3. Het Maatgetal Maatgetallen zijn in normschrift getekend met een hoogte van 3.5mm Maatgetallen staan in het midden ongeveer 1mm boven de maatlijn . Is er te weinig plaats dan tekenen we het getal links of rechts buiten de figuur, in dit geval verlengen we wel de maatlijn
4. Het Maatgetal Maatgetallen mogen nooit gescheiden worden door een lijn. Verplaatsen! Maten moeten leesbaar zijn van de onderkant of de rechterzijde van de tekening.
5. Pijlpunt De pijltjes moet slank zijn: Lengte 4mm breedte 1.5mm De pijltjes worden tussen de hulpmaatlijnen getekend. Als Er te weinig plaats is (= minder dan 10mm) dan worden ze aan de buitenkant getekend Het is mogelijk dat er door een opeenvolging van kleine maten geen plaats meer is voor de pijltjes. In dat geval vervang je de pijltjes door een duidelijke stip Ø 1.5mm 7
6.
7. Maatlijn en hulpmaatlijn Tussen 2 parallel geplaatste maten houdt men steeds een tussenafstand van 7,5mm De maatlijn en hulpmaatlijn worden in dunne volle lijn getekend
8. Maatlijn en hulpmaatlijn Symbolen: Volgende symbolen worden toegevoegd aan de maatgetallen waar voor extra duidelijkheid nodig is. Ø diameter R straal vierkant