Onderzoek re integratie in lingewaard - traject snel aan de slag/ Workfast
waarderingsonderzoek pilot bewonersinvloed op welzijnswerk
1. verbinden van mens en buurt
Waarderingsonderzoek
pilot bewonersinvloed op het welzijnspakket 2012
2. verbinden van mens en buurt
INHOUDSOPGAVE
1. Inleiding 2
1.1 Onderzoeksvragen 2
1.2 Onderzoeksopzet 2
2. Belangrijkste bevindingen 3
3. Aanbevelingen 6
4. Bevindingen en aanbevelingen van de onderzoeker 9
3. verbinden van mens en buurt
-2-
1. Inleiding
De gemeente Schiedam heeft een geschiedenis als het gaat om wijkgericht werken en
bewonersparticipatie en het blijft zoeken naar nieuwe manieren de wijkaanpak door te
ontwikkelen.
De leidende gedachte daarbij is te streven naar meer gelijkwaardigheid tussen gemeente en
wijkbewoners, een gemeente die werkt vanuit het perspectief van de wijkbewoners en hen
zo veel mogelijk in hun kracht wil zetten en faciliteert. De huidige tijd daagt gemeentes
verder uit een andere rol en houding te kiezen naar de samenleving. Recente ontwikkelingen
die dit onderstrepen zijn in elk geval de Visienota Schiedams maatwerk in het sociale
domein, de pilot ‘bewonersinvloed op de inzet van welzijnsbeleid’ en het werkatelier
wijkaanpak waarin een werkwijze is gestart bewoners invloed te geven op de beoordeling
van aanvragen voor het faciliteren van vrijwilligers. Dit vraagt een omslag in denken en doen
bij professionals en bewoners. Deze evaluatie betreft de pilot bewoners meer invloed op het
welzijnspakket.
1.1 Onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen naar de waardering van de pilot bewonersinvloed op het
welzijnspakket luiden als volgt:
1. Wat vindt u van de visie van de gemeente dat bewoners meer invloed krijgen op het
welzijnspakket?
2. Hoe heeft u de pilot bewonersinvloed (werkwijze) op het welzijnspakket ervaren?
3. Hoe heeft u uw eigen inbreng ervaren?
4. Wat zijn verbeterpunten?
5. Wat zijn uw wensen of verwachtingen?
1.2 Onderzoeksopzet
Voor het onderzoek zijn in maart en april 2013 in totaal 39 gesprekken gevoerd onder
professionals, bewoners en twee vakwethouders. Deze gesprekken vonden plaats in 6
groepsgesprekken, 8 individuele gesprekken en 23 telefonische interviews. In totaal hebben
2 wethouders, 19 professionals (11 ambtenaren, 8 externe professionals) en 35 bewoners
meegewerkt. Bij de bewoners is onderscheid gemaakt tussen vertegenwoordigers van
bewonersverengingen (7 bewoners van 4 verenigingen) en ongeorganiseerde bewoners (28).
De laatste groep is a-select gekozen.
De gesprekken zijn semi-gestructureerd verlopen, waarbij de 5 onderzoeksvragen de kapstok
vormden. Om commitment en betrokkenheid verder te stimuleren is de respondenten ook
naar verbeterpunten gevraagd. De aanbevelingen in hoofdstuk 3 komen hieruit voort.
4. verbinden van mens en buurt
-3-
2. Belangrijkste bevindingen
Engagement of commitment
Op basis van de onderzoeksvraag wat de respondenten vinden van de visie van de gemeente
bewoners meer invloed of zeggenschap te geven op de inzet van de welzijnsactiviteiten
antwoordt 91,7 % positief tot zeer positief. Vooral ‘ongeorganiseerde’ bewoners zijn zeer
positief over de visie.
Waardering van de pilot
Algemeen
Een ruime meerderheid van de respondenten is positief over de gehanteerde werkwijze. Die
werkwijze bestond uit het aan de orde stellen in het wijkoverleg en het werken in groepjes.
In een enkele wijk is er gekozen voor een plenaire sessie, maar ook hier lijkt er een voorkeur
te bestaan voor het werken in groepjes.
