SlideShare a Scribd company logo
1 of 84
Download to read offline
Belangrijke feiten en cijfers
over Europa en de Europeanen
Europese Unie
NL
NA-76-06-481-NL-C
Belangrijke feiten en cijfers
over Europa en de Europeanen
Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljard
inwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa.
Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgang
en stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zowel
direct als indirect op ieder van ons van invloed.
De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving tot
stand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang en
het creëren van banen door de concurrentiepositie van onder-
nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardigheden
aan te leren.
De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang,
democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechten
ook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is de
grootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver-
strekker van financiële en technische hulp aan armere landen.
Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor-
den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over de
Europese Unie en haar lidstaten weergegeven.
ISBN 92-79-03618-1
9 789279 036187
VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE
COMMISSIE
Vertegenwoordiging in België
Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel
Tel. (32-2) 295 38 44
Fax: (32-2) 295 01 66
Internet:
www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htm
E-mail: COMM-REP-BRU@ec.europa.eu
Vertegenwoordiging in Nederland
Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag
Nederland
Tel. (31-70) 313 53 00
Fax: (31-70) 364 66 19
Internet: www.eu.nl
E-mail: burhay@ec.europa.eu
BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Bureau in België
Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel
Tel. (32-2) 284 20 05
Fax: (32-2) 230 75 55
Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/
E-mail: epbrussels@europarl.europa.eu
Bureau in Nederland
Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag
Nederland
Tel. (31-70) 362 49 41
Fax: (31-70) 364 70 01
Internet: www.europeesparlement.nl
E-mail: epdenhaag@europarl.europa.eu
Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landen
van de wereld.
Overige informatie over de Europese Unie
Ga online
Informatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu
Kom eens langs
Er zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website:
europedirect.europa.eu
Bel of schrijf ons
Europe Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11
(of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu
Lectuur over Europa
Publicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu
Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij:
AÁores
Madeira
Guadeloupe
Martinique
Reunion
Guyane
Canarias
HR
RURU
AT Oostenrijk
PL Polen
PT Portugal
RO Roemenië
SI Slovenië
SK Slowakije
FI Finland
SE Zweden
UK Verenigd Koninkrijk
Kandidaat-lidstaten
HR Kroatië
MK Voormalige
Joegoslavische
republiek Macedonië (1)
TR Turkije
Andere landen
CN China
IN India
JP Japan
RU Rusland
US Verenigde Staten
MK
EU-lidstaten
EU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie
EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004
EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later
BE België
BG Bulgarije
CZ Tsjechië
DK Denemarken
DE Duitsland
EE Estland
IE Ierland
EL Griekenland
ES Spanje
FR Frankrijk
IT Italië
CY Cyprus
LV Letland
LT Litouwen
LU Luxemburg
HU Hongarije
MT Malta
NL Nederland
Afkortingenlijst
De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.
(1
) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende
onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.
Belangrijke feiten en cijfers
over Europa en de Europeanen
Inhoud
De Europese Unie — Een succesverhaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Omvang en bevolking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Hoe groot is de EU?
Hoeveel mensen wonen in de EU?
Europeanen worden steeds ouder
Bevolkingsgroei
Levenskwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Hoe welvarend zijn Europeanen?
Hoe gezond zijn Europeanen?
Een eerlijke en zorgzame samenleving
Onderwijs, onderzoek en de informatiemaatschappij . . . . . . . . . . . . . . 25
Onderwijs: investeren in mensen
De opleidingen die Europeanen volgen
Beter onderwijs betekent meer kans op een baan
Informatietechnologie: een essentieel instrument
Onderzoek: van groot belang voor de toekomst
Europeanen aan het werk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Wat voor werk doen mensen?
Hoeveel mensen in de EU hebben een baan?
De genderkloof
Gelijke kansen voor iedereen?
Economische activiteiten en handel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Hoeveel produceert de EU?
Mensen waar voor hun geld bieden
Een belangrijke handelsmacht
De EU bestrijdt de armoede in de wereld
Vervoer, energie en milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Vervoer over land, over zee en door de lucht
Betrouwbare energievoorziening
Milieubescherming
Samenleven in Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgen
Praten met de buren
Samen studeren
Voorstanders of sceptici?
Van de voordelen profiteren
De kandidaat-lidstaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
Grootte en bevolking
Hoe welvarend zijn ze?
Mensen aan het werk
Een goed nabuurschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
De Europese Unie heeft geen introductie nodig. In een halve eeuw
heeft zij haar burgers politieke stabiliteit en economische voorspoed
gebracht. Binnen de EU werd een interne markt zonder binnengren-
zen gecreëerd en een gemeenschappelijke munt, de euro, ingevoerd.
Een verdeeld continent is weer samengebracht. De Europese Unie is
een belangrijke economische macht en loopt in vergelijking met de
rest van de wereld voorop bij het verlenen van ontwikkelingshulp aan
armere landen. Het aantal lidstaten is gestegen van zes tot zevenen-
twintig, waardoor de EU momenteel bijna een half miljard inwoners
telt.
Niet alle Europese landen zijn EU-lidstaten of willen dat zijn, maar de
Unie moedigt elk democratisch Europees land aan een aanvraag tot
lidmaatschap in te dienen. De EU onderhoudt nauwe en vriendschap-
pelijke betrekkingen met al haar buren, zowel in Europa als aan de
oostelijke en zuidelijke oever van de Middellandse Zee.
Hoewel ze onderling heel verschillend zijn, zetten de EU-lidstaten zich
gezamenlijk in voor vrede, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging
van de mensenrechten. Ze streven ernaar deze waarden in Europa
en elders te handhaven, welvaart te creëren en te delen en collectief
invloed uit te oefenen door op het wereldtoneel gezamenlijk op te tre-
den.
Aan de hand van diverse tabellen en grafieken verstrekt deze bro-
chure basisinformatie en cijfers over de Europese Unie en haar lidsta-
ten, waarbij deze lidstaten soms worden vergeleken met andere grote
economieën. De landen die het EU-lidmaatschap hebben aangevraagd,
zijn in een afzonderlijk onderdeel opgenomen.
Ter vereenvoudiging zijn sommige cijfers naar boven afgerond. De
afkortingen die voor de landen worden gebruikt, worden uitgelegd op
de binnenkant van de voorpagina. De sluitingstermijn voor de gege-
vens in deze uitgave was mei 2007.
Via het EU-internetportaal (europa.eu) zijn online veel meer gegevens
beschikbaar over de Europese Unie, wat haar taken zijn en wat zij voor
u betekent. U kunt voor statistische gegevens direct naar de website
van Eurostat, het Bureau voor de statistiek van de EU (epp.eurostat.
ec.europa.eu). Hier kunt u duizenden gegevens gratis raadplegen.
De Europese Unie — Een succesverhaal
3
De EU werd in de jaren vijftig onder de naam Europese Economische
Gemeenschap opgericht door zes landen: België, Duitsland, Frankrijk,
Italië, Luxemburg en Nederland. Zij ontwikkelden een nieuwe manier
om bijeen te komen en hun gemeenschappelijke belangen te behe-
ren, die in wezen gebaseerd was op economische integratie. In 1973
traden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, in 1981
volgde Griekenland en in 1986 werden Portugal en Spanje lid. Door
de Duitse eenwording in 1990 werden ook de Oost-Duitse deelstaten
opgenomen.
In 1992 werd een nieuw verdrag gesloten, waardoor de instellingen
van de Gemeenschap nieuwe verantwoordelijkheden kregen en nieu-
we vormen van samenwerking tussen de regeringen van de lidstaten
ontstonden: de Europese Unie was geboren. De EU werd in 1995 uit-
gebreid met Finland, Oostenrijk en Zweden.
In 2004 werden Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta,
Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië lid van de EU, in 2007 gevolgd
door Bulgarije en Roemenië. Verder hebben nog drie landen, Kroatië,
Turkije en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, het
EU-lidmaatschap aangevraagd.
Europa heeft altijd onderdak geboden aan veel verschillende volkeren
en culturen. In iedere lidstaat wonen mensen die afkomstig zijn uit
andere landen en die doorgaans nauwe historische banden met het
gastland hebben. De EU beschouwt etnische en culturele diversiteit
als een voordeel en werkt tolerantie, respect en een goede verstand-
houding in de hand.
De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt
2007
EU-lidstaten
Kandidaat-lidstaten
4
Omvang en bevolking
De Europese Unie beslaat minder dan de helft van de
Verenigde Staten, maar heeft 50 % meer inwoners. De bevol-
king van de EU is na die van China en India de grootste ter
wereld.
De geboortecijfers in de EU dalen en de Europeanen leven
steeds langer. Deze ontwikkelingen hebben belangrijke
gevolgen voor de toekomst.
5
6
1000
800
600
400
200
0
357,0
130,7
111,0 93,0
506,0
544,0
295,1
82,591,9
304,5312,7
410,3
243,8
230,0
EU-27 FR ES SE DE PL FI IT UK RO EL BG HU PT AT
4 215,1
Hoe groot is de EU?
De Europese Unie heeft een oppervlakte van meer dan 4 miljoen km2
. Op de wereldkaart is de EU niet erg groot, maar zij omvat wel 27 landen.
De oppervlaktes lopen erg uiteen, met Frankrijk als grootste en Malta als kleinste lidstaat.
Totale oppervlakte, x 1 000 km²
In het cijfer voor Frankrijk zijn de overzeese departementen niet meegerekend.
Bron: Eurostat.
1 000 km2
30,343,1
68,4
2,6
33,8
CZ IE LT LV SK EE DK NL BE SI CY LU MT
77,3 62,7 62,3 49,0 43,4
20,1 9,3 0,3
7
10
8
6
4
2
0
4,2
3,3
17,1 9,6 9,6
0,4
Bronnen: Eurostat, Wereldbank.
Totale oppervlakte, x 1 000 000 km²
Miljoen km2
8
493,0 295,7 143,41 306,3 127,41 080,3
100
80
60
40
20
0
De cijfers voor de EU-27 dateren van 1 januari 2006, die voor de andere landen van medio 2005.
Bronnen: Eurostat, Wereldbank, www.census.gov.
Hoeveel mensen wonen in de EU?
De Europese Unie telt 493 miljoen inwoners — na dat van China en van India het hoogste bevolkingscijfer ter
wereld.
Ten opzichte van de wereldbevolking loopt het percentage van de bevolking van de ontwikkelde landen terug
— van 30 % in 1960 tot 16 % in 2005. Momenteel wonen vier van de vijf bewoners van deze planeet in ont-
wikkelingslanden. Om de armere landen te ondersteunen zet de EU zich actief in voor wereldwijde ontwikke-
ling. De EU is de grootste verstrekker van ontwikkelingshulp ter wereld.
Bevolking in 2005, x 1 miljoen
Miljoen
9
10,5 10,3 10,1
82,4
11,1
43,8
38,2
62,9
58,8
16,3
10,6
60,4
100
80
60
40
20
0
21,6
493,0
EU-27 DE FR UK IT ES PL RO NL EL PT BE CZ HU SE
9,0
De 493 miljoen inwoners van de EU zijn niet gelijkmatig over het continent verspreid: bepaalde
landen (en bepaalde regio’s) zijn dichter bevolkt dan andere. Een lidstaat met een grote oppervlakte
heeft niet noodzakelijkerwijs ook een groot bevolkingsaantal.
Bevolking van de EU op 1 januari 2006
Bron: Eurostat.
Miljoen
10
AT BG DK SK FI IE LT LV SI EE CY LU MT
4,2
0,4
8,3 7,7 5,4 5,4 5,3 2,33,4 2,0 1,3 0,8 0,5
Bron: Eurostat.
11
60 65 70 75 80 85
1962
1972
1982
1992
2002
67,2
68,6
70,3
72,2
74,8
75,6
72,9
75,0
77,2
79,1
81,7
2004
81,1
Bron: Eurostat.
Europeanen worden steeds ouder
De levensverwachting wordt in de Europese Unie steeds hoger. Wie in 1960 werd geboren had een levensver-
wachting van ongeveer 67 jaar (mannen) en 73 jaar (vrouwen). Voor baby’s die in 2004 werden geboren is de
levensverwachting bijna 76 jaar voor mannen en bijna 82 voor vrouwen.
Ter vergelijking: uit cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat baby’s die tussen 2000 en 2005 werden geboren
in Somalië, een van de armste landen ter wereld, een levensverwachting hebben van slechts 46 jaar (mannen)
en 49 jaar (vrouwen).
Levensverwachting bij de geboorte voor mannen en vrouwen in de EU-25 (1962-2004)
12
In 1960 kregen de meeste vrouwen in de EU twee of meer kinderen. Statistisch gezien kreeg een vrouw gemid-
deld meer dan 2,5 kinderen. In 2004 was het totale vruchtbaarheidscijfer gedaald naar ongeveer 1,5 kind per
vrouw. Frankrijk en Ierland hebben het hoogste vruchtbaarheidscijfer met iets minder dan twee kinderen per
vrouw. Het laagste cijfer (minder dan 1,25) hebben Tsjechië, Letland, Polen en Slowakije.
Doordat er in de EU minder jongeren zijn, neemt het arbeidspotentieel af. Steeds minder werknemers moeten
steeds meer gepensioneerden onderhouden, zoals uit deze grafiek blijkt. Er wordt voorspeld dat tegen 2025
6,3 % van de bevolking ouder dan 80 zal zijn.
Om het werkende deel van de bevolking te vergroten is het nodig dat in Europa meer mensen in de werkende
leeftijd een baan aannemen en later met pensioen gaan, dat meer vrouwen aan het werk gaan, dat werknemers
nieuwe vaardigheden leren door middel van programma‘s voor een leven lang leren, en dat gerichte immigratie
wordt gestimuleerd. Meer baby’s zouden natuurlijk ook uitkomst bieden!
1964 1969 1974 1979 1984 1989 1994 1999 2004
1,6
2,0
2,2
3,1
3,5 3,4
4,0
5
4
3
2
1
0
1,8
2,6
Percentage van de bevolking van de EU-25 dat 80 jaar is of ouder (1964-2004)
Bron: Eurostat.
%
13
Totale bevolkingsgroei (blauwe lijn) en nettomigratie (rode lijn) in de EU-25,
per 1 000 inwoners (1992-2004)
1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
5
4
3
2
1
0
4,0
2,4
1,8
1,3 1,4
1,0
1,5
1,2
2,1 1,5
3,0
4,0
4,4
5,1
4,1
2,8
2,3
2,1 2,0
1,7 1,7
2,6
4,6
2,3
3,6
4,8
Bevolkingsgroei
Het bevolkingscijfer van Europa stijgt door de combinatie van natuurlijke groei (d.w.z. er worden meer men-
sen geboren dan er sterven) en nettomigratie (d.w.z. in de EU komen meer mensen wonen dan er weggaan).
Tegenwoordig is de totale groei van de bevolking van de EU vooral toe te schrijven aan nettomigratie. Zonder
immigratie zou het bevolkingscijfer van Duitsland, Griekenland en Italië de laatste jaren zeker zijn gedaald. De
immigratie levert de EU broodnodige jonge arbeidskrachten op.
Bron: Eurostat.
14
1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
800
700
600
500
400
300
200
100
0
397
226
Europa heeft een lange traditie van gastvrijheid en bescherming voor mensen die moeten vluchten
voor oorlog of vervolging in probleemgebieden overal ter wereld. Het aantal asielzoekers neemt
toe in tijden van oorlog, zoals tijdens de Balkanconflicten in het begin van de jaren negentig. Het
aantal asielaanvragen in de EU is sindsdien afgenomen en het stond in 2005 op het laagste punt
sinds 1990.
Asielaanvragen in de EU, x 1 000 (1990-2005)
De cijfers voor 1990-1994 zijn voor de EU-15.
Bron: Eurostat. 15
Levenskwaliteit
Een goede levenskwaliteit hangt van een aantal factoren af,
onder andere van het beschikken over voldoende geld en een
goede gezondheid. Hoe welvarend en gezond zijn Europeanen?
Het antwoord verschilt van land tot land.
Om een algemeen beeld te krijgen van de materiële levens-
standaard in een bepaald land kunnen we meten wat de tota-
le waarde is van alles wat dit land in een gegeven kalender-
jaar produceert (het bruto binnenlands product of bbp) en dat
vervolgens delen door het aantal inwoners.
Maar wat je voor dezelfde hoeveelheid geld kunt kopen, vari-
eert van land tot land. Om de levensstandaard van verschillen-
de landen te kunnen vergelijken, moeten we rekening houden
met dit verschil in koopkracht. We kunnen dit doen door de
prijs van een vergelijkbaar en representatief pakket goederen
en diensten in elk land te berekenen en door deze prijs niet in
de plaatselijke munteenheid of euro uit te drukken, maar in
een gemeenschappelijke denkbeeldige valuta die wij de koop-
krachtstandaard (kks) noemen.
Door de kks te hanteren wordt het verschil in prijsniveaus tus-
sen de landen opgeheven, zodat het vergelijken van het bbp
per inwoner uitgedrukt in kks een eerlijk beeld geeft van de
levensstandaard in de verschillende EU-lidstaten.
16
Hoe welvarend zijn Europeanen?
De levensstandaard in Europa is het laatste decennium aanzienlijk gestegen.
Uitgedrukt in kks, waardoor de vergelijking tussen verschillende landen mogelijk
wordt, behoort de levensstandaard van de EU tot de hoogste ter wereld.
