Document over de transformatie van het KRO gebouw aan de Emmastraat tot appartementengebouw De KROon.
Aan het eind kunt u een film van 10 minuten aanklikken waarin het geheel nog eens in zeldzame foto's wordt gepresenteerd.
Opdrachtgever: Hilversumse Historische Kring Albertus Perk.
1. Van KRO naar KROon,
een geslaagde transformatie
Inleiding
Hierboven ziet u het voormalig studiogebouw van de Katholieke Radio
Omroep (KRO). Architect: Willem A. Maas. Bouwperiode: 1936-1938.
Vanaf 2019 zijn er appartementen in gevestigd. De voormalige Studio 1,
achter dit gebouw aan de Emmastraat, is nagebouwd, ook met
appartementen.
Het bouwproject (De KROon) omvatte het restaureren, gedeeltelijk slopen
en herbouwen van de KRO-studio inclusief nieuwbouw van in totaal 85
levensloopbestendige appartementen over vier gebouwen, zorg
gerelateerde bedrijfsruimten en ondergrondse parkeergelegenheid. De
ronde vormen, witte belijning en gele stenen van het oude hoofdgebouw
zijn doorgetrokken in de nieuwbouw. In de architectuur is ernaar gestreefd
de verschillende gebouwen aan te laten sluiten op de omgeving.
2. Het voormalige Rijk monumentale KRO-gebouw is als herkenningspunt
gerespecteerd, evenals de studio die is herbouwd in eenzelfde
architectuur. De voormalige zijvleugel is vervangen door een drielaags
woongebouw.
De kenmerkende ramen, het KRO-embleem op de gevel, de stenen en
kleuren zijn gebleven, evenals het doorzetten van de ronde vormen en
karakteristieke daklijsten.
De KRO-studio uit 1938
Huisvesting KRO, een geschiedenis
Aanvankelijk (vanaf 1925) was de KRO gehuisvest in enkele panden aan
de Amsterdamse Herengracht. In 1931 verhuisde de KRO naar een
verbouwd verenigingsgebouw in Hilversum. Het tienjarig jubileum in 1935
werd aangegrepen voor een geldinzameling ten behoeve van nieuwbouw.
Daarvoor koos men de Utrechtse architect Willem Maas (1897-1950).
Maas kreeg de opdracht omdat hij het verenigingsgebouw in zijn ontwerp
integreerde en daardoor uitkwam op het door de leden bijeen gespaarde
bedrag. Naast het bestaande verenigingsgebouw met kleine concertzaal
kwam een tweelaags voorgebouw met beneden representatieve ruimtes
en boven kleine studio's. De achtergelegen binnenplaats kreeg aan de
noordzijde een grote zaal met balkon.
Op 10 mei 1938 wijdde de aartsbisschop van Utrecht, mgr. J. de Jong, het
nieuwe studiogebouw van de Katholieke Radio Omroep (KRO).
3. Het representatieve middelpunt van dit gebouw werd gevormd door de
centrale hal, trappartij en bestuurskamer.
Deze delen kregen een zinvol en toepasselijk decoratieprogramma. Voor
de uitvoering zocht Maas een aantal vooruitstrevende r.-k. kunstenaars
aan, met wie hij al had samengewerkt of die hij kende via het
progressieve r.-k. blad ‘De Gemeenschap’ waar hij enige tijd
mederedacteur was. De stijl is te benoemen als: ‘zakelijk–
expressionistisch’.
Op 6 oktober 1935 (de KRO bestond toen 10 jaar ) kregen alle r.-k.
kerkgangers van Nederland een papieren zakje om daarin een bijdrage te
stoppen voor de bouw van een nieuw studiogebouw van de KRO.
De opbrengst van deze actie was 130.000 gulden.