Onder de respondenten waarderen de bewoners de pilot hoger dan de professionals, met
name de ongeorganiseerde bewoners. De vertegenwoordigers van de
bewonersverenigingen ervaren de pilot in meerderheid neutraal. Hierbij wordt opgemerkt
dat weinig bewonersverenigingen hebben meegewerkt aan het onderzoek, hun bevindingen
zijn daarom uitsluitend indicatief
Opvallend is dat het team Zorg & Welzijn zich negatief heeft uitgesproken over de
werkwijze. Dit heeft te maken met de wijze waarop het interne proces in de voorbereiding is
verlopen. Het team Zorg & Welzijn was ontevreden over de samenwerking, afstemming en
communicatie met Wijkontwikkeling. Intern is over de aanpak gesproken. De tijd om goed af
te stemmen was kort. Het team heeft vanuit collegialiteit zo veel en goed mogelijk
meegewerkt. Van de 7 externe (welzijns)organisaties heeft de helft de werkwijze als positief
ervaren, de andere helft is neutraal tot negatief.
Doorlooptijd
In zijn algemeenheid is het proces als kortademig ervaren. Enkele bewoners en professionals
gaven aan dat hun aandachts- of verbeterpunten ook in dat perspectief geplaatst moet
worden: “het was de 1e
keer en het moest allemaal in erg korte tijd”
Een ruime meerderheid van de ongeorganiseerde bewoners vonden de inhoudelijke
behandeltijd om hun inbreng te leveren veel te kort. Deze ervaring wordt ook herkend door
de georganiseerde bewoners en professionals.
Nazorg
De georganiseerde bewoners hebben de nazorg of terugkoppeling over de resultaten als
onvoldoende ervaren. Zij hadden vooral niet scherp in hoeverre de professionals ook
daadwerkelijk hebben gedaan wat met de wijk was afgesproken (“zeggen wat je doet en
doen wat je zegt”).
5. verbinden van mens en buurt
-4-
Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat bij ruim de helft van deze bewoners de
ervaringen met de pilot opgefrist dienden te worden tijdens het groepsgesprek.
NB: de resultaten zijn verwerkt in de werkplannen 2013, die momenteel in uitvoering zijn.
Representativiteit
Enkele “ongeorganiseerde” bewoners hebben een opmerking gemaakt over de
representativiteit van de deelnemers aan de pilot. Onder de professionals zijn ook
opmerkingen gemaakt over de representativiteit. Hun indruk was dat het vooral de ‘usual
suspects’ zijn die op de wijkoverleggen deelnamen. Ook hier vinden de meeste professionals
het vooral een aandachtspunt en geen reden te stoppen met het geven van
bewonersinvloed. Om de representativiteit te verhogen is gebruik gemaakt van het
internetpanel van onderzoek en statistiek.
Top-down of bottom-up
Bij enkele professionals bestond de indruk dat de gemeente de bijeenkomsten teveel heeft
gestuurd, teveel ‘top-down’ en te weinig bottom-up’. Ook werd door enkele geïnterviewden
de gemeente gewantrouwd om de motieven voor de pilot, met name in relatie tot andere
ontwikkelingen als de bezuinigingen.
Opvallende scores uit enkele wijken
Algemeen
In de groepsgesprekken met de georganiseerde bewoners is de wens uitgesproken dat de
basis op orde moet zijn. De dagelijkse leefbaarheid moet op peil blijven en er dient sprake te
zijn van betrouwbare professionals (‘zeggen wat je doet en doen wat je zegt’). Als die basis
niet op orde is, verwacht dan ook geen of een afnemend commitment of animo bij bewoners
hun rol of verantwoordelijkheid te pakken.
Centrum
Twee van de drie geïnterviewde ‘ongeorganiseerde’ bewoners hebben de werkwijze negatief
ervaren. Hun negatieve ervaring is vooral te verklaren uit het feit dat in het Centrum weinig
welzijnsuren te vergeven zijn en dat de pilot dan als een circus wordt ervaren. Citaat: “de
ene professional die zegt dat hij 50 minuten per week heeft en de andere die zegt dat zij 1
uur en 20 minuten per week heeft, waar hebben we het over met elkaar”. Ook vond men
dat de welzijnsprofessionals bij de laatste behoeftepeiling weinig energie en betrokkenheid
uitstraalden.
