1. Jacques Rancière
geboren in 1940, Algiers, Algerije
wordt geplaatst in de school van het Post‐Marxism
centrale interesse: Poli@cs Aesthe@cs
wiki: theories of democracy, disagreement, visual aesthe@cs
5. de onwetende meesters
‐ archiefonderzoek naar Jean‐Joseph Jacocot:
In 1818 kreeg de Franse geleerde en poliDek vluchteling
Jacotot de mogelijkheid om in Leuven Franse literatuur te
doceren. De leerlingen spraken geen Frans en Jacotot geen
Vlaams.
Hij gaf hen een tweetalige uitgave van Les Aventures de
Telemaque.
‐ GEEN INSTRUCTIE: alleen lezen, herhalen en navertellen
6. Jacques Rancière:
de onwetende meesters
‐ Jean‐Joseph Jacocot stelt:
dat iedereen evenveel verstand heeR en ieder mens
derhalve kan leren, mits de onderwijzer niet alleen
‘verklaart’ oRewel ‘afstompt’ want zo kan hij nooit een
‘emanciperende meester’ worden.
7. Jacques Rancière:
de onwetende meesters
‐ Jean‐Joseph Jacocot stelt:
Elke uitleg geeR de leerling het gevoel dat hij de meester
nodig heeR om de leerstof te kunnen begrijpen en wel tot
in het oneindige, aangezien elk volgend stadium in het
leerproces een nieuwe uitlegronde vereist.
8. Jacques Rancière:
de onwetende meesters
‐ Jean‐Joseph Jacocot stelt:
Je kunt onderwijzen wat je niet weet.
9. Jacques Rancière:
de onwetende meesters
‐ Rancière stelt:
Aan minder bedeelde burgers uitleggen waarom ze
worden onderdrukt leidt tot vertraging van hun
‘emancipaDe’.
13. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle:
The Society of the Spectacle van Guy Debord.
massamedia en reclame spelen een centrale rol in het
kapitalisDsche maatschappij ‐ creëren een ‘onechte’
werkelijkheid om de kapitalisDsche aZraak van het
menselijk leven te maskeren.
14. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle:
The Society of the Spectacle van Guy Debord.
Debord signaleert dat het authenDeke sociale leven is
vervangen door representaDe.
15. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle:
The Society of the Spectacle van Guy Debord .
"All that was once directly lived has become mere
representa9on."
16. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle:
The Society of the Spectacle van Guy Debord .
"the decline of being into having, and having into merely
appearing."
17. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle
2) the impossible
term vindt z’n oorsprong in Lyotard’s re‐acDvering van
het SUBLIEME (Kant) in een estheDsch poliDeke context.
18. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
1) the spectacle
2) the impossible
beide ‘discoursen’ veronderstellen een tekortschietend
belang van kunst. Het EINDE van de kunst.
19. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ rouw als basisposiDe in de theorie over kunst:
maar Rancière zoekt naar mogelijkheden om deze rouw
posiDe (van Het EINDE van de KUNST) te pareren.
om de weg te bereiden naar mogelijke interven9es.
20. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ ziet mogelijkheden in interven'es:
De Dtel “The Emancipated Spectator” geeR al aan dat hij
eerder in posiDeve funcDes in het hedendaagse
toeschouwen ziet, ondanks..
spectacle, codes, dominanDes, en narcisme
21. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ ziet mogelijkheden in interven'es en emancipa'e:
en denkt niet in termen als het ‘mogelijke’ of
‘onmogelijke’ om het gruwelijk te representeren, want
dit gaat uit van de veronderstelling dat kunst
waarheidsgetrouw een situaDe of ervaring moet
representeren.
22. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ en de distribu'e van het zintuigelijke:
en denkt in termen als het regiem
Het regiem van kunsten houdt geen definiDe van de
kunst in, maar staat voor een stelsel van verbanden
tussen kunstprakDjken en de manier waarop die
prakDjken zichtbaar en begrijpelijk gemaakt worden.
23. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ en de distribu'e van het zintuigelijke:
en denkt in termen als het regiem
1) ethical regime of images
2) the representaDve regime of art
3) aestheDc regime of art
historisch bepaald en niet chronologisch
24. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ In die distribu'e van het zintuigelijke:
Aesthetics omvat de wijze waarop de dingen aan ons
verschijnen. Tijd en Ruimte zijn daarin bepalende
factoren.
25. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ In die distribu'e van het zintuigelijke:
Time and Space are poli9cal ques9ons because their
distribu9ons define forms of subjec9vity and poli9cal
par9cipa9on.
26. Jacques Rancière:
waarom nu als ingang voor deze werkgroep?
‐ poli'ek
Poli9ek betekent voor mij een uiteenvallen dat de deur
opent voor de erkenning van de competen9e van alles en
iedereen, niet de vorming van een eenheid.
27. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ poli@ek en uitslui@ng:
De poliDek vecht niet tegen dat wat fundamenteel
aanvechtbaar is, namelijk het feit dat er ‘geen deel is voor
de niet‐deelhebbenden’; zij die niet tot de weUge leden
van de gemeenschap worden gerekend’.
28. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ (on)gelijkheid aXondigen (openbaren):
probeert ruimte te creëren voor de wanverhouding,
de onderbreking van een ongewenste consensus.
29. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ herschikking van de rolverdeling: klassieke poliDek:
het geheel van processen dat zorgt voor samenbrengen en
de consensus van gemeenschappen, de organisaDe van de
macht, de verdeling van de posiDes en funcDes en de
verdeling die de systemen wefgen. poli@e
30. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ uitslui@ng door huldiging:
er bestaat geen verborgen kennis die een deskundige aan
de overheersten of onderdrukten zou moeten onthullen
om hen bij te brengen hoe ze in verzet moeten komen
tegen hun onderworpen posiDe.
31. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ uitslui@ng door huldiging/verheffing:
een schijnbaar bevrijdende aanpak die ‘de klasse haar
bewustzijn teruggeeR of het volk zijn cultuur’, in plaats
van het principe af te wijzen dat eenieder bij voorbaat
opsluit in een zogenaamde volkse of ontwikkelde cultuur.
32. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ de gelijkheid ‐ de geëmancipeerde posi@e:
Daarmee wordt duidelijk dat het ‘archief van de dromen
van het proletariaat’ wel degelijk bestaat en dat deze
handwerkslieden de gelijken zijn van de filosofen die hun
toestand proberen te verklaren’.
33. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ de gelijkheid ‐ de geëmancipeerde posi@e:
Er zijn twee grote zonden tegen de emancipatie:
Ik kan niet
Ik weet
34. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ de gelijkheid ‐ de geëmancipeerde posi@e:
Dus:
De esthetische ervaring is niet te reduceren tot
kennis want het gaat voorbij aan de idee (en de
mogelijkheden) van esthetische kunst.
35. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
‐ de gelijkheid ‐ de geëmancipeerde posi@e:
Dus: inter?
hij zoekt naar de ‘INTERFERENTIES’
tussen esthetische reElectie en esthetische productie
36. Jacques Rancière:
het werk van de filosoof is poli@ek
kunst is de confrontatie van de plaats van het niet‐
weten, confrontatie met het esthetisch onbewuste
‘INTERFERENTIES’ tussen
reElectie en productie