het ondersteunen van amateurkunsten zit in het DNA van cultuurcentra en gemeenschapscentra. Om de dialoog tussen amateurkunstenaars en hun ondersteunende organisaties te versterken organiseerden het forum voor amateurkunsten en VVC in 2014 een aantal overlegmomenten om ideeën en praktijken te delen, noden en knelpunten te benoemen en om elkaar inzichten te geven in elkaars werkcontexten. Als achtergrond zorgde VVC voor een analyse van beschikbaar cijfermateriaal (CC in Cijfers, jaarlijks aangeleverd door 64 cc's en verzameld door de Vlaamse overheid): zie deze PowerPoint.
5. I.
Gemeente voert een
kwalitatief en duurzaam
lokaal cultuurbeleid
II.
Gemeente organiseert
laagdrempelige bib
III.
Gemeente (lijst) organiseert
een cultuurcentrum
1. Coördinerende rol opnemen mbt LCB
2. Lokale belanghebbenden betrekken bij
strategische meerjarenplanning
3. Minstens 0,8 euro per inwoner besteden
aan ondersteuning van particuliere
verenigingen en instellingen
4. Openbare bib, cc of gc met een
beheersorgaan conform cultuurpact
5. Goedgekeurde jaarrekening en 1 keer per
jaar beleidsrelevante gegevens
aanleveren aan Vlaamse overheid
1. Enerzijds een eigen aanbod realiseren
waarbij een regionaal relevante
staalkaart van allerlei cultuuruitingen,
complementair aan de lokale en
regionale behoeften, wordt
aangeboden, en anderzijds de
receptieve werking ondersteunen
2. Beschikken over een cc dat voldoet
aan de infrastructuurvoorwaarden
volgens de categorie
3. Goedgekeurde jaarrekening en 1 keer
per jaar beleidsrelevante gegevens
over het cc aanleveren
(= CCinC)
Om te kunnen intekenen op de
beleidsprioriteit, moet de gemeente:
10. Situering cijferregistratie CCinC door
Agentschap SCW
• Standaardisatie sinds 2005 – hard werk door
ASCW en met volle steun van de cc’s
• Let op: enkel de 62 cultuurcentra A, B en C
(geen gemeenschapscentra en ook niet: Brussel,
Antwerpen, Gent!)
– A: 11 (in 2011: 12)
– B: 20 (in 2011: 19)
– C : 31
• In deze presentatie: 2008 – 2011 (verschuivingen
categorieën + voldoende kwaliteitsgarantie)
13. vooraf
• “eigen” aanbod =
– georganiseerd door het CC en opgenomen in het
eigen programma
– of sterk inhoudelijk en financieel ondersteund
door het CC.
• “receptief” aanbod =
– Georganiseerd door “derden”
– Eventueel met promotionele of organisatorische
ondersteuning door het CC
15. Verschil in labels voor disciplines
tussen AK ‐ CCinC
AMATEURKUNSTEN
• theater, figurentheater of vertelkunst
• dans of bewegingsexpressie
• rock, pop, elektronische muziek
• harmonie, fanfare, brassband of orkesten ?
• koor of vocale muziek ?
• jazz en folk
• creatief schrijven
• foto, film, video
• Multimedia
• beeldende kunst
• toegepaste kunst
CC IN C
• theater
• dans
• populaire muziek (incl. musical)
• klassieke muziek (incl. opera)
• wereldmuziek, jazz, folk
• muziektheater
• literatuur
• amusement (incl. humor, cabaret)
• film, audiovisuele en nieuwe media
• tentoonstellingen
‐ Is dit correct naar uw aanvoelen?
‐ Momenteel wordt harmonie, fanfare, brassband, orkest, koor/vocale muziek door het
CC zelf ondergebracht bij klassieke of populaire muziek – al naar gelang hun eigen
aanvoelen of naargelang het programma dat voor die activiteit gebracht wordt.
18. AMATEURKUNSTEN A B C A+B+C
theater 23,0% 19,5% 22,0% 21,5%
dans 32,6% 52,2% 61,2% 47,0%
populaire muziek (incl. musical) 23,1% 28,9% 38,4% 31,1%
klassieke muziek (incl. opera) 26,0% 42,6% 27,1% 31,3%
wereldmuziek, jazz, folk 7,7% 17,7% 11,0% 12,4%
muziektheater 20,8% 19,6% 14,3% 18,1%
literatuur 13,6% 25,5% 18,2% 18,8%
amusement (humor, cabaret) 26,2% 24,7% 12,0% 20,7%
film, audiovisuele en nieuwe media 7,6% 7,6% 6,5% 7,2%
amateurkunstenaars 20,5% 22,1% 22,8% 21,8%
PROFESSIONELE KUNSTEN A B C A+B+C
theater 77,0% 80,5% 78,0% 78,5%
dans 67,4% 47,8% 38,8% 53,0%
populaire muziek (incl. musical) 76,9% 71,1% 61,6% 68,9%
klassieke muziek (incl. opera) 74,0% 57,4% 72,9% 68,7%
wereldmuziek, jazz, folk 92,3% 82,3% 89,0% 87,6%
muziektheater 79,2% 80,4% 85,7% 81,9%
literatuur 86,4% 74,5% 81,8% 81,2%
amusement (humor, cabaret) 73,8% 75,3% 88,0% 79,3%
film, audiovisuele en nieuwe media 92,4% 92,4% 93,5% 92,8%
totaal 79,5% 77,9% 77,2% 78,2%
VERHOUDING AK EN PROF : zijn er verschillen tussen de categorieën ?
A+B+C
eigen + receptief
AK + PK
Opvallend:
Bij dansaanbod: A en C omgekeerd:
‐ A’s meer professioneel (67,4%) dan AK (32,6%)
‐ C’s meer AK (61,2%) dan professioneel (38,8%)
=> Mogelijke verklaring: infrastructuur + financiën voor professionele dans vooral bij A’s aanwezig
Klassieke muziek: B’s in verhouding meer AK dan A en C
Amusement (humor en cabaret): scoort ook relatief hoog bij AK, vooral bij A’s en B’s
22. 72%
76%
71%
65%
73%
80%
54%
67%
69%
54%
53%
47%
37%
32%
47%
29%
51%
38%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
theater
dans
populaire muziek (incl. musical)
klassieke muziek (incl. opera)
wereldmuziek, jazz, folk
muziektheater
literatuur
amusement (humor, cabaret)
film, audiovisuele en nieuwe media
Percentage van het aantal activiteiten uit 'receptieve AK‐aanbod' dat
ondersteuning krijgt door het CC:
hetzij promotioneel of organisatorisch
promotioneel organisatorisch
A+B+C
receptief
AK
Verfijning: het is niet omdat een AK‐activiteit in het ‘receptieve aanbod’ van het CC vervat zit, dat het geen
ondersteuning geniet. Deze ondersteuning is echter niet zo sterk als bij het ‘eigen aanbod’ (inhoudelijke en
financiële ondersteuning), maar situeert zich op het vlak van promotie of het organisatorisch‐logistieke. Op die
manier zien we dat heel wat AK‐activiteiten ondersteuning krijgen van het CC.
De overige AK‐activiteiten mag je dan beschouwen als pure ‘zaalhuur’.