Wine is a mocker, strong drink is raging: and whosoever is deceived thereby is not wise. Proverbs 20:1

3. En hij dronk van de wijn en werd dronken; en hij lag onbedekt
in zijn tent. En Noach werd wakker van zijn wijn en wist wat
zijn jongste zoon hem had aangedaan. Genesis 9:21,24
En Lot trok op uit Zoar en ging op het gebergte wonen, en zijn
twee dochters met hem; want hij was bang om in Zoar te
wonen; en hij woonde in een grot, hij en zijn twee dochters.
En de eerstgeborene zei tegen de jongste: Onze vader is oud,
en er is geen man op aarde die bij ons kan komen op de
manier van de hele aarde: Kom, laten we onze vader wijn
laten drinken, en we zullen bij ons liggen. hem, zodat wij het
zaad van onze vader kunnen behouden. En zij lieten hun vader
die nacht wijn drinken; en de eerstgeborene ging naar binnen
en lag bij haar vader; en hij merkte het niet toen zij ging
liggen, noch toen zij opstond. En het geschiedde de volgende
dag dat de eerstgeborene tegen de jongste zei: Zie, ik heb
gisteren bij mijn vader geslapen; laten we hem ook deze nacht
wijn laten drinken; en ga naar binnen en lig bij hem, zodat we
het zaad van onze vader kunnen behouden. En zij lieten hun
vader die nacht ook wijn drinken; en de jongste stond op en
ging bij hem liggen; en hij merkte het niet toen zij ging liggen,
noch toen zij opstond. Genesis 19:30-35
En de HEERE sprak tot Aäron: Drink geen wijn of sterke
drank, noch uw zonen met u, wanneer u de tent van
samenkomst binnengaat, anders sterft u. Het zal een eeuwige
inzetting zijn voor al uw generaties. En opdat u onderscheid
kunt maken tussen heilig en onheilig, en tussen onrein en rein;
En opdat u de kinderen van Israël alle wetten leert die de Heer
door de hand van Mozes tot hen heeft gesproken. Leviticus
10:8-11
En de HEERE sprak tot Mozes, zeggende: Spreek tot de
kinderen Israëls, en zeg tot hen: Wanneer een man of een
vrouw zich zal afscheiden om een gelofte van een Nazireeër af
te leggen, om zich van de HEERE af te scheiden: Hij zal zich
van de wijn afscheiden. en sterke drank, en hij zal geen azijn
van wijn drinken, of azijn van sterke drank, noch zal hij enige
drank van druiven drinken, noch vochtige of gedroogde
druiven eten. Al de dagen van zijn scheiding zal hij niets eten
dat van de wijnstok is gemaakt, van de pitten tot aan de schil.
Numeri 6:1-4
Maar hij zei tegen mij: Zie, u zult zwanger worden en een
zoon baren; en drink nu geen wijn of sterke drank, en eet ook
niets onreins; want het kind zal een nazireeër voor God zijn
vanaf de baarmoeder tot aan de dag van zijn dood. Richteren
13:7
En het gebeurde, terwijl ze bleef bidden voor de Heer, dat Eli
haar mond markeerde. Nu sprak Hanna in haar hart; alleen
haar lippen bewogen, maar haar stem werd niet gehoord:
daarom dacht Eli dat ze dronken was. En Eli zei tegen haar:
Hoe lang zul je nog dronken zijn? doe uw wijn van u weg. En
Hanna antwoordde en zei: Nee, mijn heer, ik ben een vrouw
met een bedroefde geest: ik heb geen wijn of sterke drank
gedronken, maar heb mijn ziel voor het aangezicht van de
HEERE uitgestort. 1 Samuël 1:12-15
En Abigaïl kwam naar Nabal; en zie, hij hield een feestmaal in