40 000
35 000
30 000
25 000
20 000
15 000
10 000
5 000
0
25 800
22 600
9 300
6 100
35 200
US JP EU-27 RU CN
Bbp per inwoner in kks (2005)
Bronnen: IMF, Eurostat.
17
De levensstandaard binnen de EU varieert. Het bbp per inwoner (kks) is het hoogst in Luxemburg en het laagst in Bulgarije. De EU streeft
ernaar de kloof tussen de arme en rijke lidstaten te verkleinen, de structuur en het concurrentievermogen van de Europese economie te
versterken en meer banen te scheppen, zodat wij allen een betere levenskwaliteit kunnen genieten. Het bbp stijgt op dit moment sneller in
de armere lidstaten die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, dan in de andere lidstaten.
Bbp per inwoner van de EU-27 in kks (2005)
60 000
55 000
50 000
45 000
40 000
35 000
30 000
25 000
20 000
15 000
10 000
5 000
0
58 900
32 600
28 900 28 600
27 60027 700 26 900 25 900 25 40025 800
23 600 23 000
29 500
LU IE NL AT DK BE UK SE FI DE FR IT ES EU-27 CY
22 600 20 900
Bron: Eurostat.
18
19 700 19 200
17 300 16 800 16 800
14 700 14 000 13 400 12 200 11 700 11 400
8 000 7 900
EL SI CZ PT MT HU EE SK LT PL LV RO BG
19
Guyane (FR)
Guadeloupe Martinique Réunion
Canarias (ES)
Açores (PT)
Madeira
De levensstandaard kan ook binnen een lidstaat zelf van regio tot regio verschillen. In bepaalde regio’s
van de EU bedraagt het bbp per inwoner (in kks), zoals uit de kaart blijkt, minder dan 50 % van het
gemiddelde van de EU-27. In de meest welvarende regio’s ligt dat cijfer 25 % hoger dan het gemiddelde
van de EU-27.
De EU heeft zogenaamde structuurfondsen in het leven geroepen, die ertoe bijdragen deze verschillen uit
te vlakken door de levensstandaard in de armere gebieden te verbeteren. Ruim 35 % van de EU-begroting
wordt gebruikt om de economie van deze regio’s te stimuleren en zo de EU als geheel te versterken.
Bbp per inwoner (in kks),
in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2004)
Bron: Europese Commissie.
Minder dan 50 %
50-75%
75-90%
90-100%
100-125%
125 % of meer
Geen gegevens
20
300
250
200
150
100
50
0
286,6286,6
212,0
157,0
137,3
Kanker Ischemische hartziekten
Hoe gezond zijn Europeanen?
Hoewel Europeanen langer en gezonder leven, kunnen zij meer doen om zichzelf te beschermen tegen de twee
belangrijkste doodsoorzaken: hartziekten en kanker. Het helpt om er een gezonde en actieve levensstijl op na te
houden. Roken, onevenwichtige voeding en onvoldoende beweging zijn factoren die het risico op ischemische hart-
ziekten verhogen, waarbij door verstopte of beschadigde slagaders te weinig bloed naar het hart wordt gevoerd.
In de EU sterven meer mannen dan vrouwen aan deze ziekten en het deel van de bevolking dat erdoor wordt getrof-
fen, verschilt sterk van land tot land. In 2004 had Hongarije het hoogste sterftecijfer voor kanker zowel voor vrou-
wen als voor mannen. Frankrijk had voor beide geslachten het laagste sterftecijfer voor ischemische hartziekten.
Sterfgevallen door kanker (kwaadaardige gezwellen) en ischemische hartziekten in de EU-25
per 100 000 inwoners (2004)
Bron: Eurostat.
21
Lichamelijke oefening is goed voor de gezondheid. Uit een in november 2006 gepubliceerde Eurobarometerenquête blijkt dat in een normale week 64 %
van de inwoners van de EU aan lichaamsbeweging doet. Bovenaan de lijst stond Finland, waar 83 % van de ondervraagden verklaarde aan lichaamsbewe-
ging te doen in de vorm van recreatie, sport of vrije tijd. Na de Finnen kwamen de Nederlanders met 79 % en de Litouwers met 78 %.
Het minst actief waren de Portugezen, gevolgd door de Roemenen en de Maltezen.
Percentage van ondervraagden in de EU-27 die niet regelmatig aan lichamelijke oefening doen (2006)
54
50 49
43 42 41 41 41 39 39 38 37 37
52
70
60
50
40
30
20
10
0
PT RO MT EL FR HU EE CY PL UK ES IT BE CZ
Bron: Eurobarometer.
%
22
Over het algemeen doen meer mannen dan vrouwen aan sport, en hoe jonger je bent hoe groter de kans
dat je fysiek actief bent.
Hieronder is het percentage mensen uit elke EU-lidstaat aangegeven dat zegt in een normale week niet
aan lichaamsbeweging te doen.
37 36 36
30 29 27 27 27
24 24 22 21
17
DK BG SK LU SE LV SI IE AT DE LT NL FI
23
Een eerlijke en zorgzame samenleving
Aan het Europees sociaal model wordt in verschillende landen anders vorm gegeven, maar alle EU-landen
streven ernaar een eerlijke en zorgzame samenleving te zijn. De opbrengst van de belastingen gaat voor
een deel naar socialezekerheidsstelsels (zoals pensioen-, gezondheidszorg- en werkloosheidsregelingen) die
ontwikkeld werden om kwetsbare bevolkingsgroepen te beschermen. Het bedrag dat aan elke inwoner
wordt besteed, varieert van land tot land.
Naarmate de bevolking vergrijst, moeten de werkenden een steeds groter aantal bejaarde burgers onder-
houden. Om te kunnen inspelen op deze trend en de kosten van de verzorgingsstaat binnen de perken te
houden, passen de EU-landen hun socialezekerheidsstelsels aan. Het Europees sociaal model moet worden
gemoderniseerd, zodat ook toekomstige generaties er nog van kunnen profiteren.
Bron: Eurostat.
3 000
2 500
2 000
1 500
1 000
500
0
Ouderdom Ziekte/gezondheidszorg Handicap Werkloosheid
2 462,2
1 682,2
479,6 387,6
Besteding aan vier soorten sociale zekerheid per inwoner in kks, EU-25 (2004)
24
Onderwijs,
onderzoek en de
informatiemaatschappij
De EU heeft de ambitie de meest dynamische kenniseconomie
ter wereld te worden. Dit betekent dat bijzondere aandacht
moet worden besteed aan onderzoek (de bron van nieuwe ken-
nis) en aan onderwijs en opleiding, waardoor de bevolking deze
nieuwe kennis kan verwerven.
Het is van groot belang dat de beroepsbevolking IT-vaardigheden
aanleert en dat scholen, ondernemingen en privépersonen
gemakkelijker en sneller toegang tot het internet krijgen.
Een bloeiende economie heeft mensen nodig die langer blijven
werken en hun hele arbeidsleven lang nieuwe vaardigheden aan-
leren. „Een leven lang leren” is het parool. Het aantal volwasse-
nen dat in de EU aan leeractiviteiten deelneemt, is gestegen — tot
9,6 % van de mensen tussen 25 en 64 jaar in 2006.
In haar streven naar economisch succes op de wereldmarkt moet
de Europese Unie het opnemen tegen „traditionele” rivalen als
Japan en de Verenigde Staten en nieuwe rivalen als China en
India.
25
7,47 7,36
6,51
6,06
5,48
10
9
8
7
6
5
4
3
2
1
0
%
8,28
6,02 5,94 5,91
5,615,67 5,62 5,38 5,32
Onderwijs: investeren in mensen
Onderwijs is de sleutel tot succes — voor individuele personen en voor de EU in haar geheel. Hoeveel
besteedt elke EU-lidstaat aan onderwijs?
Totale overheidsuitgaven aan onderwijs in procenten van het bbp (2003)
DK: postsecundair niet-tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten.
FR: de Franse overzeese departementen buiten beschouwing gelaten.
PT: bestedingen van lokale overheden buiten beschouwing gelaten.
Bron: Eurostat.
% bbp
26
5,18 5,17
5,07
4,84 4,74 4,71 4,55 4,38 4,24 4,06
3,44
4,40 4,244,29
NL: met inbegrip van overheidsuitgaven voor door de overheid gefinancierde privé-instellingen.
LU: tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten.
27
Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.
100
80
60
40
20
0
91,8 91,2 91,1 90,5 87,5 87,5 85,9 85,8 84,1 83,4 83,4 82,6 82,6 81,8
SK CZ PL SI SE LT AT IE EL HU FI FR EE BE
Onderwijs na de leerplichtige leeftijd — vooral op universitair niveau — is voor velen de sleutel tot een bevredigende loopbaan en voor Europa
onontbeerlijk om over goed opgeleide arbeidskrachten te beschikken. Tegenwoordig heeft de overgrote meerderheid van de jongeren in de EU
onderwijs op middelbareschoolniveau of hoger genoten.
Percentage 20- tot 24-jarigen dat ten minste de middelbare school heeft afgemaakt (2005)
%
28
80,4 79,9 78,2 77,4 77,1 76,5 76,0 75,6 73,6 71,5 71,1
61,8
53,7
49,0
CY LV UK EU-27 DK BG RO NL IT DE LU ES MT PT
29
114 525 255 962 329 439 101 815
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
Menswetenschappen Rechten Wetenschappen, Ingenieurswetenschappen
en letteren wiskunde en informatica en bouwkunde
73 383
110 756 207 509 137 034
De opleidingen die Europeanen volgen
De vrouwen, die een generatie geleden een lager opleidingsniveau hadden dan de mannen, hebben hun achterstand inge-
lopen. In 2004 was in de EU bijna 55 % van de jongeren die in het hoger onderwijs afstudeerden vrouwelijk.
De opleidingskeuze van de Europeanen verschilt vaak volgens het geslacht: meer mannen kiezen voor wetenschappen,
informatica en ingenieurswetenschappen, terwijl meer vrouwen kiezen voor letteren, menswetenschappen en rechten.
Europa heeft goed opgeleide mensen in alle sectoren nodig. Het heeft vooral meer vrouwen met een beroepsloopbaan
nodig, en meer wetenschappers (zowel mannen als vrouwen) om essentieel onderzoek te verrichten.
Afgestudeerden in het hoger onderwijs naar geslacht en studierichting, EU-25 (2004)
Bron: Eurostat.
1 000
30
10
8
6
4
2
0
Niveau 0-2 Niveau 3-4 Niveau 5-6
10,3
7,3
4,1
Beter onderwijs betekent meer kans op een baan
In het algemeen is het werkloosheidsrisico groter naarmate iemand lager geschoold is. Voor wie tertiair onder-
wijs (bijv. een universitaire studie) heeft afgerond is dat risico minder dan half zo groot als voor iemand die
alleen maar lager onderwijs of lager middelbaar onderwijs heeft genoten.
Werkloosheidscijfer naar onderwijsniveau voor 25- tot 64-jarigen, EU-27 (2006)
Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.
Niveau 0-2: lager middelbaar onderwijs
Niveau 3-4: hoger middelbaar onderwijs
Niveau 5-6: tertiair onderwijs
%
31
80 79 77
70 67 65 63
54 5354 52 50
46
100
80
60
40
20
0
42
NL DK SE LU DE FI UK BE SI MT AT IE EE LV
Informatietechnologie: een essentieel instrument
In de hele EU hebben steeds meer ondernemingen en huishoudens een internetaansluiting en wordt steeds vaker online gehandeld, wat de efficiëntie
bevordert. In 2006 had meer dan 90 % van de ondernemingen en 49 % van de huishoudens in de EU-27 internettoegang.
Dit cijfer vertoont per lidstaat echter grote verschillen. Bijvoorbeeld had in 2006 in Nederland 80 % van de huishoudens toegang tot internet terwijl dit
cijfer in Roemenië slechts 14 % was. Een van de prioriteiten van de EU is ervoor te zorgen dat haar burgers over een snelle, betrouwbare internettoegang
beschikken en over de vaardigheden om informatietechnologie te hanteren. De „digitale kloof“ tussen de mensen in de verschillende landen en regio’s
moet worden verkleind.
Bron: Eurostat, enquête over IT-gebruik.
Percentage huishoudens met internettoegang (2006)%
32
41
FR IT ES CY PL PT LT HU CZ SK EL BG RO
40 39 37 36 35 35 32 29 27
23
17
14
33
3,48
2,51 2,44 2,43
1,42
5
4
3
2
1
0
3,86
2,13
1,89 1,78
1,45
1,77
1,56
1,25 1,12
SE FI DE DK AT FR BE NL UK LU SI CZ IE ES
Onderzoek: van groot belang voor de toekomst
Onderzoek en ontwikkeling (O&O), vooral op het gebied van nieuwe technologieën, is van groot belang voor het concurrentievermogen en de werkgele-
genheid in de toekomst. Een van de doelstellingen van de EU is om meer in onderzoek te investeren en zo de O&O-uitgaven op gelijke hoogte met die van
de Verenigde Staten en Japan te brengen. In 2004 besteedde Japan 3,15 % van zijn bruto binnenlands product (bbp) aan O&O en de VS 2,59 %, terwijl dit
voor de EU gemiddeld 1,92 % was.
Het cijfer voor de EU laat echter niet zien dat er tussen de lidstaten aanzienlijke verschillen zijn. De cijfers voor 2005 tonen aan dat Zweden en Finland al
meer uitgeven dan Japan, terwijl andere EU-lidstaten minder dan 1 % uitgeven.
Voor België, Italië, Malta, Nederland, Roemenië, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk zijn de cijfers voor 2004.
Voor Griekenland zijn de cijfers voor 2003.
Bron: Eurostat.
Totale O&O-uitgaven in procenten van het bbp (2005)
%
34
1,10
0,94 0,81 0,63 0,63 0,57 0,51 0,39
0,94
0,76
0,57 0,400,50
IT HU EE PT LT MT EL LV PL SK BG CY RO
35
Europeanen aan het werk
Werkgelegenheid en het creëren van meer en betere
banen voor haar burgers zijn topprioriteiten van de
EU. De Unie moet ook gelijke kansen zien te creëren,
zodat iedereen die dat wil ook kan werken. Het doel
is om tegen 2010 het aantal mensen in de werkende
leeftijd met een baan te verhogen tot 70 % van de
bevolking in de werkende leeftijd.
36
Wat voor werk doen mensen?
In de jaren vijftig van de vorige eeuw werkte meer dan 20 % van de mensen in de EU in de
landbouw en ongeveer 40 % in de industrie. Sindsdien is de werkgelegenheid in de land-
bouw en in de industrie afgenomen, terwijl het aantal banen in de dienstensector explosief is
gestegen. In 2004 zorgde de dienstensector voor meer dan twee derde van het aantal banen
in de EU-25. Het cijfer voor de landbouw was 5,0 % en voor de industrie 27,9 %.
Recente cijfers tonen aan dat, terwijl de werkgelegenheid in de dienstensector blijft stijgen
en in de landbouw blijft dalen, het aantal banen in de industrie relatief stabiel blijft.
Percentage arbeidskrachten werkzaam in de landbouw,
de industrie en de dienstensector, EU-27 (1998 en 2006)
1998 20061998 20061998 2006
6,47,8
27,5 25,0
64,7
68,6
100
80
60
40
20
0
Bronnen: Eurostat, nationale rekeningen, jaargemiddelde.
Diensten
Industrie
Landbouw
%
37
100
80
60
40
20
0
77,4 74,3 73,1 71,5 69,6 69,3 68,6 68,1 67,9 67,2 66,6 66,3 65,3
DK NL SE UK AT CY FI IE EE PT DE SI LV CZ
70,2
Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête.
Hoeveel mensen in de EU hebben een baan?
In 2006 had 64,3 % van de mensen in de werkende leeftijd in de EU-27 een baan. Dit percentage was in
Denemarken het hoogst en in Polen het laagst. Er zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen wat arbeids-
participatie betreft.
Arbeidsparticipatiegraad voor 15- tot 64-jarigen (2006)
%
38
64,8 64,3 63,6 63,6 63,0 61,0 61,0 59,4 58,8 58,4 57,3 54,8 54,5
58,6
ES EU-27 LU LT FR BE EL SK RO BG IT HU MT PL
39
15
10
5
0
13,8 13,4
9,09,4
8,9 8,5 8,4
7,7 7,5 7,3
8,2
7,7
7,3 7,1
PL SK FR BG EL ES DE BE FI PT HU MT RO CZ
Het is voor de EU van wezenlijk belang de werkloosheid aan te pakken. De werkloosheidscijfers variëren per land
en per regio. In 2006 was in Nederland en Denemarken de werkloosheid het laagst en in Polen het hoogst.
Over het geheel genomen, was in 2006 7,9 % van de arbeidskrachten van de EU werkloos, tegenover 4,6 % in
de Verenigde Staten.
Werkloosheidspercentage (2006)
Bron: Eurostat.
