SlideShare a Scribd company logo
1 of 7
Download to read offline
DUITSLANDAGENDA 
2015-2017
DUITSLANDAGENDA 03 
Na jaren van stagnatie heeft de Nederlandse 
economie de weg naar boven weer gevonden. Dit is 
vooral te danken aan de toenemende export. Een op 
wereldwijde export gericht bedrijfsleven verhoogt de 
crisisbestendigheid van een land. Zie het voorbeeld 
van Duitsland, dat hier als grootste productie- en 
exportland van Europa ook de komende jaren van zal 
blijven profiteren. Iets waar Nederland door toelevering 
aan Duitsland indirect ook haar voordeel mee kan doen. 
Uit de jaarlijkse enquête van FME onder haar leden 
blijkt steeds weer het overweldigende belang van 
Duitsland voor het Nederlandse bedrijfsleven. Bijna 75 
procent van de bedrijven rekent Duitsland tot de belang-rijkste 
exportbestemmingen. Ieder jaar staat Duitsland 
op de eerste plaats van export-groeilanden. Toch staat 
het ook op de vijfde plaats van moeilijkste exportlanden, 
na landen als China en India. Dit heeft onder andere 
te maken met de hoge kwalitatieve en technische eisen 
die Duitse klanten aan producten stellen, maar ook met 
de stevige concurrentie op de Duitse markt en in enkele 
gevallen met de overheidsbescherming van bepaalde 
economische sectoren. Duitsland biedt dus veel kansen 
en mogelijkheden, maar is ook een buitengewoon veel-eisende 
markt. Je zou kunnen zeggen de ‘Bundesliga’ 
van de Nederlandse exportbestemmingen. 
Nederland heeft de potentie om de export naar 
Duitsland verder te doen toenemen. Veel kansen 
worden momenteel echter nog niet benut. Vooral 
binnen het mkb zijn er veel gespecialiseerde hightech-bedrijven 
die ondanks gunstige perspectieven de stap 
over de grens nog niet hebben gezet. Dit terwijl Neder-landse 
en Duitse bedrijven elkaar vaak goed aanvullen. 
Vooral op het gebied van hightech, chemie, agri&food/ 
tuinbouw, energie en logistiek heeft Nederland veel 
te bieden. Nederlanders zijn bijzonder sterk in co-engineering. 
Ze zijn in staat om flexibel in te spelen 
op de eisen en wensen van de (Duitse) klant. In het 
zuiden van Duitsland, waar een groot deel van de 
hightech bedrijven is gevestigd en waar momenteel 
de grootste economische groei plaatsvindt, zijn deze 
Nederlandse kwaliteiten vaak nog onbekend. 
De Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK), FME 
en VNO-NCW hebben in 2013 gezamenlijk de campagne 
‘Maak kennis, maak mee, maak waar!’ in het leven 
geroepen. Doel van deze campagne was in eerste 
instantie aandacht te vragen voor het belang van de 
maakindustrie en voor industriële samenwerking met 
Duitsland in het bijzonder. De actuele economische 
opleving onderstreept dit belang en creëert bovendien 
nieuwe kansen. Het is dan ook in het belang van de 
Nederlandse concurrentiepositie om de samenwerking 
met Duitsland zo optimaal mogelijk te laten verlopen. 
Om dit te bereiken zetten wij in op uitwisseling van 
technologische kennis, betere afstemming van 
beroepskwalificaties en ondersteuning van Neder-landse 
bedrijven bij hun exportactiviteiten. In dit kader 
hebben wij het voor u liggende concept ontwikkeld. 
Deze Duitslandagenda moet meer samenhang brengen 
in de economische betrekkingen tussen beide landen 
en deze een nieuwe impuls geven. Wij hopen en vertrou-wen 
op uw ondersteuning bij de uitvoering hiervan. 
Hans de Boer 
VNO-NCW 
Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink 
FME 
Ab van der Touw 
DNHK 
DUITSLANDAGENDA 2015-2017
DUITSLANDAGENDA 
ACHTERGROND 
Door een aantal buitengewoon succesvolle initiatieven 
hebben de handelsbetrekkingen tussen Nederland 
en Duitsland de afgelopen jaren al een flinke impuls 
gekregen. Zo waren er de bezoeken van het Koninklijk 
paar aan Baden-Württemberg en Hessen in 2013 en 
aan Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen in 2014, de 
eerste gezamenlijke ministerraad in Kleef in mei 2013 
en de aanwezigheid van Nederland als partnerland op 
de Hannover Messe in april 2014. Om het succes niet te 
laten wegebben moeten deze initiatieven een structureel 
vervolg krijgen. De DNHK, VNO-NCW en FME hebben 
daarom een operationeel programma opgesteld om de 
economische relatie tussen beide landen in de komende 
drie jaar structureel te bevorderen. 
AMBITIE & DOELSTELLINGEN 
Met de Duitslandagenda willen wij de volgende 
zaken bereiken: 
› Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel 
de directe als de indirecte export naar Duitsland door 
gericht overheidsbeleid 
› Versterking van de topsectoren aangezien deze 
leidend zijn voor het Nederlandse exportpotentieel 
› Aanpak van het tekort aan technisch personeel 
op korte termijn door middel van bedrijfsinterne 
bijscholing 
› Structurele samenwerking tussen Nederlandse 
en Duitse onderzoeksinstellingen en tussen bedrijven 
en onderzoeksinstellingen uit beide landen 
STRATEGIE & ACTIES 
Nederland en Duitsland behoren tot de sterkste eco-nomieën 
van Europa. De handelsrelatie tussen beide 
landen en de directe investeringen over en weer zijn 
wereldwijd uniek. Dit uitgangspunt in ogenschouw 
nemend, focust de Duitslandagenda op de volgende 
drie thema’s: 
1. Handelsbevordering 
2. Beroepskwalificatie 
3. Technologie- en kennistransfer 
Voor elk van deze thema’s wordt vervolgens aangegeven 
hoe strategische samenwerking van Nederlandse zijde 
kan worden ingestoken. Ook worden er een aantal 
concrete voorbeelden genoemd. 
Bij het thema handelsbevordering hebben wij ervoor 
gekozen om prioriteiten te stellen op basis van het 
topsectorenbeleid. De handelsrelatie met Duitsland kan 
volgens onze analyse vooral in de sectoren Agri & Food 
en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (worden hier als 
één sector beschouwd), Energie, High Tech en Logistiek 
door gerichte maatregelen versterkt worden. 
FINANCIERING & UITVOERING 
