Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Thermische En Akoestische Gids
1. Arval
Inhoudsopgave Gids van akoestische en thermische systemen
Pagina
INLEIDING
1
2- 3
DE MARKTEN – INTERIEURASPECTEN
en 39
AKOESTIEK
Algemeenheden 4 en 5
Akoestische isolatie 6 en 7
Geluidsabsorptie 8 en 9
Reglementering 10
Overzichtstabel met gebruikelijke systemen en waarden 11
THERMISCH
Algemeenheden 12 en 13
Reglementering 14 en 15
Waarden van warmtedoorgangscoëfficiënten (Up) van systemen 16 tot 19
Overzichtstabel met Up-waarden van systemen 20
PRESTATIES VAN DE SYSTEMEN
Dakbedekkingsystemen GLOBALROOF 21 tot 34
Gevelbekledingssystemen GLOBALWALL 35 tot 38
Sandwich dak- en gevelpanelen 40 en 41
Vloersystemen 42 en 43
Interieurbekleding 44
Akoestische schermen 44
VRAGENLIJST DAKGORDINGEN
2. Arval
Inleiding Gids van akoestische en thermische systemen
WIJ HELPEN U BIJ HET ONTWERPEN VAN STALEN SYSTEMEN
MET EEN AANGEPAST AKOESTISCH EN THERMISCH ISOLEREND VERMOGEN
Wij stellen u de thermische en akoestische oplossingen voor, ontwikkeld door Arval.
Aan de hand van laboratoriumtests zijn akoestische systemen ontwikkeld die beantwoorden aan de akoestische
vereisten. Daarenboven stelt speciale software ons in staat de thermische capaciteiten van de wanden te berekenen.
Deze gids heeft als doel u inzicht te verschaffen in het ontwerp en de ontwikkeling van systemen met specifieke
thermische of akoestische eigenschappen.
Kennis van de verschillende functies die de bekleding van het gebouw dient te vervullen, levert oplossingen op die niet
noodzakelijk duur hoeven te zijn, en vermijdt kosten voor bijkomende aanpassingen.
Voor een efficiënt gebruik van deze gids en om een systeem te ontwikkelen dat aansluit bij uw behoeften dienen we op
voorhand de doelstellingen vast te leggen.
1. VOOR DE AANNEMER
• In functie van de bestemming van het gebouw: werkplaats, sportzaal, huisvesting, commercieel gebouw…
zie de reglementering.
• Raadpleeg een technische specialist, die de vereiste thermische en akoestische capaciteiten onderzoekt om
in overeenstemming te zijn met de reglementaire of comfortvereisten.
• Kies de gewenste uitstraling: aanzicht gevel, onzichtbare bevestigingen…
• Kies uit de overzichtstabellen de oplossing die het beste aansluit bij de gewenste prestaties.
• Bekijk de technische gegevens van het systeem dat uw voorkeur heeft.
• Neem contact met ons op voor meer informatie over de vereiste mechanische eigenschappen: overspanning
en belasting op het gebouw die bepalend zijn voor de keuze van de onderdelen van het systeem.
2. VOOR HET MONTAGEBEDRIJF
• Als de beschrijving verwijst naar een systeem, raadpleegt u de overeenkomstige technische gegevens.
• Als de beschrijving de vereiste capaciteiten aangeeft: warmtedoorgangscoëfficiënt, akoestische
geluidsisolatie, alfa/sabine absorptiecoëfficiënt. Raadpleeg de overzichtstabellen en kies de oplossing die
het best aansluit bij de gewenste prestaties.
• Controleer steeds de mechanische en hygrometrische eigenschappen.
3. VOOR TECHNISCHE ADVIESBUREAUS
Neem contact met ons op als u het gewenste systeem niet aantreft in deze gids.
Deze gids bevat de meest klassieke oplossingen: andere oplossingen zijn het resultaat van berekeningen of
testen.
1
3. Arval
De markten Gids van akoestische en thermische systemen
IJsbanen
Discotheken
Commerciële centra
Zwembaden
Schoolgebouwen
IJsbaan van Neuilly: architect, M. Moreau - Maison Génillé: architect, Lionel Coutier – Openbaar zwembad van St Raphaël:
architect, P. Gautier – IJsbaan van Grenoble - Usine smurfit: architect, Brunet & Vignon - SNCF Villeneuve St Georges:
2 architect, R. Lasalde
4. Arval
De markten Gids van akoestische en thermische systemen
Evenementenhallen
Industrie
Vrijetijds centra
Kantoorgebouwen
Sportgebouwen
Gemeentehuis van St Martin le Vinoux: architect, Alain Dupraz – Openbaar zwembad van Tatare: architect, Sylvie Lebreton
Polyvalent complex van Montigny les Cormeilles: architect, Rémy Viard - Zenith de Rouen: architect, Bernard Tschumi -
SNCF Villeneuve St Georges: architecte, SNCF - Miko in Sorgues: architect, JJ Roland – Hulpcentrum St Astier: architect,
Bernard Chinourf
3
5. Arval
Algemeenheden Akoestiek
Geluid is een drukgolf die zich voortplant door Het menselijke oor onderscheidt geluiden met een
gassen, vloeistoffen en vaste stoffen. Deze golf wordt frequentie tussen 20 Hz en 16.000 Hz.
veroorzaakt door snelle trillingen in het materiaal.
De reglementeringen en normen houden enkel
rekening met de frequenties begrepen tussen 100 Hz
en 5000 Hz per octaafband of derde-octaafband.
F1
Geluid wordt gekenmerkt door zijn frequentie uitge-
drukt in Hz (Hertz) en door zijn drukniveau uitgedrukt
in dB (decibel). F2
Decibel wordt gebruikt om bewerkingen met te grote
cijfers te vermijden.
Zo bedraagt de akoestische druk in een rustig F3
kantoor bijvoorbeeld 0,02 Pa, terwijl de akoestische
druk in een lawaaierige werkplaats ongeveer 2000
Pa bedraagt.
Het drukniveau Lp in decibel is het resultaat van de
verhouding De ontbinding van geluid volgens frequentieband-
breedte bepaalt het spectrum ervan.
