2. DUITSLANDAGENDA 03
Na jaren van stagnatie heeft de Nederlandse
economie de weg naar boven weer gevonden. Dit is
vooral te danken aan de toenemende export. Een op
wereldwijde export gericht bedrijfsleven verhoogt de
crisisbestendigheid van een land. Zie het voorbeeld
van Duitsland, dat hier als grootste productie- en
exportland van Europa ook de komende jaren van zal
blijven profiteren. Iets waar Nederland door toelevering
aan Duitsland indirect ook haar voordeel mee kan doen.
Uit de jaarlijkse enquête van FME onder haar leden
blijkt steeds weer het overweldigende belang van
Duitsland voor het Nederlandse bedrijfsleven. Bijna 75
procent van de bedrijven rekent Duitsland tot de belang-rijkste
exportbestemmingen. Ieder jaar staat Duitsland
op de eerste plaats van export-groeilanden. Toch staat
het ook op de vijfde plaats van moeilijkste exportlanden,
na landen als China en India. Dit heeft onder andere
te maken met de hoge kwalitatieve en technische eisen
die Duitse klanten aan producten stellen, maar ook met
de stevige concurrentie op de Duitse markt en in enkele
gevallen met de overheidsbescherming van bepaalde
economische sectoren. Duitsland biedt dus veel kansen
en mogelijkheden, maar is ook een buitengewoon veel-eisende
markt. Je zou kunnen zeggen de ‘Bundesliga’
van de Nederlandse exportbestemmingen.
Nederland heeft de potentie om de export naar
Duitsland verder te doen toenemen. Veel kansen
worden momenteel echter nog niet benut. Vooral
binnen het mkb zijn er veel gespecialiseerde hightech-bedrijven
die ondanks gunstige perspectieven de stap
over de grens nog niet hebben gezet. Dit terwijl Neder-landse
en Duitse bedrijven elkaar vaak goed aanvullen.
Vooral op het gebied van hightech, chemie, agri&food/
tuinbouw, energie en logistiek heeft Nederland veel
te bieden. Nederlanders zijn bijzonder sterk in co-engineering.
Ze zijn in staat om flexibel in te spelen
op de eisen en wensen van de (Duitse) klant. In het
zuiden van Duitsland, waar een groot deel van de
hightech bedrijven is gevestigd en waar momenteel
de grootste economische groei plaatsvindt, zijn deze
Nederlandse kwaliteiten vaak nog onbekend.
De Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK), FME
en VNO-NCW hebben in 2013 gezamenlijk de campagne
‘Maak kennis, maak mee, maak waar!’ in het leven
geroepen. Doel van deze campagne was in eerste
instantie aandacht te vragen voor het belang van de
maakindustrie en voor industriële samenwerking met
Duitsland in het bijzonder. De actuele economische
opleving onderstreept dit belang en creëert bovendien
nieuwe kansen. Het is dan ook in het belang van de
Nederlandse concurrentiepositie om de samenwerking
met Duitsland zo optimaal mogelijk te laten verlopen.
Om dit te bereiken zetten wij in op uitwisseling van
technologische kennis, betere afstemming van
beroepskwalificaties en ondersteuning van Neder-landse
bedrijven bij hun exportactiviteiten. In dit kader
hebben wij het voor u liggende concept ontwikkeld.
Deze Duitslandagenda moet meer samenhang brengen
in de economische betrekkingen tussen beide landen
en deze een nieuwe impuls geven. Wij hopen en vertrou-wen
op uw ondersteuning bij de uitvoering hiervan.
Hans de Boer
VNO-NCW
Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink
FME
Ab van der Touw
DNHK
DUITSLANDAGENDA 2015-2017
3. DUITSLANDAGENDA
ACHTERGROND
Door een aantal buitengewoon succesvolle initiatieven
hebben de handelsbetrekkingen tussen Nederland
en Duitsland de afgelopen jaren al een flinke impuls
gekregen. Zo waren er de bezoeken van het Koninklijk
paar aan Baden-Württemberg en Hessen in 2013 en
aan Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen in 2014, de
eerste gezamenlijke ministerraad in Kleef in mei 2013
en de aanwezigheid van Nederland als partnerland op
de Hannover Messe in april 2014. Om het succes niet te
laten wegebben moeten deze initiatieven een structureel
vervolg krijgen. De DNHK, VNO-NCW en FME hebben
daarom een operationeel programma opgesteld om de
economische relatie tussen beide landen in de komende
drie jaar structureel te bevorderen.