Gezien de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven 
en werkgeversverenigingen bij de totstandkoming van 
de Duitslandagenda kan deze rekenen op steun vanuit 
de verschillende organisaties. Deze agenda met een 
doorlooptijd van drie jaar kan worden gefinancierd 
door een bijdrage van de eerder genoemde partijen, 
aangevuld met een bijdrage vanuit de overheid. 
Voor het thema ‘Beroepskwalificatie’ wordt verwacht 
dat dit grotendeels rechtstreeks door de deelnemende 
bedrijven gefinancierd zal worden. Voor de thema’s 
‘Handelsbevordering’ en ‘Technologie- en kennis-transfer’ 
zal een bijdrage vanuit de overheid en 
de desbetreffende onderzoeksinstellingen 
noodzakelijk zijn. 
04 
DUITSLANDAGENDA 
DOELSTELLING 
Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel 
de directe als de indirecte export naar Duitsland door 
gericht overheidsbeleid. Versterking van de topsecto-ren 
aangezien deze leidend zijn voor het Nederlandse 
exportpotentieel. 
UITGANGSSITUATIE 
Binnen alle toonaangevende Nederlandse sectoren 
speelt de relatie met Duitsland een grote rol. 
Het Nederlandse kabinet wil de sectoren waarin 
Nederland wereldwijd uitblinkt, de zogenaamde top-sectoren, 
sterker maken. Uit onderzoek van Panteia 
in opdracht van de ministeries van Economische en 
Buitenlandse Zaken blijkt dat meer dan 70 procent van 
de mkb-ondernemers uit de topsectoren ondersteuning 
nodig heeft bij hun internationale activiteiten. Daarnaast 
is het zo dat het merendeel van de Nederlandse export 
naar Duitsland van oudsher bestemd is voor de buur-staten 
Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. De eco-nomische 
groei is momenteel echter het grootste in het 
zuiden van Duitsland. Hier liggen in veel sectoren dan 
ook de grootste kansen. In de Zuid-Duitse deelstaten is 
het voor Nederlandse bedrijven echter lastiger om voet 
aan de grond te krijgen. Onderstaand volgt een overzicht 
van mogelijke handelsbevorderende initiatieven. 
1.1 DIGITALISERING 
De verregaande digitalisering die de komende jaren zal 
plaatsvinden heeft grote gevolgen voor de manier waar-op 
bedrijven nationaal en internationaal samenwerken. 
In Duitsland heeft de federale overheid het programma 
‘Industrie 4.0’ opgezet om hierop in te spelen. In Neder-land 
gebeurt dit onder de noemer ‘Smart Industry’. 
Om wereldwijd tegen de concurrentie vanuit vooral de VS 
en China bestand te zijn, is het noodzakelijk dat bedrijven 
en landen in Europa de handen ineenslaan en een geza-menlijke 
strategie ontwikkelen. Nederland en Duitsland 
kunnen hierin een voortrekkersrol kunnen spelen. 
Het ontbreekt op dit moment echter aan een concrete 
agenda waarmee Nederland als partner en toeleverancier 
bij Duitsland zou kunnen aansluiten. Een gezamenlijke 
Nederlands-Duitse digitaliseringsagenda kan alleen 
door samenwerking van overheid, onderzoeksinstellingen 
en bedrijfsleven in beide landen tot stand komen. 
Tegelijkertijd moet de Nederlandse competentie op 
het gebied van Smart Industry in Duitsland op de kaart 
worden gezet. Gezien snelheid waarmee dit thema 
zich internationaal ontwikkelt, zou er al in 2015 een 
Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie moeten 
plaatsvinden met als doel het opstellen van een 
gezamenlijke agenda. 
Samenvattend zijn de volgende concrete acties 
noodzakelijk: 
› Marketingcampagne om Smart Industry in 
Duitsland op de kaart te zetten 
› Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie in 2015 
› Opstellen van een gezamenlijke digitaliseringsagenda 
1.2 SECTORSPECIFIEKE ACTIES 
Export naar Duitsland speelt binnen nagenoeg alle 
sectoren een belangrijke rol. Er zou dus voor elke 
afzonderlijke sector een Duitsland-strategie bepaald 
kunnen worden. Hieronder zoomen wij in op een viertal 
internationaal toonaangevende sectoren: Agri & Food en 
Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech en 
Logistiek. Deze vier sectoren hebben zelf aangegeven 
dat Duitsland in het kader van hun internationaliserings-strategie 
topprioriteit heeft. 
1 HANDELSBEVORDERING 
05
DUITSLANDAGENDA 
AGRI & FOOD EN TUINBOUW & UITGANGSMATERIALEN 
Meer dan de helft van alle groenten die wereldwijd 
door 7 miljard mensen geteeld en gegeten worden, is 
afkomstig van Nederlands zaaigoed. De exportwaarde 
van agrarische producten uit Nederland bedraagt 
ca. 80 miljard euro per jaar. Duitsland is daarbij met 
ruim 22 miljard euro (bijna 30 procent) de grootste 
afnemer. Voor de industrie, het mkb en de consumenten 
in beide landen is het van groot belang dat de handel 
en de samenwerking verstevigd en verder uitgebreid 
worden. De twee topsectoren kunnen hun economische 
kracht en brede inhoudelijke kennis benutten om samen 
met Duitse partners aan een gezamenlijke toekomst 
te werken. Op die manier kan er een vruchtbare samen-werking 
tot stand komen op gebieden als nieuwe 
technologieën binnen de kassenbouw, voedselverwer-kings- 
en verpakkingsmachines. Ook kunnen beide 
landen zich gezamenlijk inzetten voor adequate 
nationale en internationale wetgeving. 
ENERGIE 
Op energiegebied richt onze agenda zich op verdere 
marktintegratie, het waarborgen van de voorzienings-zekerheid, 
verduurzaming, innovatie en efficiëntie. 
Afstemmen, kennis delen en van elkaar leren is dan 
ook de rode draad voor onze energie-agenda. Voort-schrijdende 
marktintegratie leidt ertoe dat in toene-mende 
mate rekening moet worden gehouden met de 
effecten van nationale energiepolitiek op aangrenzende 
landen. Dit maakt het noodzakelijk om de focus bij 
activiteiten op energiegebied nog sterker op het 
buurland te leggen. Door uitvoering van projecten op 
de onderstaande deelgebieden kan tevens een bijdrage 
worden geleverd aan de realisatie van de gezamenlijke 
energieverklaring tussen Nederland en Duitsland zoals 
die op 25 juli 2014 door minister van Economische Zaken 