P gemeten Voorbeeld van geluidsspectrum:
Lp = 10x log10
P atmosfeer
Drukniveau (dB)
90
80
Omgekeerd berekent men de druk door de
verhouding:
70
Lp
P = P atmosfeer x 10 10
60
50
40
30
20
100
125
160
200
250
315
400
500
630
800
1000
1250
1600
2000
2500
3150
4000
5000
Frequentie (Hz)
Frequenties
Octaafband 125 250 500 1000 2000 4000 8000 10000
Derde-
100 125 160 200 250 315 400 500 630 800 1000 1250 1600 2000 2500 3150 4000 5000 6300 8000
octaafband
4
6. Arval
Algemeenheden Akoestiek
Geluidsschaal in dB
140 Pijndrempel
Vliegtuig 130
120
Discotheek 110
100 Drilboor op 5 m afstand
90 Druk verkeer
Huilende baby 80
70 Auto op 10 m afstand
60
Rustige straat 50
40
Rustige kamer 30
‘s nachts
20 Wind door de bomen
10
0 Hoorbaarheidsdrempel
Het optellen van het drukniveau in dB verschilt van de klassieke optelling
Optellen van identieke geluidsniveaus
95dB
+ =
Lp totaal = Lp + 10 log (aantal geluidsbronnen) = 95 +10 log2 = 98dB
Optellen van verschillende niveaus
80dB 95dB
+ =
Lp totaal = 10 log(Σ 10Lpl/10) = 10 log(1080/10 +1095/10) = 95dB
5
7. Arval
Isolatie Akoestiek
Een wand houdt de overdracht van geluid min of meer tegen: er is dus minder geluid aan de andere kant
van de wand.
Voorbeeld: - Lawaaierige werkplaats die de omgeving niet mag storen.
- Kantoor vlakbij de luchthaven dat geen hinder mag ondervinden van
voorbijvliegende vliegtuigen.
Het vermogen van een wand om
geluidsoverdracht tegen te houden is
afhankelijk van zijn: ‘geluidsisolatie’: “R”
“R” is het resultaat van een
laboratoriummeting op een scherm van
10 tot 15 m² tussen twee ruimtes
geplaatst.
In het kort:
- een geluid wordt uitgezonden aan één
zijde
- men meet het geluid dat aan de andere
zijde wordt opgevangen
- het verschil en een berekening bepalen de isolatie van de wand
- de waarden worden gemeten bij verschillende frequenties tussen 100 en 5000 Hertz
- het resultaat wordt voorgesteld op een curve: R (dB) = f (Hz)
Uitgezonden Ontvangen Isolatiespectrum
dB dB dB
Hz Hz Hz
0 0 0
Metingsindex in laboratorium
dB Difuus
Sinds 1 januari 2000 zijn de metingsindexen van laboratoria: geluid
Luchtgeluidsisolatie:
Rw (C, Ctr): gewogen geluidsisolatie met aanpassingen 0 Hz
RA = Rw + C
RA, tr = Rw + Ctr
dB
Vergelijking:
RA ≈ Rdiffuus - 1 Geluid van
RA,tr ≈ Rwegverkeer wegverkeer
0 Hz
Opmerking: - De isolatiewaarde geldt in de twee richtingen: binnen <=> buiten
- Hoe groter "R", hoe groter het isolerende vermogen van de wand.
6
8. Arval
Isolatie Akoestiek
De geluidsisolatie “R” kenmerkt het vermogen van een wand om de overdracht van geluid tegen te gaan. Men kan het geluidsniveau
aan de andere kant van de wand beheersen.
Voorbeeld: een werkplaats met een hoog geluidsniveau binnen:
- de reglementering schrijft voor dat men de eigendomsgrens respecteert: een niveau
waarboven men niet mag komen.
- De wand van de werkplaats moet de geluidsoverdracht verminderen.
afhankelijk van:
- het geluidsspectrum binnen
- het geluidsniveau dat men in acht moet nemen bij de eigendomsgrens
- een berekening waarbij rekening wordt gehouden met de afstand (wand-eigendomsgrens)
- de mate waarin het geluid het achtergrondgeluid overschrijdt (periodiek geluid). Het is dan mogelijk om het vereiste
isolatiespectrum van de wand te bepalen.
Aangezien de wand niet homogeen is
(gevelbekleding, dakbedekking + lichtdoorlatend +
openingen +...) is het dankzij de “R”-index of, beter
nog, het isolatiespectrum dat de geluidsspecialist
R1 de globale index van de wand bepaalt.
R2
dB Ontvangst
R3
dB X dB(A)
R4
Afstan
Uitzendkracht d 0 Hz
Y dB(A)
0 Hz
s
ren dB Overschrijding
sg
om
De globale “R”-index wordt sterk beïnvloed door
nd
de laagste “R”-index van de samenstellende
elementen. Eige
Rg = f(R1....R4) 0 Hz
Decreet nr. 95-408 van 18-04-95
Geluids-
niveau
X1 db(A)
Emissie Geluid Ontvangst
Overschrijding = (X1 - X2)dB(A)
Geluids-
niveau
X2 db(A)
Overschrijding ≤ (5+C) dB(A) van 7u tot 22u
Overschrijding ≤ (3+C) dB(A) van 22u tot 7u
C: correctieterm die rekening houdt met
het tijdsbestek waarbinnen het geluid optreedt
Bijvoorbeeld C = 2 dB(A) als t geluid/dag = 1u
C = 0 dB(A) als t geluid/dag > 4u
7
9. Arval
Absorptie Akoestiek
Een wand kan een of meerdere geluiden absorberen of weerkaatsen (naar analogie met licht, zoals bv. een spiegel of een zwart
bord). In een ruimte met reflecterende wanden (kathedraal) kan men een geluid meerdere keren horen (echo). Het
geluidsniveau wordt dus verstrekt in tegenstelling tot een ruimte met absorberende wanden.
In een ruimte verloopt er enige tijd voordat het geluidsdrukniveau gedaald is met 60 dB, nadat de geluidsbron werd
uitgeschakeld: deze tijd noemt men de ‘nagalmtijd’ “Tr”, waarvan de meting genormeerd is.
De nagalmtijd “Tr” in een ruimte is afhankelijk van de aard van de wanden in de ruimte. Als de wanden het geluid weerkaatsen,
zal de “Tr” lang zijn, als ze echter absorberend zijn, zal “Tr” kort zijn.
Voorbeeld:
- In het geval van een sportzaal waar de geluidsabsorptie werd verwaarloosd, zijn de sportleraars moeilijk te
verstaan (geroezemoes).
- In een niet geïsoleerd klaslokaal is communiceren moeilijk en worden bepaalde klanken vervormd.
Het vermogen van een wand om geluid te absorberen of te weerkaatsen wordt gekenmerkt door zijn absorptiecoëfficiënt ‘αw’.
De absorptiecoëfficiënt ‘αw’ is het resultaat van een laboratoriummeting op een scherm van 10 tot 12 m² dat in een
nagalmende ruimte wordt geplaatst (de wanden weerkaatsen het geluid).
In het kort:
- men meet de Tr van het lokaal met het model
- men meet de Tr van het lege lokaal
- de berekende vergelijking resulteert in “αw” van het geteste materiaal.
