English - Dutch Nederlands - Engels

1. Vocabulary
English – Dutch
Nederlands – Engels

2. Greenhouses - Kassen
Treetop walk - Boomtop wandeling
Suspension bridge - Hangbrug
Across - Over
Built - Bouwen
Crown Jewels - Kroonjuwelen
Ravens - Raven
History - Geschiedenis
Amusement park - Pretpark
Including - Inclusief
Famous - Beroemd
Visitors - Bezoekers
Structure - Structuur
Legendary - Legendarisch
Regularly - Regelmatig
Named after - Genoemd naar

3. Popular - Populair
Tourist attraction - Toeristische attracties
Sea - Zee
Paradise - Paradijs
Coastal stretch - Kuststrook
Old - Oud
Celebrate - Vieren
Village - Dorp
Castle - Kasteel
Legend - Legende
Associated - Geassocieerd
Royal residence - Koninklijke residentie
Discovered - Ontdekken
Maze - Doolhof
Attractions - Attracties

4. Met deze woordjes ga je oefeningen maken.
Je kunt de lijst terugvinden in een pdf bestand onderaan de
pagina.
Veel succes!