%
40
SE IT LV SI EE LT UK AT LU CY IE NL DK
7,0 6,8
6,0 5,9 5,6 5,3 4,8 4,7 4,7 4,4
3,9 3,9
6,8
41
De genderkloof
In alle EU-lidstaten verdienen vrouwen (gemiddeld) minder dan mannen. Dit loonverschil tussen mannen en vrouwen is het grootst in Estland en Cyprus,
waar vrouwen in 2005 25 % minder verdienden dan mannen. Dit verschil is het kleinst (6 %) in Malta. Als de EU haar beroepsbevolking wil vergroten, zijn
hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden nodig om meer vrouwen aan te trekken op de arbeidsmarkt. Het gemiddelde loonverschil in de EU is tussen
1998 en 2005 verkleind van 17 % naar 15 %.
De EU moet er ook voor zorgen dat zowel mannen als vrouwen langer blijven werken. Zij zet alle zeilen bij om mensen van alle leeftijden te helpen een
baan te vinden en die te houden. Dat doet de EU onder meer door deeltijdwerk te stimuleren en obstakels voor het combineren van werk en privéleven uit
de weg te ruimen.
Bron: Eurostat.
30
25
20
15
10
5
0
25 25 24
22
20 20 19
18 18 18
17 16 16 15
CY EE SK DE UK FI CZ NL AT DK LV SE BG LT
Loonverschil tussen mannen en vrouwen (2005)
%
42
14 13 13
12 11
10 9 9 9 9 8
7
4
LU ES RO FR HU PL IE PT IT EL SI BE MT
43
39,339,3
85,985,9
33,233,2
70,070,0
52,652,6
34,834,8
15–24 25–54 55–64
100
80
60
40
20
0
Gelijke kansen voor iedereen?
In de EU hebben in elke leeftijdscategorie meer mannen dan vrouwen een baan. Soms is dit te wij-
ten aan discriminatie op het werk, soms is het toe te schrijven aan persoonlijke keuzes of culturele
tradities.
Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête, jaargemiddelde.
Arbeidsparticipatie per leeftijdsgroep en naar geslacht, EU-27 (2006)
%
44
Economische activiteiten
en handel
Een van de belangrijkste doelen van de EU is econo-
mische vooruitgang. Er is de afgelopen vijftig jaar, en
vooral sinds de jaren tachtig, veel werk verzet om de
grenzen tussen de nationale economieën van de EU
op te heffen en een interne markt tot stand te bren-
gen met vrij verkeer van goederen, personen, kapitaal
en diensten. De handel tussen de EU-landen is sterk
toegenomen en tegelijkertijd is de EU een belangrijke
handelsmacht in de wereld geworden.
45
2 000000000
1 500500500
1 000000000
500500500
00
10 957,9 10 011,9 3 663,5
1 787,31 787,3
610,6610,6
Bronnen: IMF, Eurostat.
Hoeveel produceert de EU?
Het bruto binnenlands product (bbp) van de EU — d.w.z. de totale productie van goederen en diensten
— groeit gestaag. Sinds de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 is het bbp van de EU groter dan
dat van de Verenigde Staten.
Bbp, x 1 miljard euro (2005)
miljard euro
46
In alle EU-lidstaten wordt meer dan 60 % van het bbp gegenereerd door de dienstensector (die onder
meer het bankwezen, toerisme, vervoer en verzekeringen omvat). De industrie en de landbouw zijn nog
belangrijke sectoren, maar hebben de laatste jaren aan economische betekenis ingeboet.
Hoewel het bbp van de Unie nog steeds stijgt, is de stijging minder snel dan die van de Verenigde
Staten in de afgelopen jaren, maar wel sneller dan die van Japan.
Bbp-groei (percentage verandering ten opzichte van het voorgaande jaar)
Bron: Eurostat.
47
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
2,7
4,5
1,6 2,2
3,3
3,0
5
4
3
2
1
0
-1
-2
Mensen waar voor hun geld bieden
De interne markt is een van de belangrijkste wapenfeiten van de EU. Zij heeft gezorgd voor meer concurrentie en het wegvallen van de economische
grenzen in Europa, wat weer heeft geleid tot kwaliteitsverbetering en prijsverlaging van zowel producten als diensten. In een aantal sectoren zijn de
prijsverlagingen vrij dramatisch geweest, zoals bij vliegreizen en telecommunicatie. Neem bijvoorbeeld een telefoongesprek van tien minuten naar de
Verenigde Staten. De prijs hiervoor is in Nederland tussen 1997 en 2005 met 90 % gedaald. Bellers uit Letland hebben minder geluk gehad.
15
10
5
0
BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV LT
7,50
1,98 1,97
6,72
3,09
2,38
7,41
1,23
10,26
2,56
4,61
1,91
6,93
2,93
6,17
1,55
6,78
2,27
7,26
2,12
3,82
0,66
5,94 5,95
11,96
4,07
De kosten in euro‘s voor een telefoongesprek van tien minuten naar de VS:
standaardtarief voor werkdagen, inclusief belastingen (1997, 2005)
De cijfers in de linkerkolom voor de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, zijn voor 2000 of 2001.
Bronnen: Eurostat, Teligen.
€
48
LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
7,37
1,37
3,36
12,70
4,87
1,78
8,48
0,85
9,21
1,86
10,85
3,83
8,25
3,11 2,98
1,40
8,76
2,97
8,31
4,90 4,86
1,06
3,50
2,08
49
100
80
60
40
20
0
89,4
85,4 84,2
79,8 79,2
77,9 77,2 76,476,4 76,3 71,8 71,7
69,370,5
LU SK CZ PT NL EE PL BE LV HU ES CY DK AT
Een belangrijke handelsmacht
Hoewel de EU slechts 7 % van de wereldbevolking uitmaakt, neemt haar handel met de rest van de wereld
ongeveer een vijfde van de wereldinvoer en -uitvoer voor zijn rekening.
Uitvoer naar andere EU-lidstaten in procenten van de totale uitvoer van elk land (2005)
Bron: Eurostat.
%
50
Het handelsverkeer tussen de EU-lidstaten onderling maakt twee derde van de EU-handel uit,
hoewel dat tussen de lidstaten varieert. Door de interne markt verloopt de onderlinge handel veel
gemakkelijker als gevolg van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen over
de nationale grenzen.
De onderstaande grafiek toont hoeveel de EU-lidstaten in 2005 naar elkaar hebben geëxpor-
teerd, uitgedrukt in het aandeel van hun totale uitvoer. Luxemburg staat bovenaan, gevolgd door
Slowakije en Tsjechië.
66,7
EU-25 SI LT IE DE FR IT SE UK FI EL MT
66,4 65,3 63,4 63,4 62,6
58,6 58,4 56,9 56,0 52,9 51,6
51
1 400
1 200
1 000
800
600
400
200
0
–200
–400
–600
–800
599,5
1 071,9
443,0
709,1
470,7
1 183,8
399,6
1 363,3
128,8
–111,9
43,4
–654,2
De EU is de belangrijkste exporteur ter wereld en de op een na grootste importeur. De Verenigde Staten zijn de
belangrijkste handelspartner van de EU, gevolgd door China. In 2005 nam de EU 18,1 % van de werelduitvoer voor
haar rekening en 18,9 % van de wereldinvoer.
De Europese Unie is ook een belangrijke handelspartner voor minder ontwikkelde landen, die voor de uitvoer naar
de EU geen of weinig accijnzen hoeven te betalen. Deze bevoorrechte toegang tot de EU-markt heeft tot doel de
economische groei van de armere landen van de wereld te stimuleren.
Internationaal goederenverkeer, x 1 miljard euro (2005)
Bronnen: Eurostat, IWF.
Uitvoer Invoer Handelsbalans
Miljard €
52
Andere
52,4
25,6
12,9 9,1
80
60
40
20
0
Officiële ontwikkelingshulp als percentage van de totale hulp die door de belangrijkste
OESO-landen werd verstrekt (2005)
De EU bestrijdt de armoede in de wereld
Ondanks de vooruitgang in de afgelopen decennia is armoede nog steeds een wereldwijd probleem. Over de
hele wereld leeft meer dan een miljard mensen, waarvan een derde in Afrika bezuiden de Sahara, van minder
dan één dollar per dag.
De EU helpt als belangrijke economische mogendheid mee om wereldarmoede te bestrijden en mon-
diale ontwikkeling te stimuleren door handel te drijven en hulp te verlenen. Zij wendt haar invloed bij de
Wereldhandelsorganisatie aan om eerlijke regels in de wereldhandel te garanderen en ervoor te zorgen dat
globalisering alle landen, ook de armste, voordeel brengt. Zij is ook ’s werelds grootste verstrekker van officiële
ontwikkelingshulp.
Het cijfer voor de EU-15 omvat hulp die door de EU-instellingen wordt beheerd.
Bron: OECD.
%
53
Vervoer,
energie en milieu
Vervoer en energie zijn van levensbelang voor de eco-
nomie van de Europese Unie. In Europa worden men-
sen en de producten die zij in steeds grotere hoeveel-
heden en soorten kopen, over het hele continent met
allerlei vervoermiddelen, maar vooral over de weg
vervoerd.
Naarmate de economie groeit, neemt ook de vraag
naar vervoer en energie toe. Maar hierdoor ontstaan
steeds meer verkeersopstoppingen en wordt alsmaar
meer brandstof verbruikt, wat weer tot meer vervui-
ling leidt. Deze problemen spelen in heel Europa en
vragen dan ook om oplossingen die gelden voor heel
Europa en waarover op EU-niveau beslist wordt.
De EU geeft topprioriteit aan duurzame ontwikkeling
en houdt in al haar beleidsbeslissingen rekening met
het milieu.
54
% 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
2000
2010
2030
2000
2010
2030
2000
2010
2030
2000
2010
2030
77,8
76,6
74,7
8,9
8,7
7,3
7,3
7,8
7,7
5,4
6,3
9,7
Vervoer over land, over zee en door de lucht
Spoorwegen en binnenwateren (d.w.z. rivieren en kanalen), ooit zo belangrijk voor het vervoer van goederen en
personen in Europa, nemen nu nog maar een klein percentage van het totale vervoer voor hun rekening. Driekwart
van het vrachtvervoer van de Europese Unie gebeurt nu over de weg, terwijl ruim driekwart van de reizigers in de
EU zich over de weg verplaatst.
Volgens de voorspellingen zal het wegvervoer verreweg het belangrijkste personenvervoermiddel blijven en zal de
sterke groei van het luchtverkeer doorzetten.
Om de overvolle wegen te ontlasten en het milieu te verbeteren, moedigt de EU de mensen aan het openbaar ver-
voer te nemen en spoort ze transportbedrijven aan hun vracht via het spoor, over de binnenwateren of over zee te vervoeren.
Om de congestie op de Europese luchthavens aan te pakken, wil de EU één enkel luchtverkeersleidingssysteem voor heel Europa (het „gemeenschappelijk Europees
luchtruim”) tot stand brengen.
Gebruik van vier soorten personenvervoer in de EU-25 in procenten van het totale personenvervoer,
uitgedrukt in reizigerkilometers (2000, 2010 en 2030)
Bron: Europese Commissie.
Openbaar wegvervoer
Eigen auto
Spoor
Lucht
55
EU-27 BE BG CZ DK* DE EE IE EL ES FR IT CY** LVLVL
100100
5050
00
––5050
52,352,3
78,3
47,1
27,427,4
–51,6
61,661,6
25,825,8
68,568,5
81,281,2
51,651,6
89,5
84,584,5
100,7
56,056,0
Betrouwbare energievoorziening
De EU-lidstaten zijn voor meer dan de helft van hun energieverbruik afhankelijk van invoer. De mate van invoerafhankelijkheid verschilt echter enorm.
Zo zijn Cyprus, Luxemburg en Malta vrijwel totaal afhankelijk van invoer, terwijl Denemarken zelfs meer energie uitvoert dan het invoert, en Polen en het
Verenigd Koninkrijk relatief weinig van invoer afhankelijk zijn.
* Het negatieve percentage van Denemarken geeft aan dat het meer energie exporteerde dan importeerde.
** Cyprus importeerde dat jaar meer energie dan het nodig had. Het overschot werd opgeslagen.
Bron: Eurostat.
Netto afhankelijkheid van energie-invoer in procenten van het totale verbruik, EU-27 (2005)
%
56
De algehele afhankelijkheid van geïmporteerde energie in de EU was in 2005 52,3 % en er wordt
voorspeld dat dit zal toenemen naarmate de eigen energiebronnen afnemen. De EU importeert
momenteel ongeveer 50 % van haar gas uit slechts drie landen: Rusland, Noorwegen en Algerije.
De EU doet hard haar best om de groeiende importafhankelijkheid aan te pakken door energie
efficiënter te verbruiken, hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen en meer energieleveran-
ciers te zoeken.
LTLTL LU HU MT NL ATATA PL PT RO SI SK FI SE UK
58,4
98,098,0
62,962,9
100,0
37,8
71,871,8
18,0
88,288,2
52,252,2
64,664,6
54,754,7
37,237,2
13,913,9
27,427,4
57
57,9
54,3
48,4
35,8
28,2 26,9
24,2
16,5 16,0 15,0 14,1
11,8 11,3
14,0
AT SE LV RO DK FI SI SK PT ES IT EU-27 BG FR
70
60
50
40
30
20
10
0
Bron: Eurostat.
Efficiënter energieverbruik en omschakeling naar minder vervuilende hernieuwbare energiebronnen zijn ook doelstellingen die passen in de
EU-strategie om de opwarming van de aarde ten gevolge van het verbranden van fossiele brandstoffen, met name kolen en olie, tegen te
gaan. Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt kooldioxide vrij in de atmosfeer, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De
EU heeft als doel gesteld om tegen 2010 21 % van haar elektriciteit op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-
energie, waterkrachtcentrales en geothermische en biomassa-energie.
Percentage van de elektriciteit die uit hernieuwbare energiebronnen is opgewekt, EU-27 (2005)
%
58
10,5 10,0
7,5
4,5 4,3 3,9 3,2 2,9 2,8 1,1
0,0 0,0
4,7
DE EL NL IE HU CZ UK LT LU PL BE EE CY MT
6,8
59
EU-27 IE CY DK LU AT NL MT DE ES UK FR IT SE
518
740 739 737
705*
630* 624
611 601* 597* 584*
543 542*
482
800
600
400
200
0
Milieubescherming
Naarmate de Europeanen steeds welvarender worden, krijgen zij steeds meer verantwoordelijkheid om minder afval te produceren en dit efficiënter te
beheren. Iedere burger in de EU-27 produceert momenteel gemiddeld iets meer dan een halve ton stedelijk afval per jaar. Dit afval moet gerecycleerd,
gestort of verbrand worden.
* geschatte of voorlopige cijfers.
Bron: Eurostat.
Jaarlijkse hoeveelheid stedelijk afval in kg per persoon, EU-27 (2005)
kg per persoon
60
In de meeste EU-lidstaten is de hoeveelheid stedelijk afval in de afgelopen jaren gelijk gebleven of
aan het dalen, maar in sommige lidstaten neemt zij nog toe. In Ierland is de hoeveelheid afval per
hoofd het hoogst en in Polen het laagst.
FI BE BG HU PT EL EE SI RO LT LV SK CZ PL
468 464* 463 459 446 438 436* 423
382* 378
310
289 289
245
61
Tot de belangrijkste oorzaken van de opwarming van de aarde behoren de zogenaamde broeikasgassen die door elektriciteitscentrales, boerderijen, de
vervoersector en huishoudens worden geproduceerd. Deze gassen zijn onder andere kooldioxide, voornamelijk door verbranding van fossiele brandstoffen
(kolen, olie en gas) en methaan.
De EU-15 moet overeenkomstig het Kyotoprotocol haar emissies van broeikasgassen tegen 2008-2012 met 8 % hebben verlaagd (tegenover het niveau
van 1990, dat als basisjaar geldt). Om dit doel te bereiken, hebben de landen van de EU-15 een lastenverdelingsovereenkomst gesloten in het kader waar-
van de uitstoot in economisch minder ontwikkelde landen mag toenemen, terwijl deze in de overige landen moet afnemen. De nationale streefcijfers van
de lidstaten staan in de tabel vermeld.
Emissies van broeikasgassen in 2004 in procenten van het niveau in het basisjaar
Sommige EU-lidstaten hebben een ander referentiejaar dan 1990 gekozen; hun emissiereducties werden op grond daarvan berekend.
Bronnen: Europees Milieuagentschap, Europees Thematisch Centrum voor lucht en klimaatverandering.
150
100
50
0
92,5 92,0
79,0 79,0
125,0
100,0
115,0 113,0
93,592,7 92,0
99,1 100,7
74,9
98,2
82,5
92,0
50,0
92,0
51,0
123,9
147,9
99,2
122,7
112,1
EU-25 EU-15 BE BG CZ DK DE EE EL ES FR IE IT
,
%
62
Tien landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, hebben afzonderlijke streefcijfers voor de
terugdringing van emissies. Cyprus en Malta hebben geen streefcijfer.
Japan heeft zich er krachtens het Kyotoprotocol toe verbonden zijn emissies met 6 % te verminde-
ren. De Verenigde Staten hebben het Protocol van Kyoto niet geratificeerd.
92,0 92,0
72,0
94,0 94,0
87,0
94,0
127,0
92,0 92,092,0
100,0
41,5 39,9
100,3
68,0
145,9148,2
101,6
115,7
68,4
141,0
99,2
59,0
69,7
114,5
96,4
104,0
85,9 87,5
CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
2004
2008-2012
63
Samenleven in Europa
De burgers van de Europese Unie leren elkaar steeds
beter kennen en hebben meer en meer het gevoel dat
zij als Europeanen bij elkaar horen, maar niet ieder-
een is enthousiast over de EU. Veel Europeanen bren-
gen hun vakantie door in een ander Europees land en
dankzij het vrije verkeer in de EU gaan steeds meer
mensen in het buitenland studeren of werken. Talrijke
Europese scholieren leren ten minste één Europese
taal naast hun eigen taal.