- de waarden worden gemeten bij verschillende frequenties tussen 100 en 5000 Hertz
- het resultaat is een curve “α“ = f ( Hz) Dat is het absorptiespectrum
Meting van Tr in de ruimte met model Meting van Tr in de lege ruimte Absorptiespectrum na berekening
dB dB dB
60 dB
60 dB
0 Tr
Tijd 0 Tr Tijd 0 Hz
Opmerkingen: Hoe groter "α", hoe groter het absorberende vermogen van het materiaal: het theoretische maximum is "α" = 1
Totale absorptie = open venster
De laboratoriummeting kan waarden "α" opleveren die hoger liggen dan 1: dat is soms het geval bij geprofileerde platen
waarvan het reële oppervlak groter is dan het geprojecteerde oppervlak bij de meting.
8
10. Arval
Absorptie Akoestiek
Absorptiecoëfficiënt “αw”
De absorptiecoëfficiënt “αw” stelt het geluidsabsorberende vermogen van een wand voor.
Men kan de duur van de nagalmtijd van een ruimte dus reduceren door materialen te kiezen in functie van hun absorptiecapaciteit.
Voorbeeld: Voor een sportzaal schrijft de NF P 90.207-norm een gemiddelde nagalmduur voor in functie
van het volume van de sportzaal. De wanden moeten min of meer absorberend zijn om die nagalmduur te
respecteren.
Afhankelijk van:
- het volume van de sportzaal
- de aard en oppervlakte van de wanden. Door een ingewikkelde berekening kan men de nagalmduur bepalen.
De wanden moeten ook esthetische, thermische, mechanische en transparante functies hebben. De geluidsspecialist bepaalt de
te behandelen oppervlakken op basis van de α-waarden van de verschillende materialen.
De ruimte moet niet in overdreven mate behandeld worden: een te lage nagalmduur = te ‘stomme’ zaal waar men gedwongen is
luid te spreken om te communiceren, de verstaanbaarheid niet optimaal zal zijn en het moeilijk wordt om een geluidsinstallatie aan
te brengen.
Lengte: 45 m
Breedte: 28 m
Gemiddelde hoogte: 9 m
Volume: 11340 m3
Niet-behandelde sportzaal Behandelde sportzaal
gemiddelde Tr = 5 seconden = erg geluidsgevoelig gemiddelde Tr = 3 seconden = comfortabel
dB dB
60 dB 60 dB
0 Tr = 5 sec Tijd 0 Tr = 3 sec Tijd
9
11. Arval
Reglementering Akoestiek
Werkplaatsen, fabrieken…
Het arbeidswetboek (artikel 235.2.11 – Besluit van 30.08.1990) bepaalt dat als het geluidsniveau hoger is dan 85 dB, de
binnenwanden geluidsabsorberend moeten zijn voor een verlaging van het geluidsniveau door een verdubbeling van de
afstand ten opzichte van de geluidsbron (DL).
De reglementering: Het besluit van 20.08.1985, het decreet van 05.05.1988, het besluit van 01.03.1993 en het decreet van
19.04.1995 bepalen dat men ten aanzien van de omgeving een bepaald geluidsniveau aan de eigendomsgrens en een
overschrijding van de achtergrondgeluiden moet respecteren.
Dit betekent dat men een gevel- en dakbekleding met een akoestische isolatie moet voorzien afhankelijk van het
geluidsniveau binnen en de afstand van de geluidsbron tot de eigendomsgrenzen.
Sportzalen
De NF P 90.207-norm met betrekking tot de akoestiek van sportcomplexen vereist een bepaald akoestisch vermogen van de
bekleding:
• isolatie van het geluid tegenover buiten DnT, A, tr ≥ 30 dB
• gemiddelde nagalmduur Tr ≤ 0,14 V1/3
Met
Tr = 1/6(Tr tot 125 Hz + Tr tot 250Hz + Tr tot 500Hz + Tr tot 1000Hz + Tr tot 2000 Hz + Tr tot 4000Hz)
Sportzalen worden wel eens voor andere activiteiten, dan sport, gebruikt die lawaai kunnen voortbrengen. Voor de isolatie
moet men dan rekening houden met de bekleding om de omgeving niet te hinderen (zie polyvalente zaal)
De nieuwe reglementering is gericht op een afnemende DL-waarde, bijvoorbeeld voor werkplaatsen.
Zwembaden
In en rond zwembaden moet de nagalmduur beperkt worden. Het dak kan onder bepaalde hygrometrische voorwaarden deze
duur beperken, in combinatie met thermische isolatie en de geschikte verf.
Polyvalente zalen
Afhankelijk van de inplanting in een stedelijk en/of lawaaierige activiteit op late uren, moet er een goede geluidsabsorberende
isolatie worden aangebracht om de omgeving niet te storen. (cf. reglementering in de paragraaf over werkplaatsen
en fabrieken)
Denk ook aan parkings die voor overlast kunnen zorgen!
Voor ruimtes waarin versterkte muziek wordt afgespeeld, raadpleegt u het decreet 98.1143 van 15.12.1998.
Schoolgebouwen, hotels, zorginstellingen
De reglementering (besluit van 25.04.2003) beschrijft de akoestische eigenschappen van verschillende ruimtes (leslokalen,
restaurants, overdekte speelplaatsen, verkeer…) voor de akoestische isolatie tussen ruimtes onderling en ten opzichte van
buiten, evenals de nagalmduur.
Appartementsgebouwen
De reglementering op het gebied van akoestiek in appartementsgebouwen en individuele woningen is zeer belangrijk: besluit
van 28.10.1994 (N.R.A) gewijzigd op 01.01.2000. Men heeft in de eerste plaats een aangepaste dak- en gevelisolatie nodig:
afhankelijk van de inplanting in het milieu (POS) en een reglementaire isolatie tussen woningen: wanden, scheidingswand,
tussenwanden, vloeren, vloer-, wand- en gevelverbindingen.