AMBITIE & DOELSTELLINGEN
Met de Duitslandagenda willen wij de volgende
zaken bereiken:
› Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel
de directe als de indirecte export naar Duitsland door
gericht overheidsbeleid
› Versterking van de topsectoren aangezien deze
leidend zijn voor het Nederlandse exportpotentieel
› Aanpak van het tekort aan technisch personeel
op korte termijn door middel van bedrijfsinterne
bijscholing
› Structurele samenwerking tussen Nederlandse
en Duitse onderzoeksinstellingen en tussen bedrijven
en onderzoeksinstellingen uit beide landen
STRATEGIE & ACTIES
Nederland en Duitsland behoren tot de sterkste eco-nomieën
van Europa. De handelsrelatie tussen beide
landen en de directe investeringen over en weer zijn
wereldwijd uniek. Dit uitgangspunt in ogenschouw
nemend, focust de Duitslandagenda op de volgende
drie thema’s:
1. Handelsbevordering
2. Beroepskwalificatie
3. Technologie- en kennistransfer
Voor elk van deze thema’s wordt vervolgens aangegeven
hoe strategische samenwerking van Nederlandse zijde
kan worden ingestoken. Ook worden er een aantal
concrete voorbeelden genoemd.
Bij het thema handelsbevordering hebben wij ervoor
gekozen om prioriteiten te stellen op basis van het
topsectorenbeleid. De handelsrelatie met Duitsland kan
volgens onze analyse vooral in de sectoren Agri & Food
en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (worden hier als
één sector beschouwd), Energie, High Tech en Logistiek
door gerichte maatregelen versterkt worden.
FINANCIERING & UITVOERING
Gezien de nauwe samenwerking met het bedrijfsleven
en werkgeversverenigingen bij de totstandkoming van
de Duitslandagenda kan deze rekenen op steun vanuit
de verschillende organisaties. Deze agenda met een
doorlooptijd van drie jaar kan worden gefinancierd
door een bijdrage van de eerder genoemde partijen,
aangevuld met een bijdrage vanuit de overheid.
Voor het thema ‘Beroepskwalificatie’ wordt verwacht
dat dit grotendeels rechtstreeks door de deelnemende
bedrijven gefinancierd zal worden. Voor de thema’s
‘Handelsbevordering’ en ‘Technologie- en kennis-transfer’
zal een bijdrage vanuit de overheid en
de desbetreffende onderzoeksinstellingen
noodzakelijk zijn.
04
DUITSLANDAGENDA
DOELSTELLING
Structurele en geïntegreerde bevordering van zowel
de directe als de indirecte export naar Duitsland door
gericht overheidsbeleid. Versterking van de topsecto-ren
aangezien deze leidend zijn voor het Nederlandse
exportpotentieel.
UITGANGSSITUATIE
Binnen alle toonaangevende Nederlandse sectoren
speelt de relatie met Duitsland een grote rol.
Het Nederlandse kabinet wil de sectoren waarin
Nederland wereldwijd uitblinkt, de zogenaamde top-sectoren,
sterker maken. Uit onderzoek van Panteia
in opdracht van de ministeries van Economische en
Buitenlandse Zaken blijkt dat meer dan 70 procent van
de mkb-ondernemers uit de topsectoren ondersteuning
nodig heeft bij hun internationale activiteiten. Daarnaast
is het zo dat het merendeel van de Nederlandse export
naar Duitsland van oudsher bestemd is voor de buur-staten
Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen. De eco-nomische
groei is momenteel echter het grootste in het
zuiden van Duitsland. Hier liggen in veel sectoren dan
ook de grootste kansen. In de Zuid-Duitse deelstaten is
het voor Nederlandse bedrijven echter lastiger om voet
aan de grond te krijgen. Onderstaand volgt een overzicht
van mogelijke handelsbevorderende initiatieven.
1.1 DIGITALISERING
De verregaande digitalisering die de komende jaren zal
plaatsvinden heeft grote gevolgen voor de manier waar-op
bedrijven nationaal en internationaal samenwerken.
