3. 1
De HERE sprak tot Mozes:
2
Zie, Ik heb bij name geroepen
Besaleel, de zoon van Uri, de zoon van
Chur, uit de stam Juda,
Bezaleël = 'in schaduwschaduw van God'
3
4. 2
Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleel,
de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de
stam Juda,
Uri = mijn licht
4
5. 1
Want daar de wet [slechts] een
schaduw heeft der toekomstige goederen,
niet de gestalte dier dingen zelf…
Hebreeën 10
5
6. 1
De HERE sprak tot Mozes:
2
Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleel,
de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de
stam Juda,
Hebreeuws: Ben Hur
6
7. 10
… Mozes, Aaron en Chur hadden de
heuveltop bestegen. (….)
12
Toen de handen van Mozes zwaar
werden, namen zij een steen, legden die
onder hem neer, zodat hij daarop kon gaan
zitten; en Aaron en Chur ondersteunden
zijn handen…
Exodus 17
7
8. 2
Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleel,
de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de
stam Juda,
8
9. 4
… Chur, de eerstgeborene van Efrata, de
vader van Betlehem.
1Kronieken 4
9
10. 18
En toen haar (=Rachel) het leven
ontvlood, want zij stierf, noemde zij hem
Ben-oni, maar zijn vader noemde hem
Benjamin.
19
Zo stierf Rachel en werd begraven aan de
weg naar Efrat, dat is Betlehem.
Genesis 35
10
11. 2
Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleel,
de zoon van Uri, de zoon van Chur, uit de
stam Juda,
3
en hem vervuld met Gods Geest, met
wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor
allerlei werk, om ontwerpen te bedenken,
11
12. 4
om die uit te voeren in goud, zilver en
koper; 5
om stenen te bewerken, om die in
te zetten; om hout te snijden en werkzaam
te zijn in allerlei arbeid.
Bezaleël =
de van Godswege aangestelde bouwer
van het huis Gods
12