zijn huis, als het feest van een koning; en Nabals hart was
vrolijk in hem, want hij was erg dronken: daarom vertelde ze
hem niets, minder of meer, tot het ochtendlicht. Maar het
gebeurde in de ochtend, toen de wijn uit Nabal was
verdwenen en zijn vrouw hem deze dingen had verteld, dat
zijn hart in hem stierf en hij werd als een steen. En het
geschiedde ongeveer tien dagen daarna, dat de HEERE Nabal
sloeg, zodat hij stierf. 1 Samuël 25:36-38
Nu had Absalom zijn dienaren geboden, zeggende: Let nu
eens op wanneer Amnons hart vrolijk is van wijn, en wanneer
ik tegen u zeg: Sla Amnon; dood hem dan, wees niet bang:
heb ik je niet bevolen? wees moedig en wees dapper. 2
Samuël 13:28
Gij hebt vreugde in mijn hart gelegd, meer dan in de tijd dat
hun koren en hun wijn toenamen. Ik zal mij in vrede
neerleggen en slapen: want U, HEER, laat mij alleen in
veiligheid wonen. Psalmen 4:7-8
Betreed niet het pad van de goddelozen en betreed niet het pad
van de slechte mensen. Vermijd het, ga er niet aan voorbij,
keer je ervan af en ga voorbij. Want zij slapen niet, tenzij zij
onheil hebben bedreven; en hun slaap wordt weggenomen,
tenzij ze sommigen laten vallen. Want zij eten het brood van
de goddeloosheid en drinken de wijn van het geweld.
Spreuken 4:14-17
Wijn is een spotter, sterke drank woedt: en wie daardoor
wordt misleid, is niet wijs. Spreuken 20:1
Wie plezier liefheeft, zal een arm mens zijn; wie wijn en olie
liefheeft, zal niet rijk zijn. Spreuken 21:17
Wie heeft wee? wie heeft verdriet? wie heeft ruzie? wie heeft
babbelen? wie heeft wonden zonder oorzaak? wie heeft
roodheid van de ogen? Zij die lang bij de wijn blijven; zij die
gemengde wijn gaan zoeken. Kijk niet naar de wijn als hij
rood is, als hij kleur geeft in de beker, als hij zich goed
beweegt. Tenslotte bijt hij als een slang en steekt hij als een
adder. Uw ogen zullen vreemde vrouwen aanschouwen, en uw
hart zal verkeerde dingen uiten. Ja, u zult zijn als hij die
midden in de zee ligt, of als hij die op de top van een mast ligt.
Ze hebben mij geslagen, zult u zeggen, en ik was niet ziek; ze
hebben me geslagen, en ik voelde het niet: wanneer zal ik
wakker worden? Ik zal het nog eens opzoeken. Spreuken
23:29-35
Het is niet aan koningen, o Lemuel, het is niet aan koningen
om wijn te drinken; noch voor sterke drank voor prinsen:
opdat zij niet drinken en de wet vergeten, en het oordeel van
een van de getroffenen verdraaien. Geef sterke drank aan hem
die op het punt staat om te komen, en wijn aan hen die
bezwaard van hart zijn. Laat hem drinken, en zijn armoede
vergeten, en niet meer aan zijn ellende denken. Spreuken
31:4-7
Wee degenen die 's morgens vroeg opstaan om sterke drank te
drinken; die doorgaan tot de nacht, totdat de wijn ze in vuur
en vlam zet! En de harp, en de gamba, de tabret, en de fluit, en
de wijn zijn op hun feesten; maar zij letten niet op het werk
van de HEERE, noch op de werking van Zijn handen. Jesaja
5:11-12
Wee hun die het kwade goed noemen, en het goede kwaad;
die duisternis voor licht stelde, en licht voor duisternis; die
bitter voor zoet en zoet voor bitter stelde! Wee degenen die
wijs zijn in hun eigen ogen en verstandig in hun eigen ogen!