10
12. Arval
Tabel met gebruikelijke systemen en waarden Akoestiek
ISOLATIE ABSORPTIE ISOLATIE ABSORPTIE
Geluidsisolatie Absorptie- Geluidsisolatie Absorptie-
Referentie Referentie
Rw (C;Ctr) Rdiffuus Rwegverkeer coëfficiënt Rw (C;Ctr) Rdiffuus Rwegverkeer coëfficiënt
in dB in dB(A) in dB(A) αw in dB in dB(A) in dB(A) αw
GLOBALROOF – DAKEN MET AFDICHTING VLOERSYSTEMEN (vervolg)
IN 210 A 40 (-2 ; -7) 39 33
Cofradal 200 58 (-1 ; -6) 58 52
IN 210 E 43 (-2 ; -6) 42 37
IN 210 F 46 (-1 ; -6) 46 40 Cofradal 200 64 (-2 ; -7) 63 57
IN 211 36 (-1 ; -4) 36 32 + glaswol 30 + BA 13
CN 112 0,30
Cofradal 200
CN 116 B 0,65 + rotswol 20 72 (-6 ; -14) 67 58
CN 116 Pi 0,60 + chape 50
CN 116 PR 0,60
CN 114 A 0,70 GLOBALROOF - GENERFDE DAKPLATEN
CN 118 39 (-1 ; -4) 39 34 0,65
IN 220 42 (-4 ; -11) 39 32
CN 1114 I 39 (-2 ; -5) 38 34 0,90
CN 125 Type “P” 36 (-2 ; -7) 35 29 0,75
CN 1114 R 0,85
CN127 36 (-2 ; -7) 35 29 0,70
CN 1115 R2 0,95
IN 226 50 (-2 ; -7) 49 44
CN 1115 i 0,80
IN 227 54 (-2 ; -7) 53 48
CN 1115 R1 32 (-1 ; -4) 32 28 0,80
CIN 327 T 43 (-3 ; -8) 41 35 0,90
CIN 321 Type “P” 40 (-2 ; -7) 39 33 0,75
CIN 323 J 47 (-2 ; -8) 46 39 0,90
CN 100 Fi 0,65
CIN 338 T 48 (-2 ; -8) 47 40 0,75
IR 221 47 (-2 ; -9) 46 40
IN 228 56 (-1 ; -5) 56 51 GEVELBEKLEDING
CIN 322 49 (-3 ; -10) 48 41 IN 220 42 (-4 ; -11) 32
39
CIN 325 Type “P” 55 (-2 ; -8) 54 47 0,90 CN 120 Type “P” 30 (-2 ; -7) 29 23 0,75
CN 125 Type “P” 36 (-2 ; -7) 35 29 0,75
DUBBELWANDIGE PANELEN VOOR DAK- EN GEVELBEKLEDING
CIN 323 L 44 (-1 ; -7) 44 37 0,90
Ondatherm CIN 327 40 (-2 ; -7) 39 33 0,90
Promisol
Promline CIN 338 B 48 (-2 ; -8) 47 40 0,75
Fréquencisol 25 (-1 ; -3) 25 22 IN 226 50 (-2 ; -7) 44
49
Hainaut IN 227 54 (-2 ; -7) 53 48
Dikte 60 mm
Promistyl feu BINNENBEKLEDING
3003 BA/HBA 0,95 CR 111 0,85
Dikte 60 mm
Hairplan
Promistyl feu 0,80
déco
3003 B/HB
3506 Bi/HBi 30 (-1 ; -2) 30 28
3005 T
AKOESTISCH SCHERM
Dikte 60 mm CN Ecran 30 (-2 ; -7) 29 23 0,85
Promistyl feu
3003 B/HB
3506 Bi/HBi 31 (-3 ; -4) 30 28 GEBRUIKELIJKE REFERENTIEWAARDEN
3005 T
Dikte 60 mm ISOLATIE
Ondatherm Geluidsisolatie
1040 TSA Referentie
Promisol 1003BA 27 (-1 ; -3) 27 24 0,50 Rdiffuus Rwegverkeer
Dikte 60 mm in dB(A) in dB(A)
VLOERSYSTEMEN Beton
Dikte 16 cm (390 kg/m2) 56
Cofrastra 70
vloerplaat dikte 13 cm 49 (-1 ; -5) 49 43 Beton
Dikte 8 cm (200 kg/m2) 45
Cofrastra 40
vloerplaat dikte 14 cm
51 (-3 ; -7) 49 43 Volle steen
Dikte 25 cm (480 kg/m2) 57
Cofrastra 40
vloerplaat dikte 14 cm 56 (-6 ; -11) 52 44 Holle blokken
+ lucht + BA 13 48
Dikte 16 cm (230 kg/m2)
Cofrastra 40
vloerplaat dikte 14 cm Gebakken pannen 16
65 (-4 ; -10) 62 56
+ glaswol 60 + BA 13 56 kg/m2
11
13. Arval
Algemeenheden Thermische isolatie
Warmtetransport:
Straling Geleiding Convectie
Er bestaan drie vormen van warmteoverdracht:
De isolatie van een gebouw moet elke vorm van
warmteoverdracht zoveel mogelijk reduceren.
Verspreiding van Verspreiding van Verspreiding van
warmte door de warmte in de warmte
infraroodstraling het materiaal door luchtstromen
Warmtegeleidingscoëfficient van een materiaal: λ (W/m.K)
Enkele voorbeelden van materialen (volgens EN 12524-NORM)
Staal 50 W/m.K Voorbeelden van isolerende producten:
Gewapend beton 1% 2,30 W/m.K
EPDM 0,25 W/m.K • Glaswolisolatie 0,031 tot 0,04 W/m.K
Butyl 0,24 W/m.K • Polyurethaanschuim 0,025 tot 0,05 W/m.K
Gips (600kg/m3) 0,18 W/m.K volgens gegevens van de fabrikant.
PVC 0,17 W/m.K
Thermische weerstand: R (m2.K/W)
Dikte E (m)
De thermische weerstand R van een homogeen materiaal wordt als volgt bepaald : R :
Geleiding λ (W/m.K)
Voorbeeld: Een blok glaswol met een dikte van 80 mm en een λ-waarde van 0,040 W/m.K heeft een thermische weerstand van
0,08
R: = 2 m2.K/W
0,04
Totale weerstand en oppervlakteweerstand: Rt (m2.K/W)
De totale thermische weerstand van een wand die bestaat uit meerdere homogene materialen wordt verkregen door de som van
hun thermische weerstanden:
RTotaal = Rsi + Rse + R1 + R2 + ...
Om de warmte-uitwisseling aan de oppervlakte in rekening te brengen wordt er een laag (zonder dikte) aangebracht aan
beide zijden van de wand.
Warmteweerstand van het binnenoppervlak: Rsi (m2.K/W)
Warmteweerstand van het buitenoppervlak: Rse (m2.K/W)
Richting van de warmtestroming
Opwaarts Horizontaal Neerwaarts
Rsi 0,10 0,13 0,17
Rse 0,04 0,04 0,04
12
14. Arval
Algemeenheden Thermische isolatie
Warmtedoorgangscoëfficiënt en koudebruggen: U (W/m2.K)
De warmtedoorgangscoëfficiënt van een wand wordt berekend aan de hand van de formule: Up = Uc + U
1
Uc staat voor de warmtedoorgangscoëfficiënt in het doorlopende gedeelte van de wand (zonder koudebruggen): Uc =
RT
U staat voor de door alle koude bruggen gegenereerde koudebrug. Σ (ψ x L) +Σ (χ x N)
U=
Oppervlakte
met
ψ : De lineaire overdracht van de koudebrug ((W/m.K)
In werkelijkheid bemoeilijkt de
L : Lengte van de lineaire koudebrug (m) complexiteit van koudebruggen
χ : Plaatselijke doorgangscoëfficiënt van de koudebrug (W/K) de berekening van Up
N : Aantal plaatselijke koudebruggen
Voorbeelden van koudebruggen:
Plaatselijke χ: een bevestiging, een overspanning van een balk.
