Waterloo (1865)<br />Een en ander, naar aanleiding van Bosscha's Pruisen en Nederland (1867)<br />Duizend en eenige hoofdstukken over specialiteiten (1871)<br />Millioenenstudieën (1872)<br />Toneelstukken:<br />De bruid daarboven (1864)<br />Vorstenschool (1872)<br />Aleid (1891)<br />