Wee hun die machtig zijn om wijn te drinken, en mannen die
sterk zijn om sterke drank te mengen: die de goddelozen
rechtvaardigen voor beloning, en de gerechtigheid van de
rechtvaardigen van hem wegnemen! Jesaja 5:20-23

4. Wee de kroon van de hoogmoed, de dronkaards van Efraïm,
wier glorieuze schoonheid een verwelkte bloem is, die op het
hoofd staan van de vette valleien van hen die overweldigd zijn
door wijn! Maar zij hebben ook gedwaald door middel van
wijn, en door sterke drank zijn zij uit de weg gegaan; de
priester en de profeet hebben gedwaald door sterke drank, ze
zijn opgeslokt door wijn, ze zijn uit de weg gegaan door sterke
drank; zij dwalen in hun visie, zij struikelen in hun oordeel.
Jesaja 28:1,7
De woorden van Jonadab, de zoon van Rechab, dat hij zijn
zonen gebood geen wijn te drinken, worden uitgevoerd; want
tot op de dag van vandaag drinken ze niets, maar
gehoorzamen ze het gebod van hun vader: ondanks dat ik tot
jullie heb gesproken, sta vroeg op en spreek; maar gij hebt niet
naar mij geluisterd. Jeremia 35:14
Ook zal geen enkele priester wijn drinken als hij de binnenste
voorhof binnengaat. Ezechiël 44:21
Maar Daniël nam zich in zijn hart voor dat hij zichzelf niet
zou verontreinigen met het deel van het vlees van de koning,
noch met de wijn die hij dronk: daarom verzocht hij de prins
van de eunuchen dat hij zichzelf niet zou verontreinigen.
Daniël 1:8
Want zij zullen eten, maar niet genoeg hebben; zij zullen
hoererij bedrijven en niet toenemen; omdat zij zijn
opgehouden acht te slaan op de HEERE. Hoererij en wijn en
nieuwe wijn nemen het hart weg. Hosea 4:10-11
Maar de engel zei tegen hem: Wees niet bang, Zacharias, want
je gebed is verhoord; en uw vrouw Elisabeth zal u een zoon
baren, en u zult zijn naam Johannes noemen. En u zult
vreugde en blijdschap hebben; en velen zullen zich verheugen
over zijn geboorte. Want hij zal groot zijn in de ogen van de
Heer, en hij zal geen wijn of sterke drank drinken; en hij zal
vervuld worden met de Heilige Geest, zelfs vanaf de
baarmoeder van zijn moeder. En velen van de kinderen van
Israël zullen zich tot de Heer, hun God, wenden. Lukas 1:13-
16
Zorg er dan voor dat u behoedzaam wandelt, niet als dwazen,
maar als wijzen, terwijl u de tijd vrijmaakt, want de dagen zijn
slecht. Wees daarom niet onverstandig, maar begrijp wat de
wil van de Heer is. En wees niet dronken van wijn, waarin
overdaad is; maar wees vervuld met de Geest; Tegen jezelf
spreken in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, zingend
en melodieën makend in je hart voor de Heer; Dank altijd
voor alle dingen aan God en de Vader in de naam van onze
Heer Jezus Christus; Onderwerp jezelf aan elkaar in de vreze
Gods. Efeziërs 5:15-21
Dit is een waar gezegde: als iemand het ambt van bisschop
verlangt, verlangt hij naar een goed werk. Een bisschop moet
dan onberispelijk zijn, de echtgenoot van één vrouw,
waakzaam, nuchter, van goed gedrag, toegewijd aan
gastvrijheid, bekwaam om te onderwijzen; Niet dol op wijn,
geen spits, niet begerig naar smerig gewin; maar geduldig,
geen vechter, niet hebzuchtig; Iemand die zijn eigen huis goed
bestuurt en zijn kinderen met alle ernst onderdanig heeft;
(Want als een mens niet weet hoe hij zijn eigen huis moet
besturen, hoe zal hij dan voor de kerk van God kunnen
zorgen?) Geen beginneling, opdat hij, door trots verheven,
niet in de veroordeling van de duivel valt. Bovendien moet hij
een goed rapport hebben van hen die er niet zijn; opdat hij niet
in smaad en in de strik van de duivel valt. Op dezelfde manier
moeten de diakenen ernstig zijn, niet tweetongig, niet verzot
op veel wijn, niet begerig naar smerig gewin; Het mysterie
van het geloof vasthouden in een zuiver geweten. En laten
deze ook eerst bewezen worden; laten ze dan het ambt van
diaken gebruiken, omdat ze onberispelijk worden bevonden.