In Duitsland heeft de federale overheid het programma
‘Industrie 4.0’ opgezet om hierop in te spelen. In Neder-land
gebeurt dit onder de noemer ‘Smart Industry’.
Om wereldwijd tegen de concurrentie vanuit vooral de VS
en China bestand te zijn, is het noodzakelijk dat bedrijven
en landen in Europa de handen ineenslaan en een geza-menlijke
strategie ontwikkelen. Nederland en Duitsland
kunnen hierin een voortrekkersrol kunnen spelen.
Het ontbreekt op dit moment echter aan een concrete
agenda waarmee Nederland als partner en toeleverancier
bij Duitsland zou kunnen aansluiten. Een gezamenlijke
Nederlands-Duitse digitaliseringsagenda kan alleen
door samenwerking van overheid, onderzoeksinstellingen
en bedrijfsleven in beide landen tot stand komen.
Tegelijkertijd moet de Nederlandse competentie op
het gebied van Smart Industry in Duitsland op de kaart
worden gezet. Gezien snelheid waarmee dit thema
zich internationaal ontwikkelt, zou er al in 2015 een
Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie moeten
plaatsvinden met als doel het opstellen van een
gezamenlijke agenda.
Samenvattend zijn de volgende concrete acties
noodzakelijk:
› Marketingcampagne om Smart Industry in
Duitsland op de kaart te zetten
› Nederlands-Duitse Smart Industry-conferentie in 2015
› Opstellen van een gezamenlijke digitaliseringsagenda
1.2 SECTORSPECIFIEKE ACTIES
Export naar Duitsland speelt binnen nagenoeg alle
sectoren een belangrijke rol. Er zou dus voor elke
afzonderlijke sector een Duitsland-strategie bepaald
kunnen worden. Hieronder zoomen wij in op een viertal
internationaal toonaangevende sectoren: Agri & Food en
Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech en
Logistiek. Deze vier sectoren hebben zelf aangegeven
dat Duitsland in het kader van hun internationaliserings-strategie
topprioriteit heeft.
1 HANDELSBEVORDERING
05
4. DUITSLANDAGENDA
AGRI & FOOD EN TUINBOUW & UITGANGSMATERIALEN
Meer dan de helft van alle groenten die wereldwijd
door 7 miljard mensen geteeld en gegeten worden, is
afkomstig van Nederlands zaaigoed. De exportwaarde
van agrarische producten uit Nederland bedraagt
ca. 80 miljard euro per jaar. Duitsland is daarbij met
ruim 22 miljard euro (bijna 30 procent) de grootste
afnemer. Voor de industrie, het mkb en de consumenten
in beide landen is het van groot belang dat de handel
en de samenwerking verstevigd en verder uitgebreid
worden. De twee topsectoren kunnen hun economische
kracht en brede inhoudelijke kennis benutten om samen
met Duitse partners aan een gezamenlijke toekomst
te werken. Op die manier kan er een vruchtbare samen-werking
tot stand komen op gebieden als nieuwe
technologieën binnen de kassenbouw, voedselverwer-kings-
en verpakkingsmachines. Ook kunnen beide
landen zich gezamenlijk inzetten voor adequate
nationale en internationale wetgeving.
ENERGIE
Op energiegebied richt onze agenda zich op verdere
marktintegratie, het waarborgen van de voorzienings-zekerheid,
verduurzaming, innovatie en efficiëntie.
Afstemmen, kennis delen en van elkaar leren is dan
ook de rode draad voor onze energie-agenda. Voort-schrijdende
marktintegratie leidt ertoe dat in toene-mende
mate rekening moet worden gehouden met de
effecten van nationale energiepolitiek op aangrenzende
landen. Dit maakt het noodzakelijk om de focus bij
activiteiten op energiegebied nog sterker op het
buurland te leggen. Door uitvoering van projecten op
de onderstaande deelgebieden kan tevens een bijdrage
worden geleverd aan de realisatie van de gezamenlijke
energieverklaring tussen Nederland en Duitsland zoals
die op 25 juli 2014 door minister van Economische Zaken
Henk Kamp en zijn Duits collega Sigmar Gabriel in het
Duitse Goslar werd ondertekend.