Groenoord
Een andere wijk die er qua score uitspringt is Groenoord. Hier geven de ongeorganiseerde
bewoners hoge scores voor representativiteit en is het de enige wijk geweest waar geen
kritische opmerkingen kwamen over de korte behandeltijd tijdens de pilot. Opvallend is
daarnaast dat enkele bewoners die wel aanwezig zijn geweest bij de wijkoverleggen niet
wilde meewerken aan het onderzoek. Wat verder opviel in Groenoord is dat de
geïnterviewde bewoners het huidige opbouwwerk als te afwachtend en te inactief ervaren.
6. verbinden van mens en buurt
-5-
Zij vonden dat dit geen goed antwoord gaf op wat de wijk nodig heeft. Bewoners die iets
willen of kunnen maar de weg niet weten blijven nu teveel ‘onder de radar’. Een van de
bewoners legde een relatie met de rol van de gemeente die mogelijk vooral faciliterende
opbouwwerkers vraagt.
Woudhoek en Spaland/Sveaparken
De ongeorganiseerde bewoners uit deze wijken waren positief tot zeer positief over de pilot.
Wel hebben alle bewoners de professionals teveel ervaren als een ‘verkoper’ tijdens de 1e
bijeenkomst, alsof zij elkaar beconcurreerden. Het leek bijna niet meer te gaan over de vraag
of behoefte vanuit de bewoners. Ook vroegen bewoners aandacht voor een goede fysieke
ruimte voor overleg. Dit komt terug in de aanbevelingen.
Kethel
In Kethel is voor een andere aanpak gekozen gezien het beperkte aantal uren wat voor
welzijnswerk beschikbaar is.
Resultaten
Meest genoemde resultaat door de bewoners en professionals is dat dankzij de pilot het
proces van kennen en gekend worden, vinden en verbinden is versneld of anders niet of veel
later tot stand zou zijn gekomen. Hier kennen de respondenten veel waarde en betekenis
aan toe, omdat het de onderlinge interactie en de betrokkenheid versterkt. Ook hebben
bewoners meer zicht gekregen op het werk van de welzijnsorganisaties en/of de prioriteiten
Waardering over de eigen inbreng
Deze vraag diende vooral om te onderzoeken in hoeverre bewoners of professionals zich
comfortabel voelden bij het enerzijds aangeven van de vraag of behoefte op het sociale
domein en anderzijds het doorbreken van een patroon waarbij de inzet op de
welzijnsactiviteiten van bovenaf worden bepaald.
Een ruime meerderheid van de respondenten heeft de eigen persoonlijke inbreng als
voldoende tot goed ervaren. De bewoners zijn iets positiever over hun eigen inbreng dan de
externe professionals. De gemeentelijke professionals (wijkprocesmanagers en O&S) scoren
het hoogst van de respondenten. Meerdere professionals stelden de vraag of bewoners zich
misschien niet overvallen of overdonderd voelden door de pilot. Deze zorg was ingegeven
vanuit de vraag of bewoners wel voldoende zicht hadden op het welzijnsdomein, de
kortademigheid van het proces en dat enkele professionals teveel sturing vanuit de
gemeente ervoeren. Nagenoeg alle bewoners die hebben meegewerkt aan het onderzoek
herkenden dit niet, zij gaven aan prima uit de voeten te kunnen met het leveren van inbreng.
Voor zover bewoners zich wel beperkt voelden in hun inbreng had het vooral weer te maken
met het eerder genoemde tijdsaspect.
7. verbinden van mens en buurt
-6-
3. Aanbevelingen
Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat de respondenten in ruime meederheid positief zijn over
de benadering bewoners meer invloed te geven op het welzijnswerk. Ook bleken zij positief
over de werkwijze. Het aansluiting zoeken bij het wijkoverleg vinden zij logisch.
Vanuit hun betrokkenheid hebben zij daarnaast verbeterpunten voorgesteld. Alleen de
meest genoemde punten zijn hieronder benoemd en ingedeeld per fase.
De aanbevelingen van de bewoners richten zich vooral op het verbeteren van de werkwijze
van de bijeenkomsten zelf en op de nazorg.
De aanbevelingen van de professionals richten zich op het proces en dan vooral de
voorbereiding.