In 1999 verkocht de KRO alle gebouwen aan de Emmastraat en
verhuisde naar het toen nieuwe AKN-gebouw (nu M gebouw, homebase
of the Media-minded) aan de ’s-Gravelandseweg. Jarenlang stond het
complex leeg. Projectontwikkelaars kwamen en vertrokken totdat er in
2015 schot in bleek te zitten. In 2016 – 2017 volgde de sloop van enkele
oude studiogebouwen en op 12 juni 2017 kon het startsein worden
gegeven voor de bouw van ‘De KROon’. Het geheel krijgt een
woonbestemming (appartementen). De gesloopte Studio 1 moet worden
nagebouwd en is nu gebouw ‘Amalia’. Op 22 juni 2019 opent
burgemeester Broertjes het KROon-complex.
4. Het nieuwe complex wil weten dat het
afstamt van de KRO. Het werd al snel ‘de
Kroon’ genoemd. Het centrale deel werd
bewaard, de grote studio werd qua
contour herbouwd en links werd in de
Julianalaan een nieuwe vleugel
aangebouwd. Het logo van het
vernieuwde complex laat het vrolijk zien.
De architect W. Maas
Willem Arnoldus Maas (1897-1950)
startte zijn carrière als bouwkundig
tekenaar bij de Staatsspoorwegen in
1920. In 1924 werd hij zelfstandig
architect. Zijn eerste opdrachten in de
vroege jaren twintig zijn scholen en
woningbouwprojecten. In deze jaren
werd Maas gezien als de belangrijkste
‘Amsterdamse School’-architect van
Utrecht. In zijn schoolontwerpen
besteedde hij veel aandacht aan licht.
Kinderen in de klas moesten licht en
zon kunnen ervaren. Die aandacht
maakte hem ook geliefd als architect
van ziekenhuizen en op nationaal
niveau werd hij expert in verschillende
typen van ziekenhuisontwerpen en
sanatoria. Om zich te oriënteren
maakte Maas uitgebreid studie van
andere omroepgebouwen. Zo maakte
hij onder meer een studiereis naar het
Haus des Rundfunks in Berlin-
Charlottenburg en het Universum Kino
in Berlijn. Qua radiotechniek
oriënteerde hij zich bij de NSF, die ook de apparatuur zou leveren.
5. Studio 1, een uitdaging voor Maas
Het gebouw dateert uit 1938. Vanwege de akoestiek maakte Maas de
studio trapezevormig, geen lange, maar elkaar weerkaatsende wanden en
vloer/plafond. Er werd gebruik gemaakt van een “Doos-in-Doos”
constructie, de binnenmuren en buitenmuren hadden een aparte
fundering, zodat zelfs via de fundering geen buitengeluid of
verkeerstrillingen konden doordringen. Daartussen bevond zich een brede
spouw van 1 meter. Geluid in de grote studio werd geabsorbeerd door de
muren van kalkzandsteen te bouwen en die te bedekken met een
pleisterlaag, waarin zaagsel van zacht hout was verwerkt. Voor die tijd
een uitzonderlijke techniek. In 1952 brak er in het gebouw een grote
brand uit. Het gebouw werd hersteld en diende tot 1999. In november
2016 werd het gesloopt. Nu staat op de plek een appartementengebouw
met dezelfde contouren: gebouw Amalia.
6. 2016: sloop van de grote studio die als appartementengebouw met
dezelfde contouren zal herrijzen.
7. De voorgevel en hoofdentree: drie tableaus van geglazuurde Tegelse
klei
De tableaus zijn in 1938 vervaardigd door Suzanne Nicolas-Nijs, de vrouw
van glazenier Joep Nicolas. Het productieproces is spectaculair. Na het
vormen werden de 3 terracotta‘s (gebakken klei) in ruim honderd stukken
gesneden, die daarna door Russel Tiglia in Tegelen werden gebakken en
in de gevel werden geplaatst.