Offshore: De Nederlandse offshore-industrie heeft
een sterke exportpositie. De belangrijkste afzetmarkten
liggen op dit moment in Europa, met name Duitsland en
het Verenigd Koninkrijk. Vooral de Noord-Duitse regio’s
Nedersaksen en Sleeswijk-Holstein zijn hier van belang.
Smart Grids: Een internationale positioneringsstrategie
rondom het thema Smart Grids moet gebaseerd zijn op
succesvolle demonstraties in Nederland. Op dit moment
worden er meerdere toonaangevende pilots opgezet en
doorontwikkeld.
Energiebesparing: Nederland behoort tot de top 10 van
de meest concurrerende en innovatieve landen, ook
op gebied van energiebesparing en duurzaam bouwen.
Gas: NL beschikt over een van de meest fijnmazige
gasnetwerken ter wereld met aansluiting op alle om-ringende
landen. Overheid en bedrijfsleven zetten zich
er met succes voor in om de positie van Nederland als
internationale gasrotonde te versterken. Thema’s zoals
LNG en groen gas bieden interessante internationale
aanknopingspunten.
HIGH TECH
De topsector High Tech Systemen en Materialen
(HTSM) bundelt de krachten van de Nederlandse
hightechbedrijven, kennisinstellingen en overheden
met als doel samenwerking en innovatie te bevorderen
en het hightech-ecosysteem te versterken. Onder de
naam Holland High Tech kan de sector zich gezamenlijk
profileren als mondiale hightechspeler en Nederland
op de kaart zetten als ‘place to be’ voor hightech-bedrijven,
kenniswerkers, onderzoeksinstellingen en
studenten. Ook stelt deze krachtenbundeling de sector
in staat om internationale kansen beter te benutten.
Speerpunten zijn het internationaal inzetten van
specifieke Holland High Tech branding en gezamenlijke
invulling van een reisagenda voor vijf primaire
doellanden, waarvan Duitsland er één is.
06
DUITSLANDAGENDA 07
LOGISTIEK
Nederland is niet alleen de logistieke draaischijf van
Europa, maar is ook op het gebied van slimme logistieke
toepassingen een sterke speler. Logistiek omvat alle
kennis die nodig is om goederen- en informatiestromen
te plannen, te organiseren, uit te voeren en te bestu-ren.
Met een toegevoegde waarde van 55 miljard euro
per jaar en 813.000 arbeidsplaatsen is de logistiek van
groot economisch belang. Daarnaast ondersteunt de
sector andere Nederlandse sectoren. Veel Nederlandse
bedrijven hebben hoogwaardige logistieke systemen en
toepassingen voor beter en efficiënter infrastructuur-gebruik
ontwikkeld die in Duitsland nog sterker gepositi-oneerd
kunnen worden.
Tevens maken Nederland en Duitsland beide onderdeel
uit van dezelfde trans-Europese transportnetwerken,
de corridors Rhine-Alpine en Northsea-Baltic. Betere
verbindingen tussen Nederlandse en Duitse regio’s en
vice versa zijn essentieel om deze corridors verder te
ontwikkelen. Niet voor niets benadrukt de topsector
logistiek het belang hiervan. Dit biedt kansen voor
bedrijven in alle delen van Nederland.
ACTIES
Voor de bovenstaande sectoren bestaat nog veel potenti-eel
om Nederlandse bedrijven in Duitsland bekender
te maken en gericht met Duitse partijen in contact te
brengen. Voor succesvolle bewerking van de Duitse
markt is contact alleen echter niet genoeg. De ervaring
leert dat activiteiten in Duitsland vaak stuklopen op
gebrek aan marktkennis. Hierdoor krijgen Nederlandse
innovaties nog te weinig voet aan de grond op de Duitse
markt. Het is daarom aan te bevelen om een pakket aan
stimulerende maatregelen te ontwikkelen:
› Jaarlijkse NL-D matchmaking en Holland-branding
events op vakbeurzen
› Ingaande en uitgaande handelsreizen, startersmissies
› Deelname aan pilot projecten in Duitsland
› Collectieve deelname aan vakbeurzen
› NL-D Offshore windconferentie of Noordwest-Europa
windcongres
› Inkoopdagen bij Duitse supermarktketens
› European Gasforum i.s.m. andere landen
› NL-D Logistiek forum
› Persreizen voor Duitse journalisten naar Nederland
› Stimulering van grensoverschrijdende gebieds-ontwikkeling
en NL-D round tables
› Stimulering van startende en groeiende hightech-exporteurs,
bijv. op de Hannover Messe
1.3 ONDERSTEUNING BIJ BEURSDEELNAMES
Bij het leggen van internationale zakelijke contacten en
het opbouwen van naamsbekendheid vormt exposeren
op (internationale) beurzen voor bedrijven een van de
belangrijkste marketingtools. Ook om Nederlandse
branches collectief internationaal op de kaart te zetten
is beursdeelname een zeer geschikt instrument. Een
geslaagd voorbeeld hiervan is de Hannover Messe 2014
met Nederland als partnerland.