Henk Kamp en zijn Duits collega Sigmar Gabriel in het 
Duitse Goslar werd ondertekend. 
Offshore: De Nederlandse offshore-industrie heeft 
een sterke exportpositie. De belangrijkste afzetmarkten 
liggen op dit moment in Europa, met name Duitsland en 
het Verenigd Koninkrijk. Vooral de Noord-Duitse regio’s 
Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein zijn hier van belang. 
Smart Grids: Een internationale positioneringsstrategie 
rondom het thema Smart Grids moet gebaseerd zijn op 
succesvolle demonstraties in Nederland. Op dit moment 
worden er meerdere toonaangevende pilots opgezet en 
doorontwikkeld. 
Energiebesparing: Nederland behoort tot de top 10 van 
de meest concurrerende en innovatieve landen, ook 
op gebied van energiebesparing en duurzaam bouwen. 
Gas: NL beschikt over een van de meest fijnmazige 
gasnetwerken ter wereld met aansluiting op alle om-ringende 
landen. Overheid en bedrijfsleven zetten zich 
er met succes voor in om de positie van Nederland als 
internationale gasrotonde te versterken. Thema’s zoals 
LNG en groen gas bieden interessante internationale 
aanknopingspunten. 
HIGH TECH 
De topsector High Tech Systemen en Materialen 
(HTSM) bundelt de krachten van de Nederlandse 
hightechbedrijven, kennisinstellingen en overheden 
met als doel samenwerking en innovatie te bevorderen 
en het hightech-ecosysteem te versterken. Onder de 
naam Holland High Tech kan de sector zich gezamenlijk 
profileren als mondiale hightechspeler en Nederland 
op de kaart zetten als ‘place to be’ voor hightech-bedrijven, 
kenniswerkers, onderzoeksinstellingen en 
studenten. Ook stelt deze krachtenbundeling de sector 
in staat om internationale kansen beter te benutten. 
Speerpunten zijn het internationaal inzetten van 
specifieke Holland High Tech branding en gezamenlijke 
invulling van een reisagenda voor vijf primaire 
doellanden, waarvan Duitsland er één is. 
06 
DUITSLANDAGENDA 07 
LOGISTIEK 
Nederland is niet alleen de logistieke draaischijf van 
Europa, maar is ook op het gebied van slimme logistieke 
toepassingen een sterke speler. Logistiek omvat alle 
kennis die nodig is om goederen- en informatiestromen 
te plannen, te organiseren, uit te voeren en te bestu-ren. 
Met een toegevoegde waarde van 55 miljard euro 
per jaar en 813.000 arbeidsplaatsen is de logistiek van 
groot economisch belang. Daarnaast ondersteunt de 
sector andere Nederlandse sectoren. Veel Nederlandse 
bedrijven hebben hoogwaardige logistieke systemen en 
toepassingen voor beter en efficiënter infrastructuur-gebruik 
ontwikkeld die in Duitsland nog sterker gepositi-oneerd 
kunnen worden. 
Tevens maken Nederland en Duitsland beide onderdeel 
uit van dezelfde trans-Europese transportnetwerken, 
de corridors Rhine-Alpine en Northsea-Baltic. Betere 
verbindingen tussen Nederlandse en Duitse regio’s en 
vice versa zijn essentieel om deze corridors verder te 
ontwikkelen. Niet voor niets benadrukt de topsector 
logistiek het belang hiervan. Dit biedt kansen voor 
bedrijven in alle delen van Nederland. 
ACTIES 
Voor de bovenstaande sectoren bestaat nog veel potenti-eel 
om Nederlandse bedrijven in Duitsland bekender 
te maken en gericht met Duitse partijen in contact te 
brengen. Voor succesvolle bewerking van de Duitse 
markt is contact alleen echter niet genoeg. De ervaring 
leert dat activiteiten in Duitsland vaak stuklopen op 
gebrek aan marktkennis. Hierdoor krijgen Nederlandse 
innovaties nog te weinig voet aan de grond op de Duitse 
markt. Het is daarom aan te bevelen om een pakket aan 
stimulerende maatregelen te ontwikkelen: 
› Jaarlijkse NL-D matchmaking en Holland-branding 
events op vakbeurzen 
› Ingaande en uitgaande handelsreizen, startersmissies 
› Deelname aan pilot projecten in Duitsland 
› Collectieve deelname aan vakbeurzen 
› NL-D Offshore windconferentie of Noordwest-Europa 
windcongres 
› Inkoopdagen bij Duitse supermarktketens 
› European Gasforum i.s.m. andere landen 
› NL-D Logistiek forum 
› Persreizen voor Duitse journalisten naar Nederland 
› Stimulering van grensoverschrijdende gebieds-ontwikkeling 
en NL-D round tables 
› Stimulering van startende en groeiende hightech-exporteurs, 
bijv. op de Hannover Messe 
1.3 ONDERSTEUNING BIJ BEURSDEELNAMES 
Bij het leggen van internationale zakelijke contacten en 
het opbouwen van naamsbekendheid vormt exposeren 
op (internationale) beurzen voor bedrijven een van de 
belangrijkste marketingtools. Ook om Nederlandse 
branches collectief internationaal op de kaart te zetten 
is beursdeelname een zeer geschikt instrument. Een 
geslaagd voorbeeld hiervan is de Hannover Messe 2014 
met Nederland als partnerland. 
Duitsland is het belangrijkste beursland ter wereld. 
In 2013 bezochten meer dan 10 miljoen vakbezoekers 
de rond 150 internationale beurzen en groeide het aantal 
exposanten naar 180.000. Ook voor veel Nederlandse 
bedrijven zijn dit uitstekende podia om zich internatio-naal 
te presenteren. In 2013 namen circa 5.000 
Nederlandse bedrijven deel aan Duitse beurzen en 
nog altijd bestaat hier een groot potentieel. 
Een financiële tegemoetkoming vanuit de Nederlandse 
overheid bij buitenlandse beursdeelnames is voor 
de promotie van het Nederlandse bedrijfsleven zinvol. 
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) heeft 
hier in 2014 op ingespeeld met het beschikbaar stellen 
van 600 vouchers (twv € 1.500) aan mkb-ondernemers 
voor deelname aan internationale beurzen. Gelet op het 
belang van de aanwezigheid op deze internationale podia 
bevelen wij aan om dit aantal structureel te verhogen. 
Nederlandse toeleveranciers en Duitse OEM’s zouden 
in de toekomst ook gezamenlijk kunnen optreden 
op buitenlandse beurzen. Daarbij zou zowel gebruik-gemaakt 
kunnen worden van de lokale kennis van 
het Nederlandse postennetwerk als die van het Duitse 
netwerk van buitenlandse Handelskamers (AHK’s), 