De tableaus beelden de 3 idealen van de KRO uit:
Verum, het Ware - vier evangelisten
Bonum, het Goede - paradijs van voor de zondeval: Adam en
Eva te midden van planten en dieren
Pulchrum, het Schone - vier musicerende engelen
De drie begrippen komen uit een citaat van Thomas van Aquino: Verum,
Bonum et Pulchrum est unum. Thomas was één van de eerste
dominicanen. De oprichter van de KRO, pater Perquin O.P., en zijn drie
opvolgers – tot 1961- waren ook dominicanen. Dominicanen worden ook
wel ‘predikheren’ genoemd. Het is niet vreemd dat juist deze kloosterorde
zich met moderne communicatie bezighield.
8. Interieur: monumentale muurschildering (1937) van Charles Eyck
De muurschildering in de hal geeft de drie voornaamste gedachten
van de KRO-omroep weer:
Het strijdbare - Sint Joris en de draak en de verrezen Christus
Het lerende - Godgeleerdheid en wijsbegeerte in de persoon
van Dante, Augustinus, Cicero en Thomas van Aquino
Het artistieke - welsprekendheid, de dichtkunst en de muziek
(portretten van Diepenbrock, Palestrina, Sweelinck, César
Franck en Bruckner)
Achtergrond in de middenpartij lawaaierige boze geesten, boven de
regenboog apocalyptische paarden.
Spreuk: Wij hebben te strijden tegen de boze geesten in de lucht.
Het schilderij is gebaseerd op een brief (*) van de apostel Paulus aan
de Romeinen (Rom 10:18). Pas 42 jaar later is alsnog de
handtekening door Charles Eyck geplaatst. De kosten van het
schilderij: 1500 gulden, de prijs van een eengezinswoning toen.
(*) Paulus gaat in deze brief heel uitvoerig in op zijn achtergronden en
op zijn visie en manier van onderwijzing.
10. Charles Eyck werd op 24 maart 1897 aIs vijfde van 14 kinderen in
Meerssen geboren. Op 11-jarige leeftijd werd hij getroffen door roodvonk
en tyfus. Als gevolg daarvan werd hij doofstom. Op 14-jarige leeftijd gaat
hij als decorateur werken bij de aardewerkfabriek Céramique in
Maastricht. Vier jaar tekent hij daar versieringen op koppen en schoteltjes.
Als 18-jarige gaat hij werken bij het schildersbedrijf van Jean Wingen in
Maastricht. Via de schrijfster Maria Viola, kunstredactrice bij het
Handelsblad, krijgt hij een plaats op de Academie in Rotterdam. Daar leert
hij liplezen. Op 25-jarige leeftijd verwerft hij voor zijn eindexamenwerk met
het schilderwerk “De Verloren Zoon” de hooggewaardeerde
onderscheiding “Prix de Rome” en is dat de voleinding en bekroning van
zijn opleiding.
Van grote betekenis voor Charles Eyck is zijn kennismaking met een kring
van jonge progressieve katholieken, die elkaar treffen rond het literaire
tijdschrift “De Gemeenschap” (1925-1941). Hij wordt in die kring
opgenomen en illustreert vele uitgaven. Hij was een erkend en bewonderd
kunstenaar.
Na een periode in Zuid-Frankrijk keert hij in 1938 terug naar Zuid-Limburg
waar hij zelf een woning en atelier bouwt in “De Ravensbosch” waar hij de
rest van zijn leven blijft wonen. Grote opdrachten blijven binnenkomen. Zo
mag hij het staatsieportret schilderen van de nieuwe koningin Juliana, die
in 1948 koningin Wilhelmina opvolgt.
Ondertussen maakt hij ook furore als glazenier en hier en daar zijn daar
nog prachtige ramen van hem te bewonderen, zoals in de stationshal te
Maastricht. Boven de ingang schitteren zijn kleurrijke ramen.
Als de grote opdrachten voor het beschilderen van kerken en grote glas-
in-Ioodramen wat uitblijven, produceert hij een stroom van etsen,
gouaches en schilderwerken. Er zijn veel liefhebbers, maar de directeuren
van de grote musea kopen geen of nauwelijks nog werken van hem. Dat
stak hem wel.