Evenzo moeten hun vrouwen ernstig zijn, geen lasteraars,
nuchter en trouw in alle dingen. Laat de diakenen de
echtgenoten van één vrouw zijn en hun kinderen en hun eigen
huis goed besturen. Want zij die het ambt van diaken hebben
uitgeoefend, verwerven daarmee een goede graad en grote
vrijmoedigheid in het geloof dat in Christus Jezus is. 1
Timotheüs 3:1-13
Want een bisschop moet onberispelijk zijn, als rentmeester
van God; niet eigenzinnig, niet snel boos, niet dol op wijn,
geen spits, niet dol op smerig gewin; Maar een liefhebber van
gastvrijheid, een liefhebber van goede mensen, nuchter,
rechtvaardig, heilig, gematigd; Vasthouden aan het getrouwe
woord zoals hem is geleerd, zodat hij door de gezonde leer
zowel de tegensprekers kan vermanen als overtuigen. Titus
1:7-9
Maar spreek de dingen die gezonde leer worden: dat de
bejaarde mannen nuchter, ernstig, gematigd, gezond in geloof,
in naastenliefde en geduld zijn. De bejaarde vrouwen
eveneens, dat zij zich gedragen zoals het heiligheid betaamt,
geen valse aanklagers, niet aan veel wijn gegeven, leraren van
goede dingen; Dat zij de jonge vrouwen mogen leren nuchter
te zijn, hun echtgenoten lief te hebben, hun kinderen lief te
hebben, discreet en kuis te zijn, thuis te blijven, goed en
gehoorzaam aan hun eigen echtgenoten, zodat het woord van
God niet gelasterd wordt. Jonge mannen sporen eveneens aan
nuchter van geest te zijn. Titus 2:1-6
En Hij zei tegen hen: Vertel ons wat u van de geschriften
vindt. Toen begon de eerste, die over de kracht van wijn had
gesproken; En hij zei aldus: O mannen, hoe buitengewoon
sterk is wijn! het zorgt ervoor dat alle mannen dwalen die het
drinken: het zorgt ervoor dat de geest van de koning en het
vaderloze kind één zijn; van de slaaf en van de vrije, van de
arme man en van de rijken: het verandert ook elke gedachte in
vrolijkheid en vrolijkheid, zodat een man zich geen zorgen of
schulden herinnert; en het maakt ieder hart rijk, zodat een man
zich geen van beide herinnert. koning noch gouverneur; en het
maakt het mogelijk om alle dingen met talenten te spreken: en
als ze in hun bekers zitten, vergeten ze hun liefde voor zowel
vrienden als broeders, en even later trekken ze hun zwaarden
uit: maar als ze van de wijn zijn, herinneren ze zich niet wat
ze hebben klaar. O mannen, is wijn niet de sterkste, die dit
dwingt? En toen hij dit gezegd had, zweeg hij. 1 Esdras 3:17-
24
De wijn is slecht, de koning is slecht, vrouwen zijn slecht, alle
mensenkinderen zijn slecht, en dat zijn al hun slechte werken;
en er zit geen waarheid in; ook zij zullen in hun
onrechtvaardigheid omkomen. 1 Ezra 4:37
Doe dat met niemand die je haat: drink geen wijn om dronken
te worden; laat ook geen dronkenschap met je meegaan op je
reis. Tobit 4:15
Ga in het geheel niet met de vrouw van iemand anders zitten,
en ga ook niet met haar in uw armen zitten, en geef uw geld
niet met haar uit aan de wijn; opdat uw hart zich niet naar haar

5. neigt, en u door uw verlangen in de vernietiging vervalt.