64
Percentage burgers uit de EU-25 die zeer tevreden, vrij tevreden,
niet erg tevreden of helemaal niet tevreden zijn met hun leven (2006)
Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgen
Uit een Eurobarometerenquête die in het voorjaar van 2006 werd gehouden, blijkt dat bijna acht
van de tien EU-burgers vrij of zeer tevreden zijn met hun leven en dat de meeste een optimistische
kijk op de toekomst hebben. Het percentage „zeer tevreden” burgers bedroeg 21 %, tegenover
23 % bij de voorjaarsenquête van 2005.
Het aantal personen dat verklaart helemaal niet tevreden te zijn, is in de afgelopen decennia met
ongeveer 4 % relatief klein gebleven.
60
21
15
4
Zeer tevreden Niet erg tevreden Helemaal niet tevredenVrij tevreden
60
40
20
0
Bron: Eurobarometer.
%
65
Hoewel de Europeanen doorgaans tevreden zijn met hun leven, zijn zij niet zonder zorgen.
Werkloosheid blijft voor veel mensen in de EU de belangrijkste reden tot bezorgdheid. In een
enquête uit 2006 vond slechts 10 % van de ondervraagden dat terrorisme een van de twee
voornaamste kwesties was waarmee hun land werd geconfronteerd.
Hoewel de resultaten verschillen, in verband met de diversiteit van culturen en opvattingen in
de EU, blijkt uit de enquête dat de burgers van de EU heel wat gedeelde zorgen hebben.
Percentage burgers van de EU-25 dat het genoemde vraagstuk in het voorjaar van 2006 als een van de twee
belangrijkste kwesties beschouwde waarmee hun land werd geconfronteerd
49
24 23
18
14 13 10 10
77
50
40
30
20
10
0
Werkloosheid
Criminaliteit
Economische situatie
Gezondheidszorg
Immigratie
Stijgende prijzen/inflatie
Terrorisme
Pensioenen
Belastingen
Onderwijsstelsel
Bron: Eurobarometer.
%
66
Praten met de buren
Het is voor allerlei zaken nuttig om een vreemde taal te kunnen spreken — studeren in het buitenland, reizen,
zakelijke contacten en internationale vriendschap — en het biedt ook meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt.
Daarom moedigt de EU haar burgers aan om naast hun moedertaal nog twee talen te leren.
Een overtuigende meerderheid van de Europeanen (56 %) beweert een gesprek in een vreemde taal te kunnen
voeren. Sommigen van hen kunnen twee of zelfs drie vreemde talen spreken. 44 % van de Europeanen kan
echter alleen in zijn moedertaal spreken.
Percentage mensen dat in een andere taal dan zijn moedertaal een gesprek kan voeren (2005)
56
28
11
44
60
50
40
30
20
10
0
Ten minste één taal
Ten minste twee talen
Ten minste drie talen
Geen enkele
andere taal
Bron: Eurobarometer.
%
67
De talen die het meest worden gebruikt door mensen die een andere moedertaal hebben, zijn Engels, Frans
en Duits. Het Russisch wordt vaak gesproken in de lidstaten van Midden- en Oost-Europa die sinds 2004 zijn
toegetreden tot de EU.
Percentage leerlingen in het algemeen onderwijs op hoger middelbaar niveau dat Engels,
Frans of Duits als vreemde taal leert (2005)
Bron: Gegevensverzameling Unesco/OESO/Eurostat.
94,4
47,8
28,4
98,1
22,4
72,2
96,4
21,9
30,0
69,3
83,1
15,4
40,3
93,8 92,6
44,1
61,7
19,1
94,5
8,6
2,4
95,3
99,4
26,8
85,1
18,1
6,5
89,1
34,5
3,4
93,7
3,6
38,8
100
80
60
40
20
0
BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV
: : :6,1
28,0
1,3
%
68
LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
: :
80,2
5,9
28,4
73,0
6,0
51,4
65,6
6,6
69,5
86,2
1,7
96,7 96,7 96,7
100 96,9
12,1
49,9
72,5
19,1
2,5
98,8 97,3
75,2
99,7
19,3
37,9
100
24,2
34,5
6,1
2,5
14,4
54,1
10,9
78,2
94,2
84,2
11,9
96,3
Engels
Frans
Duits
69
Samen studeren
Steeds meer jongeren volgen een opleiding in een ander Europees land. Erasmus is een belangrijk door de EU gesubsidieerd programma dat
studenten en leraren op universitair niveau de gelegenheid geeft een jaar in een andere EU-lidstaat door te brengen. Sinds de start van het
programma in 1987 hebben meer dan een miljoen studenten eraan deelgenomen. Deze regeling is wereldomvattend geworden nadat in 2004
Erasmus Mundus werd gelanceerd.
Studenten uit een EU-lidstaat die in een andere studeren, per gastland (x 1 000), EU-27 (2004)
26,1
7,3
0,6
12,0 10,9
46,4
4,8
16,6
0,5 0,7
6,2
8,9
EU-27 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV
50
40
30
20
10
0
446,4 125,4
Bron: Eurostat.
70
Los van het Erasmusprogramma studeren steeds bijna een half miljoen studenten in een andere EU-lidstaat.
De cijfers staan in de tabel.
0,3
8,2
0,1
12,3
25,7
2,2 2,7
1,9 0,7 0,8
2,9
18,7
103,6
LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
:
71
Voorstanders of sceptici?
De meerderheid van de burgers in de EU is van mening dat het lidmaatschap goed is voor hun land. De ondersteuning verschilt van land tot land en
varieert ook in de tijd. Uit een Eurobarometerenquête van 2006 bleek dat sommige oudere lidstaten (Ierland en de Beneluxlanden) nog steeds de grootste
voorstanders van lidmaatschap zijn, hoewel sindsdien het aantal voorstanders in de landen die sinds 2004 zijn toegetreden, is toegenomen, met uitzon-
dering van Hongarije.
69
10 9
51
10
55
61
14 14
58 56
8
78
7
57
12
62
9
50
19
52
14
47
13 11
100
80
60
40
20
0
43
BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV
Ondersteuning voor het EU-lidmaatschap, in procenten van het aantal ondervraagden, EU-27 (najaar 2006)
„Weet niet” en „geen mening” buiten beschouwing gelaten.
Bron: Eurobarometer.
%
72
Hongarije behoort tot die landen met het laagste aantal voorstanders van EU-lidmaatschap, net als Finland,
Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk, dat onderaan de lijst staat. In dit land is het verschil tussen het aantal
voorstanders en sceptici het kleinst.
LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK
62
10 9
39
19
74
45
15 12
72
36
23
62
6
50
18
62
7
57 61
39
49
23
26
6 6
31
34
Goede zaak
Slechte zaak
73
Van de voordelen profiteren
Volgens dezelfde enquête is de meerderheid van de Europese burgers (54 %) van mening dat hun land
daadwerkelijk profijt heeft gehad van het EU-lidmaatschap. De meeste aanhangers van deze stelling zijn te
vinden in Ierland (87 %), gevolgd door nieuwkomer Litouwen (77 %), en dan Denemarken en Griekenland
(allebei 74 %). De grootste sceptici zijn te vinden in Hongarije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, waar slechts
39-41 % van de ondervraagden van mening was dat hun land profijt heeft gehad van de EU.
De volgende grafiek laat zien dat het verschil tussen het percentage mensen met een positieve houding en het
percentage met een negatieve houding eind 2006 20 % bedroeg, terwijl dit tien jaar eerder nog maar 6 % was.
Percentage EU-burgers dat van mening is dat hun land al dan niet van het EU-lidmaatschap heeft geprofiteerd,
tussen het najaar van 1996 en het najaar van 2006
1996 1998 2000 2002 2004 2006
42
36
49 47
3231
50
28
53
34
54
34
60
50
40
30
20
10
0
Bron: Eurobarometer.
Geprofiteerd
Niet geprofiteerd
%
74
De kandidaat-lidstaten
Als een land zich kandidaat heeft gesteld om toe te tre-
den tot de Europese Unie en de aanvraag officieel is
aanvaard, dan wordt het een „kandidaat-lidstaat”. Op dit
moment zijn er drie kandidaat-lidstaten: Turkije, Kroatië
en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië.
Voordat een kandidaat-lidstaat kan toetreden tot de EU
moet het land beschikken over een stabiel, democra-
tisch bestel en over instellingen die ervoor zorgen dat de
rechtsstaat en de mensenrechten geëerbiedigd worden.
De kandidaat moet ook een functionerende markteco-
nomie hebben en een overheid die de EU-wetgeving en
het EU-beleid kan uitvoeren. De specifieke voorwaarden
voor toetreding voor elke kandidaat-lidstaat worden
tijdens onderhandelingen met de Europese Commissie
vastgesteld.
Over het algemeen duurt het enkele jaren voordat deze
onderhandelingen zijn afgerond.
75
1000
800
600
400
200
0
769,6
56,6
25,7
TR HR MK
Grootte en bevolking
De kandidaat-lidstaten verschillen in grootte, waarbij Turkije veruit de grootste is. Zijn inwonertal is groter dan
dat van alle huidige EU-lidstaten, behalve Duitsland. De drie kandidaat-lidstaten zouden het totale inwonertal
van de EU met 16 % doen toenemen.
Totale oppervlakte, x 1 000 km² Bevolking op 1 januari 2005
Bron: Europese Commissie.
72,5
2,0
4,4
100
80
60
40
20
0
TR HR MK
Bron: Eurostat.
1 000 km2
miljoen
76
HR TR MK
50,0
28,8 27,0
100
80
60
40
20
0
Hoe welvarend zijn ze?
Wanneer we het bbp (in kks) per inwoner vergelijken, zijn de kandidaat-lidstaten aanzienlijk minder welva-
rend dan het EU-gemiddelde. Kroatië heeft echter een hoger bbp per hoofd van de bevolking dan Bulgarije of
Roemenië, die in 2007 lid werden van de EU.
Bron: Eurostat.
Bbp per inwoner (in kks), in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2005)
%
77
HR MK TR
15,9
30,1
54,1
10,1
35,6
54,2
34,0
23,0
43,0
60
50
40
30
20
10
0
Mensen aan het werk
De economische hervormingen van de laatste jaren hebben grote veranderingen in de kandidaat-lidstaten
teweeggebracht, waardoor nieuwe banen werden gecreëerd. De arbeidsparticipatie onder mensen in de wer-
kende leeftijd ligt echter in de kandidaat-lidstaten lager dan het EU-gemiddelde.
Net als in de EU vormen de diensten (met inbegrip van het toerisme) in de kandidaat-lidstaten een belangrijke
economische sector. In de kandidaat-lidstaten is net als in de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden,
een groter deel van de bevolking in de landbouw werkzaam dan in de EU-15.
Arbeidsparticipatiegraad voor
15- tot 64-jarigen (2005)
Werkgelegenheid per sector (2004)
Land- en
bosbouw
Industrie
Diensten
EU-27 HR TR MK
63,4
55,0
46,0
33,8
100
80
60
40
20
0
Bronnen: Voor de EU-27 en HR: Eurostat, arbeidskrachtenenquête,
jaargemiddelde. Voor MK en TR: nationale gegevens.
Bron: Europese Commissie.
%
%
78
Een goed nabuurschap
Door de recente uitbreidingen van de Europese Unie is een continent dat vroe-
ger verdeeld was, verenigd en ontstaat er in Europa een uitgestrekt gebied van
welvaart en stabiliteit. Hoewel sindsdien nog maar weinig tijd is verlopen, pro-
fiteren de burgers van de lidstaten die sinds 2004 van de EU lid zijn geworden
er nu al van. Dat blijkt vooral uit de economische groei, grotere persoonlijke
mobiliteit en de modernisering van hun voorheen zo verwaarloosde infrastruc-
turen.
De EU streeft ernaar met haar buurlanden in harmonie te leven en hun initia-
tieven voor democratie, stabiliteit en vooruitgang te steunen. De buitengrenzen
van de EU mogen geen nieuwe scheidslijn worden in Europa tussen de Unie en
haar buren: ten oosten Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië en de lan-
den van de Kaukasus en de Balkan, en ten zuiden de landen van het oostelijke
Middellandse-Zeegebied en noordelijk Afrika.
Het doel is nauwere betrekkingen met deze landen aan te gaan op basis van
handel, economische en politieke samenwerking, gezamenlijke initiatieven op
het gebied van O&O, milieubescherming, wetenschap en cultuur en technische
bijstand. De EU heeft met de Balkanlanden speciale associatieovereenkomsten
gesloten als eerste stap naar toetreding tot de EU. De eerste van deze over-
eenkomsten heeft de EU met Kroatië en de voormalige Joegoslavische repu-
bliek Macedonië ondertekend, en deze landen hebben nu officieel de status van
kandidaat-lidstaat.
79
Europese Commissie
Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen
Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen
2007 — 79 blz. — 22,4 x 16,2 cm
ISBN 92-79-03618-1
Catalogusnummer: NA-76-06-481-NL-C
Deze brochure en andere beknopte en duidelijke uiteenzettingen over de EU zijn ook te vinden op de website:
ec.europa.eu/publications
Europese Commissie
Directoraat-generaal Communicatie
Publicaties
B-1049 Brussel
Manuscript voltooid in mei 2007
Illustraties: Zack
© Europese Gemeenschappen, 2007
Reproductie is toegestaan
Printed in Luxembourg
GEDRUKT OP WIT CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER
VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE
COMMISSIE
Vertegenwoordiging in België
Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel
Tel. (32-2) 295 38 44
Fax: (32-2) 295 01 66
Internet:
www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htm
E-mail: COMM-REP-BRU@ec.europa.eu
Vertegenwoordiging in Nederland
Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag
Nederland
Tel. (31-70) 313 53 00
Fax: (31-70) 364 66 19
Internet: www.eu.nl
E-mail: burhay@ec.europa.eu
BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT
Bureau in België
Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel
Tel. (32-2) 284 20 05
Fax: (32-2) 230 75 55
Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/
E-mail: epbrussels@europarl.europa.eu
Bureau in Nederland
Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag
Nederland
Tel. (31-70) 362 49 41
Fax: (31-70) 364 70 01
Internet: www.europeesparlement.nl
E-mail: epdenhaag@europarl.europa.eu
Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landen
van de wereld.
Overige informatie over de Europese Unie
Ga online
Informatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu
Kom eens langs
Er zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website:
europedirect.europa.eu
Bel of schrijf ons
Europe Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11
(of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu
Lectuur over Europa
Publicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu
Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij:
AÁores
Madeira
Guadeloupe
Martinique
Reunion
Guyane
Canarias
HR
RURU
AT Oostenrijk
PL Polen
PT Portugal
RO Roemenië
SI Slovenië
SK Slowakije
FI Finland
SE Zweden
UK Verenigd Koninkrijk
Kandidaat-lidstaten
HR Kroatië
MK Voormalige
Joegoslavische
republiek Macedonië (1)
TR Turkije
Andere landen
CN China
IN India
JP Japan
RU Rusland
US Verenigde Staten
MK
EU-lidstaten
EU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie
EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004
EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later
BE België
BG Bulgarije
CZ Tsjechië
DK Denemarken
DE Duitsland
EE Estland
IE Ierland
EL Griekenland
ES Spanje
FR Frankrijk
IT Italië
CY Cyprus
LV Letland
LT Litouwen
LU Luxemburg
HU Hongarije
MT Malta
NL Nederland
Afkortingenlijst
De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie.
(1
) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende
onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.
Belangrijke feiten en cijfers
over Europa en de Europeanen
Europese Unie
NL
NA-76-06-481-NL-C
Belangrijke feiten en cijfers
over Europa en de Europeanen
Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljard
inwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa.
Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgang
en stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zowel
direct als indirect op ieder van ons van invloed.
De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving tot
stand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang en
het creëren van banen door de concurrentiepositie van onder-
nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardigheden
aan te leren.
De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang,
democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechten
ook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is de
grootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver-
strekker van financiële en technische hulp aan armere landen.
Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor-
den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over de
Europese Unie en haar lidstaten weergegeven.