Lineaire ψ: laterale verbinding van een sandwichpaneel, het samendrukken van isolatie door een structureel element
Voorbeeld van berekening voor een Ondatherm 1040TS-paneel:
Met een oppervlakte S = 1m²
(nuttige breedte van het paneel = 1m x lengte van het paneel 1m)
Voor een dikte van 100 mm, volgens technisch advies:
Uc = 0.24 W/(m².K)
ψ = 0.01W/(m.K)
χ = 0.01W/K
Dan
Uwand 100mm = 0.24 + 0.01 x 1 + 0.01 x 1
Uwand 100mm = 0.26 W/(m².K)
De Th-U regels uit de norm voor thermische isolatie bevatten een opsomming van waarden voor verschillende systemen.
Het is ook mogelijk om de Up van een wand te verkrijgen op basis van een modellering aan de hand van specifieke software.
Voorbeeld van modellering van een complex systeem
niet voorgestelde isolatiematerialen voorgestelde isolatiematerialen
13
15. Arval
Reglementering Thermische isolatie
De context
De bouwsector is verantwoordelijk voor 25 % van de CO 2-emissies en voor 42 % van het energieverbruik in Frankrijk. Verwarming
is de grootste energieverbruiker.
De CO2-emissie in Frankrijk zou tegen 2050 met een vierde moeten afgenomen zijn om:
• de klimaatopwarming te beperken,
• de bevoorrading van fossiele brandstoffen veilig te stellen,
• gevolgen van energieprijsstijgingen te beperken.
Energetisch vermogen van gebouwen – Europese richtlijn nr. 2002/91/EG van 16/12/2002
De richtlijn vloeit rechtstreeks voort uit de Kyoto-akkoorden. Zij berust op vijf vereisten:
• Een globale methode voor de berekening van de energieprestaties van gebouwen.
• Toepassing van de minimaal vereiste energieprestaties in nieuwbouw.
• Een toepassing van minimale energieprestaties in bestaande gebouwen van grote omvang, wanneer deze laatste het voorwerp
zijn van belangrijke renovatiewerken.
• Een keuring van de energieprestaties van gebouwen (nieuw, bestaande en openbare gebouwen).
• Een regelmatige controle van verwarmings- en aircosystemen in gebouwen evenals een controle van de verwarmingsinstallaties
die ouder zijn dan 15 jaar.
De Europese richtlijn verplicht eveneens de toepassing van deze reglementering voor de renovatie van gebouwen met een
oppervlakte van meer dan 1000 m². (Wet nr. 2005-781 van 13 juli 2005 dat de lijnen van het energiebeleid vastlegt).
Een andere reglementering is eveneens van toepassing op de onderdelen en uitrustingen van kleinere gebouwen.
Voortaan zal de huurder, koper of bouwheer bij de verhuur, eigendomsoverdracht of bouw een diagnose van de energieprestaties
overhandigd worden. Dit document zal het energieverbruik aangeven, evenals de CO2-emissie, de jaarlijkse kost in euro en
classificatie zodat de gebruikers de prestaties van hun gebouw kunnen evalueren en vergelijken. Dit document zal vergezeld zijn
van een aanbeveling die bedoeld is om die prestaties te verbeteren. (Artikel L134-1 uit de bouw- en wooncode).
Sinds 1 juli 2006 moet de verkoper van een gebouw of een deel ervan, aan de koper de diagnose van de energieprestaties bij
iedere verkoopsovereenkomst of bij de authentieke akte voegen.
Vanaf 1 juli 2007 moet de verhuurder van een gebouw of een deel ervan, de huurder op eigen kosten de diagnose bezorgen.
Normen voor thermische isolatie van nieuwbouw
Wat er verandert met de RT 2005 Nieuw in de RT 2005
RT 2005 RT 2000
Energieverbruik Uitgedrukt in kWhep/m2.jaar
Totaal energieverbruik Uitgedrukt in kWu /m2.jaar Uitgedrukt in kWu/jaar van gas
voor verwarming voor gas en elektriciteit
C ≤ C ref en elektriciteit C ≤ C ref
en warm water C verwarming + CECS ≤ Cep max
Minimale vereisten voor Individuele woning: max. 20% Individuele woning: max 30%
de bekleding Collectieve huisvesting: max 25% Gem. woningen: max 30%
Ugeb ≤ K% x Ugeb-ref. Tertiair: max 50% Tertiair: niet bepaald Opwaardering van gebouwen
met thermodynamische uitrusting
Minimale vereisten voor Uitgebreide minimaal vereiste Minimaal vereiste isolatiewaarden
wanden en koudebruggen isolatiewaarden en referentiecoëfficiënt en referentiecoëfficiënt
Hernieuwbare Opwaardering van daken met
Berekend per gebruikszone, energiebronnen vegetatie voor afkoeling
Conventionele
waarbij elke zone de Tc-ref moet Berekend per gebouw en tijdens de zomer
binnentemperatuur
respecteren om conform te zijn bio-klimatologisch
ontwerp Opwaardering van bio-klimatologisch
Forfaitaire waarde (best mogelijke Forfaitaire waarde (best mogelijke ontwerp in winter en zomer
Luchtdichtheid waarde die resulteert uit de meetresultaten waarden indien gemeten voor in functie van de bijdrage van de zon
van een steekproef van de constructie) elke uitvoering) en beperken van gebruik van airco.
8 winterzones/
3 winterzones/
Klimaatzones H1a, H1b, H1c In rekening brengen van verbruik
H1- H2 - H3 Klimaatregeling /
H2a, H2b, H2c, H2d - H3 door klimaatregeling in
airconditioning
alle gebouwen
Verlichting Alle gebouwen Tertiaire gebouwen
De bouwheer moet een
Installaties (warm Samenvattende
Uitbreiding van minimaal vereiste Minimaal vereiste gestandaardiseerd overzicht van
gezondheids-, zonne water, fiche
referentiewaarden voor isolatie referentiewaarden voor isolatie de thermische isolatie
ventilatie...)
14
kunnen voorleggen.
16. Arval
Reglementering Thermische isolatie
Minimale vereisten: minimaal vereiste isolatiewaarden van de wanden
Maximale warmtedoorgangscoëfficiënt aan de oppervlakte
U maxi (W/m2.K) vereist voor elke wand
Coëfficiënt
WANDEN
U max
Muren die in contact komen met de buitenlucht of met de grond 0,45
Muren die in contact komen met een onverwarmd volume 0,45/b (*)
Lage vloeren die in contact komen met de buitenlucht of uitgeven op een gemeenschappelijke parking 0,36
Lage vloeren die uitgeven op een kruipruimte of een onverwarmd volume 0,40
Hoge vloeren van beton of metselwerk, en van waterdichte staalplaten 0,34
Hoge vloeren, daken bedekt met staalplaten 0,41
Andere hoge vloeren 0,28
Vensters en glazen buitendeuren 2,60
Gordijngevels 2,60
Rolluikbakken 3,00
(*) b is de reductiefactor voor verlies aan onverwarmde volumes, zoals gedefinieerd in de berekening van de Ugeb.
