3. Voor elk wat wils
•
•
•
•
•
•
1806: eerste onderwijswet
1848: vrijheid van onderwijs
1840 – 1920: schoolstrijd
1900: leerplichtwet
1920: Lager Onderwijs Wet
2003: discussie bijzonder onderwijs
4. Vrijheid van onderwijs is een
grondrecht
• Iedereen mag een school oprichten die past bij
de eigen religieuze, levensbeschouwelijke of
onderwijskundige
overtuiging
(art.
23
Grondwet).
• Scholen moeten wel aan bepaalde voorwaarden
voldoen, zoals een minimum aantal leerlingen.
• Ouders bepalen zelf of zij hun kind naar een
openbare school of een bijzondere school laten
gaan.
• Beide type scholen ontvangen geld van het Rijk.
5. 1889 -1939
Een nieuwe mens en
een nieuwe maatschappij
• Politiek: communisme; fascisme.
• Levensbeschouwing: antroposofie.
• Beeldende kunst: futurisme; constructivisme;
de Stijl.
• Onderwijskunde: Montessori; Dalton.
6. “The land is where our roots are. The children must be
taught to feel and live in harmony with the Earth.”
7. ‘Hoe meer de leerkracht de leerling vol propt met
kennis, hoe minder hij geneigd zal zijn die kennis op te
pakken door eigen inspanning. Hoe meer de
leerkracht onderwijst, des te minder leert de leerling’
Helen Parkhurst
8. “You will not be good teachers if you focus only on
what you do and not upon who you are.”
Rudolf Steiner
9. • 1921
De Zwitser Adolphe Ferrière organiseert
een pedagogisch congres, 'La Ligue
Internationale pour l’Education
Nouvelle'
• Deelnemende onderwijsvernieuwers
o.a. : Berthold Otto, Jean-Ovide
Decroly, Celestin Freinet, Peter
Petersen, Maria Montessori, John
Dewey, Helen Parkhurst.
10. Uitgangspunten aanvaard door
The New Educational Fellowship
• leerlingen moeten zelf actief zijn
• individueel werken wordt afgewisseld met werken in groepen
• leerlingen worden aangemoedigd zoveel mogelijk zelf de
(leer)activiteiten te kiezen
• discipline en orde: de leerlingen hebben daarvoor eigen
verantwoordelijkheid;
• school en gezin zijn als ideaal een eenheid waarnaar men
streeft;
• de Griekse filosoof Anaxagoras is voor de pedagogen
koersbepalend: bevorder het denken met de handen.
• coëducatie is een gezonde leefwijze (let wel: het is 1921);
• lichamelijke opvoeding, expressie-activiteiten, creativiteit
aanmoedigen;
• laat het onderwijs levensecht zijn.
11. Montessorionderwijs
• Een didactiek die uitgaat van vrijheid in
verbondenheid (keuzes binnen vaste structuur).
• Een pedagogiek die werkt vanuit het adagium
‘help mij het zelf te doen’.
• Een organisatie die gebaseerd is op vertrouwen.
• Een voorbereide leeromgeving die recht doet
aan individuele verschillen.
13. Daltononderwijs
• Zelfstandigheid en zelfstandig leren
• Vrijheid in gebondenheid (dus ook:
verantwoordelijkheid nemen)
• Samenwerking (ofwel: van elkaar en
door elkaar leren)
• Documentatiecentrum en Daltonuren
15. Vrije School
• Projectmatig onderwijs in de ochtend, in
periodes van 3 weken.
• Vaklessen, het hele jaar rond
• Kunstzinnig onderwijs in de middaguren
• Leerstof als ontwikkelingstof die zich
richt op het aanspreken van de totale
leerling (hoofd, hart en handen) in de
verschillende leeftijdsfasen (kan per
school verschillen)
16. Vrije School Aardrijkskunde
• Werken met thema’s (b.v. De seizoenen)
• Aardrijkskunde gebruikt de gangbare
methode(s), aangevuld met eigen
materiaal
• Steiner: het funderen van een weg tot
inzicht die uitgaat van materie en geest als
één geheel en mensen in staat stelt daarin
meer kennis en inzicht te verwerven.
• V.B. Reïncarnatie en de mens is viervoudig