ISBN 92-79-03618-1
9 789279 036187

More Related Content

Featured

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by HubspotMarius Sescu
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTExpeed Software
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsPixeldarts
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthThinkNow
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfmarketingartwork
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024Neil Kimberley
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)contently
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024Albert Qian
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsKurio // The Social Media Age(ncy)
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Search Engine Journal
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summarySpeakerHub
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Tessa Mero
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentLily Ray
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best PracticesVit Horky
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementMindGenius
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...RachelPearson36
 

Featured (20)

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 

Feiten en cijfers_nl

  • 1. Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Europese Unie NL NA-76-06-481-NL-C Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljard inwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa. Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgang en stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zowel direct als indirect op ieder van ons van invloed. De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving tot stand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang en het creëren van banen door de concurrentiepositie van onder- nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardigheden aan te leren. De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang, democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechten ook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is de grootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver- strekker van financiële en technische hulp aan armere landen. Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor- den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over de Europese Unie en haar lidstaten weergegeven. ISBN 92-79-03618-1 9 789279 036187
  • 2. VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE Vertegenwoordiging in België Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel Tel. (32-2) 295 38 44 Fax: (32-2) 295 01 66 Internet: www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htm E-mail: COMM-REP-BRU@ec.europa.eu Vertegenwoordiging in Nederland Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag Nederland Tel. (31-70) 313 53 00 Fax: (31-70) 364 66 19 Internet: www.eu.nl E-mail: burhay@ec.europa.eu BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT Bureau in België Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel Tel. (32-2) 284 20 05 Fax: (32-2) 230 75 55 Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/ E-mail: epbrussels@europarl.europa.eu Bureau in Nederland Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag Nederland Tel. (31-70) 362 49 41 Fax: (31-70) 364 70 01 Internet: www.europeesparlement.nl E-mail: epdenhaag@europarl.europa.eu Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landen van de wereld. Overige informatie over de Europese Unie Ga online Informatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu Kom eens langs Er zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website: europedirect.europa.eu Bel of schrijf ons Europe Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11 (of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu Lectuur over Europa Publicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij: AÁores Madeira Guadeloupe Martinique Reunion Guyane Canarias HR RURU AT Oostenrijk PL Polen PT Portugal RO Roemenië SI Slovenië SK Slowakije FI Finland SE Zweden UK Verenigd Koninkrijk Kandidaat-lidstaten HR Kroatië MK Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië (1) TR Turkije Andere landen CN China IN India JP Japan RU Rusland US Verenigde Staten MK EU-lidstaten EU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004 EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later BE België BG Bulgarije CZ Tsjechië DK Denemarken DE Duitsland EE Estland IE Ierland EL Griekenland ES Spanje FR Frankrijk IT Italië CY Cyprus LV Letland LT Litouwen LU Luxemburg HU Hongarije MT Malta NL Nederland Afkortingenlijst De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. (1 ) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.
  • 3. Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen
  • 4. Inhoud De Europese Unie — Een succesverhaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Omvang en bevolking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Hoe groot is de EU? Hoeveel mensen wonen in de EU? Europeanen worden steeds ouder Bevolkingsgroei Levenskwaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Hoe welvarend zijn Europeanen? Hoe gezond zijn Europeanen? Een eerlijke en zorgzame samenleving Onderwijs, onderzoek en de informatiemaatschappij . . . . . . . . . . . . . . 25 Onderwijs: investeren in mensen De opleidingen die Europeanen volgen Beter onderwijs betekent meer kans op een baan Informatietechnologie: een essentieel instrument Onderzoek: van groot belang voor de toekomst Europeanen aan het werk. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Wat voor werk doen mensen? Hoeveel mensen in de EU hebben een baan? De genderkloof Gelijke kansen voor iedereen? Economische activiteiten en handel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Hoeveel produceert de EU? Mensen waar voor hun geld bieden Een belangrijke handelsmacht De EU bestrijdt de armoede in de wereld Vervoer, energie en milieu. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54 Vervoer over land, over zee en door de lucht Betrouwbare energievoorziening Milieubescherming Samenleven in Europa . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64 Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgen Praten met de buren Samen studeren Voorstanders of sceptici? Van de voordelen profiteren De kandidaat-lidstaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75 Grootte en bevolking Hoe welvarend zijn ze? Mensen aan het werk Een goed nabuurschap. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79
  • 5. De Europese Unie heeft geen introductie nodig. In een halve eeuw heeft zij haar burgers politieke stabiliteit en economische voorspoed gebracht. Binnen de EU werd een interne markt zonder binnengren- zen gecreëerd en een gemeenschappelijke munt, de euro, ingevoerd. Een verdeeld continent is weer samengebracht. De Europese Unie is een belangrijke economische macht en loopt in vergelijking met de rest van de wereld voorop bij het verlenen van ontwikkelingshulp aan armere landen. Het aantal lidstaten is gestegen van zes tot zevenen- twintig, waardoor de EU momenteel bijna een half miljard inwoners telt. Niet alle Europese landen zijn EU-lidstaten of willen dat zijn, maar de Unie moedigt elk democratisch Europees land aan een aanvraag tot lidmaatschap in te dienen. De EU onderhoudt nauwe en vriendschap- pelijke betrekkingen met al haar buren, zowel in Europa als aan de oostelijke en zuidelijke oever van de Middellandse Zee. Hoewel ze onderling heel verschillend zijn, zetten de EU-lidstaten zich gezamenlijk in voor vrede, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Ze streven ernaar deze waarden in Europa en elders te handhaven, welvaart te creëren en te delen en collectief invloed uit te oefenen door op het wereldtoneel gezamenlijk op te tre- den. Aan de hand van diverse tabellen en grafieken verstrekt deze bro- chure basisinformatie en cijfers over de Europese Unie en haar lidsta- ten, waarbij deze lidstaten soms worden vergeleken met andere grote economieën. De landen die het EU-lidmaatschap hebben aangevraagd, zijn in een afzonderlijk onderdeel opgenomen. Ter vereenvoudiging zijn sommige cijfers naar boven afgerond. De afkortingen die voor de landen worden gebruikt, worden uitgelegd op de binnenkant van de voorpagina. De sluitingstermijn voor de gege- vens in deze uitgave was mei 2007. Via het EU-internetportaal (europa.eu) zijn online veel meer gegevens beschikbaar over de Europese Unie, wat haar taken zijn en wat zij voor u betekent. U kunt voor statistische gegevens direct naar de website van Eurostat, het Bureau voor de statistiek van de EU (epp.eurostat. ec.europa.eu). Hier kunt u duizenden gegevens gratis raadplegen. De Europese Unie — Een succesverhaal 3
  • 6. De EU werd in de jaren vijftig onder de naam Europese Economische Gemeenschap opgericht door zes landen: België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg en Nederland. Zij ontwikkelden een nieuwe manier om bijeen te komen en hun gemeenschappelijke belangen te behe- ren, die in wezen gebaseerd was op economische integratie. In 1973 traden Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk toe, in 1981 volgde Griekenland en in 1986 werden Portugal en Spanje lid. Door de Duitse eenwording in 1990 werden ook de Oost-Duitse deelstaten opgenomen. In 1992 werd een nieuw verdrag gesloten, waardoor de instellingen van de Gemeenschap nieuwe verantwoordelijkheden kregen en nieu- we vormen van samenwerking tussen de regeringen van de lidstaten ontstonden: de Europese Unie was geboren. De EU werd in 1995 uit- gebreid met Finland, Oostenrijk en Zweden. In 2004 werden Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië lid van de EU, in 2007 gevolgd door Bulgarije en Roemenië. Verder hebben nog drie landen, Kroatië, Turkije en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië, het EU-lidmaatschap aangevraagd. Europa heeft altijd onderdak geboden aan veel verschillende volkeren en culturen. In iedere lidstaat wonen mensen die afkomstig zijn uit andere landen en die doorgaans nauwe historische banden met het gastland hebben. De EU beschouwt etnische en culturele diversiteit als een voordeel en werkt tolerantie, respect en een goede verstand- houding in de hand. De Europese Unie — Een familie die zich uitbreidt 2007 EU-lidstaten Kandidaat-lidstaten 4
  • 7. Omvang en bevolking De Europese Unie beslaat minder dan de helft van de Verenigde Staten, maar heeft 50 % meer inwoners. De bevol- king van de EU is na die van China en India de grootste ter wereld. De geboortecijfers in de EU dalen en de Europeanen leven steeds langer. Deze ontwikkelingen hebben belangrijke gevolgen voor de toekomst. 5
  • 8. 6 1000 800 600 400 200 0 357,0 130,7 111,0 93,0 506,0 544,0 295,1 82,591,9 304,5312,7 410,3 243,8 230,0 EU-27 FR ES SE DE PL FI IT UK RO EL BG HU PT AT 4 215,1 Hoe groot is de EU? De Europese Unie heeft een oppervlakte van meer dan 4 miljoen km2 . Op de wereldkaart is de EU niet erg groot, maar zij omvat wel 27 landen. De oppervlaktes lopen erg uiteen, met Frankrijk als grootste en Malta als kleinste lidstaat. Totale oppervlakte, x 1 000 km² In het cijfer voor Frankrijk zijn de overzeese departementen niet meegerekend. Bron: Eurostat. 1 000 km2
  • 9. 30,343,1 68,4 2,6 33,8 CZ IE LT LV SK EE DK NL BE SI CY LU MT 77,3 62,7 62,3 49,0 43,4 20,1 9,3 0,3 7
  • 10. 10 8 6 4 2 0 4,2 3,3 17,1 9,6 9,6 0,4 Bronnen: Eurostat, Wereldbank. Totale oppervlakte, x 1 000 000 km² Miljoen km2 8
  • 11. 493,0 295,7 143,41 306,3 127,41 080,3 100 80 60 40 20 0 De cijfers voor de EU-27 dateren van 1 januari 2006, die voor de andere landen van medio 2005. Bronnen: Eurostat, Wereldbank, www.census.gov. Hoeveel mensen wonen in de EU? De Europese Unie telt 493 miljoen inwoners — na dat van China en van India het hoogste bevolkingscijfer ter wereld. Ten opzichte van de wereldbevolking loopt het percentage van de bevolking van de ontwikkelde landen terug — van 30 % in 1960 tot 16 % in 2005. Momenteel wonen vier van de vijf bewoners van deze planeet in ont- wikkelingslanden. Om de armere landen te ondersteunen zet de EU zich actief in voor wereldwijde ontwikke- ling. De EU is de grootste verstrekker van ontwikkelingshulp ter wereld. Bevolking in 2005, x 1 miljoen Miljoen 9
  • 12. 10,5 10,3 10,1 82,4 11,1 43,8 38,2 62,9 58,8 16,3 10,6 60,4 100 80 60 40 20 0 21,6 493,0 EU-27 DE FR UK IT ES PL RO NL EL PT BE CZ HU SE 9,0 De 493 miljoen inwoners van de EU zijn niet gelijkmatig over het continent verspreid: bepaalde landen (en bepaalde regio’s) zijn dichter bevolkt dan andere. Een lidstaat met een grote oppervlakte heeft niet noodzakelijkerwijs ook een groot bevolkingsaantal. Bevolking van de EU op 1 januari 2006 Bron: Eurostat. Miljoen 10
  • 13. AT BG DK SK FI IE LT LV SI EE CY LU MT 4,2 0,4 8,3 7,7 5,4 5,4 5,3 2,33,4 2,0 1,3 0,8 0,5 Bron: Eurostat. 11
  • 14. 60 65 70 75 80 85 1962 1972 1982 1992 2002 67,2 68,6 70,3 72,2 74,8 75,6 72,9 75,0 77,2 79,1 81,7 2004 81,1 Bron: Eurostat. Europeanen worden steeds ouder De levensverwachting wordt in de Europese Unie steeds hoger. Wie in 1960 werd geboren had een levensver- wachting van ongeveer 67 jaar (mannen) en 73 jaar (vrouwen). Voor baby’s die in 2004 werden geboren is de levensverwachting bijna 76 jaar voor mannen en bijna 82 voor vrouwen. Ter vergelijking: uit cijfers van de Verenigde Naties blijkt dat baby’s die tussen 2000 en 2005 werden geboren in Somalië, een van de armste landen ter wereld, een levensverwachting hebben van slechts 46 jaar (mannen) en 49 jaar (vrouwen). Levensverwachting bij de geboorte voor mannen en vrouwen in de EU-25 (1962-2004) 12
  • 15. In 1960 kregen de meeste vrouwen in de EU twee of meer kinderen. Statistisch gezien kreeg een vrouw gemid- deld meer dan 2,5 kinderen. In 2004 was het totale vruchtbaarheidscijfer gedaald naar ongeveer 1,5 kind per vrouw. Frankrijk en Ierland hebben het hoogste vruchtbaarheidscijfer met iets minder dan twee kinderen per vrouw. Het laagste cijfer (minder dan 1,25) hebben Tsjechië, Letland, Polen en Slowakije. Doordat er in de EU minder jongeren zijn, neemt het arbeidspotentieel af. Steeds minder werknemers moeten steeds meer gepensioneerden onderhouden, zoals uit deze grafiek blijkt. Er wordt voorspeld dat tegen 2025 6,3 % van de bevolking ouder dan 80 zal zijn. Om het werkende deel van de bevolking te vergroten is het nodig dat in Europa meer mensen in de werkende leeftijd een baan aannemen en later met pensioen gaan, dat meer vrouwen aan het werk gaan, dat werknemers nieuwe vaardigheden leren door middel van programma‘s voor een leven lang leren, en dat gerichte immigratie wordt gestimuleerd. Meer baby’s zouden natuurlijk ook uitkomst bieden! 1964 1969 1974 1979 1984 1989 1994 1999 2004 1,6 2,0 2,2 3,1 3,5 3,4 4,0 5 4 3 2 1 0 1,8 2,6 Percentage van de bevolking van de EU-25 dat 80 jaar is of ouder (1964-2004) Bron: Eurostat. % 13
  • 16. Totale bevolkingsgroei (blauwe lijn) en nettomigratie (rode lijn) in de EU-25, per 1 000 inwoners (1992-2004) 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 5 4 3 2 1 0 4,0 2,4 1,8 1,3 1,4 1,0 1,5 1,2 2,1 1,5 3,0 4,0 4,4 5,1 4,1 2,8 2,3 2,1 2,0 1,7 1,7 2,6 4,6 2,3 3,6 4,8 Bevolkingsgroei Het bevolkingscijfer van Europa stijgt door de combinatie van natuurlijke groei (d.w.z. er worden meer men- sen geboren dan er sterven) en nettomigratie (d.w.z. in de EU komen meer mensen wonen dan er weggaan). Tegenwoordig is de totale groei van de bevolking van de EU vooral toe te schrijven aan nettomigratie. Zonder immigratie zou het bevolkingscijfer van Duitsland, Griekenland en Italië de laatste jaren zeker zijn gedaald. De immigratie levert de EU broodnodige jonge arbeidskrachten op. Bron: Eurostat. 14