Optimalisatie van de thermische isolatie: referentiewaarden voor wanden
Maximale warmtedoorgangscoëfficiënt aan de oppervlakte
a (W/m2.K) waaraan elke wand moet beantwoorden
Coëfficiënt a1 (W/m2.K) Zones H1, H2, H3 > 800 m Zone H3 ≤ 800 m
Ondoorschijnende verticale wanden: a1 0,36 0,40
Hoge vloeren en daken (andere dan a3): a2 0,20 0,25
Hoge vloeren van beton en van
0,27 0,27
waterdichte staalplaten a3
Lage vloeren: a4 0,27 0,36
Deur: a5 1,50 1,50
Vensters voor niet-residentiële gebouwen: a6 2,10 2,30
Vensters voor woningen: a7 1,80 2,10
Koudebrug lage vloer / muur: a8 0,40 0,40
0,55 voor individuele woningen 0,55 voor individuele woningen
Koudebrug tussenwand / muur: a9
0,60 voor andere gebouwen 0,60 voor andere gebouwen
0,50 voor individuele woningen 0,50 voor individuele woningen
Koudebrug dak / muur: a10 0,60 voor andere gebouwen 0,60 voor andere gebouwen
Umax (W/m2.K)-waarden van wanden (hoe kleiner U hoe groter het isolerende vermogen van de wand)
Dak met waterdichte staalplaten
0,34
0,41
Dak met dubbele stalen dakbedekking
Gevelbekleding
0,45 Lage vloer
15
0,40
17. Arval
Waarden van warmtedoorgang aan de oppervlakte Up Thermische isolatie
Dakbedekkingsystemen GLOBALROOF
minimaal vereiste isolatiewaarde: 0,34 W/m2.K
Waterdichte dakbedekking van staalplaat
referentie: 0,27 W/m2.K (H1, H2, H3)
SE 33-daksysteem
① Onderdak HACIERCO
② Rotswol (λ = 0,039 W/m.K max) Dikte 130 mm
③ Afdichting
Up = 0,33 W/m2.K*
SE 27-daksysteem
① Onderdak HACIERCO
② Rotswol (λ = 0,039 W/m.K max) Dikte 160 mm
③ Afdichting
Up = 0,27 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van
5 bevestigingen per m2
minimaal vereiste isolatiewaarde: 0,41 W/m2.K
Stalen dakbedekkingen
referentie: 0,27 W/m2.K (H1, H2, H3)
DPN 41-daksysteem
① Kouddakprofiel (Trapéza)
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 50 mm (geklemd onder tussenstuk)
③ Tussenstuk (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
④ Gording (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
⑤ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 40 mm (geklemd op gording)
⑥ Kouddakprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,41 W/m2.K*
DPN 27-daksysteem
① Kouddakprofiel (Trapéza)
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 80 mm (geklemd onder tussenstuk)
③ Tussenstuk (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
④ Gording (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
⑤ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 80 mm (geklemd op gording)
⑥ Kouddakprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,27 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen dakgordingen = 2,40 m en
16 asafstand tussen tussenstukken van = 1,33 m.
18. Arval
Waarden van warmtedoorgang aan de oppervlakte Up Thermische isolatie
Dakbedekkingsystemen GLOBALROOF
minimaal vereiste isolatiewaarde: 0,41 W/m2.K
Waterdichte dakbedekking van staalplaat
referentie: 0,27 W/m2.K (H1, H2, H3)
DPP 34-daksysteem
① Binnendoos HACIERCO C 400.90
② Tussenstuk (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
③ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 90 mm (op bodem van binnendoos)
④ Gording (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
⑤ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 80 mm (geklemd op gording)
⑥ Kouddakplaat (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,34 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen dakgordingen
van 2,00 m en asafstand tussen tussenstukken van 1,20 m
DPP 41-daksysteem
① Binnendoos HACIERCO C 400.90
② Tussenstuk (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
③ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 70 mm (op bodem van binnendoos)
④ Gording (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
⑤ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 80 mm (geklemd op gording)
⑥ Kouddakplaat (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,41 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen dakgordingen
van 2,00 m en asafstand tussen tussenstukken van 1,20 m
DPP 27-daksysteem
① Binnendoos HACIERCO C 400.90
② Tussenstuk (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
③ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 90 mm (op bodem van binnendoos)
④ Gording (zie vragenlijst achteraan in deze gids)
⑤ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 120 mm (geklemd op gording)
⑥ Kouddakplaat (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,27 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen dakgordingen
van 2,00 m en asafstand tussen tussenstukken van 1,20 m
17
19. Arval
Waarden van warmtedoorgang aan de oppervlakte Up Thermische isolatie
Gevelbekledingssystemen GLOBALWALL
minimaal vereiste isolatiewaarde: 0,45 W/m2.K
Gevelbekleding
referentie: 0,36 W/m2.K (H1, H2, H3 > 800 m) 0,40 W/m2.K (H3 < 800 m)
DP 43-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.600.150 VK
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max)
Dikte 120 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 60 mm (geklemd)
④ Gevelbekleding HACIERBA 4.265.27 B
Up = 0,43 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van 2,5 bevestigingen per m2
DPE 44-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.450.70 BH of HR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 60 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 60 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ afstandhouder hoogte = 80 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,44 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
DPE 43-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.400.90 BS of SR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max)
Dikte 60 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ= 0,040 W/m.K max)
Dikte 80 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ Afstandhouder hoogte = 50 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,43 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
18
20. Arval
Waarden van warmtedoorgang aan de oppervlakte Up Thermische isolatie
Gevelbekledingssystemen GLOBALWALL
minimaal vereiste isolatiewaarde: 0,45 W/m2.K
Gevelbekleding
referentie: 0,36 W/m2.K (H1, H2, H3 > 800 m) 0,40 W/m2.K (H3 < 800 m)
DPE 38-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.450.70 BH of HR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 70 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ= 0,040 W/m.K max) Dikte 70 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ Afstandhouder hoogte = 90 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,38 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
