1. 1
Hoe de stad Antwerpen aan zijn naam kwam.
Toen de beroemde heerser en legeraanvoerder Julius Caesar zich met zijn legioen
inscheepte op weg naar Brittannië, liet hij vele van zijn vrienden en volgelingen
achter in de provincies op het vasteland, om de veroverde gebieden te verdedigen.
Onder hen was de moedige Salvius Brabo, die zich in Gent vestigde en naar hem
begon men dit gebied na verloop van tijd Brabant te noemen.
Net als Caesar wilde ook Brabo Rome’s roem en macht vergroten door het veroveren
van belangrijke gebieden in het barbaarse land. Daarom zat hij iedere dag in het
zadel, en kende slaap noch ontbering.
Op zekere dag verliet hij met zijn gewapend gevolg de stad Gent en vervolgde zijn
weg door kale vlakten en dichtbegroeide heidevelden. De westenwind zorgde zoals
gewoonlijk voor mist en laaghangende wolken, en toen het ook nog langdurig begon
te regenen, werden de wegen voor de paarden haast onbegaanbaar. Slechts met de
grootste moeite konden zij zich uit de drassige bodem bevrijden.
Toen gaf Brabo het bevel: "Afstijgen."
2. 2
Zelf ging hij op verkenning uit in de naaste omgeving, die dicht met riet was begroeid,
en bij zijn terugkomst zei hij: "Er moet hier ergens een rivier of beek zijn, we moeten
een doorgang zien te vinden."
"Ja heer, hier stroomt de Schelde en ook de doorgang is hier niet ver vandaan,"
vertelde een der mannen.
"Welnu, breng ons erheen, dan kunnen we onze weg vervolgen," beval Brabo.
"Graag heer, maar de doorwaadbare plaats wordt bewaakt door de verschrikkelijke
reus Draon Antigonus. Vanuit zijn toren aan de oever van de rivier kan hij alles
overzien en ontdekt iedereen, die de overkant wil bereiken. Hiervoor moet een zware
tol worden betaald, iedereen die de rivier wil oversteken slaat hij de hand af."
"En laten jullie je dat allemaal welgevallen?" vroeg Brabo verontwaardigd, "probeert
er dan niemand met de reus te strijden?"
"Zulke waaghalzen zijn er inderdaad geweest, maar de reus heeft ze allen gedood en
hun hoofd in de Schelde geworpen," antwoordde de man.
Salvius Brabo bedacht zich geen moment: "Ik zal met de reus mijn krachten meten,
en dan zullen we zien wie er zal overwinnen."
Al spoedig kwamen de Romeinen bij een grote stenen toren," en precies op deze
plek stroomde de rivier en ook de doorwaadbare plaats was goed te zien. Voor ze
echter de nabije oever konden bereiken, weerklonk uit de toren zo'n oorverdovend
spektakel, dat het leek alsof de rotsen zich in tweeën zouden splijten.
En daar verscheen Draon Antigonus, zijn zwaard dreigend omhoog geheven. Draon
Antigonus was werkelijk reuzegroot, zo groot zelfs, dat de paarden hem niet verder
dan tot zijn middel reikten. En toen hij begon te spreken, dreunde het de mannen in
de oren. "Jullie willen zeker naar de overkant? Leg dan maar een voor een je hand
op het hakblok, zodat ik ze kan afslaan, want dat is de tol die voor de overtocht
betaald moet worden. Of is er soms iemand die met mij wil vechten?"
In plaats van te antwoorden trok Salvius Brabo zijn zwaard, gaf zijn paard de sporen
en reed het monster tegemoet. Met verschrikkelijke kracht wilde de reus toeslaan,
maar Brabo's paard sprong op het laatste nippertje opzij en het zwaard boorde zich
diep in de aarde. Onmiddellijk greep de Romein in; voordat Antigonus besefte;wat er
gebeurde, lag zijn rechterhand afgeslagen in het gras. De reus schreeuwde het uit
van pijn en de toren sidderde op zijn grondvesten. Maar de reus herstelde zich snel;
hij probeerde met zijn linkerhand het zwaard uit de aarde te trekken en boog zich
daarbij diep voorover.
En weer was de Romein hem te vlug af. Hij greep het wapen met beide handen en
trof de reus met zo'n geweldige slag op zijn nek, dat het reuzenhoofd met een wijde
3. 3
boog de Schelde invloog.
Nu was de weg vrij. Maar nog voordat ze de rivier waren doorgetrokken, wierp
Salvius Brabo de afgeslagen hand van de reus in de Schelde en riep: "Daar, waar
deze hand het water van de Schelde zal bereiken, daar zal de grens van Brabant
zijn."
En zo had Salvius Brabo de grenzen vergroot en het land bevrijd van nood en
ellende.
Maar daarmee is ons verhaal nog niet ten einde.
Salvius Brabo ging naar Julius Caesar in Brittannië en bracht verslag uit van zijn
strijd met de reus. Na zijn woorden te hebben aangehoord, sprak Caesar: "Keer met
je gevolg naar deze plek terug en bouw daar een stad, waarover jij moet gaan
regeren. Ikzelf zal er voor zorgen, dat het een bloeiende en beroemde stad zal
worden."
Brabo liet zich dit geen tweemaal zeggen. Nog in hetzelfde jaar schoten rondom de
stenen toren aan de Schelde de huizen als paddenstoelen uit de grond, en steeds
meer kwamen er bij.
Dankzij de vele voorrechten en privileges die Brabo van Caesar ontving, werd het al
gauw een stad van grote betekenis, die in niets onder hoefde te doen voor de steden
van het oude Romeinse Rijk.
Hoe ze genoemd werd? Antwerpen! Van het woord hand-werpen. Nog altijd herinnert
de naam van de stad aan Brabo's strijd met de reus Draon Antigonus.
En toen de inwoners van Antwerpen hun stad, na vele eeuwen, een wapen gaven,
werd daarop de afgeslagen hand van de reus Draon Antigonus afgebeeld.
Tekstbron :
"Sagen van Europese steden" verteld door Vladimír Hulpach. Holland, Haarlem,
1980. ISBN: 90-251-0412-6
Bron :
http://www.beleven.org/verhaal/hoe_de_stad_antwerpen_aan_zijn_naam_kwam
Bron van de foto : http://biervat.blogspot.be/2013/10/brabo.html