Duitsland is het belangrijkste beursland ter wereld.
In 2013 bezochten meer dan 10 miljoen vakbezoekers
de rond 150 internationale beurzen en groeide het aantal
exposanten naar 180.000. Ook voor veel Nederlandse
bedrijven zijn dit uitstekende podia om zich internatio-naal
te presenteren. In 2013 namen circa 5.000
Nederlandse bedrijven deel aan Duitse beurzen en
nog altijd bestaat hier een groot potentieel.
Een financiële tegemoetkoming vanuit de Nederlandse
overheid bij buitenlandse beursdeelnames is voor
de promotie van het Nederlandse bedrijfsleven zinvol.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RvO) heeft
hier in 2014 op ingespeeld met het beschikbaar stellen
van 600 vouchers (twv € 1.500) aan mkb-ondernemers
voor deelname aan internationale beurzen. Gelet op het
belang van de aanwezigheid op deze internationale podia
bevelen wij aan om dit aantal structureel te verhogen.
Nederlandse toeleveranciers en Duitse OEM’s zouden
in de toekomst ook gezamenlijk kunnen optreden
op buitenlandse beurzen. Daarbij zou zowel gebruik-gemaakt
kunnen worden van de lokale kennis van
het Nederlandse postennetwerk als die van het Duitse
netwerk van buitenlandse Handelskamers (AHK’s),
dat bestaat uit ruim 130 vestigingen in 90 landen.
5. DUITSLANDAGENDA
08
DOELSTELLING
Consequent uitvoeren van de afspraken uit het Techniek-pact
en structurele maatregelen nemen om het gebrek
aan vakkrachten op korte én lange termijn op te lossen.
Daarbij is het belangrijk om ook bedrijfsinterne training
te stimuleren.
UITGANGSSITUATIE
Om in de toekomst succesvol te blijven, hebben
Nederlandse bedrijven behoefte aan goed opgeleide
vakkrachten, vooral in technische beroepen. Momenteel
bestaat hieraan een groot tekort. Maatregelen als het
Techniekpact moeten hierin verbetering brengen door
onder andere onderwijs en arbeidsmarkt beter op elkaar
te laten aansluiten. Als aanvulling op het Techniekpact,
dat vooral gericht is op het oplossen van het tekort aan
technisch personeel op lange termijn, moeten er echter
ook oplossingen komen voor de kortere termijn (2015-2017).
PLAN VAN AANPAK
Voor de lange termijn is het essentieel dat er in techni-sche
opleidingen nadruk gelegd wordt op praktijk-ervaring
en participatie vanuit het bedrijfsleven.
Zowel Duitsland (met het duale opleidingssysteem) als
Nederland (met de BBL/BOL) heeft hiervoor al goede
methoden ontwikkeld. Door intensievere kennisuitwisse-ling
kunnen beide landen hun methoden verder optimali-seren,
waarbij een zo goed mogelijke aansluiting van het
onderwijs op de arbeidsmarkt het uitgangspunt dient te
zijn. Hierbij moeten overheid, opleidingsinstellingen en
bedrijven actief betrokken worden.
Om het korte termijntekort aan gekwalificeerde vak-krachten
op te lossen is het belangrijk om de bestaande
expertise binnen het bedrijfsleven zo effectief mogelijk te
benutten. Veel technische bedrijven bieden al met succes
interne trainingen aan. Deze activiteiten moeten beter
op de kaart worden gezet om de in Nederland aanwezi-ge
kennis en mogelijkheden bij bedrijven in binnen- en
buitenland bekend te maken. Hiervoor biedt bijvoorbeeld
het door FME, VNO-NCW en de DNHK gezamenlijk
opgerichte platform ‘Maak kennis’ een goede basis.