11. De belangrijkste cultuurhistorische elementen in deze ruimte zijn:
Interieur: de ontvangstkamer of bestuurskamer
Het plafond van Jo Uiterwaal, musicerende engelen en
muziekinstrumenten, met op de tekstranden een fragment uit psalm
150 Laudate eum in chordis et organo: Looft hem met snarenspel en
blaasinstrumenten.
Uiterwaal heeft er maandenlang,
liggend op zijn rug op een
stellage, aan gewerkt. Hij mocht
op kosten van de KRO naar
Versailles om het stucwerk te
herontdekken.
De koperen lichtkroon van
Boheems kristal door de Utrechtse
edelsmeden Jan en Eloy Brom.
12. Het gebrandschilderde raam (voorkant straat 419 x 250 cm!) werd
geschonken door de katholieken van Amsterdam.
Dit raam stelt de Heilige Stede (= kapel) in Amsterdam voor. De Heilige
Stede die al in 1908 werd afgebroken, stond op een plek tussen de
Kalverstraat en het Rokin. De kapel, gebouwd tussen 1452 en 1500,
herinnerde aan het Mirakel van Amsterdam, het wonder in 1345 dat nog
altijd wordt herdacht met de jaarlijkse Stille Omgang. Dit raam aan de kant
van de Emmastraat werd gemaakt door Jan Everts, die zich baseerde op
een gravure van Jacob Meurs uit ca.1603.
De tekst erboven luidt: Urbis Illustris nobile quondam sacellum: Dit is de
edele kapel, die eertijds stond in de beroemde stad.
13. Het gebrandschilderde raam (zijkant straat) Dulcis ‘s-Hertogenbusch
Het raam aan de lange zijde in bestuurskamer (599 cm x 136 cm) stelt de
oude afbeelding voor van Dulcis ’s-Hertogenbosch, het zoete of heerlijke
Den Bosch. Het ontwerp is van Charles Eyck; de uitvoering is gedaan
door de Bossche glazenier Jan Michels, die het aan de KRO cadeau gaf.
De voorstelling is ontleend aan een oude prent uit 1650. Op de voorgrond
Onze Lieve Vrouw van Den Bosch*. Links en rechts afbeeldingen van de
scheepvaart en landbouw.
* De Zoete Lieve Vrouw van Den Bosch of Zoete Moeder is een van de
genadebeelden van de Heilige maagd Maria die in Nederland het
middelpunt vormen van een bedevaart. Het wordt sinds 1380 vereerd in
de Sint-Janskathedraal te 's-Hertogenbosch.
14. Interieur: gebrandschilderde ramen in de hal door Joep Nicolas
De in die tijd zeer gerespecteerde glazenier Joep Nicolas kreeg de opdracht
voor gebrandschilderde ramen in de hal. De onderwerpen zijn de belangrijkste
elementen van de omroep: de Opwekking, het Onderricht, de Woord- en
Toonkunst en de Berichtgeving.
U moet de glazen zeker ter plaatse bekijken. Als voorbeeld drukken we hier
het glas ‘Woordkunst en toonkunst’ af.
15. Joep Nicolas, glazenier, kunstschilder en tekenaar (1897 – 1972)
Josephus Antonius Hubertus Franciscus
(Joep) Nicolas (Roermond, 6 oktober
1897 - Steyl, 25 juli 1972). Hij wordt
beschouwd als een vernieuwer in de
glasschilderkunst in de 20e eeuw. Met
Charles Eyck en Henri Jonas was hij een
voortrekker van de zo genoemde
Limburgse School.
Na een opleiding in de schilderkunst
leerde hij het vak van glazenier in het
familiebedrijf in Roermond, in 1855
opgericht door zijn opa Frans. Een van
zijn eerste opdrachten was het maken van
muurschilderingen en twee
gebrandschilderde ramen voor de kerk
van Asselt (gemeente Swalmen) in 1922.
