Recommended
Recommended
More Related Content
Featured
Featured (20)
Slideshare powerpoint 3 maart_di_campagne_def
- 3. Programma 13.00 – 13.30 Inloop 13.30 – 13.35 Welkom en voorstellen trainers 13.35 – 13.45 IntroducEe programma 13.45 – 14.15 Stakeholderanalyse 14.15 – 14.45 Campagnestrategie stap 1-4 14.45 – 15.00 Koffie/theepauze 15.00 – 15.30 Campagnestrategie stap 5-9 15.30 – 16.00 Presenteren eerste campagneconcept 16.00 – 16.30 Ownership 16.30 – 17.00 Afronding en afsluiEng
- 5. Analyse van stakeholders In een stakeholderanalyse wordt het speelveld van belanghebbenden in en rond een project/traject/ organisa8everandering vastgesteld en beschreven. Dit gee; inzicht in: ü Kansen en bedreigingen van het project ü Mogelijke samenwerkingspartners ü De par8jen die een rol hebben in de besluitvorming ü De par8jen die geen rol hebben in besluitvorming, maar wel invloed hebben (zowel posi8ef als nega8ef) op de voortgang
- 6. Stap 1: Breng belanghebbenden in kaart ü Voor wie hee; een Duurzaam Inzetbaarheidstraject gevolgen? ü Wie hee; er invloed op het Duurzaam Inzetbaarheidstraject? ü Wie hee; er belang bij een succesvol of juist niet succesvol verloop van het Duurzaam Inzetbaarheidstraject?
- 9. Aan de slag ü Maak een analyse van jouw stakeholders of ü Breng in kaart wat je reeds hebt gedaan
- 10. 1. Doelgroep Kijk naar je stakeholders en haal alle interne doelgroepen eruit: ü Direc8e ü Management ü HRM ü Diverse afdelingen (admin-uitvoering-inkoop-verkoop) ü Inhuur/ZZP-ers ü Stagiaires/BBL-leerlingen ü PVT of OR-leden (indien groter dan 50 medewerkers) ü Commissarissen ü Etc…….
- 11. Doelgroep vervolg Wat zijn de kenmerken van je doelgroepen: ü Rela8onele kenmerken ü Algemene kenmerken ü Communica8ekenmerken
- 13. 2. Doelstelling Bij het bepalen van de doelstelling kijk je eerst naar het niveau dat je wilt veranderen: ü Kennis ü Houding ü Gedrag Een organisa8everandering gaat al8jd over een gedragsverandering.
- 14. Doelstelling vervolg SMART formuleren: ü Specifiek ü Meetbaar ü Acceptabel ü Realis8sch ü Tijdgebonden
- 15. 3. Afzender Je stelt jezelf de volgende vragen bij het bepalen van de afzender: ü Welke afzender hee; het vertrouwen bij de ontvanger? ü Aan welke afzender besteedt de ontvanger graag aandacht? ü Is het management de juiste afzender? Of de afdelingshoofden? HRM? ü Of een bekende Nederlander? ü Of juist niet (denk aan Henk en Ingrid) ü Wie past bij de boodschap? ü Wie is geloofwaardig?
- 16. 4. Boodschap ü De boodschap is een samenvang van de informa8e die aantrekkelijk/ aansprekend is voor de doelgroep, waarvan je verwacht dat die zal leiden tot de gewenste effecten. ü Een boodschap is aantrekkelijk als de ontvanger het kan associëren met posi8eve (organisa8e)waarden. ü De boodschap moet dus enerzijds passen bij de ontvanger, anderzijds moet de boodschap ook passen bij de afzender ü Je kunt de boodschap verbaal en non-verbaal communiceren
- 17. Aan de slag Werk stap 1 tot 4 uit voor jouw organisa8e of Laat zien wat je tot nu toe gedaan hebt
- 18. Koffie / thee
- 21. 6. CreaEef concept Het ‘Grote Idee’ van de campagne moet zijn: ü Authen8ek ü Aantrekkelijk ü Afwijkend Om dit te bedenken moet je weten van de blokkades en de moEvaEes van je doelgroep zijn, om zich uiteindelijk zo te gaan gedragen als jij beoogt met je campagne.
- 22. CreaEef concept vervolg Het ‘Grote Idee’ van de campagne kun je ook anders kenmerken: ü Simpel ü Emo8oneel ü Impact ü Inspirerend ü Passen bij je doelgroep ü Lange termijn (4-5 jaar van kracht)
- 23. 7. Middelenmix Stel jezelf de volgende vragen: ü Welke middelen zet de organisa8e momenteel in om te communiceren met de doelgroep? ü Waar komt de zender in contact met de ontvanger? Dit noemen we touch points ü Welke middelen kies je om zoveel mogelijk touch points te creëren, waardoor je doelgroep bereikt en geraakt wordt?
- 26. 8. Timing Bepaal hoe lang de campagne gaat duren: ü Korte termijn – opera8oneel – het komende jaar ü Middellange termijn – tac8sch – 2-3 jaar ü Lange termijn – strategisch – 4-5 jaar Voor een campagne met gedragsverandering als gewenst effect staat gemiddeld 4-5 jaar.
- 27. 9. Budget Onderbouw je budget zodat je weet waarover je kunt onderhandelen en bepaal drie varianten: ü Op8male variant ü Goedkope variant ü Dure variant
- 31. Ownership
- 32. Ownership Drie dimensies: 1. Heb ik ergens kennis van? 2. Heb ik er invloed op? 3. Heb ik er een belang in?
- 34. Ownership vervolg Kennis: Ik ken mijn werk/bedrijf • Verstrek zo veel mogelijk relevante informa8e aan werknemers. • Stel hen in staat het totaal te zien en hun concrete bijdrage daaraan. • Zorg dat de medewerker de informa8e eenvoudig tot zich kan nemen.