1. EEN WERELD VOOR KINDEREN
HARDE RELATIES
* Relaties waarbij de voorkeur uit gaat met een daadwer-
kelijke koppeling van de gebouwen
Welzijn: kinderopvang, peuterspeelzaal, naschoolse opvang,
24-uurs opvang, etc.
Sport en spel: buitenspeelruimte, gymlokaal, creativiteits-
centrum, muziekschool, Het Atelier - Het Theater
kleinschalige kinderbibliotheek / spelotheek t.b.v. de in het
gebouw aanwezige functies
buitenterreinen
gymgebouw VOORWAARDEN
gymzaal b.v.o. 455 m2 Afsluitbaarheid van de diverse functies (beheersbaarheid)
terreinoppervlak 940 m2 dus ook eigen entrees naast een eventuele gemeenschappe-
toegankelijk voor minder-vali-
lijke hal
den schoolgebouw
droogloop vanaf school Voor elke functie geldt dat het behouden van de eigen
b.v.o. 1965 m2 / verdiepingsbouw
eigen identiteit gebouw identiteit en uitstraling gewaarborgd wordt.
bebouwd oppervlak circa 1000 m2
aansluitend bij school terreinoppervlak 3850 m2
toegankelijk voor mindervaliden
16 groepen – 384 leerlingen
speelterrein aansluiten op openbare buitenruimte
afgeschermd speelterrein t.b.v. onderbouw
school op korte afstand woningen
INHOUDELIJK: voorschool, tussenschool, basisschool, ver-
lengde schooldag, projectenonderwijs
VOORWAARDEN: eigen identiteit (uitstraling)
compact gebouw opgericht met duurzame mate-
rialen en energetisch verantwoord uitgevoerd.
flexibel gebouw om te kunnen anticiperen op
toekomstige ontwikkelingen in het onderwijs
L.A.T. RELATIES
* Relaties waarbij de voorkeur uit
gaat naar een situering in de omge-
ving van het gebouw
consultatieburo
tandarts / dokter
boodschappenservice
kindvriendelijke commercie zoals
kinderkookcafé, kindermode
openbare buitenruimte
bibliotheek
etc.
IDEEEN SCHETS

2. OPMERKINGEN / VOORSTELLEN
Bij het vlekkenplan (dit is dus geen gebouw)
Openbaar; algemeen toegankelijk, buitenruimte met daaraan het kindercentrum maar ook de functies zoals om-
schreven bij de zachte relaties (de grijze vierkantjes)
Semi-openbaar; de buitenruimte in de directe nabijheid van het kindercentrum met daarop afgeschermde (dus niet
openbare) gedeeltes t.b.v. de diverse functies van het kindercentrum maar ook delen die toegankelijk zijn buiten de
openingstijden van het kindercentrum. Een, al dan niet beheerde, speelplaats past in dit gebied net als sportaccom-
modaties (trap- of basketbalveld), tuintjes, zithoekjes, waterpartijen en/of plantsoenen.
Semi-prive; de gemeenschappelijke hal die tijdens de openingstijden van het centrum in overleg best te gebruiken is
voor bijvoorbeeld buurtactiviteiten, tentoonstellingen of als overdekte speelplek maar eigenlijk gemeenschappelijk
bezit is van de diverse functies van het kindercentrum. Wij zien dit als een onverwarmde, afsluitbare hal met gewo-
ne bestrating en ingericht als een soort overdekt plein. De diverse functies binnen het complex hebben ook een in-
gang aan dit plein. Het gebruik is zoals van elk plein alleen is dit wat meer privé. Beheer en onderhoud wordt gereali-
seerd door de 'Vereniging van Gebruikers'. Iedere functie zal een stukje binnen- en buitenruimte uit zijn program-
ma van eisen moeten inleveren om e.e.a. te kunnen realiseren en beheren maar krijgt daar wel iets voor terug; lekker
op je kind wachten zonder nat te worden, tentoonstellingsruimte, ruimte voor optredens, spelruimte bij slecht weer
en een ruimte waar samenwerking tussen de diverse functies bijna een uitdaging wordt. Daarnaast is deze ruimte
de buffer om bewegingen in de omvang van de diverse functies op te vangen – als het totaaloppervlak van de func-
ties maar ongeveer gelijk blijft.
Vormgeving aan een wereld voor kinderen; begin, na het verkrijgen van instemming en steun van bestuurders, van-
af de basis, ga samenwerking aan met bondgenoten. Start een samenwerkingsteam waarin de verschillende partijen,
vanuit de gedachte "wij gaan het samen doen", vertegenwoordigd zijn. Maak de doelstellingen duidelijk en helder,
onderzoek financieringsbronnen, ontwikkel een gedetailleerd plan gericht op het aanbod. Stel een programma van ei-
sen op. Het programma van eisen beschrijft drie onderdelen die in onderlinge samenhang worden geformuleerd;
1. Uitgangspunten en eisen op inhoud en organisatie,
2. Ruimtelijke, bouwkundige en technische uitgangspunten en eisen,
3. Budgettaire uitgangspunten en eisen.
Beleid; Een wereld voor kinderen richt zich via de kinderen en hun ouders, verzorgers op alle bewoners in de wijk.
Doel van het samenwerkingsverband;
 het realiseren van een geïntegreerde aanpak (onderwijs en welzijn) in combinatie met andere beleidsaspecten
van de Gemeente met betrekking tot verbetering van de woonomgeving.
 het ontwikkelen van een integraal beleid gericht op het voorkomen van achterstanden van kinderen.
 het stimuleren van een integrale manier van werken, het activeren van wijkbewoners
 het aanbieden van een inhoudelijk programma,
 het bieden van een ononderbroken ontwikkelingsproces, waarbij rekening is gehouden met eigen identiteit, af-
komst, cultuur, leeftijd en talenten.
Organisatie; Het succes van een wereld voor kinderen staat of valt met een goede organisatie en voorbereiding. Een
onafhankelijk projectleider is daarom van belang. De projectleider is verantwoordelijk voor afstemming, samenhang
en samenwerking tussen de deel projecten en de diverse partners - en bevordert een uitgebreid educatief aanbod
voor kinderen en volwassenen, zodat "Een Wereld Voor Kinderen" de kans krijgt uit te groeien naar een bruisend
centrum voor de buurt, waar wijkbewoners ondersteunt worden in hun activiteiten ter verbetering van hun woonom-
geving en leefklimaat. De projectleider is in staat tot het samenbrengen van partners, mensen motiveren en draagt
zorg voor draagvlak en cohesie. De projectleider heeft affiniteit en kennis van de doelgroepen, is initiërend en voor-
waarde scheppend, neemt initiatieven en weet partners voor nieuwe ideeën te winnen.