Prediker 9:9
Wijn en vrouwen zullen ervoor zorgen dat verstandige
mannen afvallen; en wie zich aan hoeren vastklampt, zal
onbeschaamd worden. Prediker 19:2
Toon uw moed niet in de wijn; want de wijn heeft velen
vernietigd. De oven bewijst de scherpte door te dompelen: zo
wijnt de harten van de hoogmoedigen door dronkenschap.
Wijn is net zo goed als het leven voor een man, als hij met
mate wordt gedronken: wat is het leven dan voor een man die
zonder wijn is? want het is gemaakt om mensen blij te maken.
Wijn die meetbaar wordt gedronken en op het juiste moment
wordt gedronken, brengt blijdschap van het hart en vrolijkheid
van de geest. Maar wijn die overmatig wordt gedronken,
veroorzaakt bitterheid van de geest, met vechtpartijen en ruzie.
Dronkenschap vergroot de woede van een dwaas totdat hij
beledigt: het vermindert de kracht en veroorzaakt wonden.
Bestraf uw naaste niet bij de wijn, en veracht hem niet in zijn
vrolijkheid: spreek hem geen hatelijke woorden uit en druk
hem niet op door hem aan te sporen te drinken. Prediker
31:25-31
Wijn en muziek verheugen het hart: maar de liefde voor
wijsheid gaat boven hen beiden. Prediker 40:20
En Lot en zijn twee dochters bleven in de grot, en ze lieten
hun vader wijn drinken, en ze lagen bij hem, want ze zeiden
dat er geen mens op aarde was die zaad uit hen kon
voortbrengen, want ze dachten dat de hele aarde vernietigd
was. Jasher 19:57
Ze gaven hem toen wijn en hij dronk en raakte dronken, en ze
plaatsten hem een mooie jonkvrouw, en hij deed met haar wat
hij wilde, want hij wist niet wat hij deed, omdat hij
overvloedig wijn had gedronken. Zo deden de kinderen van
Moab naar Israël in die plaats, in de vlakte van Sittim, en de
toorn van de Heer ontstak vanwege deze zaak tegen Israël, en
Hij stuurde een pestilentie onder hen, en er stierven twintig
van de Israëlieten. vierduizend man. Jasher 85:60-61
Wanneer het gebed van een mens dus gepaard gaat met
droefheid, zal het niet lijden onder zijn verzoeken om zuiver
op te stijgen naar het altaar van God. Want zoals wijn,
gemengd met azijn, niet meer de zoetheid heeft die hij
voorheen had; Omdat droefheid vermengd is met de Heilige
Geest, kan het gebed van een mens dus niet hetzelfde zijn als
anders het geval zou zijn. Het tweede boek van Hermas 10:22
En wijn en sterke drank dronk ik niet, en er kwam geen vlees
in mijn mond, en ik at geen aangenaam voedsel; maar ik
rouwde over mijn zonde, want die was zo groot als er in Israël
niet was geweest. Testament van Ruben 1:10
En toen ik haar wijn zag inschenken, werd ik door de
dronkenschap van de wijn bedrogen en nam ik haar mee,
hoewel mijn vader het niet had aangeraden. Daarom herkende
ik haar, dronken van de wijn, niet; en haar schoonheid
bedroog mij door de mode van haar versiering. Testament van
Juda 2:18,24
En hij versierde haar met goud en parels, en liet haar op het
feest wijn voor ons inschenken met de schoonheid van
vrouwen. En de wijn wendde mijn ogen af, en genot
verblindde mijn hart. Testament van Juda 3:6-7
En nu, mijn kinderen, zeg ik jullie: wees niet dronken van
wijn; want wijn keert de geest af van de waarheid, inspireert
de hartstocht van lust en leidt de ogen tot dwaling. Want de
geest van hoererij heeft wijn als bedienaar om de geest te
bevredigen; want deze twee nemen ook de geest van de mens
weg. Want als een man wijn drinkt tot dronkenschap,
verstoort dit de geest met vuile gedachten die tot hoererij
leiden, en verhit het het lichaam tot vleselijke vereniging; en
als de aanleiding tot de begeerte aanwezig is, begaat hij de
zonde en schaamt zich er niet voor. Zo is de dronken man,
mijn kinderen; want wie dronken is, heeft geen eerbied voor
een mens. Want zie, het zorgde er ook voor dat ik dwaalde,
zodat ik me niet schaamde voor de menigte in de stad, doordat
ik me voor de ogen van allen afwendde tot Tamar, en een
grote zonde beging, en de bedekking van de stad blootlegde.