dat bestaat uit ruim 130 vestigingen in 90 landen.
DUITSLANDAGENDA 
08 
DOELSTELLING 
Consequent uitvoeren van de afspraken uit het Techniek-pact 
en structurele maatregelen nemen om het gebrek 
aan vakkrachten op korte én lange termijn op te lossen. 
Daarbij is het belangrijk om ook bedrijfsinterne training 
te stimuleren. 
UITGANGSSITUATIE 
Om in de toekomst succesvol te blijven, hebben 
Nederlandse bedrijven behoefte aan goed opgeleide 
vakkrachten, vooral in technische beroepen. Momenteel 
bestaat hieraan een groot tekort. Maatregelen als het 
Techniekpact moeten hierin verbetering brengen door 
onder andere onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar 
te laten aansluiten. Als aanvulling op het Techniekpact, 
dat vooral gericht is op het oplossen van het tekort aan 
technisch personeel op lange termijn, moeten er echter 
ook oplossingen komen voor de kortere termijn (2015-2017). 
PLAN VAN AANPAK 
Voor de lange termijn is het essentieel dat er in techni-sche 
opleidingen nadruk gelegd wordt op praktijk-ervaring 
en participatie vanuit het bedrijfsleven. 
Zowel Duitsland (met het duale opleidingssysteem) als 
Nederland (met de BBL/BOL) heeft hiervoor al goede 
methoden ontwikkeld. Door intensievere kennisuitwisse-ling 
kunnen beide landen hun methoden verder optimali-seren, 
waarbij een zo goed mogelijke aansluiting van het 
onderwijs op de arbeidsmarkt het uitgangspunt dient te 
zijn. Hierbij moeten overheid, opleidingsinstellingen en 
bedrijven actief betrokken worden. 
Om het korte termijntekort aan gekwalificeerde vak-krachten 
op te lossen is het belangrijk om de bestaande 
expertise binnen het bedrijfsleven zo effectief mogelijk te 
benutten. Veel technische bedrijven bieden al met succes 
interne trainingen aan. Deze activiteiten moeten beter 
op de kaart worden gezet om de in Nederland aanwezi-ge 
kennis en mogelijkheden bij bedrijven in binnen- en 
buitenland bekend te maken. Hiervoor biedt bijvoorbeeld 
het door FME, VNO-NCW en de DNHK gezamenlijk 
opgerichte platform ‘Maak kennis’ een goede basis. 
Bij bedrijfsinterne trainingen spelen ook Nederland-se 
vestigingen van grote Duitse ondernemingen zoals 
Bosch, Festo, Siemens en Trumpf een belangrijke rol. 
Medewerkers van andere bedrijven worden daarbij 
getraind in specifieke disciplines zoals pneumatiek, 
hydrauliek of besturingstechniek. Ook binnen de 
Brainport Eindhoven bestaan dergelijke initiatieven. 
Daarnaast kan het in speciale gevallen zinvol zijn om 
trainingen ook grensoverschrijdend aan te bieden. 
Medewerkers van Nederlandse toeleveringsbedrijven 
zouden bijvoorbeeld bij Duitse OEMs getraind kunnen 
worden en andersom. Een goed voorbeeld zijn de mede-werkers 
van VDL-Nedcar, die gedurende enkele weken 
in de fabrieken van BMW in Duitsland getraind werden 
alvorens zij in Born met de productie van de Mini aan 
de slag gingen. 
Voorbeelden van sectoren en beroepsgroepen waarvoor 
bedrijfsinterne trainingen relevant zijn: 
› Machinebouw/ mechatronica 
› Lucht & ruimtevaart 
› Automobielindustrie 
› Smart Industry / Industrie 4.0 
› Energiesector 
2 BEROEPSKWALIFICATIE 
DUITSLANDAGENDA 
DOELSTELLING 
Structurele samenwerking tussen Nederlandse 
en Duitse onderzoeksinstellingen enerzijds en tussen 
bedrijven en onderzoeksinstellingen uit beide landen 
anderzijds. 
UITGANGSSITUATIE 
De Nederlandse regering zet in op een innovatieve 
en duurzame economie. Met de Duitslandagenda wordt 
dit doel door middel van nauwere samenwerking 
tussen diverse technologiesectoren in beide landen 
kracht bijgezet. 
Bij de technologie- en kennistransfer gaat het om 
samenwerking tussen onderzoeksinstellingen onderling 
en tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen. 
Door internationale samenwerking op technologische 
en kennisintensieve onderdelen wordt innovatie 
gestimuleerd, worden nieuwe markten ontgonnen 
en internationale marktposities verbeterd. 
Nederland en Duitsland beschikken beide over een 
hooggekwalificeerd onderzoekslandschap, waarbinnen 
veel samenwerkingsmogelijkheden liggen. Met name 
toegepast onderzoek zoals dit wordt uitgevoerd bij 
TNO, Wageningen UR en algemeen door de Groot 
Technologische Instituten (GTI’s) en de Technologische 
Topinstituten (TTI’s), biedt veel kansen. Door de 
praktijkgerichte insteek op het gebied van Agri & Food 
en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech 
en Logistiek zijn dit niet alleen interessante counterparts 
voor Duitse onderzoeksinstituten, maar zeker ook voor 
Duitse mkb-ondernemers. Andersom geldt dit evenzeer 
voor Duitse onderzoeksinstellingen en Nederlandse 
bedrijven. 
PLAN VAN AANPAK 
Voor de sectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangs-materialen, 
Energie, High Tech en Logistiek wordt in 
nauwe afstemming met de Nederlandse onderzoeks-instellingen 
individuele formats en voortgangswijzen 
ontwikkeld. Hiertoe behoren activiteiten zoals: 
› Informatieverstrekking over de Nederlandse know-how 
in Duitse media en databases 
› Doorvoeren van gerelateerde workshops en 
round tables 
› Organisatie van symposia en conferenties 
› Individuele bemiddelingstrajecten tussen Nederlandse 
onderzoeksinstellingen en passende Duitse MKB-ondernemers 
en vice versa 
› Inkomende handelsmissies van Duitse bedrijven met 
bezoeken aan Nederlandse onderzoeksinstellingen 
› Matching van industriële netwerken en overige 
technologische clusters 
3 TECHNOLOGIE- EN KENNISTRANSFER 
09
DUITSLANDAGENDA 
10 
VOORUITBLIK 
Met dit document wordt een voorzet gegeven voor 
een strategische Duitslandagenda. De genoemde 
acties zullen bijdragen aan een structureel versterkte 
samenwerking met Duitsland. De initiatiefnemers zijn 
graag bereid om dit plan in overleg verder uit te werken 
en ook bij de realisatie een rol van betekenis te spelen.
WWW.MAAK-KENNIS.NL