  • 17. 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 800 700 600 500 400 300 200 100 0 397 226 Europa heeft een lange traditie van gastvrijheid en bescherming voor mensen die moeten vluchten voor oorlog of vervolging in probleemgebieden overal ter wereld. Het aantal asielzoekers neemt toe in tijden van oorlog, zoals tijdens de Balkanconflicten in het begin van de jaren negentig. Het aantal asielaanvragen in de EU is sindsdien afgenomen en het stond in 2005 op het laagste punt sinds 1990. Asielaanvragen in de EU, x 1 000 (1990-2005) De cijfers voor 1990-1994 zijn voor de EU-15. Bron: Eurostat. 15
  • 18. Levenskwaliteit Een goede levenskwaliteit hangt van een aantal factoren af, onder andere van het beschikken over voldoende geld en een goede gezondheid. Hoe welvarend en gezond zijn Europeanen? Het antwoord verschilt van land tot land. Om een algemeen beeld te krijgen van de materiële levens- standaard in een bepaald land kunnen we meten wat de tota- le waarde is van alles wat dit land in een gegeven kalender- jaar produceert (het bruto binnenlands product of bbp) en dat vervolgens delen door het aantal inwoners. Maar wat je voor dezelfde hoeveelheid geld kunt kopen, vari- eert van land tot land. Om de levensstandaard van verschillen- de landen te kunnen vergelijken, moeten we rekening houden met dit verschil in koopkracht. We kunnen dit doen door de prijs van een vergelijkbaar en representatief pakket goederen en diensten in elk land te berekenen en door deze prijs niet in de plaatselijke munteenheid of euro uit te drukken, maar in een gemeenschappelijke denkbeeldige valuta die wij de koop- krachtstandaard (kks) noemen. Door de kks te hanteren wordt het verschil in prijsniveaus tus- sen de landen opgeheven, zodat het vergelijken van het bbp per inwoner uitgedrukt in kks een eerlijk beeld geeft van de levensstandaard in de verschillende EU-lidstaten. 16
  • 19. Hoe welvarend zijn Europeanen? De levensstandaard in Europa is het laatste decennium aanzienlijk gestegen. Uitgedrukt in kks, waardoor de vergelijking tussen verschillende landen mogelijk wordt, behoort de levensstandaard van de EU tot de hoogste ter wereld. 40 000 35 000 30 000 25 000 20 000 15 000 10 000 5 000 0 25 800 22 600 9 300 6 100 35 200 US JP EU-27 RU CN Bbp per inwoner in kks (2005) Bronnen: IMF, Eurostat. 17
  • 20. De levensstandaard binnen de EU varieert. Het bbp per inwoner (kks) is het hoogst in Luxemburg en het laagst in Bulgarije. De EU streeft ernaar de kloof tussen de arme en rijke lidstaten te verkleinen, de structuur en het concurrentievermogen van de Europese economie te versterken en meer banen te scheppen, zodat wij allen een betere levenskwaliteit kunnen genieten. Het bbp stijgt op dit moment sneller in de armere lidstaten die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, dan in de andere lidstaten. Bbp per inwoner van de EU-27 in kks (2005) 60 000 55 000 50 000 45 000 40 000 35 000 30 000 25 000 20 000 15 000 10 000 5 000 0 58 900 32 600 28 900 28 600 27 60027 700 26 900 25 900 25 40025 800 23 600 23 000 29 500 LU IE NL AT DK BE UK SE FI DE FR IT ES EU-27 CY 22 600 20 900 Bron: Eurostat. 18
  • 21. 19 700 19 200 17 300 16 800 16 800 14 700 14 000 13 400 12 200 11 700 11 400 8 000 7 900 EL SI CZ PT MT HU EE SK LT PL LV RO BG 19
  • 22. Guyane (FR) Guadeloupe Martinique Réunion Canarias (ES) Açores (PT) Madeira De levensstandaard kan ook binnen een lidstaat zelf van regio tot regio verschillen. In bepaalde regio’s van de EU bedraagt het bbp per inwoner (in kks), zoals uit de kaart blijkt, minder dan 50 % van het gemiddelde van de EU-27. In de meest welvarende regio’s ligt dat cijfer 25 % hoger dan het gemiddelde van de EU-27. De EU heeft zogenaamde structuurfondsen in het leven geroepen, die ertoe bijdragen deze verschillen uit te vlakken door de levensstandaard in de armere gebieden te verbeteren. Ruim 35 % van de EU-begroting wordt gebruikt om de economie van deze regio’s te stimuleren en zo de EU als geheel te versterken. Bbp per inwoner (in kks), in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2004) Bron: Europese Commissie. Minder dan 50 % 50-75% 75-90% 90-100% 100-125% 125 % of meer Geen gegevens 20
  • 23. 300 250 200 150 100 50 0 286,6286,6 212,0 157,0 137,3 Kanker Ischemische hartziekten Hoe gezond zijn Europeanen? Hoewel Europeanen langer en gezonder leven, kunnen zij meer doen om zichzelf te beschermen tegen de twee belangrijkste doodsoorzaken: hartziekten en kanker. Het helpt om er een gezonde en actieve levensstijl op na te houden. Roken, onevenwichtige voeding en onvoldoende beweging zijn factoren die het risico op ischemische hart- ziekten verhogen, waarbij door verstopte of beschadigde slagaders te weinig bloed naar het hart wordt gevoerd. In de EU sterven meer mannen dan vrouwen aan deze ziekten en het deel van de bevolking dat erdoor wordt getrof- fen, verschilt sterk van land tot land. In 2004 had Hongarije het hoogste sterftecijfer voor kanker zowel voor vrou- wen als voor mannen. Frankrijk had voor beide geslachten het laagste sterftecijfer voor ischemische hartziekten. Sterfgevallen door kanker (kwaadaardige gezwellen) en ischemische hartziekten in de EU-25 per 100 000 inwoners (2004) Bron: Eurostat. 21
  • 24. Lichamelijke oefening is goed voor de gezondheid. Uit een in november 2006 gepubliceerde Eurobarometerenquête blijkt dat in een normale week 64 % van de inwoners van de EU aan lichaamsbeweging doet. Bovenaan de lijst stond Finland, waar 83 % van de ondervraagden verklaarde aan lichaamsbewe- ging te doen in de vorm van recreatie, sport of vrije tijd. Na de Finnen kwamen de Nederlanders met 79 % en de Litouwers met 78 %. Het minst actief waren de Portugezen, gevolgd door de Roemenen en de Maltezen. Percentage van ondervraagden in de EU-27 die niet regelmatig aan lichamelijke oefening doen (2006) 54 50 49 43 42 41 41 41 39 39 38 37 37 52 70 60 50 40 30 20 10 0 PT RO MT EL FR HU EE CY PL UK ES IT BE CZ Bron: Eurobarometer. % 22
  • 25. Over het algemeen doen meer mannen dan vrouwen aan sport, en hoe jonger je bent hoe groter de kans dat je fysiek actief bent. Hieronder is het percentage mensen uit elke EU-lidstaat aangegeven dat zegt in een normale week niet aan lichaamsbeweging te doen. 37 36 36 30 29 27 27 27 24 24 22 21 17 DK BG SK LU SE LV SI IE AT DE LT NL FI 23
  • 26. Een eerlijke en zorgzame samenleving Aan het Europees sociaal model wordt in verschillende landen anders vorm gegeven, maar alle EU-landen streven ernaar een eerlijke en zorgzame samenleving te zijn. De opbrengst van de belastingen gaat voor een deel naar socialezekerheidsstelsels (zoals pensioen-, gezondheidszorg- en werkloosheidsregelingen) die ontwikkeld werden om kwetsbare bevolkingsgroepen te beschermen. Het bedrag dat aan elke inwoner wordt besteed, varieert van land tot land. Naarmate de bevolking vergrijst, moeten de werkenden een steeds groter aantal bejaarde burgers onder- houden. Om te kunnen inspelen op deze trend en de kosten van de verzorgingsstaat binnen de perken te houden, passen de EU-landen hun socialezekerheidsstelsels aan. Het Europees sociaal model moet worden gemoderniseerd, zodat ook toekomstige generaties er nog van kunnen profiteren. Bron: Eurostat. 3 000 2 500 2 000 1 500 1 000 500 0 Ouderdom Ziekte/gezondheidszorg Handicap Werkloosheid 2 462,2 1 682,2 479,6 387,6 Besteding aan vier soorten sociale zekerheid per inwoner in kks, EU-25 (2004) 24
  • 27. Onderwijs, onderzoek en de informatiemaatschappij De EU heeft de ambitie de meest dynamische kenniseconomie ter wereld te worden. Dit betekent dat bijzondere aandacht moet worden besteed aan onderzoek (de bron van nieuwe ken- nis) en aan onderwijs en opleiding, waardoor de bevolking deze nieuwe kennis kan verwerven. Het is van groot belang dat de beroepsbevolking IT-vaardigheden aanleert en dat scholen, ondernemingen en privépersonen gemakkelijker en sneller toegang tot het internet krijgen. Een bloeiende economie heeft mensen nodig die langer blijven werken en hun hele arbeidsleven lang nieuwe vaardigheden aan- leren. „Een leven lang leren” is het parool. Het aantal volwasse- nen dat in de EU aan leeractiviteiten deelneemt, is gestegen — tot 9,6 % van de mensen tussen 25 en 64 jaar in 2006. In haar streven naar economisch succes op de wereldmarkt moet de Europese Unie het opnemen tegen „traditionele” rivalen als Japan en de Verenigde Staten en nieuwe rivalen als China en India. 25
  • 28. 7,47 7,36 6,51 6,06 5,48 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 % 8,28 6,02 5,94 5,91 5,615,67 5,62 5,38 5,32 Onderwijs: investeren in mensen Onderwijs is de sleutel tot succes — voor individuele personen en voor de EU in haar geheel. Hoeveel besteedt elke EU-lidstaat aan onderwijs? Totale overheidsuitgaven aan onderwijs in procenten van het bbp (2003) DK: postsecundair niet-tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten. FR: de Franse overzeese departementen buiten beschouwing gelaten. PT: bestedingen van lokale overheden buiten beschouwing gelaten. Bron: Eurostat. % bbp 26
  • 29. 5,18 5,17 5,07 4,84 4,74 4,71 4,55 4,38 4,24 4,06 3,44 4,40 4,244,29 NL: met inbegrip van overheidsuitgaven voor door de overheid gefinancierde privé-instellingen. LU: tertiair onderwijs buiten beschouwing gelaten. 27
  • 30. Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête. 100 80 60 40 20 0 91,8 91,2 91,1 90,5 87,5 87,5 85,9 85,8 84,1 83,4 83,4 82,6 82,6 81,8 SK CZ PL SI SE LT AT IE EL HU FI FR EE BE Onderwijs na de leerplichtige leeftijd — vooral op universitair niveau — is voor velen de sleutel tot een bevredigende loopbaan en voor Europa onontbeerlijk om over goed opgeleide arbeidskrachten te beschikken. Tegenwoordig heeft de overgrote meerderheid van de jongeren in de EU onderwijs op middelbareschoolniveau of hoger genoten. Percentage 20- tot 24-jarigen dat ten minste de middelbare school heeft afgemaakt (2005) % 28
  • 31. 80,4 79,9 78,2 77,4 77,1 76,5 76,0 75,6 73,6 71,5 71,1 61,8 53,7 49,0 CY LV UK EU-27 DK BG RO NL IT DE LU ES MT PT 29
  • 32. 114 525 255 962 329 439 101 815 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Menswetenschappen Rechten Wetenschappen, Ingenieurswetenschappen en letteren wiskunde en informatica en bouwkunde 73 383 110 756 207 509 137 034 De opleidingen die Europeanen volgen De vrouwen, die een generatie geleden een lager opleidingsniveau hadden dan de mannen, hebben hun achterstand inge- lopen. In 2004 was in de EU bijna 55 % van de jongeren die in het hoger onderwijs afstudeerden vrouwelijk. De opleidingskeuze van de Europeanen verschilt vaak volgens het geslacht: meer mannen kiezen voor wetenschappen, informatica en ingenieurswetenschappen, terwijl meer vrouwen kiezen voor letteren, menswetenschappen en rechten. Europa heeft goed opgeleide mensen in alle sectoren nodig. Het heeft vooral meer vrouwen met een beroepsloopbaan nodig, en meer wetenschappers (zowel mannen als vrouwen) om essentieel onderzoek te verrichten. Afgestudeerden in het hoger onderwijs naar geslacht en studierichting, EU-25 (2004) Bron: Eurostat. 1 000 30
  • 33. 10 8 6 4 2 0 Niveau 0-2 Niveau 3-4 Niveau 5-6 10,3 7,3 4,1 Beter onderwijs betekent meer kans op een baan In het algemeen is het werkloosheidsrisico groter naarmate iemand lager geschoold is. Voor wie tertiair onder- wijs (bijv. een universitaire studie) heeft afgerond is dat risico minder dan half zo groot als voor iemand die alleen maar lager onderwijs of lager middelbaar onderwijs heeft genoten. Werkloosheidscijfer naar onderwijsniveau voor 25- tot 64-jarigen, EU-27 (2006) Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête. Niveau 0-2: lager middelbaar onderwijs Niveau 3-4: hoger middelbaar onderwijs Niveau 5-6: tertiair onderwijs % 31
  • 34. 80 79 77 70 67 65 63 54 5354 52 50 46 100 80 60 40 20 0 42 NL DK SE LU DE FI UK BE SI MT AT IE EE LV Informatietechnologie: een essentieel instrument In de hele EU hebben steeds meer ondernemingen en huishoudens een internetaansluiting en wordt steeds vaker online gehandeld, wat de efficiëntie bevordert. In 2006 had meer dan 90 % van de ondernemingen en 49 % van de huishoudens in de EU-27 internettoegang. Dit cijfer vertoont per lidstaat echter grote verschillen. Bijvoorbeeld had in 2006 in Nederland 80 % van de huishoudens toegang tot internet terwijl dit cijfer in Roemenië slechts 14 % was. Een van de prioriteiten van de EU is ervoor te zorgen dat haar burgers over een snelle, betrouwbare internettoegang beschikken en over de vaardigheden om informatietechnologie te hanteren. De „digitale kloof“ tussen de mensen in de verschillende landen en regio’s moet worden verkleind. Bron: Eurostat, enquête over IT-gebruik. Percentage huishoudens met internettoegang (2006)% 32
  • 35. 41 FR IT ES CY PL PT LT HU CZ SK EL BG RO 40 39 37 36 35 35 32 29 27 23 17 14 33
  • 36. 3,48 2,51 2,44 2,43 1,42 5 4 3 2 1 0 3,86 2,13 1,89 1,78 1,45 1,77 1,56 1,25 1,12 SE FI DE DK AT FR BE NL UK LU SI CZ IE ES Onderzoek: van groot belang voor de toekomst Onderzoek en ontwikkeling (O&O), vooral op het gebied van nieuwe technologieën, is van groot belang voor het concurrentievermogen en de werkgele- genheid in de toekomst. Een van de doelstellingen van de EU is om meer in onderzoek te investeren en zo de O&O-uitgaven op gelijke hoogte met die van de Verenigde Staten en Japan te brengen. In 2004 besteedde Japan 3,15 % van zijn bruto binnenlands product (bbp) aan O&O en de VS 2,59 %, terwijl dit voor de EU gemiddeld 1,92 % was. Het cijfer voor de EU laat echter niet zien dat er tussen de lidstaten aanzienlijke verschillen zijn. De cijfers voor 2005 tonen aan dat Zweden en Finland al meer uitgeven dan Japan, terwijl andere EU-lidstaten minder dan 1 % uitgeven. Voor België, Italië, Malta, Nederland, Roemenië, Slovenië en het Verenigd Koninkrijk zijn de cijfers voor 2004. Voor Griekenland zijn de cijfers voor 2003. Bron: Eurostat. Totale O&O-uitgaven in procenten van het bbp (2005) % 34
  • 37. 1,10 0,94 0,81 0,63 0,63 0,57 0,51 0,39 0,94 0,76 0,57 0,400,50 IT HU EE PT LT MT EL LV PL SK BG CY RO 35
  • 38. Europeanen aan het werk Werkgelegenheid en het creëren van meer en betere banen voor haar burgers zijn topprioriteiten van de EU. De Unie moet ook gelijke kansen zien te creëren, zodat iedereen die dat wil ook kan werken. Het doel is om tegen 2010 het aantal mensen in de werkende leeftijd met een baan te verhogen tot 70 % van de bevolking in de werkende leeftijd. 36
  • 39. Wat voor werk doen mensen? In de jaren vijftig van de vorige eeuw werkte meer dan 20 % van de mensen in de EU in de landbouw en ongeveer 40 % in de industrie. Sindsdien is de werkgelegenheid in de land- bouw en in de industrie afgenomen, terwijl het aantal banen in de dienstensector explosief is gestegen. In 2004 zorgde de dienstensector voor meer dan twee derde van het aantal banen in de EU-25. Het cijfer voor de landbouw was 5,0 % en voor de industrie 27,9 %. Recente cijfers tonen aan dat, terwijl de werkgelegenheid in de dienstensector blijft stijgen en in de landbouw blijft dalen, het aantal banen in de industrie relatief stabiel blijft. Percentage arbeidskrachten werkzaam in de landbouw, de industrie en de dienstensector, EU-27 (1998 en 2006) 1998 20061998 20061998 2006 6,47,8 27,5 25,0 64,7 68,6 100 80 60 40 20 0 Bronnen: Eurostat, nationale rekeningen, jaargemiddelde. Diensten Industrie Landbouw % 37
  • 40. 100 80 60 40 20 0 77,4 74,3 73,1 71,5 69,6 69,3 68,6 68,1 67,9 67,2 66,6 66,3 65,3 DK NL SE UK AT CY FI IE EE PT DE SI LV CZ 70,2 Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête. Hoeveel mensen in de EU hebben een baan? In 2006 had 64,3 % van de mensen in de werkende leeftijd in de EU-27 een baan. Dit percentage was in Denemarken het hoogst en in Polen het laagst. Er zijn ook verschillen tussen mannen en vrouwen wat arbeids- participatie betreft. Arbeidsparticipatiegraad voor 15- tot 64-jarigen (2006) % 38
  • 41. 64,8 64,3 63,6 63,6 63,0 61,0 61,0 59,4 58,8 58,4 57,3 54,8 54,5 58,6 ES EU-27 LU LT FR BE EL SK RO BG IT HU MT PL 39