de schaamte van mijn zoons. Nadat ik wijn had gedronken,
had ik geen eerbied meer voor het gebod van God, en ik nam
een vrouw uit Kanaän tot vrouw. Want veel discretie heeft de
man nodig die wijn drinkt, mijn kinderen; en hierin schuilt
discretie bij het drinken van wijn; een man mag drinken
zolang hij bescheidenheid bewaart. Maar als hij deze grens
overschrijdt, wordt zijn geest door de geest van bedrog
aangevallen, en dat zorgt ervoor dat de dronkaard smerig praat,
overtreedt en zich niet schaamt, maar zelfs roemt in zijn
schaamte en zichzelf eervol acht. Hij die hoererij pleegt, is
zich er niet van bewust wanneer hij verlies lijdt, en schaamt
zich niet wanneer hij te schande wordt gemaakt. Want ook al
is een man koning en pleegt hij hoererij, hij wordt van zijn
koningschap beroofd door een slaaf van hoererij te worden,
zoals ikzelf ook heb geleden. Want ik gaf mijn staf, dat wil
zeggen het verblijf van mijn stam; en mijn gordel, dat is mijn
kracht; en mijn diadeem, dat is de glorie van mijn koninkrijk.
En inderdaad had ik berouw van deze dingen; wijn en vlees
eet ik pas op mijn oude dag, en ik heb ook geen enkele
vreugde gezien. En de engel van God liet mij zien dat
vrouwen voor altijd heerschappij uitoefenen over zowel
koning als bedelaar. En van de koning nemen ze zijn glorie
weg, en van de dappere man zijn macht, en van de bedelaar
zelfs dat weinige dat zijn armoede kan tegenhouden. Neem
daarom, mijn kinderen, de juiste grens in acht bij wijn; want
er zijn vier boze geesten in: van wellust, van vurig verlangen,
van losbandigheid, van vuil gewin. Als u uit vreugde wijn
drinkt, wees dan bescheiden in de vrees voor God. Want als in
uw blijdschap de vrees voor God weggaat, dan ontstaat er
dronkenschap en sluipt schaamteloosheid binnen. Maar als u
nuchter wilt leven, raak dan helemaal geen wijn aan, opdat u
niet zondigt met woorden van verontwaardiging, en met ruzies
en laster, en met overtredingen van de wetten van de wereld.
geboden van God, en u gaat vóór uw tijd om. Bovendien
openbaart wijn de mysteries van God en de mensen, net zoals
ik ook de geboden van God en de mysteries van mijn vader
Jakob heb geopenbaard aan de Kanaänitische vrouw Bathshua,
die God mij geboden had niet te onthullen. En wijn is een
oorzaak van zowel oorlog als verwarring. Testament van Juda
3:10-29
Ik dronk geen wijn, waardoor ik op een dwaalspoor werd
gebracht; Testament van Issaschar 2:7