MOLLEMA : Open data en de Informatieprofessional : KB&P zomerevent 2014.key
[Idm g] iconografische analyse van afbeeldingsmateriaal 3
1. IDM
BLOK
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
VISUELE COMMUNICATIE EN
IMAGE RETRIEVAL
Klaas
Jan
Mollema
MSc
IDMDENHAAG
InformatieDienstverlening &
informatieManagement
3
2. collegeplanning IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
college 1 :: visuele communicatie & image retrieval
de kracht van beelden
het probleem van image retrieval
de context van beeldmateriaal: collecties
image retrieval
inleiding op iconografische analyse
college 2 :: Gebruik en gebruikers + iconografische analyse
gebruik en gebruikers van afbeeldingen
pre-iconografisch niveau
iconografisch niveau
iconologisch niveau
college 3 :: iconografie en ontsluiting
ico analyse in schema
een andere classificatie (ook schematisch)
collecties van non tekst materiaal
college 4 :: beeldbanken en open data
college 5 :: audio en video
college 6 :: beeldbanksoftware
3. de
kracht
van
beelden
hoe
wij
om
gaan
met
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
HERHALING
4. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
onderwerpsbepaling :: betekenis
wat stelt een afbeelding voor?
hoe beschrijf / indexeer ik dat?
5. factueel
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
expressioneel
pre-iconografisch niveau
iconografisch niveau
iconologisch niveau
objectieve betekenis
fysieke manifestatie
abstracte / expressionele /
symbolische betekenis
generische beschrijving van
objecten, personen, activiteiten,
plaatstype, cyclische tijd
generisch factueel
beschrijving van de stemming,
sfeer, emoties
expressionele symbolische
betekenis
specifieke benoeming van
objecten, personen, activiteiten
plaatsen, liniaire tijd
specifiek factueel
identificatie van mytische wezens,
symbolgische betekenissen,
abstracte begrippen
cultuurgebonden expr. betekenis
kunsthistorische betekenis van een afbeelding
wat wil de kunstenaar overbrengen
Zingeving en betekenis van een kunstwerk
Panofsky 1892-1968
(methodiek voor het zo
volledig mogelijk en zo
objectief mogelijk
beschrijven van
non tekstmateriaal)
6. IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
ONDERWERPSBEPALING
VAN
BEELDMATERIAAL
7. factueel
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
expressioneel
pre-iconografisch niveau
iconografisch niveau
iconologisch niveau
objectieve betekenis
fysieke manifestatie
abstracte / expressionele /
symbolische betekenis
generische beschrijving van
objecten, personen, activiteiten,
plaatstype, cyclische tijd
generisch factueel
beschrijving van de stemming,
sfeer, emoties
expressionele symbolische
betekenis
specifieke benoeming van
objecten, personen, activiteiten
plaatsen, liniaire tijd
specifiek factueel
identificatie van mytische wezens,
symbolgische betekenissen,
abstracte begrippen
cultuurgebonden expr. betekenis
kunsthistorische betekenis van een afbeelding
wat wil de kunstenaar overbrengen
Op basis van dit schema
- wie of wat is het?
- wat doet het?
- waar is het?
- wanneer is het?
8. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Op basis van dit schema
- wie of wat is het?
- wat doet het?
- waar is het?
- wanneer is het?
Wie of wat is het?
van wie is dit een afbeelding?
> specifiek
> generisch
zijn afgebeelde wezens/objecten symbolen voor andere wezens
of objecten? manifesteren ze een abstract begip? symboliseren
ze een bepaald idee?
9. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Op basis van dit schema
- wie of wat is het?
- wat doet het?
- waar is het?
- wanneer is het?
Wat doet het?
wat doen de wezens / objecten?
> generisch
> specifiek
wat is de toestand of zijnsomstandigheid van wezens / objecten?
welke emoties worden door deze acties tot uitdrukking gebracht
welke abstracte ideeen / begrippen worden door deze acties
gesymboliseerd?
10. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Op basis van dit schema
- wie of wat is het?
- wat doet het?
- waar is het?
- wanneer is het?
Waar is het?
waar bevindt zich het afgebeelde in de geografische,
kosmografische of architecturale ruimte?
