1. REIZEN
Eindeloze vlakten-azuur infinito-
verbergen een verre horizon.
Vastberaden volg ik de weg,
mijn doel is niet veraf.
Vervloekt de zinloze vragen
-waarom,waarheen-
op deze blinde tocht;
oeverloos het riet.
Ongestoord door verre idealen
van verdwaasde reisgenoten
versaag ik niet.
Mijn hemel kleurt magentarood.
En met de klaagmuur achter mij,
duizend stemmen in duizend tonen,
richt ik mijn blik op nieuwe einders,
wat voorbij is kan nooit meer zijn.
De toekomst is aan mij.