More Related Content

Viewers also liked

Viewers also liked (15)

Dodge that condiment!
Dodge that condiment!Dodge that condiment!
Dodge that condiment!
 
ArtistsFAQs | .Com
ArtistsFAQs | .ComArtistsFAQs | .Com
ArtistsFAQs | .Com
 
Aan welcome talk ja jan2012
Aan welcome talk ja jan2012Aan welcome talk ja jan2012
Aan welcome talk ja jan2012
 
Bread for peace by Marc Collett
Bread for peace by Marc CollettBread for peace by Marc Collett
Bread for peace by Marc Collett
 
High speed intro twitter,facebook en linked in amsterdam
High speed intro twitter,facebook en linked in amsterdamHigh speed intro twitter,facebook en linked in amsterdam
High speed intro twitter,facebook en linked in amsterdam
 
Responsible Nano Innovations
Responsible Nano InnovationsResponsible Nano Innovations
Responsible Nano Innovations
 
Ecolodge Engineering in Eastern and Southern Africa
Ecolodge Engineering in Eastern and Southern AfricaEcolodge Engineering in Eastern and Southern Africa
Ecolodge Engineering in Eastern and Southern Africa
 
Final presentation
Final presentationFinal presentation
Final presentation
 
Saç Ekimi
Saç EkimiSaç Ekimi
Saç Ekimi
 
Tablas
TablasTablas
Tablas
 
Guy Foster
Guy FosterGuy Foster
Guy Foster
 
Making change stick
Making change stickMaking change stick
Making change stick
 
Ejercicio Clase1
Ejercicio Clase1Ejercicio Clase1
Ejercicio Clase1
 
Çocuklarda İdrar Kaçırma
Çocuklarda İdrar KaçırmaÇocuklarda İdrar Kaçırma
Çocuklarda İdrar Kaçırma
 
Bannerot Archon Svp Operations
Bannerot Archon Svp OperationsBannerot Archon Svp Operations
Bannerot Archon Svp Operations
 

