2. Wijn proeven is niet hetzelfde als wijn drinken. Wijn proeven vereist concentratie. En toch is wijn proeven heel erg leuk!
3. Stap 1: Proef de omgeving Waar ben je? Hoe ruikt de omgeving? Dit is bepalend voor wat je ruikt. Hoe ruikt het glas? Neutraal of een geurtje? Welk moment van de dag is het? ‘s Morgens of ‘s avonds?
4. Stap 2: De kleur Houd het glas schuin tegen een witte achtergrond. Kijk naar de kleur van de wijn en let speciaal op de randen. Beschrijf wat je ziet Voor wit: is de wijn helder, goud, geel? Voor rood: is de wijn helder, paars, robijn of juist bijna bruin
5. Stap 3: De geur Neem een korte snuif uit het glas. Wat ruik je? Wals het glas uitgebreid en ruik nog een keer? Ruik je verandering nu de wijn zich ontwikkelt in het glas? Beschrijf wat je ruikt Intense of neutrale geur? Veel aroma’s of weinig? Ruikt de wijn jong of ontwikkeld?
6. Stap 4: De smaak Neem een flinke slok en houd de wijn een aantal seconden in je mond, voor dat je uitspuugt of doorslikt. Beschrijf wat je proeft? Zoet-zuur balans Fruit: fris, rijp, rood, zwart, tropisch? Voor rood: tannines Smaakt de wijn jong of ontwikkeld? Is de wijn alcoholisch of niet? Heeft de wijn een zogenaamd houtsmaakje?
7. Stap 5: De afdronk Je hoort wel eens mensen zeggen dat ze een wijn de volgende dag nog proeven… Wat is de lengte van de wijn na doorslikken of uitspugen? Blijft de smaak van de wijn lang in je mond of is hij direct weg? Leidt de afdronk tot andere smaakervaringen?
8. Stap 6: De conclusie Wat is je oordeel over de wijn? Is de wijn in balans? Is de wijn kwalitatief goed of wat eenvoudiger? Associeer: Waar doet de wijn je aan denken? En, ten slotte het belangrijkste: Is de wijn lekker?