Hij trouwde een beeldhouwster en
vestigde zich in het Noord-Hollandse Groet bij Schoorl. Negen jaar later
keerde hij terug naar Roermond. Hij was succesvol glazenier. Aan het
eind van de jaren dertig ontwierp hij een paar vazen voor de glasfabriek
van Leerdam en legde hij zich ook wat meer toe op het schilderen. Van
1939 tot 1958 woonde Nicolas in de Verenigde Staten waar hij voor 22
kerken ramen maakte.
Nadat Nicolas terugkwam in Nederland vestigde hij zich in Steyl. In 1955
kreeg hij de opdracht om de ramen voor de Oude Kerk in Delft te maken,
waaraan hij in 1958 begon. Deze ramen (het laatste werd geplaatst in
1972) zijn zijn bekendste werk.
Het werk van Joep Nicolas is expressief, expressionistisch en kleurrijk. De
christelijke symboliek speelt een grote rol. Hij beschouwde het lood niet
alleen als functioneel, maar ook als onderdeel van de compositie; zo trok
hij de loodlijnen soms dwars door personen heen. Sommige van zijn
werken zijn abstract. In Amerika wordt zijn werk zakelijker en minder
romantisch.
16. Werken van Nicolas bevinden zich onder andere in: het hoofdkantoor van
de Amstel brouwerij in Amsterdam, inmiddels verplaatst naar de Heineken
brouwerij in ’s-Hertogenbosch, het stadhuis van Breda, het trappenhuis
van V&D in Leiden, de OLV- van-Lourdeskerk in Maastricht, de Sint-
Christoffelkathedraal te Roermond en het stadhuis aldaar.
En natuurlijk in de Oude Kerk te Delft en het KROon-gebouw in
Hilversum.
Glas van Joep Nicolas in de Oude Kerk te Delft: Willem van Oranje
17. Interieur: overige kunst in de hal
In de hal bevinden zich enkele sfeervolle kunstwerken.
De glazen klok, ooit aangeboden door het personeel bij het 25-jarig
bestaan in 1950. Het ontwerp van W. Heesen is uitgevoerd door de
glasfabriek in Leerdam. In het glas staat een tekst in het Latijn uit de brief
van Paulus aan de Galaten (Gal 6:10): Dum tempus habemus operemur
bonum ad omnes ofwel: Laten we dus, zolang we tijd hebben, goed doen
aan allen. Op de wijzerplaat allerlei verwijzingen naar het positieve werk
van de KRO.
Het gebrandschilderd raam achter de trap is gemaakt door Jan
Vaessen. Sint-Petrus staand op een rots in de branding. De titel ‘Het
Lichtbaken’ verwijst naar de gelijknamige radio-uitzendingen van pater
Henri de Greeve, tussen 1936 en 1950, van waaruit in 1938 de Bond
zonder Naam is ontstaan. De spreuk in het raam is de lijfspreuk van
Willem de Zwijger. Deze luidt: Saevis tranquillis in undis ofwel: Rustig te
midden van de golven.
18. Het ronde raam halverwege de trap is ontworpen door glazenier Willem
Mengelberg uit Zeist, voorstellend Christus in de moderne wereld.
In het raam zijn o.a. fabrieken en een zendmast te zien.
19. Tenslotte
Tenslotte heb ik nog een video gemaakt over de transformatie van het
complex: van KRO naar KROon. Klikt u hier om deze te bekijken.
Hilversum, 15-2-2021 Meindert Tepper
Bronnen: ‘ Een gebouw waarop de KRO trotsch kan zijn”
Het KRO-gebouw in Hilversum 1930 – 2000
Mei 1920 Willibrord Ruigrok
Charles Eyck De meester uit het Ravensbos
60 jaar KRO
Roermond Glazeniersstad