De voorbereiding en logistiek van de werkwijze
Aanbevelingen van de bewoners en professionals
Veel respondenten stellen voor de behoeftepeiling eerder te doen, bijvoorbeeld kort
voor de zomervakantie.
Er is dan voldoende tijd de bewonersinbreng op te nemen in de werkplannen van de
welzijnsprofessionals en voor een goede terugkoppeling te zorgen. Nu volgde het
moment van peilen, het verwerken in de werkplannen, de verantwoording van het
werkplan en de daadwerkelijke inzet elkaar in een te korte tijd op. Neem de
bewoners(organisaties) en professionals veel meer mee vanaf de voorkant van het
proces, betrek hen actief bij de voorbereiding als adviseur (bewoners en
professionals) of als ambassadeur (actieve bewoners die andere bewoners activeren
of mobiliseren). Een van de wijkprofessionals refereert in dit geval aan de goede
samenwerking van de wijkprocesmanager, het opbouwwerk (Buurtprojecten) en de
bewoners in Woudhoek, Spaland en Sveapark bij het nadenken over het ‘ophalen’.
Maak het speelveld, de kaders, context en randvoorwaarden vooraf transparant.
Wees nog duidelijker en concreter over waar bewoners wel of geen invloed op
hebben.
Aanbeveling van het team Zorg & Welzijn
Alle neuzen dezelfde kant op bij het vervolg van de werkwijze bewonersinvloed
Het maken van duidelijke keuzes en beslissingen op ambtelijk- en bestuurlijk niveau
over deze of vergelijkbare pilots in het sociale domein
Aanbevelingen van de bewoners
Maak van de inzet van welzijnswerkers een vast agendapunt op het wijkoverleg,
speel daarmee flexibeler in op de vraag of behoefte. Het bleef nu beperkt tot 1
moment van behoeftepeiling en bewoners zeggen dat de actuele ontwikkelingen
aanleiding kunnen zijn de inzet bij te stellen. Deze aanbeveling kan er verder toe
bijdragen dat de terugkoppeling frequenter kan zijn over de daadwerkelijke inzet van
de professionals.
8. verbinden van mens en buurt
-7-
Een meerderheid van de georganiseerde bewoners geeft aan dat de basis op orde
moet zijn. De dagelijkse leefbaarheid moet op peil blijven en er dient sprake te zijn
van betrouwbare professionals (‘zeggen wat je doet en doen wat je zegt’). Als die
basis niet op orde is, verwacht dan ook geen of een gering commitment of animo bij
bewoners.
Twee respondenten uit Groenoord beveelt aan dat het opbouwwerk zich meer als
‘flexibele’ participatieprofessional opstelt. Niet alleen faciliteren, maar ook
stimuleren en enthousiasmeren. Op de handen blijven zitten waar het kan, en
ondersteunen waar het moet.
Uitvoering tijdens de behoeftepeiling
Aanbevelingen van de bewoners en de professionals
Presenteer het sociale domein of het welzijnswerk zo concreet mogelijk, haak aan op
de leefwereld en herkenning van de bewoners, grijp terug op concrete voorbeelden
vanuit de behoeftepeiling. Een jongerenwerker gaf daarbij als voorbeeld de inzet op
een overlastsituatie bij de Pastorietuin in het Centrum en de positieve resultaten of
het laten zien van een film zoals die is gemaakt bij de Frans Halsstraat. Een bewoner
uit Woudhoek noemde de cultuurkoffers en de inzet en zichtbaarheid van de
Cultuurscout als mooi resultaat. Deze voorbeelden maken heel sprekend voor
bewoners wat de resultaten en effecten van de bewonersinvloed kunnen zijn.
Vrij vertaald: geen werkplannen doorakkeren of spreken in algemeenheden. Een van
de professionals vroeg zich hardop af of je bewoners wel goed bereikt met het
inhoudelijk bespreken van een concept-werkplan. Het staat toch vaak vol met jargon
of beleidstaal of misschien te abstract.
Aanbevelingen van de bewoners
Neem meer tijd voor de inhoudelijke bespreking van de bewonersinvloed. Bewoners
gaven aan dat relatief veel tijd verloren ging aan het wederzijds voorstellen en de
professionals die uitlegden wat zij deden in de wijk en daardoor te weinig tijd
overbleef voor de inhoudelijke behoeftepeiling. Een citaat van een bewoner: “de
behoeftepeiling ging in een moordend tempo”.