DNHK / VNO-NCW / FME: Duitslandagenda 2015-2017

  • 2. DUITSLANDAGENDA 03 Na jaren van stagnatie heeft de Nederlandse economie de weg naar boven weer gevonden. Dit is vooral te danken aan de toenemende export. Een op wereldwijde export gericht bedrijfsleven verhoogt de crisisbestendigheid van een land. Zie het voorbeeld van Duitsland, dat hier als grootste productie- en exportland van Europa ook de komende jaren van zal blijven profiteren. Iets waar Nederland door toelevering aan Duitsland indirect ook haar voordeel mee kan doen. Uit de jaarlijkse enquête van FME onder haar leden blijkt steeds weer het overweldigende belang van Duitsland voor het Nederlandse bedrijfsleven. Bijna 75 procent van de bedrijven rekent Duitsland tot de belang-rijkste exportbestemmingen. Ieder jaar staat Duitsland op de eerste plaats van export-groeilanden. Toch staat het ook op de vijfde plaats van moeilijkste exportlanden, na landen als China en India. Dit heeft onder andere te maken met de hoge kwalitatieve en technische eisen die Duitse klanten aan producten stellen, maar ook met de stevige concurrentie op de Duitse markt en in enkele gevallen met de overheidsbescherming van bepaalde economische sectoren. Duitsland biedt dus veel kansen en mogelijkheden, maar is ook een buitengewoon veel-eisende markt. Je zou kunnen zeggen de ‘Bundesliga’ van de Nederlandse exportbestemmingen. Nederland heeft de potentie om de export naar Duitsland verder te doen toenemen. Veel kansen worden momenteel echter nog niet benut. Vooral binnen het mkb zijn er veel gespecialiseerde hightech-bedrijven die ondanks gunstige perspectieven de stap over de grens nog niet hebben gezet. Dit terwijl Neder-landse en Duitse bedrijven elkaar vaak goed aanvullen. Vooral op het gebied van hightech, chemie, agri&food/ tuinbouw, energie en logistiek heeft Nederland veel te bieden. Nederlanders zijn bijzonder sterk in co-engineering. Ze zijn in staat om flexibel in te spelen op de eisen en wensen van de (Duitse) klant. In het zuiden van Duitsland, waar een groot deel van de hightech bedrijven is gevestigd en waar momenteel de grootste economische groei plaatsvindt, zijn deze Nederlandse kwaliteiten vaak nog onbekend. De Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK), FME en VNO-NCW hebben in 2013 gezamenlijk de campagne ‘Maak kennis, maak mee, maak waar!’ in het leven geroepen. Doel van deze campagne was in eerste instantie aandacht te vragen voor het belang van de maakindustrie en voor industriële samenwerking met Duitsland in het bijzonder. De actuele economische opleving onderstreept dit belang en creëert bovendien nieuwe kansen. Het is dan ook in het belang van de Nederlandse concurrentiepositie om de samenwerking met Duitsland zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Om dit te bereiken zetten wij in op uitwisseling van technologische kennis, betere afstemming van beroepskwalificaties en ondersteuning van Neder-landse bedrijven bij hun exportactiviteiten. In dit kader hebben wij het voor u liggende concept ontwikkeld. Deze Duitslandagenda moet meer samenhang brengen in de economische betrekkingen tussen beide landen en deze een nieuwe impuls geven. Wij hopen en vertrou-wen op uw ondersteuning bij de uitvoering hiervan. Hans de Boer VNO-NCW Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink FME Ab van der Touw DNHK DUITSLANDAGENDA 2015-2017
  • 3. DUITSLANDAGENDA ACHTERGROND Door een aantal buitengewoon succesvolle initiatieven hebben de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Duitsland de afgelopen jaren al een flinke impuls gekregen. Zo waren er de bezoeken van het Koninklijk paar aan Baden-Württemberg en Hessen in 2013 en aan Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen in 2014, de eerste gezamenlijke ministerraad in Kleef in mei 2013 en de aanwezigheid van Nederland als partnerland op de Hannover Messe in april 2014. Om het succes niet te laten wegebben moeten deze initiatieven een structureel vervolg krijgen. De DNHK, VNO-NCW en FME hebben daarom een operationeel programma opgesteld om de economische relatie tussen beide landen in de komende drie jaar structureel te bevorderen. AMBITIE & DOELSTELLINGEN Met de Duitslandagenda willen wij de volgende zaken bereiken: › Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel de directe als de indirecte export naar Duitsland door gericht overheidsbeleid › Versterking van de topsectoren aangezien deze leidend zijn voor het Nederlandse exportpotentieel › Aanpak van het tekort aan technisch personeel op korte termijn door middel van bedrijfsinterne bijscholing › Structurele samenwerking tussen Nederlandse en Duitse onderzoeksinstellingen en tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen uit beide landen STRATEGIE & ACTIES Nederland en Duitsland behoren tot de sterkste eco-nomieën van Europa. De handelsrelatie tussen beide landen en de directe investeringen over en weer zijn wereldwijd uniek. Dit uitgangspunt in ogenschouw nemend, focust de Duitslandagenda op de volgende drie thema’s: 1. Handelsbevordering 2. Beroepskwalificatie 3. Technologie- en kennistransfer Voor elk van deze thema’s wordt vervolgens aangegeven hoe strategische samenwerking van Nederlandse zijde kan worden ingestoken. Ook worden er een aantal concrete voorbeelden genoemd. Bij het thema handelsbevordering hebben wij ervoor gekozen om prioriteiten te stellen op basis van het topsectorenbeleid. De handelsrelatie met Duitsland kan volgens onze analyse vooral in de sectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (worden hier als één sector beschouwd), Energie, High Tech en Logistiek door gerichte maatregelen versterkt worden. FINANCIERING & UITVOERING Gezien de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven en werkgeversverenigingen bij de totstandkoming van de Duitslandagenda kan deze rekenen op steun vanuit de verschillende organisaties. Deze agenda met een doorlooptijd van drie jaar kan worden gefinancierd door een bijdrage van de eerder genoemde partijen, aangevuld met een bijdrage vanuit de overheid. Voor het thema ‘Beroepskwalificatie’ wordt verwacht dat dit grotendeels rechtstreeks door de deelnemende bedrijven gefinancierd zal worden. Voor de thema’s ‘Handelsbevordering’ en ‘Technologie- en kennis-transfer’ zal een bijdrage vanuit de overheid en de desbetreffende onderzoeksinstellingen noodzakelijk zijn. 04 DUITSLANDAGENDA DOELSTELLING Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel de directe als de indirecte export naar Duitsland door gericht overheidsbeleid. Versterking van de topsecto-ren aangezien deze leidend zijn voor het Nederlandse exportpotentieel. UITGANGSSITUATIE Binnen alle toonaangevende Nederlandse sectoren speelt de relatie met Duitsland een grote rol. Het Nederlandse kabinet wil de sectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt, de zogenaamde top-sectoren, sterker maken. Uit onderzoek van Panteia in opdracht van de ministeries van Economische en Buitenlandse Zaken blijkt dat meer dan 70 procent van de mkb-ondernemers uit de topsectoren ondersteuning nodig heeft bij hun internationale activiteiten. Daarnaast is het zo dat het merendeel van de Nederlandse export naar Duitsland van oudsher bestemd is voor de buur-staten Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. De eco-nomische groei is momenteel echter het grootste in het zuiden van Duitsland. Hier liggen in veel sectoren dan ook de grootste kansen. In de Zuid-Duitse deelstaten is het voor Nederlandse bedrijven echter lastiger om voet aan de grond te krijgen. Onderstaand volgt een overzicht van mogelijke handelsbevorderende initiatieven. 