> specifiek
> generisch
symboliseert de afgebeelde plaats een andere plaats of mythische
plaats?
staat de afgebeelde plaats voor een abstract begrip?
11. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Op basis van dit schema
- wie of wat is het?
- wat doet het?
- waar is het?
- wanneer is het?
Wanneer is het?
wanneer speelt zich het afgebeelde in de lineaire en/of cyclische
tijd af?
> specifiek
> generisch
symboliseert het tijdssegment in het afgebeelde een abstract
begrip?
12. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
13. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
14. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
15. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
16. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
17. factuele component
Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
algemeen / generisch
(pre-iconografisch)
cyclische tijdsaanduiding :
lente, zomer, herfst, winter;
ochtend, middag, avond
Onderwerp van
een afbeelding
wie / wat is het?
wat doen de afgebeelde
objecten? Wat is hun
zijnstoestand?
waar is het afgebeelde in
de geografische, kosmo-
grafische of gebouwde ruimte?
wanneer vindt het afgebeelde
plaats?
lineaire tijdsaanduiding : datum
of eigennaam periode
emoties / abstracte begrippen
die zich manifesteren in c.q.
gesimboliseerd worden door tijd
expressionele component
specifiek
(iconografisch)
specifiek en generisch
(indien mogelijk)
plaatstype individueel benoembare
plaatsnaam
abstracte begrippen die zich mani-
festeren in een bepaalde plaats /
abstracte plaatsen die door de af-
gebeelde plaats worden gesymb.
activiteiten, condities, soort
zijnstoestanden
individueel benoembare
gebeurtenissen, zijnstoestanden
emoties / abstracte begrippen die
zich manifesteren c.q. gesymboli-
seerd worden door activiteiten en/of
gebeurtenissen
soort:
persoon, dier, mythisch wezen
/ godheid, object
individueel benoembare
personen, dieren, mytische
wezens /godheden, objecten
abstracte begrippen / mythische
wezens die zich manifesteren c.q.
gesymboliseerd worden door
wezens en/of objecten
18. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Collecties bepalen wat geindexeerd moet
worden
- classificatieschema’s als uitgangspunt
- vervolgens bepalen wat van belang is
19. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Collecties bepalen wat geindexeerd moet
worden
- classificatieschema’s als uitgangspunt
- vervolgens bepalen wat van belang is
aard en gebruiksdoel van de collectie
zie college 2
20. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Collecties bepalen wat geindexeerd moet
worden
- classificatieschema’s als uitgangspunt
- vervolgens bepalen wat van belang is
aard en mate van gebruik
- welke gebruikers
- welke vraag naar beeld
- kwantitatieve gegevens over het gebruik
21. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Collecties bepalen wat geindexeerd moet
worden
- classificatieschema’s als uitgangspunt
- vervolgens bepalen wat van belang is
uitputtendheid / specificiteit van ontsluiting
wanneer stop je met indexeren?
hoe specifiek zijn de descriptoren?
detaildrempel :: wat is het hoofdmotief?
pertinentiedrempel :: wat zijn de betekenisvolle gehelen /
entiteiten?
22. Onderwerpsbepaling
de
betekenis
van
beeldmateriaal
IDM-‐
G
beeldbanken
en
cultureel
erfgoed
BEELD
TOEGANKELIJK
GEMAAKT
Collecties bepalen wat geindexeerd moet
worden
- classificatieschema’s als uitgangspunt
- vervolgens bepalen wat van belang is
aard van de afbeelding
is het een reproductie of het orgineel?
beschrijf je het gepresenteerde werk of het oorspronkelijke werk...
of wellicht beide.
23. opdracht voor deze collegeserie
Kies een foto om te beschrijven aan de hand van het analyseschema iconografische
analyse
eisen aan de foto:
- de foto moet meerdere betekenisniveau’s bevatten
- de foto moet expressieve kenmerken hebben
- de foto bevat idealitair ook een achterliggende boodschap
laat de foto checken
print de foto uit en laat em zien in college 3
[ZORG DAT JE EM BIJ JE HEBT!]
Uiteindelijk product
+ Uitgewerkt analyseschema iconografische analyse + onderbouwing
+ Toegekende descriptoren + onderbouwing / verantwoording