  • 42. 15 10 5 0 13,8 13,4 9,09,4 8,9 8,5 8,4 7,7 7,5 7,3 8,2 7,7 7,3 7,1 PL SK FR BG EL ES DE BE FI PT HU MT RO CZ Het is voor de EU van wezenlijk belang de werkloosheid aan te pakken. De werkloosheidscijfers variëren per land en per regio. In 2006 was in Nederland en Denemarken de werkloosheid het laagst en in Polen het hoogst. Over het geheel genomen, was in 2006 7,9 % van de arbeidskrachten van de EU werkloos, tegenover 4,6 % in de Verenigde Staten. Werkloosheidspercentage (2006) Bron: Eurostat. % 40
  • 43. SE IT LV SI EE LT UK AT LU CY IE NL DK 7,0 6,8 6,0 5,9 5,6 5,3 4,8 4,7 4,7 4,4 3,9 3,9 6,8 41
  • 44. De genderkloof In alle EU-lidstaten verdienen vrouwen (gemiddeld) minder dan mannen. Dit loonverschil tussen mannen en vrouwen is het grootst in Estland en Cyprus, waar vrouwen in 2005 25 % minder verdienden dan mannen. Dit verschil is het kleinst (6 %) in Malta. Als de EU haar beroepsbevolking wil vergroten, zijn hogere lonen en betere arbeidsvoorwaarden nodig om meer vrouwen aan te trekken op de arbeidsmarkt. Het gemiddelde loonverschil in de EU is tussen 1998 en 2005 verkleind van 17 % naar 15 %. De EU moet er ook voor zorgen dat zowel mannen als vrouwen langer blijven werken. Zij zet alle zeilen bij om mensen van alle leeftijden te helpen een baan te vinden en die te houden. Dat doet de EU onder meer door deeltijdwerk te stimuleren en obstakels voor het combineren van werk en privéleven uit de weg te ruimen. Bron: Eurostat. 30 25 20 15 10 5 0 25 25 24 22 20 20 19 18 18 18 17 16 16 15 CY EE SK DE UK FI CZ NL AT DK LV SE BG LT Loonverschil tussen mannen en vrouwen (2005) % 42
  • 45. 14 13 13 12 11 10 9 9 9 9 8 7 4 LU ES RO FR HU PL IE PT IT EL SI BE MT 43
  • 46. 39,339,3 85,985,9 33,233,2 70,070,0 52,652,6 34,834,8 15–24 25–54 55–64 100 80 60 40 20 0 Gelijke kansen voor iedereen? In de EU hebben in elke leeftijdscategorie meer mannen dan vrouwen een baan. Soms is dit te wij- ten aan discriminatie op het werk, soms is het toe te schrijven aan persoonlijke keuzes of culturele tradities. Bron: Eurostat, arbeidskrachtenenquête, jaargemiddelde. Arbeidsparticipatie per leeftijdsgroep en naar geslacht, EU-27 (2006) % 44
  • 47. Economische activiteiten en handel Een van de belangrijkste doelen van de EU is econo- mische vooruitgang. Er is de afgelopen vijftig jaar, en vooral sinds de jaren tachtig, veel werk verzet om de grenzen tussen de nationale economieën van de EU op te heffen en een interne markt tot stand te bren- gen met vrij verkeer van goederen, personen, kapitaal en diensten. De handel tussen de EU-landen is sterk toegenomen en tegelijkertijd is de EU een belangrijke handelsmacht in de wereld geworden. 45
  • 48. 2 000000000 1 500500500 1 000000000 500500500 00 10 957,9 10 011,9 3 663,5 1 787,31 787,3 610,6610,6 Bronnen: IMF, Eurostat. Hoeveel produceert de EU? Het bruto binnenlands product (bbp) van de EU — d.w.z. de totale productie van goederen en diensten — groeit gestaag. Sinds de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 is het bbp van de EU groter dan dat van de Verenigde Staten. Bbp, x 1 miljard euro (2005) miljard euro 46
  • 49. In alle EU-lidstaten wordt meer dan 60 % van het bbp gegenereerd door de dienstensector (die onder meer het bankwezen, toerisme, vervoer en verzekeringen omvat). De industrie en de landbouw zijn nog belangrijke sectoren, maar hebben de laatste jaren aan economische betekenis ingeboet. Hoewel het bbp van de Unie nog steeds stijgt, is de stijging minder snel dan die van de Verenigde Staten in de afgelopen jaren, maar wel sneller dan die van Japan. Bbp-groei (percentage verandering ten opzichte van het voorgaande jaar) Bron: Eurostat. 47 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2,7 4,5 1,6 2,2 3,3 3,0 5 4 3 2 1 0 -1 -2
  • 50. Mensen waar voor hun geld bieden De interne markt is een van de belangrijkste wapenfeiten van de EU. Zij heeft gezorgd voor meer concurrentie en het wegvallen van de economische grenzen in Europa, wat weer heeft geleid tot kwaliteitsverbetering en prijsverlaging van zowel producten als diensten. In een aantal sectoren zijn de prijsverlagingen vrij dramatisch geweest, zoals bij vliegreizen en telecommunicatie. Neem bijvoorbeeld een telefoongesprek van tien minuten naar de Verenigde Staten. De prijs hiervoor is in Nederland tussen 1997 en 2005 met 90 % gedaald. Bellers uit Letland hebben minder geluk gehad. 15 10 5 0 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV LT 7,50 1,98 1,97 6,72 3,09 2,38 7,41 1,23 10,26 2,56 4,61 1,91 6,93 2,93 6,17 1,55 6,78 2,27 7,26 2,12 3,82 0,66 5,94 5,95 11,96 4,07 De kosten in euro‘s voor een telefoongesprek van tien minuten naar de VS: standaardtarief voor werkdagen, inclusief belastingen (1997, 2005) De cijfers in de linkerkolom voor de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, zijn voor 2000 of 2001. Bronnen: Eurostat, Teligen. € 48
  • 51. LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK 7,37 1,37 3,36 12,70 4,87 1,78 8,48 0,85 9,21 1,86 10,85 3,83 8,25 3,11 2,98 1,40 8,76 2,97 8,31 4,90 4,86 1,06 3,50 2,08 49
  • 52. 100 80 60 40 20 0 89,4 85,4 84,2 79,8 79,2 77,9 77,2 76,476,4 76,3 71,8 71,7 69,370,5 LU SK CZ PT NL EE PL BE LV HU ES CY DK AT Een belangrijke handelsmacht Hoewel de EU slechts 7 % van de wereldbevolking uitmaakt, neemt haar handel met de rest van de wereld ongeveer een vijfde van de wereldinvoer en -uitvoer voor zijn rekening. Uitvoer naar andere EU-lidstaten in procenten van de totale uitvoer van elk land (2005) Bron: Eurostat. % 50
  • 53. Het handelsverkeer tussen de EU-lidstaten onderling maakt twee derde van de EU-handel uit, hoewel dat tussen de lidstaten varieert. Door de interne markt verloopt de onderlinge handel veel gemakkelijker als gevolg van het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen over de nationale grenzen. De onderstaande grafiek toont hoeveel de EU-lidstaten in 2005 naar elkaar hebben geëxpor- teerd, uitgedrukt in het aandeel van hun totale uitvoer. Luxemburg staat bovenaan, gevolgd door Slowakije en Tsjechië. 66,7 EU-25 SI LT IE DE FR IT SE UK FI EL MT 66,4 65,3 63,4 63,4 62,6 58,6 58,4 56,9 56,0 52,9 51,6 51
  • 54. 1 400 1 200 1 000 800 600 400 200 0 –200 –400 –600 –800 599,5 1 071,9 443,0 709,1 470,7 1 183,8 399,6 1 363,3 128,8 –111,9 43,4 –654,2 De EU is de belangrijkste exporteur ter wereld en de op een na grootste importeur. De Verenigde Staten zijn de belangrijkste handelspartner van de EU, gevolgd door China. In 2005 nam de EU 18,1 % van de werelduitvoer voor haar rekening en 18,9 % van de wereldinvoer. De Europese Unie is ook een belangrijke handelspartner voor minder ontwikkelde landen, die voor de uitvoer naar de EU geen of weinig accijnzen hoeven te betalen. Deze bevoorrechte toegang tot de EU-markt heeft tot doel de economische groei van de armere landen van de wereld te stimuleren. Internationaal goederenverkeer, x 1 miljard euro (2005) Bronnen: Eurostat, IWF. Uitvoer Invoer Handelsbalans Miljard € 52
  • 55. Andere 52,4 25,6 12,9 9,1 80 60 40 20 0 Officiële ontwikkelingshulp als percentage van de totale hulp die door de belangrijkste OESO-landen werd verstrekt (2005) De EU bestrijdt de armoede in de wereld Ondanks de vooruitgang in de afgelopen decennia is armoede nog steeds een wereldwijd probleem. Over de hele wereld leeft meer dan een miljard mensen, waarvan een derde in Afrika bezuiden de Sahara, van minder dan één dollar per dag. De EU helpt als belangrijke economische mogendheid mee om wereldarmoede te bestrijden en mon- diale ontwikkeling te stimuleren door handel te drijven en hulp te verlenen. Zij wendt haar invloed bij de Wereldhandelsorganisatie aan om eerlijke regels in de wereldhandel te garanderen en ervoor te zorgen dat globalisering alle landen, ook de armste, voordeel brengt. Zij is ook ’s werelds grootste verstrekker van officiële ontwikkelingshulp. Het cijfer voor de EU-15 omvat hulp die door de EU-instellingen wordt beheerd. Bron: OECD. % 53
  • 56. Vervoer, energie en milieu Vervoer en energie zijn van levensbelang voor de eco- nomie van de Europese Unie. In Europa worden men- sen en de producten die zij in steeds grotere hoeveel- heden en soorten kopen, over het hele continent met allerlei vervoermiddelen, maar vooral over de weg vervoerd. Naarmate de economie groeit, neemt ook de vraag naar vervoer en energie toe. Maar hierdoor ontstaan steeds meer verkeersopstoppingen en wordt alsmaar meer brandstof verbruikt, wat weer tot meer vervui- ling leidt. Deze problemen spelen in heel Europa en vragen dan ook om oplossingen die gelden voor heel Europa en waarover op EU-niveau beslist wordt. De EU geeft topprioriteit aan duurzame ontwikkeling en houdt in al haar beleidsbeslissingen rekening met het milieu. 54
  • 57. % 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 2000 2010 2030 2000 2010 2030 2000 2010 2030 2000 2010 2030 77,8 76,6 74,7 8,9 8,7 7,3 7,3 7,8 7,7 5,4 6,3 9,7 Vervoer over land, over zee en door de lucht Spoorwegen en binnenwateren (d.w.z. rivieren en kanalen), ooit zo belangrijk voor het vervoer van goederen en personen in Europa, nemen nu nog maar een klein percentage van het totale vervoer voor hun rekening. Driekwart van het vrachtvervoer van de Europese Unie gebeurt nu over de weg, terwijl ruim driekwart van de reizigers in de EU zich over de weg verplaatst. Volgens de voorspellingen zal het wegvervoer verreweg het belangrijkste personenvervoermiddel blijven en zal de sterke groei van het luchtverkeer doorzetten. Om de overvolle wegen te ontlasten en het milieu te verbeteren, moedigt de EU de mensen aan het openbaar ver- voer te nemen en spoort ze transportbedrijven aan hun vracht via het spoor, over de binnenwateren of over zee te vervoeren. Om de congestie op de Europese luchthavens aan te pakken, wil de EU één enkel luchtverkeersleidingssysteem voor heel Europa (het „gemeenschappelijk Europees luchtruim”) tot stand brengen. Gebruik van vier soorten personenvervoer in de EU-25 in procenten van het totale personenvervoer, uitgedrukt in reizigerkilometers (2000, 2010 en 2030) Bron: Europese Commissie. Openbaar wegvervoer Eigen auto Spoor Lucht 55
  • 58. EU-27 BE BG CZ DK* DE EE IE EL ES FR IT CY** LVLVL 100100 5050 00 ––5050 52,352,3 78,3 47,1 27,427,4 –51,6 61,661,6 25,825,8 68,568,5 81,281,2 51,651,6 89,5 84,584,5 100,7 56,056,0 Betrouwbare energievoorziening De EU-lidstaten zijn voor meer dan de helft van hun energieverbruik afhankelijk van invoer. De mate van invoerafhankelijkheid verschilt echter enorm. Zo zijn Cyprus, Luxemburg en Malta vrijwel totaal afhankelijk van invoer, terwijl Denemarken zelfs meer energie uitvoert dan het invoert, en Polen en het Verenigd Koninkrijk relatief weinig van invoer afhankelijk zijn. * Het negatieve percentage van Denemarken geeft aan dat het meer energie exporteerde dan importeerde. ** Cyprus importeerde dat jaar meer energie dan het nodig had. Het overschot werd opgeslagen. Bron: Eurostat. Netto afhankelijkheid van energie-invoer in procenten van het totale verbruik, EU-27 (2005) % 56
  • 59. De algehele afhankelijkheid van geïmporteerde energie in de EU was in 2005 52,3 % en er wordt voorspeld dat dit zal toenemen naarmate de eigen energiebronnen afnemen. De EU importeert momenteel ongeveer 50 % van haar gas uit slechts drie landen: Rusland, Noorwegen en Algerije. De EU doet hard haar best om de groeiende importafhankelijkheid aan te pakken door energie efficiënter te verbruiken, hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen en meer energieleveran- ciers te zoeken. LTLTL LU HU MT NL ATATA PL PT RO SI SK FI SE UK 58,4 98,098,0 62,962,9 100,0 37,8 71,871,8 18,0 88,288,2 52,252,2 64,664,6 54,754,7 37,237,2 13,913,9 27,427,4 57
  • 60. 57,9 54,3 48,4 35,8 28,2 26,9 24,2 16,5 16,0 15,0 14,1 11,8 11,3 14,0 AT SE LV RO DK FI SI SK PT ES IT EU-27 BG FR 70 60 50 40 30 20 10 0 Bron: Eurostat. Efficiënter energieverbruik en omschakeling naar minder vervuilende hernieuwbare energiebronnen zijn ook doelstellingen die passen in de EU-strategie om de opwarming van de aarde ten gevolge van het verbranden van fossiele brandstoffen, met name kolen en olie, tegen te gaan. Bij het verbranden van fossiele brandstoffen komt kooldioxide vrij in de atmosfeer, wat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. De EU heeft als doel gesteld om tegen 2010 21 % van haar elektriciteit op te wekken uit hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne- energie, waterkrachtcentrales en geothermische en biomassa-energie. Percentage van de elektriciteit die uit hernieuwbare energiebronnen is opgewekt, EU-27 (2005) % 58
  • 61. 10,5 10,0 7,5 4,5 4,3 3,9 3,2 2,9 2,8 1,1 0,0 0,0 4,7 DE EL NL IE HU CZ UK LT LU PL BE EE CY MT 6,8 59
  • 62. EU-27 IE CY DK LU AT NL MT DE ES UK FR IT SE 518 740 739 737 705* 630* 624 611 601* 597* 584* 543 542* 482 800 600 400 200 0 Milieubescherming Naarmate de Europeanen steeds welvarender worden, krijgen zij steeds meer verantwoordelijkheid om minder afval te produceren en dit efficiënter te beheren. Iedere burger in de EU-27 produceert momenteel gemiddeld iets meer dan een halve ton stedelijk afval per jaar. Dit afval moet gerecycleerd, gestort of verbrand worden. * geschatte of voorlopige cijfers. Bron: Eurostat. Jaarlijkse hoeveelheid stedelijk afval in kg per persoon, EU-27 (2005) kg per persoon 60
  • 63. In de meeste EU-lidstaten is de hoeveelheid stedelijk afval in de afgelopen jaren gelijk gebleven of aan het dalen, maar in sommige lidstaten neemt zij nog toe. In Ierland is de hoeveelheid afval per hoofd het hoogst en in Polen het laagst. FI BE BG HU PT EL EE SI RO LT LV SK CZ PL 468 464* 463 459 446 438 436* 423 382* 378 310 289 289 245 61
  • 64. Tot de belangrijkste oorzaken van de opwarming van de aarde behoren de zogenaamde broeikasgassen die door elektriciteitscentrales, boerderijen, de vervoersector en huishoudens worden geproduceerd. Deze gassen zijn onder andere kooldioxide, voornamelijk door verbranding van fossiele brandstoffen (kolen, olie en gas) en methaan. De EU-15 moet overeenkomstig het Kyotoprotocol haar emissies van broeikasgassen tegen 2008-2012 met 8 % hebben verlaagd (tegenover het niveau van 1990, dat als basisjaar geldt). Om dit doel te bereiken, hebben de landen van de EU-15 een lastenverdelingsovereenkomst gesloten in het kader waar- van de uitstoot in economisch minder ontwikkelde landen mag toenemen, terwijl deze in de overige landen moet afnemen. De nationale streefcijfers van de lidstaten staan in de tabel vermeld. Emissies van broeikasgassen in 2004 in procenten van het niveau in het basisjaar Sommige EU-lidstaten hebben een ander referentiejaar dan 1990 gekozen; hun emissiereducties werden op grond daarvan berekend. Bronnen: Europees Milieuagentschap, Europees Thematisch Centrum voor lucht en klimaatverandering. 150 100 50 0 92,5 92,0 79,0 79,0 125,0 100,0 115,0 113,0 93,592,7 92,0 99,1 100,7 74,9 98,2 82,5 92,0 50,0 92,0 51,0 123,9 147,9 99,2 122,7 112,1 EU-25 EU-15 BE BG CZ DK DE EE EL ES FR IE IT , % 62
  • 65. Tien landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, hebben afzonderlijke streefcijfers voor de terugdringing van emissies. Cyprus en Malta hebben geen streefcijfer. Japan heeft zich er krachtens het Kyotoprotocol toe verbonden zijn emissies met 6 % te verminde- ren. De Verenigde Staten hebben het Protocol van Kyoto niet geratificeerd. 92,0 92,0 72,0 94,0 94,0 87,0 94,0 127,0 92,0 92,092,0 100,0 41,5 39,9 100,3 68,0 145,9148,2 101,6 115,7 68,4 141,0 99,2 59,0 69,7 114,5 96,4 104,0 85,9 87,5 CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK 2004 2008-2012 63
  • 66. Samenleven in Europa De burgers van de Europese Unie leren elkaar steeds beter kennen en hebben meer en meer het gevoel dat zij als Europeanen bij elkaar horen, maar niet ieder- een is enthousiast over de EU. Veel Europeanen bren- gen hun vakantie door in een ander Europees land en dankzij het vrije verkeer in de EU gaan steeds meer mensen in het buitenland studeren of werken. Talrijke Europese scholieren leren ten minste één Europese taal naast hun eigen taal. 64