DPE 35-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.450.70 BH of HR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 70 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ= 0,040 W/m.K max) Dikte 80 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ Afstandhouder hoogte = 100 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,35 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
DPE 39-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.500.90 BH of HR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 90 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ= 0,040 W/m.K max) Dikte 50 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ Afstandhouder hoogte = 50 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,39 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
DPE 36-gevelbekledingssyteem
① Binnendoos HACIERBA 1.500.90 BH of HR
② Isolatie (λ = 0,040 W/m.K max) Dikte 90 mm (op bodem van binnendoos)
③ Isolatie (λ= 0,040 W/m.K max) Dikte 60 mm (geklemd onder afstandhouder)
④ Afstandhouder hoogte = 60 mm
⑤ Gevelprofiel (Fréquence, Océane, Trapéza)
Up = 0,36 W/m2.K*
* waarde geschat op basis van asafstand tussen
afstandhouders = 2,00 m evenwijdig met de panelen
19
21. Arval
Overzichtstabel met Up-waarden van systemen Thermische isolatie
Binnendoos/ Dikte Up = 0,43
Referentie Binnenwand Buitenbekleding
tussenstructuur (mm) (W/m2.K)*
SE 33 HACIERCO Nee Waterdichting 130 0,33
G L O B AL R O O F
SE 27 HACIERCO Nee Waterdichting 160 0,27
DPN 41 Fréquence, Océane, Trapéza Dragende structuur Fréquence, Océane, Trapéza 90 0,41
(technische fiche achteraan in deze gids)
DPN 27 Fréquence, Océane, Trapéza Dragende structuur Fréquence, Océane, Trapéza 160 0,27
(technische fiche achteraan in deze gids)
DPP 34 HACIERCO C 400.90 Dragende structuur Fréquence, Océane, Trapéza 170 0,34
(technische fiche achteraan in deze gids)
DPP 41 HACIERCO C 400.90 Dragende structuur Fréquence, Océane, Trapéza 150 0,41
(technische fiche achteraan in deze gids)
DPP 27 HACIERCO C 400.90 Dragende structuur Fréquence, Océane, Trapéza 210 0,27
(technische fiche achteraan in deze gids)
DP 43 HACIERBA 1.600.150 VK Nee HACIERBA 4.265.27 B 180 0,43
GLOBALWAL L
DPE 44 HACIERBA 1.450.70 BH of HR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 120 0,44
DPE 43 HACIERBA 1.400.90 BS of SR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 140 0,43
DPE 38 HACIERBA 1.450.70 BH of HR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 140 0,38
DPE 35 HACIERBA 1.450.70 BH of HR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 150 0,35
DPE 39 HACIERBA 1.500.90 BS of SR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 140 0,39
DPE 36 HACIERBA 1.500.90 BS of SR Afstandhouders Fréquence, Océane, Trapéza 150 0,36
* Deze waarden gelden voor de montagecondities die gedefinieerd werden in de werktekeningen.
De systemen uit deze tabel dienen slechts als referentie voor de grenswaarden die vastgelegd werden door de reglemen-
tering die van kracht is voor thermische isolatie. Deze systemen kunnen aangepast worden in functie van andere waarden
in het kader van een specifiek project. Het isolerende vermogen van het optimale systeem kan berekend worden door
onze technische dienst.
WIJ HELPEN U GRAAG MET DE OPTIMALISATIE VAN UW THERMISCHE ISOLATIE.
20
22. Arval
Prestaties van GLOBALROOF daksystemen Systemen
OVERZICHT VAN DE THERMISCH EN AKOESTISCH ISOLERENDE
GLOBALROOF-SYSTEMEN
Binnendoos Dikte
Referentie Binnenwand Buitenbekleding pagina
/tussenstructuur (mm)
IN 210 A HACIERCO (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 22
IN 210 E HACIERCO (1,25 mm) Nee Waterdichting 120 22
IN 210 F HACIERCO (1,25 mm) Nee Waterdichting 180 22
IN 211 A HACIERCO (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 22
CN 112 HACIERCO "C" (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 23
CN 116 B HACIERCO "C" (0,75 mm) Nee Waterdichting 90 23
CN 116Pi HACIERCO "P" (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 23
CN 116 PR HACIERCO "P" (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 23
CN 114 A HACIERCO 74 SPA (0,75 mm) Nee Waterdichting 110 24
CN 118 HACIERCO 74 SPA (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 + stroken 24
CN 1114 i HACIERCO 74 SPS (0,75 mm) Nee Waterdichting 130 + stroken 25
CN 1114 R HACIERCO 74 SPS (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 + stroken 25
CN 1115 R2 HACIERCO 56 SPS (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 + stroken 25
CN 1115 I HACIERCO 56 SPS (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 25
CN 1115 R1 HACIERCO 56 SPS (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 25
CIN 321 Binnendoos HACIERCO "C" ou "P" (0,75 mm) HACIERCO (0,75 mm) Waterdichting 90 26
CN 100 Fi HACIERCO C "P" (0,75 mm) Nee Waterdichting 60 26
Dragende structuur **
IR 221 HACIERCO (0,75 mm) + HACIERCO (0,75 mm) Waterdichting 120 27
Dragende structuur **
IN 228 Binnendoos HACIERCO (0,75 mm) + HACIERCO (0,75 mm) Waterdichting 300 27
Dragende structuur **
CIN 322 Binnendoos HACIERCO "C" ou "P" (0,75 mm) + HACIERCO (0,75 mm) Waterdichting 150 28
Dragende structuur **
CIN 325 Binnendoos HACIERCO "C" ou "P" (0,75 mm) + HACIERCO (0,75 mm) Waterdichting 280 28
IN 220 HACIERCO C 400.90 (0,75 mm) Nee Fréquence, Océane, Trapéza 120 30
IN 220 RT HACIERCO C 400.90 (0,75 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza 150 30
CN 125 HACIERCO C 400.90 "C" ou "P" (0,75 mm) Nee Fréquence, Océane, Trapéza (0,63 mm) 110 31
CN 125 RT HACIERCO C 400.90 "C" ou "P" (0,75 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (0,63 mm) 150 31
CN 127 HACIERCO "P" (0,75 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (0,63 mm) 110 31
IN 226 Binnendoos HACIERCO (1,00 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (1,00 mm) 140 31
IN 227 Binnendoos HACIERCO (1,25 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (1,25 mm) 200 32
CIN 327 T HACIERCO C 450.70 P (0,75 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (0,75 mm) 215 33
CIN 323 J HACIERCO C 450.70 P (0,75 mm) Dragende structuur ** Fréquence, Océane, Trapéza (1,25 mm) 185 33
Dragende structuur **
CIN 338 T HACIERCO C 450.70 P (0,75 mm) + HACIERCO (0,75 mm) Fréquence, Océane, Trapéza (0,75 mm) 150 33
**Technische fiche achteraan in deze gids
De waarden van de warmtedoorgang aan de oppervlakte voor systemen met een waterdichting werden gegeven voor
5 bevestigen per m² door de thermische isolatie, met uitzondering van:
- CN 118 dat geen bevestigingen door de isolatie heeft,
- CN 100 Fi dat uitgevoerd wordt volgens een eigen Technisch Advies
Voor GLOBALROOF-systemen met een HACIERCO-binnendoos als binnenwand wordt aanbevolen eventueel niet-geventi-
leerde luchtruimten op te vullen met een bijkomende thermische isolatie.
