Mattheus 19: 27-28 Titus 3: 4-7

2. Titus 3:4-7
4. Maar toen de vriendelijkheid en tederheid van
God onze Redder voor de mensheid gekomen is, 5.
niet uit rechtvaardige werken welke we doen,
maar overeenkomstig Zijn barmhartigheid, redt Hij
ons, door het bad van wedergeboorte en
vernieuwing van heilige Geest, 6. welke Hij door
Jezus Christus, onze Redder, rijkelijk over ons
uitstort, 7.dat, door Zijn genade gerechtvaardigd,
wij genieters zijn geworden, in verwachting, een
lotgenieting van eonisch leven.

3. Mat. 19:27-28
27. Daarop antwoordde Petrus en zeide tot
Hem : Zie, wij hebben alles prijsgegeven en
zijn U gevolgd: wat zal dan ons deel zijn? 28.
Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, gij,
die Mij gevolgd zijt, zult in de wedergeboorte,
wanneer de Zoon des mensen op de troon
Zijner heerlijkheid zal zitten, ook op twaalf
tronen zitten om de twaalf stammen van
Israël te richten.

4. Matt. 24:13
13. Maar hij die volhard naar binnenin de
voltooiing (de voltooiing van de verdrukking/
benauwing), hij zal gered worden.

5. Titus 3:4
4. Maar toen de vriendelijkheid en tederheid
van God onze Redder voor de mensheid
gekomen is….

6. Titus 2:11
11. Want Gods reddende genade is
gekomen voor ieder mens……………..

7. Titus 3:4-7
4. Maar toen de vriendelijkheid en tederheid van
God onze Redder voor de mensheid gekomen is,
5. niet uit rechtvaardige werken welke we doen,
maar overeenkomstig Zijn barmhartigheid, redt
Hij ons, door het bad van wedergeboorte en
vernieuwing van heilige Geest, 6. welke Hij door
Jezus Christus, onze Redder, rijkelijk over ons
uitstort, 7.dat, door Zijn genade gerechtvaardigd,
wij genieters zijn geworden, in verwachting, een
lotgenieting van eonisch leven.

8. Titus 3:1-3
1. Herinner hun onderschikkend te zijn aan
overheden en autoriteiten; om meegaand te zijn,
en klaar te zijn voor elk goed werk, 2. om
niemand te lasteren, vreedzaam te zijn, mild,
zachtmoedigheid te tonen tegenover ieder mens.
3. Want ook wij waren eens dwaas, koppig,
misleid, slaven van verschillende verlangens en
voldoeningen, een leven leidend in
kwaadwilligheid en afgunst, afschuwelijk, elkaar
hatende.

9. Mattheüs versus Titus betreffende
wedergeboorte
Mat. 19:27-28
*als Jezus is gekomen voor
Zijn volk
*redding van de Jood voor
komende aardse koninkrijk
*werken voor Jood
*vergeving van zonde
*de aarde
Titus 3:4-7
*Gods vriendelijkheid is
gekomen voor alle mensen
*Gods reddende genade voor
ieder mens
*geen werken, alleen genade
*rechtvaardiging
*het universum (incl. aarde)

10. 2 Tim. 1:7-9
7.Want God geeft ons niet een geest van schroom,
maar van kracht en van liefde en van gezond
verstand. 8 Schaam je dan niet voor het getuigenis
van onze Heer noch voor mij, Zijn gebondene,
maar lijd samen kwaad met mij voor het evangelie
in overeenstemming met de kracht van God, 9Die
ons redt en roept met een heilige roeping, niet in
overeenstemming met onze werken, maar in
overeenstemming met Zijn eigen voornemen en
de genade, die ons gegeven is in Christus Jezus
vóór eonische tijden,