Bij bedrijfsinterne trainingen spelen ook Nederland-se
vestigingen van grote Duitse ondernemingen zoals
Bosch, Festo, Siemens en Trumpf een belangrijke rol.
Medewerkers van andere bedrijven worden daarbij
getraind in specifieke disciplines zoals pneumatiek,
hydrauliek of besturingstechniek. Ook binnen de
Brainport Eindhoven bestaan dergelijke initiatieven.
Daarnaast kan het in speciale gevallen zinvol zijn om
trainingen ook grensoverschrijdend aan te bieden.
Medewerkers van Nederlandse toeleveringsbedrijven
zouden bijvoorbeeld bij Duitse OEMs getraind kunnen
worden en andersom. Een goed voorbeeld zijn de mede-werkers
van VDL-Nedcar, die gedurende enkele weken
in de fabrieken van BMW in Duitsland getraind werden
alvorens zij in Born met de productie van de Mini aan
de slag gingen.
Voorbeelden van sectoren en beroepsgroepen waarvoor
bedrijfsinterne trainingen relevant zijn:
› Machinebouw/ mechatronica
› Lucht & ruimtevaart
› Automobielindustrie
› Smart Industry / Industrie 4.0
› Energiesector
2 BEROEPSKWALIFICATIE
DUITSLANDAGENDA
DOELSTELLING
Structurele samenwerking tussen Nederlandse
en Duitse onderzoeksinstellingen enerzijds en tussen
bedrijven en onderzoeksinstellingen uit beide landen
anderzijds.
UITGANGSSITUATIE
De Nederlandse regering zet in op een innovatieve
en duurzame economie. Met de Duitslandagenda wordt
dit doel door middel van nauwere samenwerking
tussen diverse technologiesectoren in beide landen
kracht bijgezet.
Bij de technologie- en kennistransfer gaat het om
samenwerking tussen onderzoeksinstellingen onderling
en tussen bedrijven en onderzoeksinstellingen.
Door internationale samenwerking op technologische
en kennisintensieve onderdelen wordt innovatie
gestimuleerd, worden nieuwe markten ontgonnen
en internationale marktposities verbeterd.
Nederland en Duitsland beschikken beide over een
hooggekwalificeerd onderzoekslandschap, waarbinnen
veel samenwerkingsmogelijkheden liggen. Met name
toegepast onderzoek zoals dit wordt uitgevoerd bij
TNO, Wageningen UR en algemeen door de Groot
Technologische Instituten (GTI’s) en de Technologische
Topinstituten (TTI’s), biedt veel kansen. Door de
praktijkgerichte insteek op het gebied van Agri & Food
en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Energie, High Tech
en Logistiek zijn dit niet alleen interessante counterparts
voor Duitse onderzoeksinstituten, maar zeker ook voor
Duitse mkb-ondernemers. Andersom geldt dit evenzeer
voor Duitse onderzoeksinstellingen en Nederlandse
bedrijven.
PLAN VAN AANPAK
Voor de sectoren Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangs-materialen,
Energie, High Tech en Logistiek wordt in
nauwe afstemming met de Nederlandse onderzoeks-instellingen
individuele formats en voortgangswijzen
ontwikkeld. Hiertoe behoren activiteiten zoals:
› Informatieverstrekking over de Nederlandse know-how
in Duitse media en databases
› Doorvoeren van gerelateerde workshops en
round tables
› Organisatie van symposia en conferenties
› Individuele bemiddelingstrajecten tussen Nederlandse
onderzoeksinstellingen en passende Duitse MKB-ondernemers
en vice versa
› Inkomende handelsmissies van Duitse bedrijven met
bezoeken aan Nederlandse onderzoeksinstellingen
› Matching van industriële netwerken en overige
technologische clusters
3 TECHNOLOGIE- EN KENNISTRANSFER
09
6. DUITSLANDAGENDA
10
VOORUITBLIK
Met dit document wordt een voorzet gegeven voor
een strategische Duitslandagenda. De genoemde
acties zullen bijdragen aan een structureel versterkte
samenwerking met Duitsland. De initiatiefnemers zijn
graag bereid om dit plan in overleg verder uit te werken
en ook bij de realisatie een rol van betekenis te spelen.