21
23. Arval
Prestaties van GLOBALROOF daksystemen Systemen
Niet geperforeerde, geribde profielen– Uitvoering volgens NFP 84-206-1 (ref DTU 43-3)
IN 210 IN 210 A
① Onderdak HACIERCO Dikte .0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Panotoit Dikte 60 mm (Isover)
③ Meerlagige bitumendichting
IN 210 E
① Onderdak HACIERCO Dikte 1,25 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Panotoit Dikte 120 mm (Isover)
③ Meerlagige bitumendichting
IN 210 F
① Onderdak HACIERCO Dikte 1,25 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Panotoit Dikte 180 mm (120 + 60) (Isover)
③ Meerlagige bitumendichting
IN 211
Esthetisch voordeel
Geen zichtbare bevestigingen van isolatie onder het oppervlak
IN 211 A
① Onderdak HACIERCO Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Foamglas-paneel T4 Dikte 60 mm (PCF.)
③ Meerlagige bitumendichting
ISOLATIE
Geluidsisolatie R (dB) per octaaf (Hertz)
(testconversie in 1/3 van een octaaf) Warmtedoorgang*
Referentie Gewicht Afmetingen Bron van
aan de oppervlakte
Rw (C ; Ctr) R diffuus R wegverkeer Kg/m2 in cm akoestische tests
Up (w/m2K)
dB dB (A) dB (A) 125 250 500 1000 2000 4000
IN 210 A 40 (-2;-7) 39 33 20 28 36 46 55 63 24 12 CEBTB (02/95) 0,64 max
IN 210 E 43 (-2;-6) 42 37 26 31 37 46 52 59 38 18 CSTB (09/97) 0,36 max
IN 210 F 46 (-1;-6) 46 40 27 35 43 50 58 64 47 24 CSTB (09/97) 0,26 max
IN 211 36 (-1;-4) 36 32 23 28 29 38 43 45 26 15 CSTB (04/98) 0,62 max
* benaderde waarde met λ = 0,039 w/(m.K) – waarde controleren op CE- en ACERMI-markeringen.
22
24. Arval
Prestaties van GLOBALROOF daksystemen Systemen
Geribde profielen, geperforeerd tussen de ribben – Uitvoering volgens NFP 84-206-1 (ref DTU 43-3)
CN 112
① Onderdak HACIERCO type"C" Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Dampscherm Ceceal (Siplast)
③ Panotoit Dikte 60 mm (Isover)
④ Meerlagige bitumendichting
CN 116
CN 116 B
① Onderdak HACIERCO type"C" Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Rockacier Dikte 30 mm (Rockwool)
③ Dampscherm
④ Rockacier Dikte 60 mm (Rockwool)
⑤ Meerlagige bitumendichting
CN 116 Pi
① Onderdak HACIERCO type"P" Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Parvason (Isover)
③ Panotoit Dikte 60 mm (Isover)
④ Meerlagige bitumendichting
CN 116 PR
① Onderdak HACIERCO type"P" Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Rocksourdine (Rockwool)
③ Rockwool-paneel 381 Dikte 60 mm (Rockwool)
④ Meerlagige bitumendichting
ABSORPTIE
α per octaaf
(testconversie in 1/3 van een octaaf) Warmtedoorgang*
Referentie α Gewicht Afmetingen Bron van aan de oppervlakte
w Kg/m2 in cm akoestische tests Up (w/m2K)
125 250 500 1000 2000 4000
CN 112 0,46 0,96 0,78 0,48 0,25 0,20 0,30 24 10 CSTB (06/89) 0,64 max
CN 116 B 0,50 0,82 0,87 0,66 0,63 0,47 0,65 30 15 CSTB (09/94) 0,46 max
CN 116 Pi 0,37 0,82 0,89 0,70 0,56 0,45 0,60 25 12 CSTB (12/01) 0,64 max
CN 116 PR 0,33 0,68 0,81 0,75 0,56 0,45 0,60 25 12 CEDIA (06/99) 0,64 max
* benaderde waarde met λ = 0,039 w/(m.K) – waarde controleren op CE- en ACERMI-markeringen.
23
25. Arval
Prestaties van GLOBALROOF daksystemen Systemen
Geribde profielen in de groeven/ribben geperforeerd – Uitvoering volgens
NFP 84-206-1 (ref DTU 43-3) aangevuld door bijkomende bepalingen uit ons
gespecialiseerd onderzoek voor het CN 118 HAIRAQUATIC-systeem.
CN 114 A
① Profiel HACIERCO 74 SPA Dikte 0,75 mm
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Panolene gevelbekleding Dikte 30 mm
bijeengeplooid in de groef/rib (Isover)
③ Dampscherm (aluminiumfolie + glasvlies)
④ Panotoit Dikte 80 mm (Isover)
⑤ Meerlagige bitumendichting
CN 118 – HAIRAQUATIC-systeem
Speciaal voor vochtige tot zeer vochtige ruimtes
Esthetisch voordeel
Geen zichtbare bevestigingen van isolatie onder het oppervlak
① Profiel HACIERCO 74 SPA Dikte 0,75 mm*
(onder voorbehoud van mechanische controle)
② Strook minerale wol (Etanco)
③ Foamglas-paneel T4 Dikte 60 mm gekleefd (PCF.)
④ Meerlagige bitumendichting
* voor vochtige tot zeer vochtige ruimtes wordt de
organische bekleding aangepast
ISOLATIE
R (dB) per octaaf (Hertz)
geluidsisolatie Warmtedoorgang*
(testconversie in 1/3 van een octaaf) Gewicht Afmetingen Bron van
Referentie aan de oppervlakte
Rw (C ; Ctr) Rdiffuus Rwegverkeer Kg/m2 in cm akoestische tests
125 250 500 1000 2000 4000 Up (w/m2K)
dB dB (A) dB (A)
CN118 39 (-1;-4) 39 34 24 32 33 40 48 49 25 15 CSTB (04/98) 0,62 max
ABSORPTIE
α per octaaf
(testconversie in 1/3 van een octaaf) Warmtedoorgang*
Referentie α Gewicht Afmetingen Bron van
aan de oppervlakte
w Kg/m2 in cm akoestische tests
125 250 500 1000 2000 4000 Up (w/m2K)
CN 114 A 0,67 0,96 1,00 0,83 0,63 0,54 0,70 30 17 CSTB (05/94) 0,50 max
CN 118 0,12 0,38 0,77 0,78 0,67 0,60 0,65 25 15 CSTB (03/92) 0,62 max
24 * benaderde waarde met λ = 0,039 w/(m.K) – waarde controleren op CE- en ACERMI-markeringen.