  • 67. Percentage burgers uit de EU-25 die zeer tevreden, vrij tevreden, niet erg tevreden of helemaal niet tevreden zijn met hun leven (2006) Gelukkige Europeanen met gedeelde zorgen Uit een Eurobarometerenquête die in het voorjaar van 2006 werd gehouden, blijkt dat bijna acht van de tien EU-burgers vrij of zeer tevreden zijn met hun leven en dat de meeste een optimistische kijk op de toekomst hebben. Het percentage „zeer tevreden” burgers bedroeg 21 %, tegenover 23 % bij de voorjaarsenquête van 2005. Het aantal personen dat verklaart helemaal niet tevreden te zijn, is in de afgelopen decennia met ongeveer 4 % relatief klein gebleven. 60 21 15 4 Zeer tevreden Niet erg tevreden Helemaal niet tevredenVrij tevreden 60 40 20 0 Bron: Eurobarometer. % 65
  • 68. Hoewel de Europeanen doorgaans tevreden zijn met hun leven, zijn zij niet zonder zorgen. Werkloosheid blijft voor veel mensen in de EU de belangrijkste reden tot bezorgdheid. In een enquête uit 2006 vond slechts 10 % van de ondervraagden dat terrorisme een van de twee voornaamste kwesties was waarmee hun land werd geconfronteerd. Hoewel de resultaten verschillen, in verband met de diversiteit van culturen en opvattingen in de EU, blijkt uit de enquête dat de burgers van de EU heel wat gedeelde zorgen hebben. Percentage burgers van de EU-25 dat het genoemde vraagstuk in het voorjaar van 2006 als een van de twee belangrijkste kwesties beschouwde waarmee hun land werd geconfronteerd 49 24 23 18 14 13 10 10 77 50 40 30 20 10 0 Werkloosheid Criminaliteit Economische situatie Gezondheidszorg Immigratie Stijgende prijzen/inflatie Terrorisme Pensioenen Belastingen Onderwijsstelsel Bron: Eurobarometer. % 66
  • 69. Praten met de buren Het is voor allerlei zaken nuttig om een vreemde taal te kunnen spreken — studeren in het buitenland, reizen, zakelijke contacten en internationale vriendschap — en het biedt ook meer mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Daarom moedigt de EU haar burgers aan om naast hun moedertaal nog twee talen te leren. Een overtuigende meerderheid van de Europeanen (56 %) beweert een gesprek in een vreemde taal te kunnen voeren. Sommigen van hen kunnen twee of zelfs drie vreemde talen spreken. 44 % van de Europeanen kan echter alleen in zijn moedertaal spreken. Percentage mensen dat in een andere taal dan zijn moedertaal een gesprek kan voeren (2005) 56 28 11 44 60 50 40 30 20 10 0 Ten minste één taal Ten minste twee talen Ten minste drie talen Geen enkele andere taal Bron: Eurobarometer. % 67
  • 70. De talen die het meest worden gebruikt door mensen die een andere moedertaal hebben, zijn Engels, Frans en Duits. Het Russisch wordt vaak gesproken in de lidstaten van Midden- en Oost-Europa die sinds 2004 zijn toegetreden tot de EU. Percentage leerlingen in het algemeen onderwijs op hoger middelbaar niveau dat Engels, Frans of Duits als vreemde taal leert (2005) Bron: Gegevensverzameling Unesco/OESO/Eurostat. 94,4 47,8 28,4 98,1 22,4 72,2 96,4 21,9 30,0 69,3 83,1 15,4 40,3 93,8 92,6 44,1 61,7 19,1 94,5 8,6 2,4 95,3 99,4 26,8 85,1 18,1 6,5 89,1 34,5 3,4 93,7 3,6 38,8 100 80 60 40 20 0 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV : : :6,1 28,0 1,3 % 68
  • 71. LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK : : 80,2 5,9 28,4 73,0 6,0 51,4 65,6 6,6 69,5 86,2 1,7 96,7 96,7 96,7 100 96,9 12,1 49,9 72,5 19,1 2,5 98,8 97,3 75,2 99,7 19,3 37,9 100 24,2 34,5 6,1 2,5 14,4 54,1 10,9 78,2 94,2 84,2 11,9 96,3 Engels Frans Duits 69
  • 72. Samen studeren Steeds meer jongeren volgen een opleiding in een ander Europees land. Erasmus is een belangrijk door de EU gesubsidieerd programma dat studenten en leraren op universitair niveau de gelegenheid geeft een jaar in een andere EU-lidstaat door te brengen. Sinds de start van het programma in 1987 hebben meer dan een miljoen studenten eraan deelgenomen. Deze regeling is wereldomvattend geworden nadat in 2004 Erasmus Mundus werd gelanceerd. Studenten uit een EU-lidstaat die in een andere studeren, per gastland (x 1 000), EU-27 (2004) 26,1 7,3 0,6 12,0 10,9 46,4 4,8 16,6 0,5 0,7 6,2 8,9 EU-27 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV 50 40 30 20 10 0 446,4 125,4 Bron: Eurostat. 70
  • 73. Los van het Erasmusprogramma studeren steeds bijna een half miljoen studenten in een andere EU-lidstaat. De cijfers staan in de tabel. 0,3 8,2 0,1 12,3 25,7 2,2 2,7 1,9 0,7 0,8 2,9 18,7 103,6 LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK : 71
  • 74. Voorstanders of sceptici? De meerderheid van de burgers in de EU is van mening dat het lidmaatschap goed is voor hun land. De ondersteuning verschilt van land tot land en varieert ook in de tijd. Uit een Eurobarometerenquête van 2006 bleek dat sommige oudere lidstaten (Ierland en de Beneluxlanden) nog steeds de grootste voorstanders van lidmaatschap zijn, hoewel sindsdien het aantal voorstanders in de landen die sinds 2004 zijn toegetreden, is toegenomen, met uitzon- dering van Hongarije. 69 10 9 51 10 55 61 14 14 58 56 8 78 7 57 12 62 9 50 19 52 14 47 13 11 100 80 60 40 20 0 43 BE BG CZ DK DE EE IE EL ES FR IT CY LV Ondersteuning voor het EU-lidmaatschap, in procenten van het aantal ondervraagden, EU-27 (najaar 2006) „Weet niet” en „geen mening” buiten beschouwing gelaten. Bron: Eurobarometer. % 72
  • 75. Hongarije behoort tot die landen met het laagste aantal voorstanders van EU-lidmaatschap, net als Finland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk, dat onderaan de lijst staat. In dit land is het verschil tussen het aantal voorstanders en sceptici het kleinst. LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK 62 10 9 39 19 74 45 15 12 72 36 23 62 6 50 18 62 7 57 61 39 49 23 26 6 6 31 34 Goede zaak Slechte zaak 73
  • 76. Van de voordelen profiteren Volgens dezelfde enquête is de meerderheid van de Europese burgers (54 %) van mening dat hun land daadwerkelijk profijt heeft gehad van het EU-lidmaatschap. De meeste aanhangers van deze stelling zijn te vinden in Ierland (87 %), gevolgd door nieuwkomer Litouwen (77 %), en dan Denemarken en Griekenland (allebei 74 %). De grootste sceptici zijn te vinden in Hongarije, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, waar slechts 39-41 % van de ondervraagden van mening was dat hun land profijt heeft gehad van de EU. De volgende grafiek laat zien dat het verschil tussen het percentage mensen met een positieve houding en het percentage met een negatieve houding eind 2006 20 % bedroeg, terwijl dit tien jaar eerder nog maar 6 % was. Percentage EU-burgers dat van mening is dat hun land al dan niet van het EU-lidmaatschap heeft geprofiteerd, tussen het najaar van 1996 en het najaar van 2006 1996 1998 2000 2002 2004 2006 42 36 49 47 3231 50 28 53 34 54 34 60 50 40 30 20 10 0 Bron: Eurobarometer. Geprofiteerd Niet geprofiteerd % 74
  • 77. De kandidaat-lidstaten Als een land zich kandidaat heeft gesteld om toe te tre- den tot de Europese Unie en de aanvraag officieel is aanvaard, dan wordt het een „kandidaat-lidstaat”. Op dit moment zijn er drie kandidaat-lidstaten: Turkije, Kroatië en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië. Voordat een kandidaat-lidstaat kan toetreden tot de EU moet het land beschikken over een stabiel, democra- tisch bestel en over instellingen die ervoor zorgen dat de rechtsstaat en de mensenrechten geëerbiedigd worden. De kandidaat moet ook een functionerende markteco- nomie hebben en een overheid die de EU-wetgeving en het EU-beleid kan uitvoeren. De specifieke voorwaarden voor toetreding voor elke kandidaat-lidstaat worden tijdens onderhandelingen met de Europese Commissie vastgesteld. Over het algemeen duurt het enkele jaren voordat deze onderhandelingen zijn afgerond. 75
  • 78. 1000 800 600 400 200 0 769,6 56,6 25,7 TR HR MK Grootte en bevolking De kandidaat-lidstaten verschillen in grootte, waarbij Turkije veruit de grootste is. Zijn inwonertal is groter dan dat van alle huidige EU-lidstaten, behalve Duitsland. De drie kandidaat-lidstaten zouden het totale inwonertal van de EU met 16 % doen toenemen. Totale oppervlakte, x 1 000 km² Bevolking op 1 januari 2005 Bron: Europese Commissie. 72,5 2,0 4,4 100 80 60 40 20 0 TR HR MK Bron: Eurostat. 1 000 km2 miljoen 76
  • 79. HR TR MK 50,0 28,8 27,0 100 80 60 40 20 0 Hoe welvarend zijn ze? Wanneer we het bbp (in kks) per inwoner vergelijken, zijn de kandidaat-lidstaten aanzienlijk minder welva- rend dan het EU-gemiddelde. Kroatië heeft echter een hoger bbp per hoofd van de bevolking dan Bulgarije of Roemenië, die in 2007 lid werden van de EU. Bron: Eurostat. Bbp per inwoner (in kks), in procenten van het gemiddelde voor de EU-27 (2005) % 77
  • 80. HR MK TR 15,9 30,1 54,1 10,1 35,6 54,2 34,0 23,0 43,0 60 50 40 30 20 10 0 Mensen aan het werk De economische hervormingen van de laatste jaren hebben grote veranderingen in de kandidaat-lidstaten teweeggebracht, waardoor nieuwe banen werden gecreëerd. De arbeidsparticipatie onder mensen in de wer- kende leeftijd ligt echter in de kandidaat-lidstaten lager dan het EU-gemiddelde. Net als in de EU vormen de diensten (met inbegrip van het toerisme) in de kandidaat-lidstaten een belangrijke economische sector. In de kandidaat-lidstaten is net als in de landen die sinds 2004 tot de EU zijn toegetreden, een groter deel van de bevolking in de landbouw werkzaam dan in de EU-15. Arbeidsparticipatiegraad voor 15- tot 64-jarigen (2005) Werkgelegenheid per sector (2004) Land- en bosbouw Industrie Diensten EU-27 HR TR MK 63,4 55,0 46,0 33,8 100 80 60 40 20 0 Bronnen: Voor de EU-27 en HR: Eurostat, arbeidskrachtenenquête, jaargemiddelde. Voor MK en TR: nationale gegevens. Bron: Europese Commissie. % % 78
  • 81. Een goed nabuurschap Door de recente uitbreidingen van de Europese Unie is een continent dat vroe- ger verdeeld was, verenigd en ontstaat er in Europa een uitgestrekt gebied van welvaart en stabiliteit. Hoewel sindsdien nog maar weinig tijd is verlopen, pro- fiteren de burgers van de lidstaten die sinds 2004 van de EU lid zijn geworden er nu al van. Dat blijkt vooral uit de economische groei, grotere persoonlijke mobiliteit en de modernisering van hun voorheen zo verwaarloosde infrastruc- turen. De EU streeft ernaar met haar buurlanden in harmonie te leven en hun initia- tieven voor democratie, stabiliteit en vooruitgang te steunen. De buitengrenzen van de EU mogen geen nieuwe scheidslijn worden in Europa tussen de Unie en haar buren: ten oosten Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne, Moldavië en de lan- den van de Kaukasus en de Balkan, en ten zuiden de landen van het oostelijke Middellandse-Zeegebied en noordelijk Afrika. Het doel is nauwere betrekkingen met deze landen aan te gaan op basis van handel, economische en politieke samenwerking, gezamenlijke initiatieven op het gebied van O&O, milieubescherming, wetenschap en cultuur en technische bijstand. De EU heeft met de Balkanlanden speciale associatieovereenkomsten gesloten als eerste stap naar toetreding tot de EU. De eerste van deze over- eenkomsten heeft de EU met Kroatië en de voormalige Joegoslavische repu- bliek Macedonië ondertekend, en deze landen hebben nu officieel de status van kandidaat-lidstaat. 79
  • 82. Europese Commissie Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2007 — 79 blz. — 22,4 x 16,2 cm ISBN 92-79-03618-1 Catalogusnummer: NA-76-06-481-NL-C Deze brochure en andere beknopte en duidelijke uiteenzettingen over de EU zijn ook te vinden op de website: ec.europa.eu/publications Europese Commissie Directoraat-generaal Communicatie Publicaties B-1049 Brussel Manuscript voltooid in mei 2007 Illustraties: Zack © Europese Gemeenschappen, 2007 Reproductie is toegestaan Printed in Luxembourg GEDRUKT OP WIT CHLOORVRIJ GEBLEEKT PAPIER
  • 83. VERTEGENWOORDIGINGEN VAN DE EUROPESE COMMISSIE Vertegenwoordiging in België Archimedesstraat 73, B-1000 Brussel Tel. (32-2) 295 38 44 Fax: (32-2) 295 01 66 Internet: www.ec.europa.eu/belgium/welcome/index_nl.htm E-mail: COMM-REP-BRU@ec.europa.eu Vertegenwoordiging in Nederland Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag Nederland Tel. (31-70) 313 53 00 Fax: (31-70) 364 66 19 Internet: www.eu.nl E-mail: burhay@ec.europa.eu BUREAUS VAN HET EUROPEES PARLEMENT Bureau in België Wiertzstraat 60, B-1047 Brussel Tel. (32-2) 284 20 05 Fax: (32-2) 230 75 55 Internet: www.europarl.europa.eu/brussels/ E-mail: epbrussels@europarl.europa.eu Bureau in Nederland Korte Vijverberg 6, 2513 AB Den Haag Nederland Tel. (31-70) 362 49 41 Fax: (31-70) 364 70 01 Internet: www.europeesparlement.nl E-mail: epdenhaag@europarl.europa.eu Er zijn vertegenwoordigingen of bureaus van de Europese Commissie en van het Europees Parlement in alle lidstaten van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft delegaties in andere landen van de wereld. Overige informatie over de Europese Unie Ga online Informatie in alle officiële talen van de Europese Unie vindt u op de Europawebsite: europa.eu Kom eens langs Er zijn in heel Europa honderden plaatselijke EU informatiecentra. Het adres van het dichtstbijzijnde centrum vindt u op deze website: europedirect.europa.eu Bel of schrijf ons Europe Direct beantwoordt al uw vragen over de Europese Unie. U kunt ons bereiken op het gratis telefoonnummer 00 800 6 7 8 9 10 11 (of tegen betaling uit een land buiten de EU op het nummer (32-2) 299 96 96), of door een e-mail te sturen naar europedirect.europa.eu Lectuur over Europa Publicaties over de EU vindt u op de website van EU Bookshop: bookshop.europa.eu Informatie en publicaties over de Europese Unie in het Nederlands zijn ook verkrijgbaar bij: AÁores Madeira Guadeloupe Martinique Reunion Guyane Canarias HR RURU AT Oostenrijk PL Polen PT Portugal RO Roemenië SI Slovenië SK Slowakije FI Finland SE Zweden UK Verenigd Koninkrijk Kandidaat-lidstaten HR Kroatië MK Voormalige Joegoslavische republiek Macedonië (1) TR Turkije Andere landen CN China IN India JP Japan RU Rusland US Verenigde Staten MK EU-lidstaten EU-27 staat voor de huidige lidstaten van de Europese Unie EU-25 staat voor de EU zoals tot stand gekomen in 2004 EU-15 staat voor de EU vóór de toetredingen van 2004 en later BE België BG Bulgarije CZ Tsjechië DK Denemarken DE Duitsland EE Estland IE Ierland EL Griekenland ES Spanje FR Frankrijk IT Italië CY Cyprus LV Letland LT Litouwen LU Luxemburg HU Hongarije MT Malta NL Nederland Afkortingenlijst De bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. (1 ) Voorlopige code die geen invloed op de definitieve naam van het land heeft, die aan het einde van de lopende onderhandelingen in het kader van de Verenigde Naties zal worden vastgesteld.
  • 84. Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Europese Unie NL NA-76-06-481-NL-C Belangrijke feiten en cijfers over Europa en de Europeanen Met 27 lidstaten en een bevolking van bijna een half miljard inwoners omvat de Europese Unie een groot deel van Europa. Sinds haar oprichting streeft zij ernaar haar burgers vooruitgang en stabiliteit te brengen. Haar beleid en maatregelen zijn zowel direct als indirect op ieder van ons van invloed. De Europese Unie wil een eerlijke en zorgzame samenleving tot stand brengen, die zich inzet voor economische vooruitgang en het creëren van banen door de concurrentiepositie van onder- nemingen te verbeteren en werknemers nieuwe vaardigheden aan te leren. De EU werkt er samen met haar buren aan om vooruitgang, democratische processen, de rechtsstaat en mensenrechten ook buiten haar grenzen te verspreiden. De Europese Unie is de grootste handelsmogendheid ter wereld en een belangrijke ver- strekker van financiële en technische hulp aan armere landen. Met behulp van tabellen, grafieken en amusante illustraties wor- den in deze brochure de belangrijkste feiten en cijfers over de Europese Unie en haar lidstaten weergegeven. ISBN 92-79-03618-1 9 789279 036187