Hou rekening met niveauverschillen bij de bewoners, speel in op hun taal en kennis.
Vooral de georganiseerde bewoners gaven aan het belangrijk te vinden dat ook de
bewoners aangehaakt moeten blijven die niet tot de ‘overlegcultuur’ behoren
(kennis- en informatieachterstand) of een lagere uitdrukkingsvaardigheid hebben.
Ook deze groep moet zich uitgenodigd voelen inbreng te leveren.
Laat professionals zich aan het begin plenair voorstellen, niet elke keer in de
groepjes, er is dan meer tijd en ruimte voor de vraag
Draai de volgorde in de groepjes om en versterk daarmee de vraaggerichtheid: eerst
bewoners hun vraag en behoefte laten inbrengen, de professionals reageren met een
(gezamenlijk) aanbod
9. verbinden van mens en buurt
-8-
Gebruik een geschikte ruimte (niet teveel groepen in dezelfde ruimte, dit maakt het
erg onrustig, werkt verstorend op de concentratie- en spanningsboog van bewoners)
Nazorg
Aanbevelingen van de bewoners en de wijkprocesmanagers
Koppel de inzet van de professionals frequenter en sneller terug aan de bewoners.
Het gaat dan vooral om de terugkoppeling van de daadwerkelijke inzet. De
terugkoppeling van de werkplannen heeft wel vrij snel plaatsgevonden, maar voor
veel bewoners is het diffuus of de professionals ook daadwerkelijk doen wat is
afgesproken. Bewoners willen niet alleen zicht hebben op “zeggen wat je doet” maar
ook op “doen wat je zegt”.
Aanbevelingen van de bewoners
Koppel de inzet van de professionals niet per definitie terug in het wijkoverleg, maar
gebruik ook andere momenten waarop je als professional bewoners tegenkomt in de
wijk, bijvoorbeeld in een buurthuis, tijdens een activiteit, een wijkschouw of –bezoek
of dat je even aanbelt als je toch in al in de buurt bent.
Organiseer een aparte bijeenkomst voor de feedback/terugkoppeling van deze
evaluatie (Woudhoek en Spaland/Sveaparken)
Geef duidelijk aan waar bewoners tussentijds met vragen terecht kunnen tussen de
momenten van behoeftepeilingen in
Representativiteit of bereik
Aanbevelingen van bewoners en professionals
Verbreed of versterk de representativiteit, probeer meer en andere groepen te
bereiken, verhoog de heterogeniteit van de deelnemers. Voorbeelden die bewoners
en professionals noemden waren: beperk je niet alleen tot het wijkoverleg maar zoek
ook hotspots in de wijk op, maak de werkwijze visueel zoals de zuilen die
Wijkontwikkeling tijdens een Brandersfeerst heeft gebruikt, werk met een ‘deur-tot-
deur-enquête zoals in Schiedam-West ooit is gedaan over fietsenstallingen in de wijk,
stimuleer in een kwetsbare wijk als Groenoord dat bewoners meer in de gelegenheid
worden gesteld ‘boven de wijk te hangen’ en ‘laat elke organisatie al vooraf de
behoefte peilen bij de eigen vrijwilligers of bewonersnetwerken’.
Een professional noemde als goed voorbeeld van ‘representativiteit’ een
interculturele groep in Schiedam Oost die is bereikt.
10. verbinden van mens en buurt
-9-
4. Bevindingen en aanbevelingen van de onderzoeker
De werkwijze van de onderzoeker heeft zich in belangrijke mate gericht op het meten en het
benutten van de betrokkenheid en draagvlak onder de respondenten van dit onderzoek. De
betrokkenheid en het draagvlak van de bewoners en professionals blijkt duidelijk uit de
voorgaande hoofdstukken. Constructief waar dat gerechtvaardigd is en positief kritisch
wanneer het moet. Er is een groot draagvlak voor de bewoners meer invloed te geven en
ook de gekozen werkwijze ervaart een ruime meerderheid als positief. Het is voor een
vervolg van deze pilot goed dat zij veel praktische aanbevelingen hebben gedaan om deze
werkwijze verder te ontwikkelen.