1.1 DIGITALISERING De verregaande digitalisering die de komende jaren zal plaatsvinden heeft grote gevolgen voor de manier waar-op bedrijven nationaal en internationaal samenwerken. In Duitsland heeft de federale overheid het programma ‘Industrie 4.0’ opgezet om hierop in te spelen. In Neder-land gebeurt dit onder de noemer ‘Smart Industry’. Om wereldwijd tegen de concurrentie vanuit vooral de VS en China bestand te zijn, is het noodzakelijk dat bedrijven en landen in Europa de handen ineenslaan en een geza-menlijke strategie ontwikkelen. Nederland en Duitsland kunnen hierin een voortrekkersrol kunnen spelen. Het ontbreekt op dit moment echter aan een concrete agenda waarmee Nederland als partner en toeleverancier bij Duitsland zou kunnen aansluiten. Een gezamenlijke Nederlands-Duitse digitaliseringsagenda kan alleen door samenwerking van overheid, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven in beide landen tot stand komen. Tegelijkertijd moet de Nederlandse competentie op het gebied van Smart Industry in Duitsland op de kaart worden gezet. Gezien snelheid waarmee dit thema zich internationaal ontwikkelt, zou er al in 2015 een Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie moeten plaatsvinden met als doel het opstellen van een gezamenlijke agenda. Samenvattend zijn de volgende concrete acties noodzakelijk: › Marketingcampagne om Smart Industry in Duitsland op de kaart te zetten › Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie in 2015 › Opstellen van een gezamenlijke digitaliseringsagenda 1.2 SECTORSPECIFIEKE ACTIES Export naar Duitsland speelt binnen nagenoeg alle sectoren een belangrijke rol. Er zou dus voor elke afzonderlijke sector een Duitsland-strategie bepaald kunnen worden. Hieronder zoomen wij in op een viertal internationaal toonaangevende sectoren: Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech en Logistiek. Deze vier sectoren hebben zelf aangegeven dat Duitsland in het kader van hun internationaliserings-strategie topprioriteit heeft. 1 HANDELSBEVORDERING 05
  • 4. DUITSLANDAGENDA AGRI & FOOD EN TUINBOUW & UITGANGSMATERIALEN Meer dan de helft van alle groenten die wereldwijd door 7 miljard mensen geteeld en gegeten worden, is afkomstig van Nederlands zaaigoed. De exportwaarde van agrarische producten uit Nederland bedraagt ca. 80 miljard euro per jaar. Duitsland is daarbij met ruim 22 miljard euro (bijna 30 procent) de grootste afnemer. Voor de industrie, het mkb en de consumenten in beide landen is het van groot belang dat de handel en de samenwerking verstevigd en verder uitgebreid worden. De twee topsectoren kunnen hun economische kracht en brede inhoudelijke kennis benutten om samen met Duitse partners aan een gezamenlijke toekomst te werken. Op die manier kan er een vruchtbare samen-werking tot stand komen op gebieden als nieuwe technologieën binnen de kassenbouw, voedselverwer-kings- en verpakkingsmachines. Ook kunnen beide landen zich gezamenlijk inzetten voor adequate nationale en internationale wetgeving. ENERGIE Op energiegebied richt onze agenda zich op verdere marktintegratie, het waarborgen van de voorzienings-zekerheid, verduurzaming, innovatie en efficiëntie. Afstemmen, kennis delen en van elkaar leren is dan ook de rode draad voor onze energie-agenda. Voort-schrijdende marktintegratie leidt ertoe dat in toene-mende mate rekening moet worden gehouden met de effecten van nationale energiepolitiek op aangrenzende landen. Dit maakt het noodzakelijk om de focus bij activiteiten op energiegebied nog sterker op het buurland te leggen. Door uitvoering van projecten op de onderstaande deelgebieden kan tevens een bijdrage worden geleverd aan de realisatie van de gezamenlijke energieverklaring tussen Nederland en Duitsland zoals die op 25 juli 2014 door minister van Economische Zaken Henk Kamp en zijn Duits collega Sigmar Gabriel in het Duitse Goslar werd ondertekend. Offshore: De Nederlandse offshore-industrie heeft een sterke exportpositie. De belangrijkste afzetmarkten liggen op dit moment in Europa, met name Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Vooral de Noord-Duitse regio’s Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein zijn hier van belang. Smart Grids: Een internationale positioneringsstrategie rondom het thema Smart Grids moet gebaseerd zijn op succesvolle demonstraties in Nederland. Op dit moment worden er meerdere toonaangevende pilots opgezet en doorontwikkeld. Energiebesparing: Nederland behoort tot de top 10 van de meest concurrerende en innovatieve landen, ook op gebied van energiebesparing en duurzaam bouwen. Gas: NL beschikt over een van de meest fijnmazige gasnetwerken ter wereld met aansluiting op alle om-ringende landen. Overheid en bedrijfsleven zetten zich er met succes voor in om de positie van Nederland als internationale gasrotonde te versterken. Thema’s zoals LNG en groen gas bieden interessante internationale aanknopingspunten. HIGH TECH De topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM) bundelt de krachten van de Nederlandse hightechbedrijven, kennisinstellingen en overheden met als doel samenwerking en innovatie te bevorderen en het hightech-ecosysteem te versterken. Onder de naam Holland High Tech kan de sector zich gezamenlijk profileren als mondiale hightechspeler en Nederland op de kaart zetten als ‘place to be’ voor hightech-bedrijven, kenniswerkers, onderzoeksinstellingen en studenten. Ook stelt deze krachtenbundeling de sector in staat om internationale kansen beter te benutten. Speerpunten zijn het internationaal inzetten van specifieke Holland High Tech branding en gezamenlijke invulling van een reisagenda voor vijf primaire doellanden, waarvan Duitsland er één is. 06 DUITSLANDAGENDA 07 LOGISTIEK Nederland is niet alleen de logistieke draaischijf van Europa, maar is ook op het gebied van slimme logistieke toepassingen een sterke speler. Logistiek omvat alle kennis die nodig is om goederen- en informatiestromen te plannen, te organiseren, uit te voeren en te bestu-ren. Met een toegevoegde waarde van 55 miljard euro per jaar en 813.000 arbeidsplaatsen is de logistiek van groot economisch belang. Daarnaast ondersteunt de sector andere Nederlandse sectoren. Veel Nederlandse bedrijven hebben hoogwaardige logistieke systemen en toepassingen voor beter en efficiënter infrastructuur-gebruik ontwikkeld die in Duitsland nog sterker gepositi-oneerd kunnen worden. Tevens maken Nederland en Duitsland beide onderdeel uit van dezelfde trans-Europese transportnetwerken, de corridors Rhine-Alpine en Northsea-Baltic. Betere verbindingen tussen Nederlandse en Duitse regio’s en vice versa zijn essentieel om deze corridors verder te ontwikkelen. Niet voor niets benadrukt de topsector logistiek het belang hiervan. Dit biedt kansen voor bedrijven in alle delen van Nederland. ACTIES Voor de bovenstaande sectoren bestaat nog veel potenti-eel om Nederlandse bedrijven in Duitsland bekender te maken en gericht met Duitse partijen in contact te brengen. Voor succesvolle bewerking van de Duitse markt is contact alleen echter niet genoeg. De ervaring leert dat activiteiten in Duitsland vaak stuklopen op gebrek aan marktkennis. Hierdoor krijgen Nederlandse innovaties nog te weinig voet aan de grond op de Duitse markt. Het is daarom aan te bevelen om een pakket aan stimulerende maatregelen te ontwikkelen: › Jaarlijkse NL-D matchmaking en Holland-branding events op vakbeurzen › Ingaande en uitgaande handelsreizen, startersmissies › Deelname aan pilot projecten in Duitsland › Collectieve deelname aan vakbeurzen › NL-D Offshore windconferentie of Noordwest-Europa windcongres › Inkoopdagen