Door deze slideshow leer je de negen hoofdklimaten.

1. De klimaten op aarde

2. De klimaten op lage breedte
 Tropisch regenwoudklimaat
 Savanneklimaat
 Steppeklimaat
 Woestijnklimaat

3. Tropisch regenwoudklimaat
 Dit klimaat komt voor rond de evenaar
 Temperaturen altijd boven de 18 graden
 Door de hitte is er veel verdamping
 Hierdoor valt het gehele jaar door neerslag
 Er is dus geen droge periode
 Hierdoor kan er tropisch regenwoud groeien
 Bijvoorbeeld: Indonesië
BRON: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Lowland_rainforest,_Masoala_National_Park,_Madagascar.jpg

4. Savanneklimaat
 Temperaturen altijd boven de 18 graden
 De meeste neerslag is hier in de zomer
 Tijdens deze periode groeien de planten en bomen
 In de winter is het veel al droog
 Bijvoorbeeld: Tanzania
Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/5/5a/Tarangire-Natpark800600.jpg

5. Steppe klimaat
 Weinig neerslag
 Hier groeien dan ook weinig/geen bomen en planten
 Nomaden leven hier (mensen die leven door rond te trekken in dit
gebied)
 Bijvoorbeeld: Argentinië of Zuid-Afrika
Bron: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/9/93/Mara-skyline.jpg/1024px-Mara-skyline.jpg

6. Woestijnklimaat
 Weinig tot geen neerslag
 Weinig tot geen planten en bomen
 Er zijn verschillende woestijnen
 Zandwoestijn (soms)
 Rots- en grindwoestijn
(meestal)
 Bijvoorbeeld: Egytpe
BRON: https://pixabay.com/p-291306/?no_redirect

7.  De klimaten komen voor op lage breedte.
 Dit betekend dus rond de evenaar (zie bron)
 Het hele jaar door warm.
 Het grote verschil zit in de neerslag
BRON: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/f/fc/World_in_equidistant_cylindrical_projection_with_grids.png
Samenvatting bovenstaande klimaten

8. De klimaten op hoge breedte
 Gematigd zeeklimaat
 Landklimaat
 Toendraklimaat
 Poolklimaat

9. Het gematigd zeeklimaat
 Zachte winters (niet heel warm)
 Koele zomers (niet heel koud)
 Hele jaar door neerslag
 Bijvoorbeeld: Nederland
BRON:https://pixabay.com/en/dunes-sky-denmark-north-sea-nature-439655/

10. Het landklimaat
 Grote temperatuurverschillen
 Zomers warm
 Winters koud met veel sneeuw
 Bijvoorbeeld: Rusland
BRON: http://www.public-domain-image.com/free-images/nature-landscapes/lake/jasper-canada-lakes-mountains/attachment/jasper-canada-lakes-mountains

11. Toendraklimaat
 In de zomer komt de temperatuur niet boven de 10 graden.
 Er groeien geen bomen.
 Bijvoorbeeld:Alaska
BRON:https://pixabay.com/en/alaska-mountains-tundra-stream-68126/

12. Poolklimaat
 Er ligt het hele jaar door sneeuw
 Bijvoorbeeld: Antarctica
BRON: https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Antarctica_(6),_Laubeuf_Fjord,_Webb_Island.JPG

13. Hooggebergteklimaat
 Door de hoge bergen blijft hier de sneeuw liggen
 Want hoe hoger je komt hoe kouder het wordt
 Bijvoorbeeld: Zwitserland
BRON:https://en.wikipedia.org/wiki/Matterhorn

14.  De klimaten komen voor op hoge breedte.
 Dit betekend dus rond de polen (zie bron)
 Er zijn grote temperatuurverschillen
 De ligging en hoogte bepaald ook de hoeveelheid sneeuw
BRON: https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/f/fc/World_in_equidistant
_cylindrical_projection_with_grids.png
Samenvatting bovenstaande klimaten

15. Check: Wat zijn de kenmerken?
Noem er van ieder 2:
Tropisch regenwoudklimaat
Savanneklimaat
Woestijnklimaat
Steppeklimaat
Gematigd zeeklimaat
Landklimaat
Toendraklimaat
Poolklimaat
Hooggebergteklimaat
Weet je het niet klik nog even terug!
Weet je het wel? Ga verder naar oefenen!