Bevindingen
De gemeente Schiedam geeft met de pilot bewonersinvloed op het welzijnspakket
blijk van bestuurlijke moed en leiderschap. Het delen van invloed of macht met
bewoners in de stad gaat niet zonder slag of stoot. Niet in de laatste plaats binnen
een gemeentelijke organisatie zelf, waar bestuurders vaak weerstanden
ontmoetten. Het spreekwoordelijk teruggeven van de stad aan de Schiedammers
brengt risico’s met zich mee. De gemeente Schiedam is bereid gebleken deze risico’s
te nemen, voor zover ze aanvaardbaar en calculeerbaar zijn. De onderzoeker kent
heel weinig voorbeelden in het land waar een stad zo ver durft te gaan. Het meest
vergelijkbare experiment heeft in 2011 in Amersfoort plaatsgevonden.
De pilot bewonersinvloed op het welzijnspakket is een kortademig en intensief
proces gebleken. Een jaarlijkse cyclus bij een proces als deze heeft per definitie iets
kortademigs. Ook als de gemeente eerder in het jaar begint, blijft het een intensief
traject.
De zichtbare en/of duurzame effecten van de inzet op het sociale domein zijn vaker
later zichtbaar of langer nodig dan een jaar. De kans is daarmee redelijk groot dat
een behoeftepeiling in jaar X + 1 geen wezenlijk andere inzet vraagt dan in jaar X. De
noodzaak en meerwaarde van een jaarlijkse cyclus lijkt er daarmee minder te zijn. De
‘lichte’ nieuwe ronde die nu is gestart, lijkt dit te bevestigen. Het risico is ook dat er
daarmee energie en enthousiasme weglekt bij zowel de professional als bewoner
De bezuinigingen op het professionele welzijnswerk kunnen een grotere druk leggen
op de noodzaak en meerwaarde van een jaarlijkse cyclus. Er zijn immers minder uren
beschikbaar voor de vraag of behoefte van bewoners.
De behoeftepeiling bij bewoners afgezet tegen de (afnemende) beschikbaarheid van
de professionele inzet van het welzijnswerk zal er in enkele wijken toe kunnen leiden
dat de werkwijze te weinig betekenis of substantie heeft voor bewoners. In Kethel is
dit al zo, de reacties uit het Centrum wijzen ook in die richting. Dit kan een negatief
effect hebben op de animo en energie voor de huidige werkwijze.
11. verbinden van mens en buurt
-10-
Aanbevelingen
Verander de jaarlijkse cyclus van de werkwijze bewonersinvloed op het sociale
domein in een tweejaarlijkse cyclus. De ‘hijgerigheid’ van de jaarlijkse cyclus wordt
daarmee ondervangen. Bevraag bewoners in een tweejaarlijkse cyclus dan niet
langer op een concrete behoefte, maar daag bewoners en professionals uit
gezamenlijk afspraken te maken op het niveau van doelstellingen voor een periode
van 2 jaar; wat vinden wij met elkaar de belangrijkste opgaven voor onze wijk. Hierbij
zou de verbinding gelegd kunnen worden met de Visienota Schiedams maatwerk.
Met deze aanbeveling blijft de visie van de gemeente, namelijk meer
bewonersinvloed, gehandhaafd en wordt het nu opgebouwde inzicht bij de
deelnemers in de opgaven voor het sociale domein verder versterkt.
Maak de concrete uitwerking van de gezamenlijke doelstellingen tot regelmatig
terugkerend agendapunt in het wijkoverleg. Elke keer staat dan een pijler uit de
Visienota centraal of een welzijnsorganisatie, ook afhankelijk van hoe zwaar elke
pijler of thema onderdeel is van de gezamenlijke doelstellingen. Het voordeel
hiervan is dat recht wordt gedaan aan twee belangrijke aanbevelingen van
bewoners, namelijk de behoeftepeiling vaker te agenderen en meer tijd te nemen.
Ook kan dan de concrete inzet vaker worden teruggekoppeld. Voor alle deelnemers
zijn de doelstellingen dan steeds de kapstok.
Bouw met deze werkwijze een verdere vertrouwensrelatie op met de stad en werk
op termijn toe naar meer wederkerigheid bij bewoners. Wat kunnen bewoners zelf
doen in het sociale domein.