bij Duitse supermarktketens › European Gasforum i.s.m. andere landen › NL-D Logistiek forum › Persreizen voor Duitse journalisten naar Nederland › Stimulering van grensoverschrijdende gebieds-ontwikkeling en NL-D round tables › Stimulering van startende en groeiende hightech-exporteurs, bijv. op de Hannover Messe 1.3 ONDERSTEUNING BIJ BEURSDEELNAMES Bij het leggen van internationale zakelijke contacten en het opbouwen van naamsbekendheid vormt exposeren op (internationale) beurzen voor bedrijven een van de belangrijkste marketingtools. Ook om Nederlandse branches collectief internationaal op de kaart te zetten is beursdeelname een zeer geschikt instrument. Een geslaagd voorbeeld hiervan is de Hannover Messe 2014 met Nederland als partnerland. Duitsland is het belangrijkste beursland ter wereld. In 2013 bezochten meer dan 10 miljoen vakbezoekers de rond 150 internationale beurzen en groeide het aantal exposanten naar 180.000. Ook voor veel Nederlandse bedrijven zijn dit uitstekende podia om zich internatio-naal te presenteren. In 2013 namen circa 5.000 Nederlandse bedrijven deel aan Duitse beurzen en nog altijd bestaat hier een groot potentieel. Een financiële tegemoetkoming vanuit de Nederlandse overheid bij buitenlandse beursdeelnames is voor de promotie van het Nederlandse bedrijfsleven zinvol. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) heeft hier in 2014 op ingespeeld met het beschikbaar stellen van 600 vouchers (twv € 1.500) aan mkb-ondernemers voor deelname aan internationale beurzen. Gelet op het belang van de aanwezigheid op deze internationale podia bevelen wij aan om dit aantal structureel te verhogen. Nederlandse toeleveranciers en Duitse OEM’s zouden in de toekomst ook gezamenlijk kunnen optreden op buitenlandse beurzen. Daarbij zou zowel gebruik-gemaakt kunnen worden van de lokale kennis van het Nederlandse postennetwerk als die van het Duitse netwerk van buitenlandse Handelskamers (AHK’s), dat bestaat uit ruim 130 vestigingen in 90 landen.
  • 5. DUITSLANDAGENDA 08 DOELSTELLING Consequent uitvoeren van de afspraken uit het Techniek-pact en structurele maatregelen nemen om het gebrek aan vakkrachten op korte én lange termijn op te lossen. Daarbij is het belangrijk om ook bedrijfsinterne training te stimuleren. UITGANGSSITUATIE Om in de toekomst succesvol te blijven, hebben Nederlandse bedrijven behoefte aan goed opgeleide vakkrachten, vooral in technische beroepen. Momenteel bestaat hieraan een groot tekort. Maatregelen als het Techniekpact moeten hierin verbetering brengen door onder andere onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten. Als aanvulling op het Techniekpact, dat vooral gericht is op het oplossen van het tekort aan technisch personeel op lange termijn, moeten er echter ook oplossingen komen voor de kortere termijn (2015-2017). PLAN VAN AANPAK Voor de lange termijn is het essentieel dat er in techni-sche opleidingen nadruk gelegd wordt op praktijk-ervaring en participatie vanuit het bedrijfsleven. Zowel Duitsland (met het duale opleidingssysteem) als Nederland (met de BBL/BOL) heeft hiervoor al goede methoden ontwikkeld. Door intensievere kennisuitwisse-ling kunnen beide landen hun methoden verder optimali-seren, waarbij een zo goed mogelijke aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt het uitgangspunt dient te zijn. Hierbij moeten overheid, opleidingsinstellingen en bedrijven actief betrokken worden. Om het korte termijntekort aan gekwalificeerde vak-krachten op te lossen is het belangrijk om de bestaande expertise binnen het bedrijfsleven zo effectief mogelijk te benutten. Veel technische bedrijven bieden al met succes interne trainingen aan. Deze activiteiten moeten beter op de kaart worden gezet om de in Nederland aanwezi-ge kennis en mogelijkheden bij bedrijven in binnen- en buitenland bekend te maken. Hiervoor biedt bijvoorbeeld het door FME, VNO-NCW en de DNHK gezamenlijk opgerichte platform ‘Maak kennis’ een goede basis. Bij bedrijfsinterne trainingen spelen ook Nederland-se vestigingen van grote Duitse ondernemingen zoals Bosch, Festo, Siemens en Trumpf een belangrijke rol. Medewerkers van andere bedrijven worden daarbij getraind in specifieke disciplines zoals pneumatiek, hydrauliek of besturingstechniek. Ook binnen de Brainport Eindhoven bestaan dergelijke initiatieven. Daarnaast kan het in speciale gevallen zinvol zijn om trainingen ook grensoverschrijdend aan te bieden. Medewerkers van Nederlandse toeleveringsbedrijven zouden bijvoorbeeld bij Duitse OEMs getraind kunnen worden en andersom. Een goed voorbeeld zijn de mede-werkers van VDL-Nedcar, die gedurende enkele weken in de fabrieken van BMW in Duitsland getraind werden alvorens zij in Born met de productie van de Mini aan de slag gingen. Voorbeelden van sectoren en beroepsgroepen waarvoor bedrijfsinterne trainingen relevant zijn: › Machinebouw/ mechatronica › Lucht & ruimtevaart › Automobielindustrie › Smart Industry / Industrie 4.0 › Energiesector 2 BEROEPSKWALIFICATIE DUITSLANDAGENDA DOELSTELLING Structurele samenwerking tussen Nederlandse en Duitse onderzoeksinstellingen enerzijds en tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen uit beide landen anderzijds. UITGANGSSITUATIE De Nederlandse regering zet in op een innovatieve en duurzame economie. Met de Duitslandagenda wordt dit doel door middel van nauwere samenwerking tussen diverse technologiesectoren in beide landen kracht bijgezet. Bij de technologie- en kennistransfer gaat het om samenwerking tussen onderzoeksinstellingen onderling en tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen. Door internationale samenwerking op technologische en kennisintensieve onderdelen wordt innovatie gestimuleerd, worden nieuwe markten ontgonnen en internationale marktposities verbeterd. Nederland en Duitsland beschikken beide over een hooggekwalificeerd onderzoekslandschap, waarbinnen veel samenwerkingsmogelijkheden liggen. Met name toegepast onderzoek zoals dit wordt uitgevoerd bij TNO, Wageningen UR en algemeen door de Groot Technologische Instituten (GTI’s) en de Technologische Topinstituten (TTI’s), biedt veel kansen. Door de praktijkgerichte insteek op het gebied van Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech en Logistiek zijn dit niet alleen interessante counterparts voor Duitse onderzoeksinstituten, maar zeker ook voor Duitse mkb-ondernemers. Andersom geldt dit evenzeer voor Duitse onderzoeksinstellingen en Nederlandse bedrijven. PLAN VAN AANPAK Voor de sectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangs-materialen, Energie, High Tech en Logistiek wordt in nauwe afstemming met de Nederlandse onderzoeks-instellingen individuele formats en voortgangswijzen ontwikkeld. Hiertoe behoren activiteiten zoals: › Informatieverstrekking over de Nederlandse know-how in Duitse media en databases › Doorvoeren van gerelateerde workshops en round tables › Organisatie van symposia en conferenties › Individuele bemiddelingstrajecten tussen Nederlandse onderzoeksinstellingen en passende Duitse MKB-ondernemers en vice versa › Inkomende handelsmissies van Duitse bedrijven met bezoeken aan Nederlandse onderzoeksinstellingen › Matching van industriële netwerken en overige technologische clusters 3 TECHNOLOGIE- EN KENNISTRANSFER 09
  • 6. DUITSLANDAGENDA 10 VOORUITBLIK Met dit document wordt een voorzet gegeven voor een strategische Duitslandagenda. De genoemde acties zullen bijdragen aan een structureel versterkte samenwerking met Duitsland. De initiatiefnemers zijn graag bereid om dit plan in overleg verder uit te werken en ook bij de realisatie een rol van betekenis te spelen.